gepubliceerd op 26 april 2019
Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Wijzigingen De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft tijdens haar plenaire vergadering van 28 maart 2019 de volgende wijzigingen aan haar Reglement aangebracht: I. Artikel 7 van het Regl "Het ambt van Kamervoorzitter is onverenigbaar met het mandaat van burgemeester, schepen of vo(...)
WETGEVENDE KAMERS, KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Wijzigingen De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft tijdens haar plenaire vergadering van 28 maart 2019 de volgende wijzigingen aan haar Reglement aangebracht: I. Artikel 7 van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers, opgeheven bij de wijziging van 3 april 2014, wordt hersteld als volgt: "Het ambt van Kamervoorzitter is onverenigbaar met het mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Indien de toepasselijke regelgeving in die mogelijkheid voorziet, wordt hij als verhinderd beschouwd voor de periode waarin hij het ambt uitoefent.
Het ambt van Kamervoorzitter is onverenigbaar met enig ander betaald privaat of publiek mandaat. Het ambt van Kamervoorzitter is wel verenigbaar met het lidmaatschap van een gemeenteraad of raad voor maatschappelijk welzijn.". (1) II. In artikel 123 van hetzelfde Reglement, vervangen bij de wijziging van 19 juli 2018, wordt het vijfde lid vervangen door wat volgt: "Is het antwoord niet binnen de in het tweede lid bedoelde termijn aan de voorzitter overgezonden, dan wordt de vraag bekendgemaakt en, op verzoek van het lid, onverwijld overgezonden aan de bevoegde vaste commissie, die de vraag voort zal behandelen als een mondelinge vraag, overeenkomstig de in artikel 127, nrs. 4 tot 11, vervatte bepalingen.
In het Bulletin van vragen en antwoorden wordt aangegeven dat de vraag aan de bevoegde vaste commissie is overgezonden.". (2) III. Artikel 163bis, eerste lid, van hetzelfde Reglement, ingevoegd bij de wijziging van 3 april 2014, wordt aangevuld met de volgende zin: "De Kamervoorzitter neemt bovendien de bepalingen van de code in acht die betrekking hebben op zijn ambt.". (1)
BIJLAGE BIJ ARTIKEL 163BIS VAN HET REGLEMENT VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DEONTOLOGISCHE CODE VOOR DE LEDEN VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Artikel 2 van de Deontologische code voor de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers, als bijlage bij het Reglement van de Kamer gevoegd, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Gedurende de uitoefening van zijn ambt is de Kamervoorzitter uiterst voorzichtig in de uitoefening van nevenactiviteiten. Het ambt is evenwel onverenigbaar met elke activiteit die hij zelf of via een tussenpersoon verricht en waardoor ofwel: 1° de ambtelijke plichten niet kunnen worden vervuld;2° de waardigheid van het ambt in het gedrang komt en/of het vertrouwen van het publiek in het ambt wordt aangetast;3° de eigen onafhankelijkheid wordt aangetast; 4° een conflict tussen tegenstrijdige belangen ontstaat.". (3) _______ Nota's Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): (1) Stukken: 54-3553 Integraal verslag: 28 maart 2019 (2) Stukken: 54-3576 Integraal verslag: 28 maart 2019 (3) Stukken: 54-3552 Integraal verslag: 28 maart 2019