gepubliceerd op 17 september 2014
Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
18 SEPTEMBER 2013. - Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 80, 5° ;
Gelet op de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Na erover te hebben beraadslaagd tijdens zijn zitting van 18 september 2013, Besluit :
Artikel 1.Artikel 45 van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende : " § 5. Wanneer de werkneemster bedoeld in artikel 218 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten het tijdvak van nabevallingsrust verlengt met de periode waarin ze één of meerdere van haar activiteiten heeft voortgezet tijdens een periode van moederschapsbescherming bedoeld in artikel 219ter, § 2, vanaf de zesde week, of de achtste week in geval van geboorte van een meerling, tot en met de tweede week voorafgaand aan de bevalling, is het gederfde loon dat in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de moederschapsuitkering tijdens de periode van verlenging van de nabevallingsrust, het gemiddeld dagloon dat is bepaald bij de aanvang van de periode van moederschapsbescherming bedoeld in artikel 114 van de gecoördineerde wet en dat voortvloeit uit de activiteit of activiteiten die recht geven op de verlenging van de nabevallingsrust.
Het eerste lid is eveneens van toepassing om het gederfde loon te bepalen dat in aanmerking moet worden genomen tijdens het tijdvak van verlenging van de nabevallingsrust met de periode waarin de werkneemster de uitoefening van één of meerdere van haar activiteiten tijdens haar arbeidsongeschiktheid, onder de voorwaarden bepaald in artikel 100, § 2 van de gecoördineerde wet, heeft hervat vanaf de zesde week, of de achtste week in geval van geboorte van een meerling, tot en met de tweede week voorafgaand aan de bevalling.".
Art. 2.Deze verordening heeft uitwerking met ingang van 16 juni 2014.
De Voorzitter, I. VAN DAMME De Leidend ambtenaar, F. PERL