gepubliceerd op 25 september 2001
Overeenkomst tot wederzijdse erkenning van de beproevingstempels voor draagbare vuurwapens, en Reglement, opgemaakt te Brussel op 1 juli 1969 Tekst van de besluiten genomen door de Vaste Internationale Commissie ter beproeving van draag(...) Tekst van de besluiten van de Vaste Internationale Commissie op haar XXIVste plenaire zitting van j(...)
MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Overeenkomst tot wederzijdse erkenning van de beproevingstempels voor draagbare vuurwapens, en Reglement, opgemaakt te Brussel op 1 juli 1969 Tekst van de besluiten genomen door de Vaste Internationale Commissie (C.I.P.) ter beproeving van draagbare vuurwapens, tijdens de zitting van 1996.
Tekst van de besluiten van de Vaste Internationale Commissie op haar XXIVste plenaire zitting van juni 1996 zoals aangenomen door de Overeenkomstsluitende Partijen overeenkomstig de bepalingen van artikel 8.1. van het Reglement van de Vaste Internationale Commissie (C.I.P.).
XXIV 2. Controle van de in handel gebrachte munitie Bijvoegsel A. Beslissing genomen in toepassing van § 1 van artikel 5 van het Reglement.
Wijzigingen aan te brengen in de beslissingen XVI 4 en XXIII 1.
A. Controle van de munitie Bijvoegsel A. Beslissing XVI 4. § I.1. vervangen als volgt : 1. Patronen bestemd voor wapens met getrokken loop(lopen), met inbegrip van de patronen voor pistolen en revolvers en de patronen met ringvormige percussie.a. L3 : totale lengte van de huls (maxipatroon); H2 : diameter aan de mond van de huls (maxipatroon);
G1 : diameter van het projectiel aan de mond van de huls (maxipatroon).
Deze afmetingen moeten kleiner zijn dan of ten hoogste gelijk aan de afmetingen voorgeschreven door de C.I.P. en vermeld in de « Tabellen van de Afmetingen van de Patronen en Kamers », en moeten afzonderlijk worden gecontroleerd. b. De afstand L3 + G (L3 : totale lengte van de huls, maxipatroon.G : afstand tussen H2 en F van de kamer), rekening houdend met de diameters : F : uitboringsdiameter van het loop veld (minikamer);
G1 : diameter aan de achterkant van het begin van de trekken (minikamer);
H2 : diameter aan de voorkant van de kamer (op afstand L3 ) (minikamer); en met de lengten : S : afstand van H2 aan het einde van de cilinder tot de diameter G1 (minikamer);
G : lengte van de afstand tussen H2 en F ( minikamer), volgens een bijzondere controlemethode.
De gecontroleerde afstand moet kleiner zijn dan of ten hoogste gelijk zijn aan L3 + G zoals hierboven bepaald.
Volgende §§ I.3. tot I.5. toevoegen : 3. Patronen voor toestellen voor industriële doeleinden.a. L3 : totale lengte van de huls (maxi patroon); H2 : diameter aan de mond van de huls (maxipatroon).
Deze afmetingen moeten kleiner zijn dan of ten hoogste gelijk zijn aan de afmetingen voorgeschreven door de C.I.P. en vermeld in de « Tabellen van de Afmetingen van Patronen en Kamers », en moeten afzonderlijk worden gecontroleerd. 4. Patronen voor alarmwapens.a. L3 : totale lengte van de huls (maxi patroon); L6 : totale lengte van de patroon voor het schieten;
H2 : diameter aan het einde van de cilinderzone van de huls.
Deze afmetingen moeten kleiner zijn dan of ten hoogste gelijk zijn aan de afmetingen voorgeschreven door de CIP en vermeld in de « Tabellen van de Afmetingen van Patronen en Kamers », en moeten afzonderlijk worden gecontroleerd. 5. Patronen voor wapens met hagel.a. L3 : totale lengte van de huls (maxipatroon); P1 : diameter onder de rand of vooraan de keel;
H2 : diameter aan het einde van de cilinderzone van de huls;
R : dikte van de rand.
Deze afmetingen en afwijkingen, gemeten via een daartoe geschikte methode, moeten overeenstemmen met de afmetingen die door de C.I.P. zijn voorgeschreven en vermeld staan in de « Tabellen van de Afmetingen van Patronen en Kamers ». § II.1 als volgt vervangen : 1. Patronen bestemd voor wapens met getrokken loop(lopen), met inbegrip van de patronen voor pistolen en revolvers en de patronen met ringvormige percussie. L1 : lengte tussen de achterkant van de bodem en de diameter P2;
L2 : lengte tussen de achterzijde en de diameter H1 van de kraag;
L3 : totale lengte van de huls;
R : dikte van de rand;
R1 : diameter van de rand;
E : hoogte van de bodem;
P1 : diameter onder de rand of vooraan de keel of op afstand E van de achterzijde van de bodem;
P2 : diameter van de huls op afstand L1;
H1 : diameter aan de kraag op afstand L2;
H2 : diameter aan de hulsmond op afstand L3;
G1 : diameter van het projectiel bij de hulsmond.
De afmeting E is indicatief voor het bepalen van de positie van de diameter P1; zij moet echter strikt worden gerespecteerd voor de patronen met magnumbodem.
De maten alsook de afwijkingen van het patroon moeten allemaal zijn opgenomen in de overeenstemmende afmetingen van de kamers, voorgeschreven door de C.I.P. en vermeld in de « Tabellen van de Afmetingen van Patronen en Kamers ».
Volgende §§ II.3 tot II.5 toevoegen : 3. Patronen voor toestellen voor industriële doeleinden. L3 : totale lengte van de huls na het schieten;
L6 : totale lengte van de patroon voor het schieten;
R : dikte van de rand;
R1 : diameter van de rand;
P1 : diameter onder de rand of vooraan de keel;
H2 : diameter aan het einde van de cilinderzone van de huls.
De maten van de patroon moeten allemaal zijn opgenomen in de overeenstemmende afmetingen van de kamers, voorgeschreven door de C.I.P. en vermeld in de « Tabellen van de Afmetingen van Patronen en Kamers ». 4. Patronen voor alarmwapens. L3 : totale lengte van de patroon na het schieten;
L6 : totale lengte van de patroon vóór het schieten;
R : dikte van de rand;
R1 : diameter van de rand;
E : hoogte van de bodem;
P1 : diameter onder de rand;
H2 : diameter aan het einde van de cilinderzone van de huls.
De afmeting E is indicatief voor het bepalen van de positie van de diameter P1.
De maten van de patroon moeten allemaal zijn opgenomen in de overeenstemmende afmetingen van de kamers, voorgeschreven door de C.I.P. en vermeld in de « Tabellen van de Afmetingen van Patronen en Kamers ». 5. Patronen voor wapens met hagelpatroon. L3 : totale lengte van de patroon na het schieten;
L6 : totale lengte van de patroon voor het schieten;
R : dikte van de rand;
R1 : diameter van de rand;
E : hoogte van de bodem;
P1 : diameter onder de rand of vooraan de keel;
H2 : diameter aan het einde van de cilinderzone van de huls.
De afmeting E is indicatief voor het bepalen van de positie van de diameter P1.
De afmetingen, met inbegrip van de afwijkingen van de patroon, moeten allemaal zijn opgenomen in de overeenstemmende afmetingen van de kamers, voorgeschreven door de C.I.P. en vermeld in de « Tabellen van de Afmetingen van Patronen en Kamers ».
Beslissing XXIII 1 Hoofdstuk B wordt geschrapt.
XXIV 3. Manometers voor het meten van de druk ontwikkeld door de patronen met centrale percussie bestemd voor wapens met getrokken loop(lopen).
Beslissing genomen in toepassing van § 1 van artikel 5 van het Reglement.
Wijzigingen aan te brengen in de beslissing XV - 5.
De in beslissing XV 5 vermelde toegestane afwijkingen voor de afmetingen P1, P2 en H2 van de kalibers voor wapens met getrokken loop(lopen) met centrale percussie worden als volgt vervangen : P1 + 0,03 mm P2 + 0,02 mm H2 + 0,02 mm in plaats van 0,05 mm Deze afwijkingen gelden voor de manometrische lopen die vervaardigd werden na het in werking treden van deze beslissing.
XXIV 4. Beproeving van bepaalde draagbare vuurwapens en toestellen met ontplofbare lading.
Beslissing genomen in toepassing van § 1 van artikel 5 van het Reglement.
Wijzigingen aan te brengen in de beslissing XV - 8.
Aan § 3.2. het volgende eerste alinea toevoegen : - de verificatie indien er niet reeds een homologatie plaatsvond.
De eerste alinea van § 4.5. als volgt vervangen : 4.5. De bevoegde nationale overheden van de lidstaten maken aan het Vast Bureau van de C.I.P. een kopie over van de homologatiecertificaten die ze hebben toegekend en geven het Bureau kennis van de weigering tot homologatie en van de eventuele intrekking ervan.
XXIV 5. Verloop van de individuele proeven van achterlaadwapens.
Standaardreglement.
Beslissing genomen in toepassing van § 1 van artikel 5 van het Reglement.
Wijzigingen aan te brengen in de beslissingen XVII 11 en XXI 8.
A. Beslissing XVII - 11.
De volgende alinea aan § 7.6. toevoegen : De wapens waarvan het profiel (polygonale loop) afwijkt van het gebruikelijke veld en de onderkant van de trekken, kunnen worden toegestaan indien de sectie van het hart van de loop maximaal 0,7 % lager ligt dan de waarde Q vermeld in de tabellen van de C.I.P. op voorwaarde dat er geen drukverhoging is in vergelijking met een loop met een minimumsectie.
C. De beslissing XXI 8 wordt geschrapt.
XXIV 6. Referentiepatronen.
Beslissing genomen in toepassing van § 1 van artikel 5 van het Reglement.
Wijzigingen van artikel 1.4. van beslissing XXI - 28.
Aan het einde van artikel 1.4. toevoegen : « Deze correctiewaarde mag niet groter zijn dan + 10 % ».
XXIV 7. Manometrische loop voor het meten van de druk (methode van de mechano elektrische omzetter) en/of van de kinetische energie van alarmpatronen.
Beslissing genomen in toepassing van § 1 van artikel 5 van het Reglement.
Wijzigingen aan te brengen in de beslissing XXII 24 II. § II wordt geschrapt en vervangen door de volgende : II. Manometrische loop voor pistoolpatronen.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld