Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst
gepubliceerd op 21 december 2006

VERTALING Administratieve schikking houdende de toepassing van de overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Japan Bij toepassing van paragraaf 1 van artikel 25 van de Overeenkomst betreffende de sociale zek DEEL I. - Algemene bepalingen Artikel 1. 1. Voor de toepassing van deze Schikking verstaat men (...)

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006023326
pub.
21/12/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

VERTALING Administratieve schikking houdende de toepassing van de overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Japan Bij toepassing van paragraaf 1 van artikel 25 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen Koninkrijk België en het Japan zijn de bevoegde autoriteiten van België en Japan overeengekomen wat volgt : DEEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Voor de toepassing van deze Schikking verstaat men onder "Overeenkomst" de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Japan, ondertekend op 23 februari 2005. 2. De in deze Schikking gebruikte termen hebben de betekenis die hun in de Overeenkomst is gegeven.

Art. 2.De in paragraaf 1 van artikel 25 van de Overeenkomst vermelde verbindingsinstellingen zijn : 1. voor België : (a) Ouderdom en overleving Rijksdienst voor pensioenen, Brussel Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel (b) Invaliditeit (i) algemene invaliditeit : Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel (ii) invaliditeit van de zeelieden : Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden, Antwerpen 2.voor Japan : (a) voor het nationaal pensioen en de pensioenverzekering voor werknemers, het Sociaal verzekeringsbureau;(b) voor het onderling bijstandspensioen voor nationale overheidsambtenaren, de Federatie van de verenigingen voor onderlinge bijstand voor de nationale overheidsambtenaren;(c) voor het onderling bijstandspensioen voor plaatselijke overheidsambtenaren en personeel met een gelijkaardig statuut, de Vereniging van pensioenfondsen voor plaatselijke overheidsambtenaren;(d) voor het onderling bijstanspensioen voor het personeel van privéscholen, het Bestuur voor steun en onderlinge bijstand voor de Japanse privéscholen.

Art. 3.De in paragraaf 1 van artikel 25 van de Overeenkomst vermelde bevoegde instellingen zijn : 1. voor België : (a) Ouderdom en overleving : - Rijksdienst voor Pensioenen, Brussel; - Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel; (b) Invaliditeit : (i) algemene invaliditeit : Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering, Brussel, samen met het ziekenfonds waarbij de werknemers of de zelfstandigen aangesloten zijn of waren; (ii) invaliditeit van de zeelieden : Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden Antwerpen; 2. voor Japan : (a) voor het nationaal pensioen en de pensioenverzekering voor werknemers, het Sociaal verzekeringsbureau;(b) voor de ziekteverzekeringsregelingen, de verzekeringsinstellingen waarbij de werknemers, met uitzondering van de werknemers waarop subparagrafen (c), (d) en (e) van deze paragraaf van toepassing zijn, of de zelfstandigen angesloten zijn of waren;(c) voor de onderlinge bijstandsregeling voor nationale overheidsambtenaren, de Federatie van de verenigingen voor onderlinge bijstand voor de nationale overheidsambtenaren en elke vereniging van wederzijdse bijstand van het personeel van de nationale overheidsdiensten.(d) voor de onderlinge bijstandsregeling voor plaatselijke overheidsambtenaren en personeel met een gelijkaardig statuut, de Vereniging van pensioenfondsen voor plaatselijke overheidsambtenaren en elke Vereniging van pensioenfondsen voor plaatselijke overheidsambtenaren;(e) voor de onderlinge bijstandsregeling voor het personeel van privéscholen, het Bestuur voor steun en onderlinge bijstand voor de Japanse privéscholen. DEEL II. - Bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving

Art. 4.1. In de gevallen bedoeld in artikelen 8 en 9, paragraaf 1 van artikel 10 en artikel 11 van de Overeenkomst stelt de in paragraaf 2 van dit artikel aangeduide bevoegde autoriteit of bevoegde instelling van de overeenkomstsluitende Staat, wiens wetgeving van toepassing blijft, op verzoek van de betrokken persoon, een getuigschrift ter hand waaruit blijkt dat deze wetgeving op hem van toepassing blijft en tot welke datum. 2. Het in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde getuigschrift wordt uitgereikt : (a) in België : (i) voor de werknemers en de ambtenaren : - voor de toepassing van paragrafen 1 en 2 van artikel 8 en paragraaf 1 van artikel 10 van de Overeenkomst, door de Rijksdienst voor sociale zekerheid, Brussel; - voor de toepassing van artikel 9 van de Overeenkomst betreffende de personen tewerkgesteld aan boord van een vliegtuig dat internationaal vervoer verricht, door de Rijksdienst voor sociale zekerheid, Brussel; - voor de toepassing van artikel 9 van de Overeenkomst betreffende de personen tewerkgesteld aan boord van een zeeschip, door de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden, Antwerpen; - voor de toepassing van artikel 11 van de Overeenkomst, door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Directie-generaal Sociaal Beleid, Brussel; (ii) voor de zelfstandigen : - voor de toepassing van paragraaf 4 van atikel 8 van de Overeenkomst, door het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel; - voor de toepassing van paragraaf 5 van artikel 8 en artikel 11 van de Overeenkomst, door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Directie-generaal Zelfstandigen, Brussel. (b) in Japan : door de instellingen vermeld in paragraaf 2 van artikel 2.3. Het origineel van het in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde getuigschrift wordt aan de werknemer of de zelfstandige uitgereikt die het tijdens de hele detacheringstermijn bij zich moet houden om in het gastland zijn onderwerping te bewijzen.4. Van het overeenkomstig paragraaf 1 van dit artikel door de Japanse bevoegde instelling afgeleverde getuigschrift of informatie eruit wordt voor werknemers een kopie gestuurd naar de Rijksdienst voor sociale zekerheid, Brussel, en voor zelfstandigen naar het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel. DEEL III. - Bepalingen betreffende ouderdom, overleving, Belgische invaliditeit en Japanse invaliditeitsuitkeringen

Art. 5.1. De verbindingsinstelling van een overeenkomstsluitende Staat die, rechtstreeks van de verzoeker of via de bevoegde instelling van deze overeenkomstsluitende Staat, een aanvraag ontvangt voor uitkeringen ten laste van de andere overeenkomstsluitende Staat, zendt die onverwijld door naar de verbindingsinstelling van de andere overeenkomstsluitende Staat, aan de hand van de daartoe bestemde formulieren. 2. Daarnaast zendt ze alle beschikbare documenten door die de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat nodig kan hebben om het recht van de verzoeker op de betrokken uitkering te bepalen.3. De verbindingsinstelling bevestigt dat de gegevens in verband met de burgerlijke staat die ingevuld dienen te worden op het aanvraagformulier dat overeengekomen is door de verbindingsinstellingen van beide overeenkomstsluitende Staten, door originele documenten worden bevestigd.4. Op aanvraag bezorgt de verbindingsinstelling van een overeenkomstsluitende Staat onverwijld de informatie betreffende de verzekeringstijdvakken vervuld ingevolge de wetgeving die ze toepast aan de verbindingsinstelling van de andere overeenkomstsluitende Staat, aan de hand van een door de verbindingsinstellingen van beide overeenkomstsluitende Staten overeen te komen formulier.5. De bevoegde instelling van een overeenkomstsluitende Staat bepaalt het recht van de verzoeker en, indien nodig, van zijn/haar echtgeno(o)t(e), en stelt deze in kennis van de beslissing en informeert de verbindingsinstelling van de andere overeenkomstsluitende Staat over haar beslissing.6. Wanneer de Belgische verbindingsinstelling hierom verzoekt, bezorgt de Japanse verbindingsinstelling aan de Belgische instelling de bedragen van de uitkeringen die ingevolge de Japanse wetgeving uitbetaald zijn aan de gerechtigden die gemeenschappelijke gerechtigden zijn van beide overeenkomstsluitende Staten.7. Wanneer de verbindingsinstelling van een overeenkomstsluitende Staat hierom verzoekt, brengen de verbindingsinstellingen van beide overeenkomstsluitende Staten elkaar op de hoogte bij het overlijden van een gemeenschappelijke gerechtigde en/of de partner van de gerechtigde.

Art. 6.De verbindingsinstelling van een van de overeenkomstsluitende Staten zendt, op aanvraag, alle medische informatie en documentatie die ze bezit met betrekking tot de ongeschiktheid van de verzoeker of de gerechtigde door naar de verbindingsinstelling van de andere overeenkomstsluitende Staat.

Art. 7.De bevoegde instellingen betalen de uitkeringen rechtstreeks uit aan de gerechtigden.

Art. 8.De verbindingsinstellingen van beide overeenkomstsluitende Staten wisselen statistische gegevens uit over het aantal getuigschriften uitgereikt ingevolge paragraaf 1 van artikel 4 van deze Schikking en over de betalingen verricht ingevolge de wetgeving van elke overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat. Deze statistische gegevens worden jaarlijks uitgewisseld aan de hand van een overeen te komen formulier.

Art. 9.De in artikel 2 bedoelde verbindingsinstellingen komen de gemeenschappelijke procedures en formulieren overeen die nodig en geschikt zijn voor de uitvoering van de Overeenkomst en deze Schikking, met de goedkeuring van de bevoegde autoriteiten.

Art. 10.1. Deze Schikking treedt in werking op hetzelfde tijdstip als de Overeenkomst en blijft van kracht zolang de Overeenkomst van kracht blijft. 2. De bevoegde autoriteiten kunnen elkaar schriftelijk in kennis stellen van wijzigingen in de namen van de verbindingsinstellingen zonder dat deze Schikking gewijzigd dient te worden. Gedaan te Tokyo op 14 september 2006, in twee exemplaren, in de Engelse taal.

Voor de bevoegde autoriteit van het Koninkrijk België : Baron W. Van de Voorde, Ministerraad voor de bevoegde autoriteiten van Japan : Mr. Satoshi KAMADA, Directeur Nationale Politie Mr. Atsuro SASAKI, Directeur Ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie Mr. Yoshito MINAMI, Adviseur, Ministerie van Financiën Mr. Junichi KATAYAMA, Directeur Ministerie van Opvoeding, Cultuur, Sport, Wetenschap en Technologie Mr. Masao AKAMATSU, Senior Vice Minister Ministerie van Gezondheid, Tewerkstelling en Welzijn

Administrative arrangement concerning the implementation of the agreement between the kingdom of Belgium and Japan on social security In application of paragraph 1 of Article 25 of the Agreement between the Kingdom of Belgium and Japan on Social Security, the competent authorities of Belgium and Japan have agreed as follows : Part I. - General Provisions Article 1 1. For the implementation of this Arrangement, the term "Agreement" means the Agreement between the Kingdom of Belgium and Japan on social security signed on February 23rd, 2005.2. The terms used in this Arrangement shall have the same meaning that is assigned to them in the Agreement. Article 2 The liaison institutions referred to in paragraph 1 of Article 25 of the Agreement shall be : 1. as regards Belgium : (a) Old-age and survivors National Pensions Office, Brussels National Social Insurance Institute for the Self-Employed, Brussels (b) Invalidity (i) general invalidity : National Sickness and Invalidity Insurance Institute, Brussels (ii) invalidity of mariners : Relief and Welfare Fund for Mariners, Antwerp 2.as regards Japan : (a) for the National Pension and the Employees' Pension Insurance, the Social Insurance Agency;(b) for the Mutual Aid Pension for National Public Officials, the Federation of National Public Service Personnel Mutual Aid Associations;(c) for the Mutual Aid Pension for Local Public Officials and Personnel of Similar Status, the Pension Fund Association for Local Government Officials;(d) for the Mutual Aid Pension for Private School Personnel, the Promotion and Mutual Aid Corporation for Private Schools of Japan. Article 3 The competent institutions referred to in paragraph 1 of Article 25 of the Agreement shall be : 1. as regards Belgium : (a) Old-age and survivors : - National Pension Office, Brussels; - National Social Insurance Institute for the Self-Employed, Brussels; (b)Invalidity : (i)general invalidity : National Sickness and Invalidity Insurance Institute, Brussels, along with the insurance agency the employed persons or the self-employed persons are or have been affiliated to; (ii)invalidity of mariners : Relief and Welfare Fund for Mariners, Antwerp; 2. as regards Japan : (a) for the National Pension and the Employees' Pension Insurance, the Social Insurance Agency;(b) for the health insurance schemes, the insurance institutions to which the employed persons, except those to whom subparagraphs (c), (d) and (e) of this paragraph are applicable, or the self-employed persons are or have been affiliated.(c) for the Mutual Aid Scheme for National Public Officials, the Federation of National Public Service Personnel Mutual Aid Associations and each National Public Service Personnel Mutual Aid Association;(d) for the Mutual Aid Scheme for Local Public Officials and Personnel of Similar Status, the Pension Fund Association for Local Government Officials and each Pension Fund Association for Local Government Officials;(e) for the Mutual Aid Scheme for Private School Personnel, the Promotion and Mutual Aid Corporation for Private Schools of Japan. PART II. -Provisions concerning the applicable legislation Article 4 1. In the cases specified in the Articles 8, 9, paragraph 1 of Article 10 and Article 11 of the Agreement, the competent authority or competent institution of a Contracting State whose legislation remains applicable, as designated in paragraph 2 of this Article, will issue, upon request of the persons concerned, a certificate stating that he or she remains subject to that legislation and indicating until which date.2. The certificate described in paragraph 1 of this Article will be delivered : (a) as regards Belgium : (i) for the employed persons and the civil servants : - to apply paragraphs 1 and 2 of Article 8 and paragraph 1 of Article 10 of the Agreement by the National Social Security Office, Brussels; - to apply Article 9 of the Agreement as regards the persons working on an aircraft in international traffic by th National Social Security Office, Brussels; - to apply Article 9 of the Agreement as regards persons working on board a sea-going vessel by the Relief and Welfare Fund for Mariners, Antwerp; - to apply Article 11 of the Agreement by the Federal Public Service Social Security, Directorate general Social Policy, Brussels; (ii) for the self-employed persons : to apply paragraph 4 of Article 8 of the Agreement by the National Social Insurance Institute for the Self-Employed, Brussels; to apply paragraph 5 of Article 8 and Article 11 of the Agreement by the Federal Public Service Social Security, Directorate general of the self-employed, Brussels;. (b) as regards Japan : by the institutions specified in paragraph 2 of Article 2.3. The original certificate described in paragraph 1 of this Article will be given to the employed person or to the self-employed person who has to keep it with him or her during the entire period of detachment in order to prove his or her situation of coverage in the receiving country.4. A copy of the certificate delivered pursuant to paragraph 1 of this Article by the institution of Japan or information from that certificate is sent, as regards employed persons, to the National Social Security Office, Brussels, and, as regards self-employed persons, to the National Social Insurance Institute for the Self-Employed, Brussels. PART III. - Provisions concerning old-age, survivors, Belgian invalidity and Japanese disability benefits Article 5 1. The liaison institution of one Contracting State that receives an application for benefits on account of the other Contracting State, either directly from the applicant or from the competent institution of the first Contracting State, shall submit it without delay to the liaison institution of the other Contracting State, using the forms provided to this end.2. Furthermore, it shall submit all documents available that could be required so that the competent institution of the other Contracting State is able to determine the applicant's entitlement to the concerned benefit.3. The liaison institution shall confirm that the information concerning the civil state as required by the application form, which is agreed upon by the liaison institutions of both Contracting States, are corroborated by original documents.4. Upon request, the liaison institution of one Contracting State shall provide without delay the information regarding the completed insurance periods pursuant to the legislation it applies with the liaison institution of the other Contracting State, using a form to be agreed upon by the liaison institutions of both Contracting States.5. The competent institution of one Contracting State shall determine the applicant's entitlement, and if necessary, of his/her spouse, and shall notify its decision to the applicant and inform the liaison institution of the other Contracting State of its decision.6. When requested by the liaison institution of Belgium, the liaison institution of Japan shall furnish the Belgian institution with the benefits amount paid under the Japanese legislation to the beneficiary who is a mutual beneficiary of the two Contracting States.7. When requested by the liaison institution of one Contracting State, the liaison institution of both Contracting States will inform each other upon the death of a mutual beneficiary and/or the beneficiary's partner. Article 6 The liaison institution of one of the Contracting States shall, when requested, submit to the liaison institution of the other Contracting State any medical information and documentation in its possession concerning the applicant's or the beneficiary's incapacity.

Article 7 The competent institutions shall directly pay the benefits to the beneficiaries.

Article 8 The liaison institutions of both Contracting States shall exchange statistics on the number of certificates issued under paragraph 1 of Article 4 of this Arrangement and on the payments made under the legislation of each Contracting State to beneficiaries in the territory of the other Contracting State. These statistics shall be furnished annually in a form to be agreed upon.

Article 9 The liaison institutions referred to in Article 2, shall agree upon the joint procedures and forms necessary and appropriate for the implementation of the Agreement and this Arrangement with the consent of the competent authorities.

Article 10 1. This Arrangement shall enter into force at the same time as the Agreement enters into force and shall remain in force as long as the Agreement remains in force.2. The competent authorities may notify each other, in writing, of changes in the names of the liaison institutions without the need to modify this Arrangement. Done at Tokyo on September 14, 2006, in duplicate in the English language.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^