gepubliceerd op 20 september 2018
Administratieve schikking betreffende de toepassing van de overeenkomst betreffende de Sociale Zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije Bij toepassing van artikel 41 van de Overeenkomst betre TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Definities 1. Voor de toepassing van deze Schikkin(...)
Administratieve schikking betreffende de toepassing van de overeenkomst betreffende de Sociale Zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije Bij toepassing van artikel 41 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Turkije, hebben de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten de volgende bepalingen in gemeen overleg vastgesteld: TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.Definities 1. Voor de toepassing van deze Schikking: (1) verstaat men onder "Overeenkomst" de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Turkije, ondertekend in Ankara op 11 april 2014;(2) verstaat men onder "Schikking" de Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Turkije;(3) Voor de toepassing van artikelen 7, 9, 11, 12 en 21 van deze Schikking, mag een verblijf niet langer duren dan drie maanden.2. De in deze Schikking gebruikte termen hebben de betekenis die daaraan in artikel 1 van de Overeenkomst wordt gegeven.
Art. 2.Verbindingsorganen 1. Worden met toepassing van artikel 41 van de Overeenkomst als verbindingsorganen aangewezen: Wat België betreft: 1.Ziekte, moederschap (1) in algemene regel: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel;(2) voor zeelieden: Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden, Antwerpen.2. Invaliditeit (1) in algemene regel: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel;(2) voor zeelieden: Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden, Antwerpen.3. Rust of ouderdom, overleving (1) voor werknemers: Rijksdienst voor pensioenen, Brussel;(2) voor zelfstandigen: Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel.4. Arbeidsongevallen Fonds voor arbeidsongevallen, Brussel.5. Beroepsziekten Fonds voor de beroepsziekten, Brussel.6. Gezinsbijslag Federaal agentschap voor de kinderbijlag, Brussel. Wat Turkije betreft: Voor alle takken van de sociale zekerheid, Sosyal Güvenlik Kurumu (Socialezekerheidsinstituut), Ankara. 2. De bevoegde autoriteiten van elke overeenkomstsluitende Staat kunnen andere verbindingsorganen aanduiden of de bevoegdheid ervan wijzigen.In dat geval deelt de bevoegde autoriteit haar beslissing onverwijld mee aan de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Staat.
Art. 3.Bevoegde organen Worden met toepassing van artikel 41 van de Overeenkomst als bevoegde organen aangewezen: Wat België betreft: 1. Ziekte, moederschap (1) voor de toekenning van de prestaties: a) in algemene regel: verzekeringsinstelling waarbij de werknemer of de zelfstandige is aangesloten;b) voor zeelieden: Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden, Antwerpen;(2) voor de financiële bepalingen: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel, voor rekening van de verzekeringsinstellingen of van de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden.2. Invaliditeit (1) Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel, samen met de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer aangesloten is of is geweest;(2) voor zeelieden: Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden, Antwerpen.3. Rust of ouderdom, overleving (1) voor werknemers: Rijksdienst voor pensioenen, Brussel;(2) voor zelfstandigen: Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel.4. Arbeidsongevallen (1) ongevallen overkomen vóór 1 januari 1988: a) in algemene regel: de verzekeringsonderneming waarbij de werkgever verzekerd is;b) uitbetaling van de aanvullingen op een rente of van renten betreffende een blijvende ongeschiktheid van minder dan 10 % : Fonds voor arbeidsongevallen, Brussel;c) uitbetaling van verstrekkingen na de herzieningstermijn: Fonds voor arbeidsongevallen, Brussel;(2) ongevallen overkomen vanaf 1 januari 1988: a) in algemene regel: de verzekeringsonderneming waarbij de werkgever verzekerd of aangesloten is;b) uitbetaling van de uitkeringen en renten betreffende een blijvende ongeschiktheid tot en met 19 % : Fonds voor arbeidsongevallen, Brussel;(3) regeling voor zeelieden en vissers en in geval van niet-verzekering: Fonds voor arbeidsongevallen, Brussel.5. Beroepsziekten Fonds voor de beroepsziekten, Brussel.6. Gezinsbijslag Kinderbijslagfonds waarbij de werkgever of de zelfstandige is aangesloten. Wat Turkije betreft: Voor alle takken van de sociale zekerheid, Sosyal Güvenlik Kurumu (Socialezekerheidsinstituut), Ankara.
Art. 4.Organen van de woonplaats en organen van de verblijfplaats Worden met toepassing van artikel 41 van de Overeenkomst als organen van de woonplaats en organen van de verblijfplaats aangewezen: Wat België betreft: A. Organen van de woonplaats 1. Ziekte, moederschap (1) in algemene regel: verzekeringsinstellingen;(2) voor zeelieden: Hulp-en voorzorgskas voor zeevarenden, Antwerpen, of verzekeringsinstellingen.2. Arbeidsongevallen (verstrekkingen) Verzekeringsinstellingen.3. Beroepsziekten (verstrekkingen) Fonds voor de beroepsziekten, Brussel. B. Organen van de verblijfplaats 1. Ziekte, moederschap Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel, door toedoen van de verzekeringsinstellingen.2. Arbeidsongevallen (verstrekkingen) Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel, door toedoen van de verzekeringsinstellingen.3. Beroepsziekten (verstrekkingen) Fonds voor de beroepsziekten, Brussel. Wat Turkije betreft: Voor de kortetermijnverzekeringstakken en de algemene gezondheidsverzekering: A. Organen van de woonplaats Sosyal Güvenlik Kurumu l Müdürlükleri (Departementale directies van het Socialezekerheidsinstituut) B. Organen van de verblijfplaats Sosyal Güvenlik Kurumu l Müdürlükleri (Departementale directies van het Socialezekerheidsinstituut) TITEL II. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEPASSELIJKE WETGEVING
Art. 5.Detacheringsprocedures 1. In de gevallen bedoeld in artikelen 7 tot 10 en in artikel 12 van de Overeenkomst stelt het in paragraaf 2 van dit artikel aangeduide orgaan van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving van toepassing is, de werknemer, de zelfstandige, de ambtenaar of het gelijkgesteld personeelslid een attest ter hand waaruit blijkt dat deze wetgeving van toepassing is of blijft op de belanghebbende en tot welke datum.2. Het in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde attest wordt uitgereikt: Wanneer de toepasselijke wetgeving die van België is: (1) wat betreft artikel 7, paragraaf 4, en artikelen 8 tot 10 van de Overeenkomst, door de Rijksdienst voor sociale zekerheid, Brussel;(2) wat betreft artikel 7, paragraaf 3, van de Overeenkomst, door het Rijkinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel;(3) wat betreft artikel 12 van de Overeenkomst: - wanneer het gaat om individuele gevallen van werknemers: door de Rijksdienst voor sociale zekerheid, Brussel; - wanneer het gaat om bepaalde categorieën van werknemers: de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Directie-generaal Beleidsondersteuning, Brussel; - wanneer het gaat om zelfstandigen: de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Directie-generaal Zelfstandigen, Brussel.
Wanneer de toepasselijke wetgeving die van Turkije is: Sosyal Güvenlik Kurumu (Socialezekerheidsinstituut), Ankara. 3. Het attest bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel wordt overhandigd aan de werknemer, de zelfstandige of de ambtenaar of het gelijkgesteld personeelslid;het moet in zijn bezit zijn tijdens gans de vermelde periode, om in het gastland zijn onderwerpingssituatie te kunnen bewijzen. 4. Een kopie van het attest, bij toepassing van paragraaf 1 uitgereikt door het Turkse bevoegde orgaan, wordt, wat de werknemers, de ambtenaren en het gelijkgesteld personeel betreft, verzonden naar de Rijksdienst voor sociale zekerheid in Brussel en, wat de zelfstandigen betreft, naar het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen in Brussel.Evenzo wordt een kopie van het attest uitgereikt door het Belgische bevoegde orgaan verzonden naar het Sosyal Güvenlik Kurumu (Socialezekerheidsinstituut) in Ankara. 5. De bevoegde organen of de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten, bedoeld in paragraaf 2 van dit artikel, kunnen in gemeen overleg overeenkomen het uitgereikte formulier in te trekken.6. Wanneer de detachering van de werknemer stopt vóór het einde van de voorziene detacheringsperiode, moet de werkgever die de werknemer tewerkstelt deze nieuwe situatie meedelen aan het bevoegde orgaan van de overeenkomstsluitende Staat waar de werknemer verzekerd is, dat het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat daarvan onverwijld op de hoogte brengt. TITEL III. - BIJZONDERE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - Ziekte, gezondheid en moederschap
Art. 6.Samentelling van de verzekeringstijdvakken 1. Om de bepalingen van artikel 13 van de Overeenkomst te kunnen genieten, is de belanghebbende verplicht het bevoegde orgaan een getuigschrift over te leggen, aarin de verzekeringstijdvakken zij vermeld die vervuld zijn krachten de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waaraan hij voorheen en laatstelijk onderworpen is geweest. Het getuigschrift wordt op verzoek van de belanghebbende uitgereikt: - in België: door de verzekeringsinstelling waarbij hij laatstelijk aangesloten was; - in Turkije, door de Sosyal Güvenlik Kurumu il müdürlükleri (Departementale directies van het Socialezekerheidsinstituut). 2. Indien de belanghebbende dit getuigschrift niet overlegt, richt het bevoegde orgaan zich, om het te bekomen, tot het bevoegde orgaan van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving voorheen en laatstelijk op de belanghebbende van toepassing was of tot het verbindingsorgaan indien laatstgenoemd bevoegd orgaan niet bekend is.
Art. 7.Verstrekkingen bij tijdelijk verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Om krachtens artikel 14, paragraaf 1, en artikel 16 van de Overeenkomst verstrekkingen te genieten, moet de belanghebbende een getuigschrift overleggen aan het orgaan van de verblijfplaats, waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen.Dit getuigschrift wordt, op verzoek van de belanghebbende, door het bevoegde orgaan uitgereikt vóór hij het grondgebied verlaat van de overeenkomstsluitende Staat waar hij woont. Wordt dit getuigschrift door de belanghebbende niet overgelegd, dan richt het orgaan van de verblijfplaats zich tot het bevoegde orgaan om het te verkrijgen.
Het uitgereikte getuigschrift vermeldt meer bepaald de maximumduur voor de toekenning van de verstrekkingen, zoals die voorzien is in de wetgeving van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat. 2. In het bijzondere geval bedoeld in artikel 14, paragraaf 2, van de Overeenkomst, overlegt de gerechtigde op uitkeringen wegens ziekte, die van het bevoegde orgaan de voorafgaande toestemming heeft gekregen om in de andere overeenkomstsluitende Staat te verblijven en een medische behandeling voorzet die werd aangevat op het grondgebied van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat, aan het orgaan van de verblijfplaats van de andere overeenkomstsluitende Staat een getuigschrift waaruit blijkt dat hij recht heeft op de verstrekkingen krachtens artikel 14, paragraaf 1, en krachtens artikel 14, paragraaf 2, van de Overeenkomst.Wordt dit getuigschrift door de belanghebbende niet overgelegd, dan richt het orgaan van de verblijfplaats zich tot het bevoegde orgaan om het te verkrijgen. 3. Het orgaan van de verblijfplaats brengt op voorhand, per aangetekende brief, het bevoegde orgaan op de hoogte van de aanvraag tot toekenning van de protheses, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen die zijn opgenomen in de lijst die in gemeen overleg werd vastgesteld door de bevoegde autoriteiten en die als bijlage bij deze Administratieve Schikking is gevoegd.Het bevoegde orgaan beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de verzending van deze mededeling om, in voorkomend geval, per aangetekende brief zijn gemotiveerd verzet te betekenen. Het orgaan van de verblijfplaats kent de verstrekkingen toe als het geen verzet daartegen heeft ontvangen bij het verstrijken van deze termijn. Indien dergelijke verstrekkingen dienden toegekend te worden in gevallen van absolute hoogdringendheid, dan stelt het orgaan van de verblijfplaats het bevoegde orgaan daarvan onverwijld in kennis. Het akkoord van het bevoegde orgaan is in dat geval niet noodzakelijk. 4. Bij een ziekenhuisopname licht het orgaan van de verblijfplaats het bevoegde orgaan in over de datum van opname in de ziekenhuisinrichting, de vermoedelijke duur van de opname en de datum van ontslag uit het ziekenhuis, zodra het daarvan kennis heeft.5. Paragrafen 3 en 4 van dit artikel zijn niet van toepassing indien de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten zijn overeengekomen af te zien van terugbetaling of een terugbetaling op basis van een forfaitair bedrag tussen de organen zijn overeengekomen.
Art. 8.Verstrekkingen in geval de woonplaats gevestigd is op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Om de verstrekkingen krachtens artikelen 15 tot 17 van de Overeenkomst te kunnen genieten, dient de belanghebbende zichzelf en zijn gezinsleden in te schrijven bij het orgaan van de woonplaats, met overlegging van een getuigschrift waarin wordt bevestigd dat hij voor zichzelf en zijn gezinsleden recht heeft op deze verstrekkingen.Dit getuigschrift wordt uitgereikt door het bevoegde orgaan. Indien de belanghebbende of zijn gezinsleden dit getuigschrift niet overleggen, richt het orgaan van de woonplaats zich tot het bevoegde orgaan om het te verkrijgen. 2. Het getuigschrift bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel blijft geldig zolang het orgaan van de woonplaats van het bevoegde orgaan geen kennisgeving heeft ontvangen van de intrekking ervan.3. Het orgaan van de woonplaats stelt het bevoegde orgaan in kennis van iedere inschrijving die het overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel heeft verricht.4. Bij iedere aanvraag om verstrekkingen legt de belanghebbende de bewijsstukken voor die vereist zijn krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont.5. De belanghebbende of zijn gezinsleden moeten het orgaan van de woonplaats inlichten over elke verandering in hun situatie waardoor het recht op verstrekkingen kan worden gewijzigd, in het bijzonder van iedere beëindiging of verandering van werkzaamheden in loondienst dan wel werkzaamheden anders dan in loondienst van de belanghebbende of iedere overbrenging van de woonplaats van deze persoon of van een gezinslid.Het bevoegde orgaan stelt eveneens het orgaan van de woonplaats in kennis van het beëindigen van de aansluiting of van de rechten op verstrekkingen van de belanghebbende. Het orgaan van de woonplaats kan te allen tijde het bevoegde orgaan verzoeken alle inlichtingen te verschaffen betreffende de aansluiting of de rechten op verstrekkingen van de belanghebbende.
Art. 9.Vergoeding van de kosten gemaakt tijdens een verblijf in geval van niet vervulling van de voorziene formaliteiten 1. Indien de in paragraaf 1 van artikel 7 van deze Schikking voorgeschreven formaliteiten niet konden worden vervuld tijdens het verblijf op het Belgische of Turkse grondgebied, worden de gemaakte kosten op verzoek van de belanghebbende door het bevoegde orgaan vergoed tegen de tarieven die door het orgaan van de verblijfplaats voor de vergoeding worden toegepast.Laatstgenoemd orgaan dient het bevoegde orgaan dat zulks verzoekt de nodige inlichtingen over deze tarieven te verstrekken. 2. In afwijking van paragraaf 1 en na akkoord van de belanghebbende, vergoedt het bevoegde orgaan de gemaakte kosten tegen de tarieven die het voor de vergoeding toepast, voor zover volgens deze tarieven een vergoeding mogelijk is en de te vergoeden kosten het bedrag van 500 EUR niet overschrijden.Het te vergoeden bedrag mag evenwel nooit het bedrag van de gemaakte kosten overschrijden. 3. De bevoegde autoriteiten kunnen in gemeen overleg en per briefwisseling het in paragraaf 2 van dit artikel bedoelde bedrag wijzigen.
Art. 10.Terugbetaling tussen organen 1. De terugbetaling van de verstrekkingen verleend door het orgaan van de verblijfplaats of de woonplaats met toepassing van artikelen 14 tot 17 van de Overeenkomst, wordt gedaan door het bevoegde orgaan op grond van de werkelijke uitgaven.De aanvraag tot terugbetaling wordt door het orgaan van de verblijf- of woonplaats ingediend aan de hand van een formulier dat in gemeen overleg wordt vastgesteld door de verbindingsorganen. De ingediende vordering houdt rekening met de bewijsstukken waarover het orgaan van de verblijf- of woonplaats beschikt, die ter beschikking worden gehouden van het bevoegde orgaan. 2. De in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde terugbetaling geschiedt voor elk kalendersemester binnen de twaalf maanden die volgen op de indiening van de vorderingen.3. De bevoegde organen van beide overeenkomstsluitende Staten kunnen in gemeen overleg de praktische regels bepalen voor de in dit artikel voorziene terugbetaling.
Art. 11.Uitkeringen bij tijdelijk verblijf of woonplaats op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Om uitkeringen te verkrijgen krachtens paragraaf 1 van artikel 22 van de Overeenkomst, moet de belanghebbende binnen een termijn van drie werkdagen aangifte doen van zijn arbeidsongeschiktheid bij het orgaan van de verblijfplaats, met overlegging van een door de behandelende arts uitgereikt getuigschrift van arbeidsongeschiktheid. Hij moet tevens zijn adres in de Staat van zijn verblijfplaats meedelen evenals de benaming en het adres van het bevoegde orgaan. 2. Het orgaan van de verblijfplaats onderwerpt de belanghebbende zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen drie werkdagen na de datum waarop de belanghebbende zich tot dat orgaan heeft gewend, aan een geneeskundige controle, alsof hij bij dat orgaan was verzekerd. Het verslag van de controlerende arts, waarin met name de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid wordt vermeld, wordt door het orgaan van de verblijfplaats aan het bevoegde orgaan gezonden, en wel binnen drie werkdagen na de datum waarop de controle plaatsvond. 3. Het orgaan van de verblijfplaats oefent later zo nodig de administratieve en geneeskundige controle uit als ging het om zijn eigen verzekerde en deelt de resultaten daarvan mee aan het bevoegde orgaan.Het bevoegde orgaan behoudt in ieder geval de mogelijkheid om, op zijn kosten, de controle op de belanghebbende door een arts van eigen keuze te laten verrichten. 4. Zodra het orgaan van de verblijfplaats vaststelt dat de belanghebbende geschikt is om het werk te hervatten, stelt het hem, alsook het bevoegde orgaan, daarvan onverwijld op de hoogte, met vermelding van de datum waarop de arbeidsongeschiktheid eindigt. Onverminderd de bepalingen van paragraaf 5 van dit artikel, wordt de kennisgeving aan de belanghebbende beschouwd als een beslissing voor rekening van het bevoegde orgaan. 5. Indien het bevoegde orgaan zelf beslist dat de belanghebbende geschikt is om het werk te hervatten, brengt het hem deze beslissing ter kennis en verzendt tegelijk een afschrift ervan naar het orgaan van de verblijfplaats.Indien in dit geval twee verschillende data voor het einde van de arbeidsongeschiktheid worden vastgesteld, respectievelijk door het orgaan van de verblijfplaats en door het bevoegde orgaan, wordt rekening gehouden met de door het bevoegde orgaan vastgestelde datum. 6. Wanneer het bevoegde orgaan beslist de uitkeringen te weigeren omdat de controleregels niet werden nageleefd door de belanghebbende, deelt het hem deze beslissing mee en verzendt tegelijk een afschrift ervan naar het orgaan van de verblijfplaats.7. Wanneer de belanghebbende het werk hervat, stelt hij het bevoegde orgaan daarvan in kennis indien zulks is voorzien bij de door dat orgaan toegepaste wetgeving.8. In geval van overbrenging van de woonplaats van een persoon gerechtigd op uitkeringen bedoeld in artikel 22, paragraaf 2, van de Overeenkomst, wordt de geneeskundige en administratieve controle verricht door het orgaan van de woonplaats op verzoek van het bevoegde orgaan. HOOFDSTUK 2. - Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Art. 12.Verstrekkingen bij verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat Om krachtens artikel 23 van de Overeenkomst bij tijdelijk verblijf verstrekkingen te genieten, moet de belanghebbende een getuigschrift overleggen aan het orgaan van de verblijfplaats, waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen. Dat getuigschrift wordt door het bevoegde orgaan uitgereikt op verzoek van de belanghebbende vóór hij het grondgebied verlaat van de overeenkomstsluitende Staat waar hij woont. Wordt dit getuigschrift door de belanghebbende niet overgelegd, dan richt het orgaan van de verblijfplaats zich tot het bevoegde orgaan om het te verkrijgen.
Het uitgereikte getuigschrift vermeldt met name de begin- en einddatum van de toekenning van de verstrekkingen, zoals bepaald in de wetgeving van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat.
Art. 13.Verstrekkingen in geval de woonplaats gevestigd is op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat 1. Om de verstrekkingen krachtens artikel 23 van de Overeenkomst te kunnen genieten, is de belanghebbende verplicht zich te laten inschrijven bij het orgaan van de woonplaats, met overlegging van een getuigschrift waarin wordt bevestigd dat hij recht heeft op deze verstrekkingen.Dat getuigschrift wordt uitgereikt door het bevoegde orgaan. Indien dit getuigschrift niet wordt overgelegd door de belanghebbende, dan richt het orgaan van de woonplaats zich tot het bevoegde orgaan om het te verkrijgen. 2. Het getuigschrift bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel blijft geldig zolang het orgaan van de woonplaats van het bevoegde orgaan geen kennisgeving van de intrekking ervan heeft ontvangen.3. Het orgaan van de woonplaats stelt het bevoegde orgaan in kennis van iedere inschrijving die het overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel heeft verricht.4. Bij iedere aanvraag om verstrekkingen legt de belanghebbende de bewijsstukken over die vereist zijn krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont.5. Bij een ziekenhuisopname licht het orgaan van de woonplaats het bevoegde orgaan in over de datum van opname in de ziekenhuisinrichting en de vermoedelijke datum van ontslag uit het ziekenhuis, zodra het daarvan kennis heeft.6. De belanghebbende moet het orgaan van de woonplaats inlichten over elke verandering in zijn situatie waardoor het recht op verstrekkingen kan worden gewijzigd, in het bijzonder van iedere beëindiging of hervatting van een beroepsactiviteit door hem.Het orgaan van de woonplaats brengt vervolgens het bevoegde orgaan daarvan op de hoogte.
Het bevoegde orgaan stelt het orgaan van de woonplaats in kennis van het einde van de rechten op verstrekkingen van de belanghebbende.
Het orgaan van de woonplaats kan te allen tijde het bevoegde orgaan verzoeken alle inlichtingen te verschaffen betreffende de aansluiting of de rechten op verstrekkingen van de belanghebbende. 7. Paragraaf 5 van dit artikel is niet van toepassing indien de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten zijn overeengekomen af te zien van terugbetaling of een terugbetaling op basis van een forfaitair bedrag tussen de organen zijn overeengekomen.
Art. 14.Beoordeling van de graad van arbeidsongeschiktheid in geval van een voorheen overkomen arbeidsongeval of beroepsziekte Voor de vaststelling van de graad van arbeidsongeschiktheid en voor het verkrijgen van het recht op uitkeringen en het bepalen van het bedrag ervan in de gevallen als bedoeld in artikel 25 van de Overeenkomst, is de aanvrager verplicht aan het bevoegde orgaan van de overeenkomstsluitende Staat, aan de wetgeving waarvan hij onderworpen was toen het arbeidsongeval plaatsvond of de beroepsziekte voor de eerste maal medisch werd vastgesteld, alle inlichtingen te verstrekken omtrent arbeidsongevallen of beroepsziekten waardoor hij reeds eerder werd getroffen, terwijl hij aan de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat onderworpen was, ongeacht de graad van arbeidsongeschiktheid die in deze eerdere gevallen is ontstaan. Het bevoegde orgaan kan zich ter verkrijging van de inlichtingen die het nodig acht, wenden tot elk ander orgaan dat eerder bevoegd is geweest.
Art. 15.Procedure in geval van blootstelling aan het risico van een beroepsziekte in beide Staten In het geval bedoeld in paragraaf 1 van artikel 26 van de Overeenkomst, wordt de aangifte van de beroepsziekte verzonden ofwel naar het bevoegde orgaan inzake beroepsziekten van de overeenkomstsluitende Staat onder de wetgeving waarvan de getroffene laatstelijk een activiteit heeft uitgeoefend die de bedoelde ziekte zou kunnen veroorzaken, ofwel naar het orgaan van de woonplaats die de aangifte aan het bevoegde orgaan bezorgt.
Art. 16.Verergering van een beroepsziekte In het geval bedoeld in artikel 27 van de Overeenkomst is de belanghebbende verplicht aan het bevoegde orgaan van de overeenkomstsluitende Staat tegenover welke hij het recht op prestaties doet gelden, alle inlichtingen te verstrekken betreffende vroeger voor de bedoelde beroepsziekte toegekende prestaties. Dat orgaan kan zich, ter verkrijging van de inlichtingen dat het noodzakelijk acht, wenden tot elk ander orgaan dat eerder bevoegd is geweest.
Art. 17.Terugbetaling tussen organen 1. De terugbetaling van de verstrekkingen die bij toepassing van artikel 23 van de Overeenkomst worden verleend door het orgaan van de verblijf- of woonplaats wordt gedaan door het bevoegde orgaan op grond van de werkelijke uitgaven en rekening houdende met de overgelegde bewijsstukken.De aanvraag tot terugbetaling wordt door het orgaan van de verblijf- of woonplaats ingediend aan de hand van een formulier dat in gemeen overleg wordt vastgesteld door de verbindingsorganen. De ingediende vordering houdt rekening met de bewijsstukken waarover het orgaan van de verblijf- of woonplaats beschikt, die ter beschikking worden gehouden van het bevoegde orgaan. 2. De in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde terugbetaling geschiedt voor elk kalendersemester binnen de twaalf maanden die volgen op de indiening van de vorderingen. HOOFDSTUK 3. - Rust of ouderdom, overleving en invaliditeit
Art. 18.Onderzoek van de aanvragen om prestaties 1. De aanvrager moet zijn aanvraag om rust-, ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat indienen bij het bevoegde orgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats, dat de aanvraag onverwijld bezorgt aan het verbindingsorgaan van die overeenkomstsluitende Staat.Een dergelijke aanvraag moet worden gedaan met inachtneming van de procedure waarin de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats voorziet. Het verbindingsorgaan dat een dergelijke aanvraag ontvangt, bezorgt deze onverwijld aan het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat, door middel van de daartoe voorziene formulieren. Bij de verzending van de aanvraag laat het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats aan het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat weten of het al dan niet akkoord gaat met de rechtstreekse uitbetaling van de achterstallen ten gunste van de aanvrager. Indien er binnen de 12 maanden die volgen op de voornoemde verzending geen beslissing is van het bevoegde orgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats met betrekking tot uitbetaling van de geblokkeerde achterstallen, dan kan het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat overgaan tot de rechtstreekse uitbetaling van deze achterstallen aan de aanvrager. 2. De aanvrager bezorgt overigens rechtstreeks of door toedoen van de verbindingsorganen alle beschikbare documenten die nodig zouden kunnen zijn opdat het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat het recht van de aanvrager op bedoelde prestatie zou kunnen vaststellen.3. De gegevens betreffende de burgerlijke stand die het aanvraagformulier bevat, worden voor echt verklaard door het verbindingsorgaan, dat bevestigt dat oorspronkelijke documenten deze gegevens staven.4. a) Daarenboven bezorgt het verbindingsorgaan aan het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat een formulier waarop de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat zijn vermeld, evenals de verzekeringstijdvakken vervuld in een derde Staat waarmee de beide overeenkomstsluitende Staten afzonderlijk een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid hebben afgesloten die voorziet in de samentelling van de verzekeringstijdvakken.b) Na ontvangst van het formulier, voegt het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat daaraan de inlichtingen toe betreffende de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving die het toepast, evenals de verzekeringstijdvakken vervuld in de derde Staat waarmee de beide overeenkomstsluitende Staten afzonderlijk een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid hebben afgesloten die voorziet in de samentelling van de verzekeringstijdvakken.Het zendt dit formulier onverwijld terug naar het verbindingsorgaan van de eerste overeenkomstsluitende Staat. c) De op het formulier vermelde verzekeringstijdvakken die in de hierboven bedoelde derde Staat zijn vervuld, worden voor het verkrijgen van het recht op de prestaties inzake rust of ouderdom, overleving of invaliditeit enkel in aanmerking genomen voor zover ze niet overlappen met de verzekeringstijdvakken vervuld in een van beide overeenkomstsluitende Staten.5. a) Elk bevoegd orgaan stelt de rechten van de aanvrager en, in voorkomend geval, zijn echtgenoot vast, bezorgt zijn beslissing aan het verbindingsorgaan en stuurt een kopie van deze beslissing naar de aanvrager.Het laatstgenoemde orgaan bezorgt deze beslissing, die overigens de middelen en termijnen voor het instellen van een beroep voorzien in zijn wetgeving moet vermelden, aan het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats waarbij de aanvraag werd ingediend. Het laatstgenoemde orgaan deelt per aangetekend schrijven de beslissing mee aan de aanvrager. De termijnen inzake beroep beginnen te lopen vanaf de datum waarop de aanvrager deze aangetekende brief heeft ontvangen. b) Dat orgaan brengt tegelijk het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat op de hoogte van de kennisgeving van de beslissing bedoeld in punt a) alsook van zijn eigen beslissing en deelt het, in voorkomend geval, het bedrag mee van de som die het ter compensatie moet terugvorderen op de achterstallen van de prestatie verschuldigd door de andere overeenkomstsluitende Staat.6. a) Wanneer het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats kennis heeft van het feit dat een gerechtigde op een invaliditeits-, rust- of ouderdoms-, of overlevingsprestatie van de andere overeenkomstsluitende Staat, of eventueel zijn echtgenoot, niet alle beroepsarbeid heeft gestaakt of een dergelijke arbeid heeft hervat, dan zal het onverwijld het verbindingsorgaan van die overeenkomstsluitende Staat daarvan inlichten.b) Het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat van de woonplaats zal bovendien aan het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat alle beschikbare inlichtingen toesturen inzake de aard van het uitgevoerde werk en inzake het bedrag van de verdiensten of inkomsten die de belanghebbende of zijn echtgenoot ontvangt of heeft ontvangen.7. Het verbindingsorgaan van de overeenkomstsluitende Staat waar een gerechtigde op een rust- of ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestatie van de andere overeenkomstsluitende Staat woont, en in voorkomend geval zijn echtgenoot, brengt het verbindingsorgaan van deze laatste overeenkomstsluitende Staat op de hoogte van het overlijden van deze gerechtigde of zijn echtgenoot.
Art. 19.Storting van de prestaties 1. De bevoegde organen storten de prestaties aan de gerechtigden door rechtstreekse uitbetaling.2. In geval van toepassing van artikel 49 van de Overeenkomst zullen de ingehouden bedragen evenwel overgemaakt worden aan het crediteurorgaan door toedoen van de verbindingsorganen.
Art. 20.Statistische inlichtingen De verbindingsorganen wisselen jaarlijks statistische gegevens uit over het aantal in de andere overeenkomstsluitende Staat verrichte stortingen en de bedragen ervan. HOOFDSTUK 4. - Bepalingen betreffende de administratieve en medische controle
Art. 21.Administratieve en medische controle 1. Het verbindingsorgaan van een overeenkomstsluitende Staat verstrekt op verzoek het verbindingsorgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat alle medische informatie en documentatie over de ongeschiktheid van de aanvrager of de gerechtigde.2. Wanneer de gerechtigde op een prestatie verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar het debiteurorgaan zich bevindt, geschiedt de administratieve en medische controle op verzoek van dat orgaan door het orgaan van de verblijf- of woonplaats van de gerechtigde volgens de modaliteiten voorzien bij de wetgeving die laatstgenoemd orgaan toepast.Het debiteurorgaan beschikt echter steeds over de mogelijkheid de gerechtigde te laten onderzoeken door een arts van zijn keuze. 3. De kosten voor medische controle worden terugbetaald aan het orgaan van de verblijf- of woonplaats door het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat.Deze kosten worden vastgesteld door het crediteurorgaan op basis van zijn tarief en worden door het debiteurorgaan terugbetaald na overlegging van een gedetailleerde staat van de verrichte uitgaven. Deze kosten worden niet terugbetaald wanneer het gaat om expertises die werden uitgevoerd in het belang van beide overeenkomstsluitende Staten. HOOFDSTUK 5. - Gezinsbijslag Art. 22. 1. Om prestaties te genieten krachtens artikel 36 van de Overeenkomst, is de belanghebbende ertoe gehouden het bevoegde orgaan een getuigschrift over te leggen, waarin de verzekeringstijdvakken zijn vermeld die werden vervuld krachtens de wetgeving die op hem voorheen en laatstelijk van toepassing was.2. Dit getuigschrift wordt uitgereikt op verzoek van de belanghebbende door het bevoegde orgaan inzake gezinsbijslag van de overeenkomstsluitende Staat waarbij hij laatstelijk aangesloten is geweest.Indien hij dit getuigschrift niet overlegt, richt het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat zich tot het voormelde orgaan om het te verkrijgen.
Art. 23.
Om prestaties te genieten krachtens artikelen 37, 38 en 39 van de Overeenkomst, is de belanghebbende ertoe gehouden het bevoegde orgaan een getuigschrift over te leggen, in verband met de kinderen die hun woonplaats hebben op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar het bevoegde orgaan zich bevindt. Dit getuigschrift wordt uitgereikt door de autoriteiten bevoegd inzake burgerlijke stand van het land waar de woonplaats van de kinderen gevestigd is.
Art. 24. 1. De gezinsbijslag bedoeld in artikelen 37, 38 en 39 van de Overeenkomst wordt toegekend aan de personen op wie de Belgische wetgeving van toepassing is en aan de gerechtigden op Belgische prestaties die in België wonen.De hierboven vermelde personen en gerechtigden hebben recht op gezinsbijslag voor hun eigen kinderen en voor de eigen kinderen van hun echtgenoot die in Turkije wonen; het aantal rechtgevende kinderen is evenwel beperkt tot ten hoogste vier kinderen. 2. De gezinsbijslag wordt toegekend tot de leeftijd van 18 jaar ov tot de leeftijd van 25 jaar wanneer het kinderen betreft die lessen volgen onder de voorwaarden vastgesteld bij de Belgische wetgeving.3. Doe toegekende gezinsbijslag bedraagt: - Voor het eerste kind: 27,21 EUR per maand; - Voor het tweede kind: 28,91 EUR per maand; - Voor het derde kind: 30,61 EUR per maand; - Voor het vierde kind: 32,31 EUR per maand. 4. Overeenkomstig de Belgische wetgeving die voorziet in de koppeling van de sociale uitkeringen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, worden de in paragraaf 3 vermelde bedragen systematisch herzien op basis van het voormelde indexcijfer.Ze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 119,62 (basis 2004 = 100).
Art. 25.
Voor iedere referentie-kalendermaand, zendt het Belgische fonds dat de bijslag verschuldigd is, via het Belgische verbindingsorgaan, een afschrift van de officiële betalingsborderellen naar het Turkse verbindingsorgaan.
Art. 26.
Het vereiste schoolbezoek voor het behoud, binnen de grenzen van de wetgeving van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat, van de gezinsbijslag ten gunste van kinderen die hun studies na de leeftijd van 18 jaar voortzetten, wordt vastgesteld aan de hand van een schoolgetuigschrift. Dat getuigschrift wordt doorgezonden aan het bevoegde orgaan dat belast is met de uitbetaling van de gezinsbijslag door het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat, dat waarborgt dat deze kinderen lessen van algemene of professionele dagleergangen met volledig leerplan volgen.
TITEL IV. - DIVERSE BEPALING
Art. 27.Getuigschriften, attesten, formulieren Het model van de getuigschriften, attesten of formulieren die voor de uitvoering van de Overeenkomst en van de Schikking nodig zijn, wordt in gemeen overleg vastgesteld door de verbindingsorganen van beide overeenkomstsluitende Staten, na goedkeuring door de bevoegde autoriteiten.
TITEL V. - INWERKINGTREDING Art. 28. 1. De dag waarop deze Schikking in werking treedt, houden de Administratieve Schikking betreffende de toepassingsmodaliteiten van de het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Turkije van 4 juli 1966 evenals de teksten tot wijziging of aanvulling ervan op te bestaan en worden ze vervangen door deze Schikking.2. Deze Schikking treedt in werking op dezelfde datum als de Overeenkomst en zal dezelfde duur hebben. Gedaan te Ankara, op twee maart tweeduizend en zestien in tweevoud, in de Nederlandse, Franse en Turkse taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.
Voor de bevoegde autoriteit van het Koninkrijk België Marc TRENTESAU AMBASSADEUR Voor de bevoegde autoriteit van de Republiek Turkije SÜLEYMAN SOYLU MINISTER VAN WERK EN SOCIALE ZEKERHEID Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, en het Waals Gewest
BIJLAGE Lijst van prothesen, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen Gelet op paragraaf 4, punt (2), van artikel 14 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Turkije, zijn de Belgische en de Turkse bevoegde autoriteiten de volgende bepalingen overeengekomen: 1. De prothesen, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen zijn de volgende: (1) protheseapparaten en orthopedische apparaten met inbegrip van de orthopedische korsetten in gewapend weefsel alsook alle aanvullingen, toebehoren en instrumenten;(2) orthopedische schoenen en (niet-orthopedische) aanvullende schoenen;(3) kaak- en gezichtsprothesen, pruiken;(4) oogprothesen, contactlenzen, loepbrillen en telescopische brillen;(5) apparaten voor doven, meer bepaald hoor- en fonetische apparaten;(6) (vaste en uitneembare) tandprothesen en prothesen die de mondholte dichten;(7) (manueel of motorisch gestuurde) wagentjes voor zieken, rolstoelen en andere mechanische verplaatsingsmiddelen, blindengeleidehonden;(8) hernieuwing van het in de vorige leden bedoeld materieel;(9) kuren;(10) medisch onderhoud en behandeling: - in een herstellingsoord, een sanatorium of een luchtkuurinstelling; - in een preventorium; - in instellingen voor personen met een handicap, inzonderheid blinden, doven en personen met schedeltrauma's; (11) maatregelen inzake revalidatie en beroepsherscholing;(12) gelijk welke andere geneeskundige handeling of gelijk welk ander geneeskundig, tandheelkundig of chirurgisch materieel. 2. Het gaat om de prothesen, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen waarvan de vermoedelijke kost het bedrag van 1.000 EURO, voor de in Turkije verleende prestaties ten laste van het Belgische bevoegde orgaan, en het bedrag dat in Turkse lira overeenstemt met 1.000 EURO, voor de in België verleende prestaties ten laste van het Turkse bevoegde orgaan, overschrijdt.
De bevoegde autoriteiten kunnen in gemeen overleg en per briefwisseling deze bedragen wijzigen.