Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst
gepubliceerd op 15 april 2021

ADR - Reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor

bron
waalse overheidsdienst en brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2021030148
pub.
15/04/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

WAALSE OVERHEIDSDIENST EN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


RID in voege op 1 januari 2021. - ADR - Reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor


RID in voege op 1 januari 2021. - Reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlike goederen per spoor (Relevant uittreksel wat betreft de gewestelijke bevoegdheden) 1.8.3 Veiligheidsadviseur 1.8.3.1 Elke onderneming waarvan de activiteiten de verzending of het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, of de met dit vervoer samenhangende verpakkings-, laad-, vul- of loswerkzaamheden omvatten, moet een of meer veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen aanwijzen, hierna "adviseurs" genoemd, die ermee zijn belast te helpen bij de preventie van de aan dit soort activiteiten verbonden gevaren voor de veiligheid van personen, bezittingen of het milieu. 1.8.3.2 De bevoegde overheden van de RID-Verdragsstaten kunnen bepalen dat deze voorschriften niet van toepassing zijn op ondernemingen: a) waarvan de betrokken activiteiten betrekking hebben op het vervoer van gevaarlijke goederen met vervoermiddelen die eigendom zijn of onder de verantwoordelijkheid vallen van de strijdkrachten, of b) waarvan de betrokken activiteiten betrekking hebben op beperkte hoeveelheden per wagon, die niet groter zijn dan de in 1.1.3.6, 1.7.1.4 en de hoofdstukken 3.3, 3.4 en 3,5 genoemde drempels, of c) waarvan de hoofd- en nevenactiviteit niet bestaat in het vervoer van gevaarlijke goederen of met dat vervoer samenhangende verpakkings-, vul-, laad- of loswerkzaamheden, doch die incidenteel binnenlands vervoer van gevaarlijke goederen of met dat vervoer samenhangende verpakkings-, vul-, laad- of loswerkzaamheden verrichten die een minimale mate van gevaar of milieuverontreiniging inhouden. 1.8.3.3 De adviseur heeft onder de verantwoordelijkheid van de bedrijfsleider in de eerste plaats tot taak om er, binnen de grenzen van de betrokken activiteiten van de onderneming, met alle mogelijke middelen en maatregelen voor te zorgen dat deze activiteiten gemakkelijker met inachtneming van de toepasselijke reglementering en onder optimale veiligheidsvoorwaarden kunnen plaatsvinden. Zijn aan de activiteiten van de onderneming aangepaste taken zijn in het bijzonder: - nagaan of de voorschriften betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen worden nageleefd; - de onderneming van advies dienen bij werkzaamheden die het vervoer van gevaarlijke goederen betreffen; - een voor de bedrijfsleiding of in voorkomend geval voor een plaatselijke overheid bestemd jaarverslag opstellen over de activiteiten van de onderneming met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen. Deze verslagen worden vijf jaar bewaard en desgewenst ter beschikking gesteld van de nationale overheden;

De taken van de adviseur omvatten daarnaast met name de bestudering van de volgende praktijken en procedures met betrekking tot de betrokken activiteiten: - de werkwijzen die de naleving van de voorschriften betreffende het identificeren van de vervoerde gevaarlijke goederen tot doel hebben; - de praktijk van de onderneming betreffende het in aanmerking nemen, bij de aankoop van vervoermiddelen, van eventuele bijzondere behoeften met betrekking tot de vervoerde gevaarlijke goederen; - de werkwijzen om het voor het vervoer van gevaarlijke goederen of voor het verpakken, het vullen, het laden of lossen gebruikte materieel te controleren; - het feit dat de betrokken werknemers van de onderneming een passende opleiding hebben ontvangen, inclusief over de wijzigingen in de reglementering, en deze opleiding in hun dossier is opgenomen; - het opzetten van passende noodprocedures bij eventuele ongevallen of voorvallen die de veiligheid tijdens het vervoer van gevaarlijke goederen of tijdens het verpakken, het vullen, het laden of het lossen in gevaar kunnen brengen; - het verrichten van analyses en zonodig het opstellen van rapporten over de ongevallen, voorvallen of tijdens het vervoer van gevaarlijke goederen of tijdens het verpakken, het vullen, het laden of het lossen geconstateerde ernstige inbreuken; - het invoeren van passende maatregelen om herhaling van ongevallen, voorvallen of ernstige inbreuken te voorkomen; - het in aanmerking nemen van de wettelijke voorschriften en de bijzondere behoeften met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen, voor wat betreft de keuze en het gebruik van onderaannemers of andere tussenpersonen; - het controleren of het personeel dat aangewezen is voor het verzenden, het vervoer of het verpakken, het vullen, het laden of lossen van gevaarlijke goederen, beschikt over gedetailleerde uitvoeringsprocedures en instructies; - het invoeren van maatregelen voor de bewustmaking voor de gevaren die verbonden zijn aan het vervoer en aan het verpakken, het vullen, het laden of lossen van gevaarlijke goederen; - het invoeren van controlemethoden om ervoor te zorgen dat de veiligheidsdocumenten en -uitrustingen die het vervoer moeten begeleiden, zich aan boord van de vervoermiddelen bevinden en conform de voorschriften zijn; - het invoeren van controlemethodes om ervoor te zorgen dat de voorschriften met betrekking tot het verpakken, het vullen, het laden of lossen worden nageleefd; - het bestaan van het in 1.10.3.2 voorziene beveiligingsplan. 1.8.3.4 De functie van adviseur mag ook door de bedrijfsleider, door een persoon die binnen de onderneming andere taken vervult of door een persoon die niet tot de onderneming behoort worden uitgeoefend, op voorwaarde dat de betrokkene zijn taken als adviseur daadwerkelijk kan vervullen. 1.8.3.5 Elke betrokken onderneming deelt op verzoek de identiteit van haar adviseur mee aan de bevoegde overheid of aan de daartoe door elke RID-Verdragsstaat aangewezen instantie. 1.8.3.6 Wanneer zich tijdens het vervoer of tijdens de verpakkings-, vul-, laad- of loswerkzaamheden van de betrokken onderneming een ongeval heeft voorgedaan dat personen in gevaar heeft gebracht of schade heeft veroorzaakt aan bezittingen of het milieu, stelt de adviseur, na alle ter zake dienende inlichtingen te hebben ingewonnen, een voor de bedrijfsleiding of in voorkomend geval voor de plaatselijke overheidsinstantie bestemd ongevallenrapport op. Dit ongevallenrapport mag niet in de plaats komen van door de bedrijfsleiding op te stellen rapporten die krachtens enige andere internationale of nationale wetgeving zouden worden geëist. 1.8.3.7 De adviseur moet houder zijn van een scholingscertificaat voor het spoorvervoer. Dit certificaat wordt afgegeven door de bevoegde overheid of de daartoe aangewezen instantie van elke RID-Verdragsstaat. 1.8.3.8 Om het certificaat te behalen, moet de kandidaat een opleiding volgen en slagen voor een door de bevoegde overheid van de RID-Verdragsstaat erkend examen ter afsluiting van de opleiding. 1.8.3.9 De opleiding heeft in de eerste plaats tot doel de kandidaat-adviseur voldoende kennis te verschaffen over de aan het vervoer, het verpakken, het vullen, het laden of het lossen van gevaarlijke goederen verbonden gevaren en hem een voldoende kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en van de in 1.8.3.3 omschreven taken bij te brengen. 1.8.3.10 De bevoegde overheid of een door deze overheid aangewezen exameninstantie organiseert het examen. De exameninstantie mag geen opleidingsinstelling zijn.

De aanwijzing van de goedgekeurde exameninstantie gebeurt schriftelijk. Deze goedkeuring kan een beperkte geldigheidsduur hebben en is gebaseerd op volgende criteria: - de bevoegdheid van de exameninstantie; - de door de exameninstantie voorgestelde specificaties betreffende de wijze van examineren, daarin begrepen, indien noodzakelijk, de infrastructuur en de organisatie van elektronische examens overeenkomstig paragraaf 1.8.3.12.5, als deze moeten worden georganiseerd; - maatregelen om de onpartijdigheid van de examens te waarborgen; - de onafhankelijkheid van de instantie tegenover enige natuurlijke of rechtspersoon die adviseurs in dienst heeft. 1.8.3.11 Het examen heeft tot doel na te gaan of de kandidaten over het vereiste kennisniveau beschikken om de taken van een veiligheidsadviseur volgens 1.8.3.3 te vervullen en vervolgens het in 1.8.3.7 bedoelde scholingscertificaat te verkrijgen. Het examen moet tenminste betrekking hebben op de volgende onderwerpen: a) Kennis van de soorten gevolgen die kunnen ontstaan bij een ongeval waarbij gevaarlijke goederen betrokken zijn en kennis van de voornaamste oorzaken van ongevallen;b) Nationale bepalingen en bepalingen van internationale overeenkomsten en akkoorden, met name inzake: - De classificatie van gevaarlijke goederen (de procedure voor de classificatie van oplossingen en mengsels, de structuur van de stoffenlijst, de klassen van gevaarlijke goederen en de beginselen waarop de classificatie berust, de aard van de vervoerde gevaarlijke goederen, de fysische, chemische en toxicologische eigenschappen van de gevaarlijke goederen); - algemene bepalingen voor de verpakkingen, tanks en tankcontainers (typen, codering, het markeren, constructie, beproevingen en eerste en periodieke controles); - het markeren, (grote) etiketten en oranje signalisatie (het aanbrengen van merktekens en etiketten op colli, aanbrengen en verwijderen van grote etiketten en van de oranje signalisatie); - de aanduidingen in het vervoerdocument (vereiste inlichtingen); - de wijze van verzending, de beperkingen inzake verzending (volle lading, containerlading, los gestort vervoer, vervoer in IBC's, vervoer in containers, vervoer in vaste of afneembare tanks); - het vervoer van passagiers; - samenladingsverboden en voorzorgen bij samenlading; - het gescheiden houden van goederen; - het beperken van de vervoerde hoeveelheden en de vrijgestelde hoeveelheden; - het behandelen en de stuwage (verpakken, vullen, laden en lossen - vullinggraad, stuwen en gescheiden houden); - het reinigen en/of ontgassen vóór het verpakken, het vullen, het laden en na het lossen; - de bemanning en de beroepsopleiding; - de boorddocumenten (vervoerdocumenten, schriftelijke richtlijnen, afschrift van elke ontheffing of afwijking, overige documenten); - de schriftelijke richtlijnen (het toepassen van de richtlijnen en Persoonlijke beschermingsmiddelen); - operationele of onvrijwillige lozingen van verontreinigende stoffen; - de eisen met betrekking tot het vervoermaterieel. 1.8.3.12 Examen 1.8.3.12.1.1 Het examen bestaat uit een schriftelijke proef, die met een mondeling examen kan worden aangevuld. 1.8.3.12.1.2 De bevoegde overheid of een door deze overheid aangewezen exameninstantie moet toezicht houden op alle examens. Elke mogelijkheid tot manipulatie of fraude moet zo veel mogelijk worden uitgesloten. De authenticatie van de kandidaat moet verzekerd worden.

Bij de schriftelijke proef is het gebruik van andere documenten dan de internationale of nationale reglementeringen verboden. Alle examendocumenten moeten geregistreerd en bewaard worden onder de vorm van een print-out of in een elektronisch bestand. 1.8.3.12.1.3 Elektronische media mogen enkel gebruikt worden indien ze door de exameninstelling worden geleverd. De kandidaat mag onder geen beding bijkomende gegevens in het elektronisch medium invoeren; hij mag enkel antwoorden op de gestelde vragen. 1.8.3.12.1.4 De schriftelijke proef bestaat uit twee delen: a) Aan de kandidaat wordt een vragenlijst voorgelegd.Deze bestaat uit ten minste 20 open vragen, die ten minste betrekking hebben op de in de lijst in 1.8.3.11 vermelde onderwerpen. Het is evenwel mogelijk meerkeuzevragen te gebruiken. In dat geval tellen twee meerkeuzevragen als één open vraag. Bij de onderwerpen moet bijzondere aandacht worden besteed aan de volgende onderwerpen: - algemene preventie- en veiligheidsmaatregelen - indeling (classificatie) van gevaarlijke goederen - algemene voorschriften voor verpakkingen, tanks, tankcontainers, tankwagons, enz. - Merktekens, grote etiketten en gevaaretiketten - aanduidingen in het vervoerdocument - behandelen en stuwen - beroepsopleiding van de bemanning - boorddocumenten en vervoerdocumenten - de schriftelijke richtlijnen - eisen met betrekking tot het vervoermaterieel b) Elke kandidaat voert een analyse van een specifiek geval uit dat betrekking heeft op de in 1.8.3.3 genoemde taken van de adviseur, om aan te tonen dat hij in staat is de taken van een adviseur te vervullen. 1.8.3.12.5 De schriftelijke examens kunnen geheel of gedeeltelijk plaatsvinden onder elektronische vorm waarbij de antwoorden geregistreerd en geëvalueerd worden via elektronische gegevensverwerking (electronic data processing (EDP)), voor zover de volgende voorwaarden vervuld zijn: a) De hardware en software moeten gecontroleerd en goedgekeurd worden door de bevoegde overheid of een door deze overheid aangewezen exameninstantie;b) De goede technische werking moet verzekerd worden.De nodige voorzieningen moeten getroffen worden voor wat betreft het vervolg van het examen in geval van het niet functioneren van de apparaten en de toepassingen. Het moet uitgesloten zijn om hulpmiddelen te gebruiken op de invoerapparaten (zoals bijvoorbeeld een elektronische zoekopdracht); de uitrusting die conform 1.8.3.12.3 ter beschikking gesteld wordt, mag het niet mogelijk maken dat kandidaten communiceren met gelijk welk ander apparaat gedurende het examen. c) De finale invoer door de kandidaten moet worden geregistreerd.De bepaling van de resultaten moet transparant zijn. 1.8.3.13 De RID-Verdragsstaten kunnen bepalen dat de kandidaten, die willen werken voor ondernemingen, waarvan de bedrijvigheid uitsluitend betrekking heeft op specifieke gevaarlijke goederen, alleen worden geëxamineerd over met die bedrijvigheid samenhangende materies. Die specifieke gevaarlijke goederen zijn: - klasse 1 - klasse 2 - klasse 7 - klassen 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2, 6.1, 6.2, 8 en 9 - UN-nummers 1202, 1203, 1223, 3475 en vliegtuigbrandstof ingedeeld bij de UN-nummers 1268 of 1863.

In dit geval moet het door 1.8.3.7 voorziene scholingscertificaat, duidelijk vermelden, dat het alleen geldig is voor specifieke gevaarlijke goederen als bedoeld in deze onderafdeling, waarvoor de adviseur is geëxamineerd volgens de onder 1.8.3.12 bepaalde voorwaarden. 1.8.3.14 De bevoegde overheid of de exameninstantie legt een bestand aan van de examenvragen. 1.8.3.15 Het certificaat volgens 1.8.3.7 wordt opgesteld conform het model in 1.8.3.18 en wordt door alle RID-Verdragsstaten erkend. 1.8.3.16 Geldigheidsduur en vernieuwen van het certificaat 1.8.3.16.1.1 Het certificaat is vijf jaar geldig.

De geldigheidsduur van het certificaat wordt telkens voor vijf jaar verlengd indien de houder in het jaar dat aan de vervaldatum van zijn certificaat voorafgaat geslaagd is in een examen. Het examen moet erkend zijn door de bevoegde overheid. 1.8.3.16.1.2 Het doel van het examen is na te gaan of de houder de vereiste kennis bezit om de in 1.8.3.3 beoogde taken uit te voeren. De vereiste kennis is gedefinieerd in 1.8.3.11 b) en moet de wijzigingen omvatten die aan de wetgeving aangebracht werden sinds het verkrijgen van het laatste certificaat. Het examen moet georganiseerd en gesuperviseerd worden volgens de in 1.8.3.10 en 1.8.3.12 tot en met 1.8.3.14 vermelde criteria. Het is evenwel niet nodig dat de houder de in 1.8.3.12.4 b) vermelde analyse van een specifiek geval uitvoert. 1.8.3.17 (Afgeschaft) 1.8.3.18 Model van het certificaat Scholingscertificaat voor veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen Certificaat nr.: . . . . .

Kenteken van de Staat die het certificaat afgeeft: . . . . .

Naam: . . . . .

Voorna(a)m(en): . . . . .

Geboortedatum en -plaats: . . . . .

Nationaliteit: . . . . .

Handtekening van de houder: . . . . .

Geldig tot en met . . . . . (datum) voor ondernemingen die gevaarlijke goederen vervoeren en voor ondernemingen die met dit vervoer samenhangende verzendings-, verpakkings-, vul-, laad- of loswerkzaamheden verrichten: Oover de weg Oper spoor Oover de binnenwateren Afgegeven door: . . . . .

Datum: . . . . .

Handtekening: . . . . . 1.8.3.19 Uitbreiding van het certificaat Wanneer een veiligheidsadviseur het toepassingsgebied van zijn certificaat uitbreidt gedurende de geldigheidsperiode hiervan, door te voldoen aan de voorschriften van 1.8.3.16.2, dan zal de geldigheidsperiode van het nieuwe certificaat dezelfde blijven als deze van het vorige certificaat.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^