Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst
gepubliceerd op 15 juni 2022

Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de overeenkomst betreffende de Sociale Zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko Bij toepassing van artikel 39 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid t TITEL I. - Algemene Bepalingen Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze Schikk(...)

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2022203212
pub.
15/06/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID


Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de overeenkomst betreffende de Sociale Zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko Bij toepassing van artikel 39 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko, ondertekend te Brussel op 18 februari 2014, hebben de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten de volgende bepalingen in gemeen overleg vastgesteld: TITEL I. - Algemene Bepalingen Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze Schikking: (1) verstaat men onder "Overeenkomst" de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko, ondertekend in Brussel op 18 februari 2014;(2) verstaat men onder "Schikking" de Administratieve Schikking voorzien in artikel 39 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko, ondertekend te Brussel op 18 februari 2014.2. De in deze Schikking gebruikte termen hebben de betekenis die daaraan in artikel 1 van de Overeenkomst wordt gegeven. Artikel 2 Verbindingsorganen 1. Worden met toepassing van artikel 39 van de Overeenkomst als verbindingsorgaan aangewezen: Wat België betreft: 1.Ziekte, moederschap Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), Brussel. 2. Invaliditeit Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), Brussel.3. Ouderdom, overleving Federale Pensioendienst (FPD), Brussel.4. Arbeidsongevallen en beroepsziekten Federaal agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel.5. Kinderbijslag Voor het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap: interregionaal orgaan voor de gezinsbijslagen; Voor de Vlaamse Gemeenschap: Kind en Gezin.

Wat Marokko betreft: De Nationale Kas voor Sociale Zekerheid (la Caisse Nationale de Sécurité Sociale - CNSS) 2. De bevoegde autoriteiten van elke overeenkomstsluitende Staat kunnen andere verbindingsorganen aanduiden of de bevoegdheid ervan wijzigen.In dat geval deelt de bevoegde autoriteit haar beslissing onverwijld mee aan de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Staat.

Artikel 3 Bevoegde instellingen Worden met toepassing van artikel 39 van de Overeenkomst als bevoegde instellingen aangewezen: Wat België betreft: 1. Ziekte, moederschap (1) voor de toekenning van de prestaties: verzekeringsinstellingen waarbij de werknemer is aangesloten;(2) financiële bepalingen: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), Brussel, voor rekening van de verzekeringsinstellingen.2. Invaliditeit (1) in algemene regel: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), Brussel, samen met de verzekeringsinstellingen waarbij de werknemer aangesloten is of is geweest;(2) voor zeelieden: Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel.3. Pensioen of ouderdom, overleving Federale Pensioendienst (FPD), Brussel.4. Arbeidsongevallen (1) ongevallen overkomen vóór 1 januari 1988: a) in algemene regel: de verzekeringsonderneming waarbij de werkgever verzekerd is;b) uitbetaling van de aanvullingen op een rente of van renten betreffende een blijvende ongeschiktheid van minder dan 10 % : Federaal agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel; c)uitbetaling van verstrekkingen na de herzieningstermijn: Fonds voor arbeidsongevallen, Brussel; (2) Ongevallen overkomen vanaf 1 januari 1988: a) in algemene regel: de verzekeringsonderneming waarbij de werkgever verzekerd of aangesloten is;b) uitbetaling van de uitkeringen en renten betreffende een blijvende ongeschiktheid tot en met 19 % : Federaal agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel;(3) regeling voor zeelieden en vissers en in geval van niet-verzekering: Federaal agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel.5. Beroepsziekten Federaal agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel.6. Kinderbijslag Betalingsinstellingen van de kinderbijslag. Wat Marokko betreft: 1. Voor prestaties van sociale zekerheid en de verplichte ziekteverzekering van de private sector: De Nationale Kas voor Sociale Zekerheid (CNSS);2. Voor prestaties met betrekking tot arbeidsongevallen en beroepsziekten: de verzekeringsmaatschappijen. Artikel 4 Instellingen van de woonplaats en van de verblijfplaats Worden met toepassing van artikel 39 van de Overeenkomst als instellingen van de woonplaats en van de verblijfplaats aangewezen: Wat België betreft: A. Instellingen van de woonplaats 1. Ziekte, moederschap Verzekeringsinstellingen.2. Arbeidsongevallen (verstrekkingen) Verzekeringsinstellingen.3. Beroepsziekten (verstrekkingen) Federaal Agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel. B. Instellingen van de verblijfplaats 1. Ziekte, moederschap Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel, door toedoen van de verzekeringsinstellingen.2. Arbeidsongevallen (verstrekkingen) Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel, door toedoen van de verzekeringsinstellingen.3. Beroepsziekten (verstrekkingen) Federaal Agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel. Wat Marokko betreft: 1. Voor prestaties van sociale zekerheid en de verplichte ziekteverzekering van de werknemers van de private sector: de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid (CNSS);2. Voor prestaties met betrekking tot arbeidsongevallen en beroepsziekten: de verzekeringsmaatschappijen. TITEL II. - Bepalingen Betreffende de Toepasselijke Wetgeving Artikel 5 Procedure voor de afgifte van het attest van onderwerping 1. In de gevallen bedoeld in artikelen 7 tot 11 van de Overeenkomst stelt de in paragraaf 2 van dit artikel aangeduide instelling van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving van toepassing is, de werkgever, de werknemer, de ambtenaar of het aan een ambtenaar gelijkgesteld personeelslid een attest ter hand waaruit blijkt dat deze wetgeving van toepassing is of blijft op de belanghebbende en tot welke datum.2. Het in paragraaf 1 bedoelde attest wordt uitgereikt: Wanneer de toepasselijke wetgeving die van België is: (1) wat betreft artikelen 7 tot 10 van de Overeenkomst, door de Rijksdienst voor sociale zekerheid, te Brussel;(2) wat betreft artikel 11 van de overeenkomst: - wanneer het gaat om individuele gevallen van verzekerden: door de Rijksdienst voor sociale zekerheid, te Brussel; - wanneer het gaat om bepaalde categorieën van verzekerden: de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Directie-generaal Beleidsondersteuning en -Coördinatie (BESOC), Brussel;

Wanneer de toepasselijke wetgeving die van Marokko is: (1) wat betreft artikel 7 tot 10 van de Overeenkomst: - Voor werknemers van de private sector, door de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid (CNSS); - Voor ambtenaren, door de 'Nationale Kas voor Sociale Voorzorgsinstellingen (la Caisse Nationale des Organismes de Prévoyance Sociale - CNOPS)". (2) Wat betreft artikel 11 van het Verdrag: - Wanneer het gaat om individuele gevallen van verzekerden: de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid; - Wanneer het gaat om bepaalde categorieën van verzekerden: het Ministerie van Gezondheid en Sociale bescherming (directie van de Sociale Bescherming van werknemers). 3. Het attest bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel wordt overhandigd aan de werkgever of aan de werknemer of aan de ambtenaar of het aan een ambtenaar gelijkgesteld personeelslid;het moet in zijn bezit zijn tijdens gans de vermelde periode, om in het gastland zijn onderwerpingssituatie te kunnen bewijzen. 4. Een kopie van het attest, bij toepassing van paragraaf 1 uitgereikt door de Marokkaanse bevoegde instelling, wordt verzonden naar de Rijksdienst voor sociale zekerheid in Brussel.Evenzo wordt een kopie van het attest uitgereikt door de Belgische bevoegde instelling verzonden naar de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid (CNSS). 5. De bevoegde instellingen of de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten, bedoeld in paragraaf 2 van dit artikel, kunnen in gemeen overleg overeenkomen het uitgereikte formulier in te trekken.6. Wanneer de detachering van de werknemer stopt vóór het einde van de voorziene detacheringsperiode, moet de werkgever die de werknemer tewerkstelt deze nieuwe situatie meedelen aan de bevoegde instelling van de overeenkomstsluitende Staat waar de werknemer verzekerd is, die de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat daarvan onverwijld op de hoogte brengt.7. Aanvragen betreffende de in artikel 8, paragraaf 2, en artikel 11 van de Overeenkomst bedoelde gevallen worden gericht aan de bevoegde autoriteit van een van de verdragsluitende Staten of aan het door deze Staat aangewezen instelling. Zodra de aanvraag is voorgelegd, wendt de bevoegde autoriteit of de door haar aangewezen instelling zich tot de bevoegde autoriteit of de aangewezen instelling van de andere verdragsluitende Staat om het akkoord voor de onderwerping aan de regeling van de eerste Staat te verkrijgen. Zodra dit akkoord is verkregen, wordt het in lid 1 van dit artikel bedoelde attest afgegeven volgens de procedure van dit artikel.

TITEL III. - Bijzondere bepalingen over de prestaties HOOFDSTUK I. - Ziekte, gezondheid en moederschap Artikel 6 Samentelling van de verzekeringstijdvakken 1. Om te kunnen genieten van de bepalingen van artikel 12 van de Overeenkomst, is de belanghebbende verplicht de bevoegde instelling een getuigschrift over te leggen, waarin de verzekeringstijdvakken zijn vermeld die vervuld zijn krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waaraan hij voorheen en laatstelijk onderworpen is geweest. Het getuigschrift wordt op verzoek van de belanghebbende uitgereikt: - in België, door de verzekeringsinstelling waarbij hij laatstelijk aangesloten was; - in Marokko, door de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid (CNSS). 2. Indien de belanghebbende dit getuigschrift niet overlegt, richt de bevoegde instelling zich, om het te bekomen, tot de bevoegde instelling van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving voorheen en laatstelijk op de belanghebbende van toepassing was of tot het verbindingsorgaan indien laatstgenoemde bevoegde instelling niet bekend is. Artikel 7 Verstrekkingen bij verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Om krachtens artikel 13, paragraaf 1, en artikel 15 van de Overeenkomst verstrekkingen te genieten, moet de belanghebbende een getuigschrift overleggen aan de instelling van de verblijfplaats, waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen.Dit getuigschrift wordt, op verzoek van de belanghebbende, door de bevoegde instelling uitgereikt vóór hij het grondgebied verlaat van de overeenkomstsluitende Staat waar hij woont. Wordt dit getuigschrift door de belanghebbende niet overgelegd, dan richt de instelling van de verblijfplaats zich tot de bevoegde instelling om het te verkrijgen.

Het uitgereikte getuigschrift vermeldt meer bepaald de maximumduur voor de toekenning van de verstrekkingen, zoals die voorzien is in de wetgeving van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat. 2. De instelling van de verblijfplaats brengt op voorhand, per e-mail of per fax, de bevoegde instelling op de hoogte van de aanvraag tot toekenning van protheses, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen die zijn opgenomen in de lijst die in gemeen overleg werd vastgesteld door de bevoegde autoriteiten en die als bijlage bij deze Administratieve Schikking is gevoegd.De bevoegde instelling beschikt over een termijn van vijftien dagen vanaf de verzending van deze mededeling om, in voorkomend geval, per e-mail of per fax haar gemotiveerd verzet te betekenen. De instelling van de verblijfplaats kent de verstrekkingen toe als zij geen verzet daartegen heeft ontvangen bij het verstrijken van deze termijn. Indien dergelijke verstrekkingen dienden toegekend te worden in gevallen van absolute hoogdringendheid, dan stelt de instelling van de verblijfplaats de bevoegde instelling daarvan onverwijld in kennis.

Het akkoord van de bevoegde instelling is in dat geval niet noodzakelijk. 3. Bij een ziekenhuisopname licht de instelling van de verblijfplaats de bevoegde instelling in over de datum van opname in de ziekenhuisinrichting, de vermoedelijke duur van de opname en de datum van ontslag uit het ziekenhuis, zodra het daarvan kennis heeft.4. Paragrafen 2 en 3 van dit artikel zijn niet van toepassing indien de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten zijn overeengekomen af te zien van terugbetaling of een terugbetaling op basis van een forfaitair bedrag tussen de instellingen zijn overeengekomen. Artikel 8 Verstrekkingen in geval de woonplaats gevestigd is op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Om te kunnen genieten van de verstrekkingen krachtens artikelen 14 tot 16 van de Overeenkomst, dient de belanghebbende zichzelf en zijn gezinsleden in te schrijven bij de instelling van de woonplaats, met overlegging van een getuigschrift waarin wordt bevestigd dat hij voor zichzelf en voor zijn gezinsleden recht heeft op deze verstrekkingen. Dit getuigschrift wordt uitgereikt door de bevoegde instelling. Indien de belanghebbende of zijn gezinsleden dit getuigschrift niet overleggen, richt de instelling van de woonplaats zich tot de bevoegde instelling om het te verkrijgen. 2. Het getuigschrift bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel blijft geldig zolang de instelling van de woonplaats van de bevoegde instelling geen kennisgeving heeft ontvangen van de intrekking ervan.3. De instelling van de woonplaats stelt de bevoegde instelling in kennis van iedere inschrijving die ze overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel heeft verricht.4. Bij iedere aanvraag om verstrekkingen legt de belanghebbende de bewijsstukken voor die vereist zijn krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont.5. De belanghebbende of zijn gezinsleden moeten de instelling van de woonplaats inlichten over elke verandering in hun situatie waardoor het recht op verstrekkingen kan worden gewijzigd, in het bijzonder van iedere beëindiging of verandering van werkzaamheden in loondienst dan wel werkzaamheden anders dan in loondienst van de belanghebbende of iedere overbrenging van de woonplaats van deze persoon of van een gezinslid.De bevoegde instelling stelt eveneens de instelling van de woonplaats in kennis van het beëindigen van de aansluiting of van het beëindigen van de rechten op verstrekkingen van de belanghebbende. De instelling van de woonplaats kan te allen tijde de bevoegde instelling verzoeken alle inlichtingen te verschaffen betreffende de aansluiting of de rechten op verstrekkingen van de belanghebbende.

Artikel 9 Vergoeding van de kosten gemaakt tijdens een verblijf in geval van niet vervulling van de voorziene formaliteiten 1. Indien de in paragraaf 1 van artikel 7 van deze Administratieve Schikking voorgeschreven formaliteiten niet konden worden vervuld op het Belgische of Marokkaanse grondgebied, worden de gemaakte kosten op verzoek van de belanghebbende door de bevoegde instelling vergoed tegen de tarieven die door de instelling van de verblijfplaats voor de vergoeding worden toegepast.Laatstgenoemde instelling dient de bevoegde instelling die het vraagt de nodige inlichtingen over deze tarieven te verstrekken. 2. In afwijking van paragraaf 1 en na akkoord van de belanghebbende, vergoedt de bevoegde instelling de gemaakte kosten tegen de tarieven die ze voor de vergoeding toepast, voor zover volgens deze tarieven een vergoeding mogelijk is en de te vergoeden kosten het bedrag van 5000 DH, wat Marokko betreft, en van 500 EUR, wat België betreft, niet overschrijden.Het te vergoeden bedrag van de vergoeding mag evenwel nooit het bedrag van de gemaakte kosten overschrijden. 3. De bevoegde autoriteiten kunnen in gemeen overleg en per briefwisseling het in paragraaf 2 van dit artikel bedoelde bedrag wijzigen. Artikel 10 Terugbetaling tussen instellingen 1. De terugbetaling van de verstrekkingen verleend door de instelling van de verblijfplaats of de woonplaats met toepassing van artikelen 13 tot 16 van de Overeenkomst, wordt gedaan door de bevoegde instelling op grond van de werkelijke uitgaven.De aanvraag tot terugbetaling wordt door de instelling van de verblijfplaats of van de woonplaats ingediend aan de hand van een formulier dat in gemeen overleg door het verbindingsorganen wordt opgemaakt. De ingediende vordering houdt rekening met de individuele staten van de effectieve uitgaven waarover de instelling van de verblijfplaats of de woonplaats beschikt en die ter beschikking worden gehouden van de bevoegde instelling. 2. De in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde terugbetaling geschiedt voor elk kalendersemester binnen de twaalf maanden die volgen op de indiening van de vorderingen.3. Het bedrag van de terugbetaling kan worden verhoogd met een percentage voor beheersvergoedingen.Dit wordt in gemeen overleg tussen de bevoegde autoriteiten vastgesteld. 4. De verbindingsorganen van beide overeenkomstsluitende Staten kunnen in gemeen overleg de praktische regels bepalen voor de in dit artikel voorziene terugbetaling. Artikel 11 Uitkeringen bij tijdelijk verblijf of woonplaats op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Om uitkeringen te verkrijgen krachtens paragraaf 1 van artikel 21 van de Overeenkomst, moet de belanghebbende binnen een termijn van drie werkdagen aangifte doen van zijn arbeidsongeschiktheid bij de instelling van de verblijfplaats, met overlegging van een door de behandelende arts uitgereikt getuigschrift van arbeidsongeschiktheid. Hij moet tevens zijn adres in de Staat van zijn verblijfplaats meedelen evenals de benaming en het adres van de bevoegde instelling. 2. Na ontvangst van de verklaring zendt de instelling van de verblijfplaats deze, samen met de beslissing om een medisch onderzoek te verrichten overeenkomstig de voorschriften van deze instelling, binnen vijf dagen na ontvangst aan de bevoegde instelling van de andere verdragsluitende Staat.De Instelling van de verblijfplaats verricht het medisch onderzoek automatisch indien de duur van de arbeidsongeschiktheid meer dan 15 dagen bedraagt. 3. Het verslag van de controlerende arts, waarin met name de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid wordt vermeld, wordt onmiddellijk na de medische controle door de instelling van de verblijfplaats aan de bevoegde instelling gezonden.4. De instelling van de verblijfplaats oefent later indien nodig of op verzoek van de bevoegde instelling de medische controle uit als ging het om zijn eigen verzekerde en deelt de resultaten daarvan mee aan de bevoegde instelling.De bevoegde instelling behoudt in ieder geval de mogelijkheid om, op haar kosten, de controle op de belanghebbende door een arts van eigen keuze te laten verrichten. 5. In geval van overbrenging van de woonplaats van een persoon gerechtigd op uitkeringen bedoeld in artikel 21, paragraaf 2, van de Overeenkomst, wordt de geneeskundige en administratieve controle verricht door de instelling van de woonplaats op verzoek van de bevoegde instelling.6. Wanneer in de gevallen bedoeld in paragraaf 4 en 5 om een medisch onderzoek wordt verzocht, verricht de instelling van de woon- of verblijfplaats dit zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen 30 werkdagen na de datum waarop de betrokkene het verzoek heeft gericht of na ontvangst van het verzoek van het bevoegde orgaan, of binnen een redelijke termijn alsof de betrokkene bij deze instelling verzekerd was. HOOFDSTUK II. - Arbeidsongevallen en beroepsziekten Artikel 12 Verstrekkingen bij verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Om krachtens artikelen 22 en 23 van de Overeenkomst bij tijdelijk verblijf verstrekkingen te genieten, moet de belanghebbende een getuigschrift overleggen aan de instelling van de verblijfplaats, waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen.Dit getuigschrift wordt door de bevoegde instelling uitgereikt op verzoek van de belanghebbende vóór hij het grondgebied verlaat van de overeenkomstsluitende Staat waar hij woont. Wordt dit getuigschrift door de belanghebbende niet overgelegd, dan richt de instelling van de verblijfplaats zich tot de bevoegde instelling om het te verkrijgen.

Het uitgereikte getuigschrift vermeldt met name de begin- en einddatum van de toekenning van de verstrekkingen, zoals bepaald in de wetgeving van de bevoegde Staat. 2. In geval van ziekenhuisopname stelt de instelling van de verblijfplaats de bevoegde instelling in kennis van de datum van opname in het ziekenhuis en van de vermoedelijke datum van ontslag uit het ziekenhuis.3. De tweede paragraaf van dit artikel is niet van toepassing wanneer tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten een akkoord is gesloten tot afzien van vergoeding of tot terugbetaling op basis van een forfaitair bedrag tussen de instellingen. Artikel 13 Verstrekkingen in geval de woonplaats gevestigd is op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Om de verstrekkingen krachtens artikelen 22 en 23 van de Overeenkomst te kunnen genieten, is de belanghebbende verplicht zich te laten inschrijven bij de instelling van de woonplaats, met overlegging van een getuigschrift waarin wordt bevestigd dat hij recht heeft op deze verstrekkingen.Dit getuigschrift wordt uitgereikt door de bevoegde instelling. Indien dit getuigschrift niet wordt overgelegd door de verzekerde persoon, richt de instelling van de woonplaats zich tot de bevoegde instelling om het te verkrijgen. 2. Het getuigschrift bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel blijft geldig zolang de instelling van de woonplaats van de bevoegde instelling geen kennisgeving van de intrekking ervan heeft ontvangen.3. De instelling van de woonplaats stelt de bevoegde instelling in kennis van iedere inschrijving die ze overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel heeft verricht.4. Bij iedere aanvraag om verstrekkingen legt de belanghebbende de bewijsstukken over die vereist zijn krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont.5. De belanghebbende moet de instelling van de woonplaats inlichten over elke verandering in zijn situatie waardoor het recht op verstrekkingen kan worden gewijzigd, in het bijzonder van iedere beëindiging of hervatting van beroepsactiviteit.De instelling van de woonplaats brengt licht op haar beurt de bevoegde instelling daarover in.

De bevoegde instelling stelt de instelling van de woonplaats in kennis van het einde van de rechten op verstrekkingen van de belanghebbende.

De instelling van de woonplaats kan te allen tijde de bevoegde instelling verzoeken alle inlichtingen te verschaffen betreffende de aansluiting of de rechten op verstrekkingen van de belanghebbende.

Artikel 14 Beoordeling van de graad van arbeidsongeschiktheid in geval van een voorheen overkomen arbeidsongeval of beroepsziekte Voor de vaststelling van de graad van arbeidsongeschiktheid, het verkrijgen van het recht op uitkeringen en voor de vaststelling van het bedrag van de uitkeringen in de gevallen als bedoeld in artikel 25 van de Overeenkomst, is de aanvrager verplicht aan de bevoegde instelling van de overeenkomstsluitende Staat, aan de wetgeving waarvan hij onderworpen was toen het arbeidsongeval plaatsvond of de beroepsziekte voor de eerste maal medisch werd vastgesteld, alle inlichtingen te verstrekken omtrent arbeidsongevallen of beroepsziekten waardoor hij reeds eerder werd getroffen, terwijl hij aan de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat onderworpen was, ongeacht de graad van arbeidsongeschiktheid die in deze eerdere gevallen is ontstaan. De bevoegde instelling kan zich ter verkrijging van de inlichtingen die ze nodig acht, wenden tot elke andere instelling die eerder bevoegd is geweest.

Artikel 15 Procedure in geval van blootstelling aan het risico van een beroepsziekte in beide Staten In het geval bedoeld in paragraaf 1 van artikel 27 van de Overeenkomst, wordt de aangifte van de beroepsziekte verzonden ofwel naar de bevoegde instelling inzake beroepsziekten van de overeenkomstsluitende Staat onder de wetgeving waarvan de getroffene laatstelijk een activiteit heeft uitgeoefend die de bedoelde ziekte zou kunnen veroorzaken, ofwel naar de instelling van de woonplaats die de aangifte aan de bevoegde instelling bezorgt.

Artikel 16 Verergering van een beroepsziekte In het geval bedoeld in artikel 28 van de Overeenkomst is de belanghebbende verplicht aan de bevoegde instelling van de overeenkomstsluitende Staat tegenover welke hij het recht op prestaties doet gelden, alle inlichtingen te verstrekken betreffende vroeger voor de bedoelde beroepsziekte toegekende prestaties. Deze instelling kan zich, ter verkrijging van de inlichtingen die het noodzakelijk acht, wenden tot elke andere instelling die eerder bevoegd is geweest.

Artikel 17 Terugbetaling tussen instellingen 1. De terugbetaling van de verstrekkingen die bij toepassing van artikelen 22 en 23 van de Overeenkomst worden verleend door de instelling van de verblijf- of woonplaats wordt gedaan door de bevoegde instelling op grond van de werkelijke uitgaven.De aanvraag tot terugbetaling wordt door de instelling van de verblijfplaats of van de woonplaats ingediend door middel van een formulier dat in gemeen overleg door het verbindingsorgaan wordt opgemaakt. De ingediende vordering houdt rekening met de individuele staten van effectieve uitgaven waarover de instelling van de verblijfplaats of de woonplaats beschikt en die ter beschikking worden gehouden van de bevoegde instelling. 2. De in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde terugbetaling geschiedt voor elk kalendersemester binnen de twaalf maanden die volgen op de indiening van de vorderingen.3. Het bedrag van de terugbetaling kan worden verhoogd met een percentage voor beheerskosten.Dit wordt in gemeen overleg tussen de bevoegde autoriteiten vastgesteld. 4. De verbindingsorganen van de twee overeenkomstsluitende Staten kunnen de praktische regelingen voor de in dit artikel bedoelde terugbetaling overeenkomen. HOOFDSTUK III. - Ouderdom, overleving en invaliditeit Artikel 18 Onderzoek van de aanvragen om prestaties 1. De aanvrager moet zijn aanvraag om ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat indienen bij de bevoegde instelling van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats, die de aanvraag onverwijld bezorgt aan het verbindingsorgaan van die overeenkomstsluitende Staat.Een dergelijke aanvraag moet worden gedaan met inachtneming van de procedure waarin de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats voorziet. Het verbindingsorgaan dat een dergelijke aanvraag ontvangt, bezorgt deze onverwijld aan het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat, door middel van de daartoe voorziene formulieren. Bij de verzending van de aanvraag laat het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats aan het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat weten of het al dan niet akkoord gaat met de rechtstreekse uitbetaling van de achterstallen ten gunste van de aanvrager. Indien er binnen de 6 maanden die volgen op de voornoemde verzending van de in paragraaf 5 a) van dit artikel bedoelde beslissing geen beslissing is van de bevoegde instelling van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats met betrekking tot de uitbetaling van de geblokkeerde achterstallen, dan gaat de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat over tot de rechtstreekse uitbetaling van deze achterstallen aan de aanvrager.2. De aanvrager bezorgt overigens rechtstreeks of door toedoen van het verbindingsorgaan alle beschikbare documenten die nodig zouden kunnen zijn opdat de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat het recht van de aanvrager op bedoelde prestatie zou kunnen vaststellen.3. De gegevens betreffende de burgerlijke stand die het aanvraagformulier bevat, worden voor echt verklaard door het verbindingsorgaan, dat bevestigt dat oorspronkelijke documenten deze gegevens staven.4. a) Bovendien bezorgt het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats aan het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat een formulier waarop de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat zijn vermeld, evenals de verzekeringstijdvakken vervuld in een derde Staat waarmee de beide overeenkomstsluitende Staten elk afzonderlijk een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid hebben afgesloten die voorziet in de samentelling van de verzekeringstijdvakken.b) Na ontvangst van het formulier, voegt het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat daaraan de inlichtingen toe betreffende de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving die het toepast, evenals de verzekeringstijdvakken vervuld in een derde Staat waarmee de beide overeenkomstsluitende Staten elk afzonderlijk een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid hebben afgesloten die voorziet in de samentelling van de verzekeringstijdvakken.Het zendt dit formulier onverwijld terug naar het verbindingsorgaan van de eerste overeenkomstsluitende Staat. c) De op het formulier vermelde verzekeringstijdvakken die in de hierboven bedoelde derde Staat zijn vervuld, worden voor het verkrijgen van het recht op prestaties inzake ouderdom, overleving of invaliditeit enkel in aanmerking genomen voor zover ze niet overlappen met de verzekeringstijdvakken vervuld in een van beide overeenkomstsluitende Staten.5. a) Elke bevoegde instelling stelt de rechten van de aanvrager op en bezorgt deze beslissing aan haar verbindingsorgaan en stuurt een kopie van deze beslissing naar de aanvrager.Het laatstgenoemde orgaan bezorgt deze beslissing, die overigens de middelen en termijnen voor het instellen van een beroep voorzien in haar wetgeving moet vermelden, aan het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats waarbij de aanvraag werd ingediend. Het laatstgenoemde orgaan deelt per aangetekend schrijven de beslissing mee aan de aanvrager. De termijnen inzake beroep beginnen te lopen vanaf de datum waarop de aanvrager deze aangetekende brief heeft ontvangen. b) Dit orgaan brengt tegelijk het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat op de hoogte van de kennisgeving van de bij punt a) bedoelde beslissing alsook van zijn eigen beslissing en deelt het, in voorkomend geval, het bedrag van de som mee die het ter compensatie moet terugvorderen op de achterstallen van de prestatie verschuldigd door de andere overeenkomstsluitende Staat.6. a) Wanneer het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats kennis heeft van het feit dat een gerechtigde op een ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestatie prestatie inzake invaliditeit, ouderdom of overleving van de andere overeenkomstsluitende Staat, of eventueel zijn echtgenoot, niet alle beroepsarbeid heeft gestaakt of een dergelijke arbeid heeft hervat, dan zal het onverwijld het verbindingsorgaan van die overeenkomstsluitende Staat daarvan inlichten.b) Het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats zal bovendien aan het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat alle beschikbare inlichtingen toesturen inzake de aard van het uitgevoerde werk en inzake het bedrag van de verdiensten of inkomsten die de belanghebbende of zijn echtgenoot ontvangt of heeft ontvangen.7. Het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat waar een gerechtigde op een ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestatie van de andere overeenkomstsluitende Staat woont, en in voorkomend geval zijn echtgenoot, brengt het verbindingsorgaan van deze laatste Staat op de hoogte van het overlijden van deze gerechtigde of zijn echtgenoot. Artikel 19 Storting van de prestaties 1. De bevoegde instellingen storten de prestaties aan de gerechtigden door rechtstreekse uitbetaling.2. In geval van toepassing van artikel 47 van de Overeenkomst zullen de ingehouden bedragen evenwel overgemaakt worden aan de crediteurinstelling door toedoen van de verbindingsorganen. Artikel 20 Statistische inlichtingen De verbindingsorganen wisselen jaarlijks statistische gegevens uit over het aantal begunstigden en het aantal in de andere overeenkomstsluitende Staat verrichte stortingen en de bedragen daarvan per prestatietype.

HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de administratieve en medische controle Artikel 21 Administratieve en medische controle 1. Het verbindingsorgaan van een overeenkomstsluitende Staat verstrekt op verzoek het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat alle medische informatie en documentatie over de ongeschiktheid van de aanvrager of de gerechtigde.2. Wanneer een gerechtigde op een prestatie verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar het debiteurorgaan zich bevindt, geschiedt de administratieve en medische controle op verzoek van dit orgaan door de instelling van de verblijf- of woonplaats van de gerechtigde volgens de modaliteiten voorzien bij de wetgeving die laatstgenoemde instelling toepast.Het debiteurorgaan beschikt echter steeds over de mogelijkheid de gerechtigde te laten onderzoeken door een arts van haar keuze. 3. De kosten voor medische controle, verhoogd met 8 % voor de beheerskosten, worden terugbetaald aan de instelling van de verblijf- of woonplaats door de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat.Deze kosten worden vastgesteld door het crediteurorgaan op basis van haar tarief en worden door het debiteurorgaan terugbetaald na overlegging van een gedetailleerde staat van de verrichte uitgaven. Deze kosten worden niet terugbetaald wanneer het gaat om expertises die werden uitgevoerd in het belang van beide overeenkomstsluitende Staten.

HOOFDSTUK V. - Kinderbijslag Artikel 22 1. Om prestaties te genieten krachtens artikel 38, paragraaf 1, van de Overeenkomst, is de belanghebbende ertoe gehouden de bevoegde instelling een getuigschrift over te leggen, waarin de verzekeringstijdvakken zijn vermeld die werden vervuld krachtens de wetgeving die op hem voorheen en laatstelijk van toepassing was.2. Dit getuigschrift wordt uitgereikt op verzoek van de belanghebbende door de bevoegde instelling inzake kinderbijslag van de overeenkomstsluitende Staat waarbij hij laatstelijk aangesloten is geweest.Indien hij dit getuigschrift niet overlegt, richt de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat zich tot de voormelde instelling om het te verkrijgen.

Artikel 23 Om prestaties te genieten krachtens artikel 38, paragraaf 4 tot en met 6 van de Overeenkomst, is de belanghebbende ertoe gehouden de bevoegde instelling een getuigschrift over te leggen, in verband met de kinderen die hun woonplaats hebben op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar de bevoegde instelling zich bevindt. Dit getuigschrift wordt uitgereikt door de autoriteiten bevoegd inzake burgerlijke stand van het land waar de woonplaats van de kinderen gevestigd is.

Sectie 1. - Persoon onderworpen aan de Belgische wetgeving Artikel 24 1. De kinderbijslag bedoeld in artikel 38, paragraaf 4 van de Overeenkomst wordt toegekend aan de personen die onderworpen zijn aan de Belgische wetgeving en aan de gerechtigden op Belgische prestaties die in België wonen.De hierboven vermelde personen en gerechtigden hebben recht op kinderbijslag voor hun eigen kinderen en voor de eigen kinderen van de in Marokko wonende echtgenoot. Het aantal rechtgevende kinderen is evenwel beperkt tot ten hoogste vier kinderen. 2. De kinderbijslag wordt toegekend tot de leeftijd van 18 jaar of tot de leeftijd van 25 jaar wanneer het kinderen betreft die lessen volgen onder de voorwaarden vastgesteld bij de Belgische wetgeving.3. De toegekende kinderbijslag bedraagt: - Voor het eerste kind: 28,87 EUR per maand; - Voor het tweede kind: 30,68 EUR per maand; - Voor het derde kind: 32,48 EUR per maand; - Voor het vierde kind: 34,29 EUR per maand. 4. Overeenkomstig de Belgische wetgeving die voorziet in de koppeling van de sociale uitkeringen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, worden de in paragraaf 4 vermelde bedragen systematisch herzien op basis van het voormelde indexcijfer.Ze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 101,02 (basis 2013=100).

Artikel 25 De betaling in Marokko van de Belgische kinderbijslag verschuldigd krachtens artikel 38, paragraaf 4 tot 6 van de Overeenkomst voor kinderen die in Marokko wonen, geschiedt volgens de volgende procedure: a) De Belgische debiteurenfondsen betalen rechtstreeks aan de bijslagtrekkende in Marokko, door middel van een internationale postwissel, het bedrag van de voor de betrokken kalendermaand verschuldigde kinderbijslag.b) De bijslagtrekkende, die houder is van een bankrekening in Marokko, kan het Belgische debiteurenfonds verzoeken zijn kinderbijslag rechtstreeks op deze rekening te storten.c) Voor elke referentiekalendermaand zendt het Belgische debiteurenfonds via het Belgische verbindingsorgaan per e-mail een kopie van de officiële betalingsbewijzen naar de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid te Marokko. Sectie 2. - Persoon onderworpen aan de Marokkaanse wetgeving Artikel 26 1. De in artikel 38, paragraaf 4 tot en met 6 van de Overeenkomst bedoelde kinderbijslagen worden toegekend aan een onder de Marokkaanse wetgeving vallende persoon en aan een in Marokko wonende persoon die recht heeft op Marokkaanse prestaties.De hierboven vermelde personen en houders hebben recht op kinderbijslag voor hun eigen kinderen en voor de eigen kinderen van de echtgeno(o)t(e), die in België verblijven tegen de tarieven die in de Marokkaanse wetgeving zijn vastgesteld. Het aantal begunstigde kinderen is echter beperkt tot maximaal vier kinderen. 2. Om kinderbijslag te ontvangen, stuurt de aanvrager zijn aanvraag naar de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid, die hem, na controle van het recht, een verbindingsformulier betreffende de gezinssamenstelling voor de toekenning van de kinderbijslag, ingevuld in deel A, verstrekt.3. De aanvrager dient dit verbindingsformulier betreffende de gezinssamenstelling in bij het in artikel 3, punt 6, van deze regeling bedoelde Belgische verbindingsorgaan.Deel B van dit formulier moet worden ingevuld, afgestempeld en ondertekend door de bevoegde autoriteit van de burgerlijke stand en goedgekeurd door het verbindingsorgaan van de woonplaats van de kinderen. Het moet uitdrukkelijk vermelden dat er in België geen recht op kinderbijslag bestaat. 4. De kinderbijslag wordt rechtstreeks door de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid betaald aan de betrokken persoon of aan de persoon die de kinderen voor wie ze verschuldigd zijn, ten laste heeft.5. De persoon die de kinderen ten laste heeft, moet de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid, indien van toepassing, op de hoogte brengen van elke wijziging in de situatie van zijn kinderen die van invloed kan zijn op het recht op kinderbijslag, elke wijziging in het aantal kinderen waarvoor dergelijke bijslagen verschuldigd zijn, elke verplaatsing van de verblijfplaats van de kinderen en elke beroepsactiviteit in de Staat waar de kinderen verblijven. Artikel 27 De betaling in België van de Marokkaanse kinderbijslag die uit hoofde van artikel 38, paragrafen 4 tot en met 6 van de Overeenkomst verschuldigd zijn voor de kinderen die in België wonen, geschiedt volgens de volgende procedure: a) De Nationale Kas voor Sociale Zekerheid betaalt het bedrag van de kinderbijslag verschuldigd voor de beschouwde maand rechtstreeks uit aan de bijslagtrekkende in België, door middel van een internationale postwissel.b) De bijslagtrekkende die houder is van een bankrekening in België kan de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid verzoeken zijn kinderbijslag rechtstreeks op deze rekening te storten.c) Voor elke referentiekalendermaand stuurt de Nationale Kas voor Sociale Zekerheid per e-mail een kopie van de officiële betalingsafschriften naar het Belgische verbindingsorgaan. Sectie 3. - Gemeenschappelijke bepaling Artikel 28 Het vereiste schoolbezoek voor het behoud, binnen de grenzen van de wetgeving van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat, van de gezinsbijslag ten gunste van kinderen die hun studies, wat België betreft, na de leeftijd van 12 jaar en wat Marokko betreft na de leeftijd van 18 jaar, voortzetten, wordt vastgesteld aan de hand van een schoolgetuigschrift. Dit getuigschrift wordt doorgezonden aan de bevoegde instelling die belast is met de uitbetaling van de gezinsbijslag door de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat, die waarborgt dat deze kinderen lessen van algemene of professionele dag leergangen met volledig leerplan volgen.

TITEL IV. - Diverse bepalingen Artikel 29 Verbindingsformulieren Het model van de verbindingsformulieren die nodig zijn voor de uitvoering van de Overeenkomst en de Schikking wordt in gemeen overleg vastgelegd door de verbindingsorganen van beide overeenkomstsluitende staten, middels goedkeuring door de bevoegde autoriteiten.

Artikel 30 Samenwerking inzake fraudebestrijding Bij toepassing van artikel 41 van de Overeenkomst worden op verzoek van de bevoegde instellingen gegevens uitgewisseld met het oog op samenwerking op het vlak van fraudebestrijding.

Artikel 31 Overdracht van gegevens 1. De bevoegde instelling van een overeenkomstsluitende Partij kan een bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Partij verzoeken haar op een door beide partijen overeengekomen tijdstip individuele gegevens te bezorgen waarover zij beschikt, om deze te analyseren en te gebruiken ten einde fraude en fouten inzake prestaties, bijdragen en onderwerping vast te stellen, of om het bestaan van een prestatie vast te stellen en onterechte cumulatie te voorkomen.2. Voor iedere in het kader van dit artikel uitgevoerde handeling moeten de principes op het gebied van finaliteit en proportionaliteit nageleefd worden.3. De samenwerkingsakkoorden die overeenkomstig artikel 32 van deze administratieve schikking worden afgesloten, zullen een bepaling bevatten die uitdrukkelijk de finaliteit vastlegt van de gegevensoverdrachten tussen de bevoegde instellingen, en alle andere bepalingen die nodig zijn met het oog op de naleving van de regeling voor de bescherming van persoonsgegevens die van toepassing is op het grondgebied van iedere overeenkomstsluitende Partij, krachtens de nationale en internationale regels. Artikel 32 Samenwerking tussen bevoegde instellingen De bevoegde instellingen van de overeenkomstsluitende Staten kunnen samenwerkingsakkoorden sluiten om de bijzonderheden voor de uitvoering van artikel 31 van deze administratieve schikking te regelen.

TITEL V. - Inwerkingtreding Artikel 33 Deze Schikking treedt in werking op dezelfde datum als de Overeenkomst en zal dezelfde duur hebben.

Gedaan te Rabat, op 23 mei 2022 in tweevoud, in de Nederlandse, Franse en Arabische taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.

Voor de bevoegde autoriteit van het Koninkrijk België : Véronique PETIT Ambassadeur Voor de bevoegde autoriteit van het Koninkrijk Marokko : Khalid AIT TALEB Minister van Volksgezondheid en Sociaal Welzijn Deze ondertekening verbindt tevens de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest.

Bijlage LIJST VAN PROTHESEN, HULPMIDDELEN VAN GROTE OMVANG EN ANDERE BELANGRIJKE VERSTREKKINGEN Gelet op paragraaf 3, punt b), van artikel 13 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko, zijn de Belgische en de Marokkaanse bevoegde autoriteiten de volgende bepalingen overeengekomen: 1. De prothesen, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen zijn de volgende: (1) protheseapparaten en orthopedische apparaten met inbegrip van de orthopedische korsetten in gewapend weefsel alsook alle aanvullingen, toebehoren en instrumenten en de herstelling ervan;(2) orthopedische schoenen en (niet-orthopedische) aanvullende schoenen;(3) kaak- en gezichtsprothesen, pruiken;(4) oogprothesen, contactlenzen, loepbrillen en telescopische brillen;(5) apparaten voor doven, meer bepaald hoor- en fonetische apparaten;(6) (vaste en uitneembare) tandprothesen en prothesen die de mondholte dichten;(7) (manueel of motorisch gestuurde) wagentjes voor zieken, rolstoelen en andere mechanische verplaatsingsmiddelen, blindengeleidehonden;(8) hernieuwing van het in de vorige leden bedoeld materieel;(9) kuren;(10) medisch onderhoud en behandeling: - in een herstellingsoord, een sanatorium of een luchtkuurinstelling; - in een preventorium; (11) maatregelen inzake revalidatie en beroepsherscholing;(12) gelijk welke andere geneeskundige handeling of gelijk welk ander geneeskundig, tandheelkundig of chirurgisch materieel. 2. Het gaat om de prothesen, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen waarvan de vermoedelijke kost het bedrag van 1.000,00 EURO, voor de in Marokko verleende prestaties ten laste van de Belgische bevoegde instelling, en het bedrag dat 10.000,00 Dirhams voor de in België verleende prestaties ten laste van de Marokkaanse bevoegde instelling, overschrijdt. 3. De bevoegde autoriteiten kunnen in gemeen overleg en per briefwisseling dit bedrag en de in paragraaf 1 bedoelde lijst wijzigen.

^