18 MEI 2001. - Reglement van 18 mei 2001 tot wijziging van het reglement van 3 juli 1998 tot regeling van de toegang van jonge acteurs tot beroepsstages in de theaterwereld, « Acteurfonds » genoemd

Artikel 1.Dit reglement regelt een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 136 en 166, § 3, 1°, van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 6 van het reglement van 2 juli 1998 tot regeling van de toegang van jonge acteurs tot beroepsstages in de theaterwereld, « Acteursfonds » genoemd, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De toelagetrekker moet aan de stagiair het verschil betalen tussen de toelage van de Franse Gemeenschapscommissie en de brutomaandwedde van de stagiair, welke vastgesteld is op : 1° 74 000 BEF bruto per maand (werkgeverslasten niet inbegrepen), indien de toelagetrekker een werkingstoelage ontvangt krachtens de artikelen 28 en 32 tot 38 van het kaderdecreet van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssectoren van de podiumkunsten;2° 46 000 BEF bruto per maand (werkgeverslasten niet inbegrepen), indien de toelagetrekker niet de voornoemde werkingstoelage ontvangt. De financiële bijdrage van de Franse Gemeenschapscommissie is vastgesteld op 80 % van de brutomaandwedde (werkgeverslasten niet inbegrepen) van de stagiair, voor een maximumperiode van 3 maanden. »

Art. 3.Artikel 9 van het voornoemde reglement wordt opgeheven.

De artikelen 10 en 11 worden de artikelen 9 en 10.

Art. 4.Artikel 10 van het voornoemde reglement, dat artikel 9 wordt, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Op straffe van nietigheid dient elke toelageaanvraag uiterlijk op 30 oktober bij de Franse Gemeenschapscommissie te worden ingediend. »

Art. 5.Artikel 11 van het voornoemde reglement, dat artikel 10 wordt, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Elke toelageaanvraag wordt voorgelegd aan het advies van een commissie die is samengesteld uit drie personen die, net als hun plaatsvervangers, voor een ambtstermijn van 2 jaar door het College worden benoemd.

De commissie is samengesteld uit : 1° een vertegenwoordiger van het bestuur van de Franse Gemeenschapscommissie die belast is met de theaterwereld;2° een vertegenwoordiger van de theaterwereld;3° een persoon uit het kunstonderwijs. Het ambt is gratis en vernieuwbaar. De ambtstermijn wordt voortgezet tot de daadwerkelijke vervanging van het lid door het College.

Het is de commissieleden verboden deel te nemen aan beraadslagingen over projecten waarmee ze een directe of indirecte materiële band hebben.

De commissie brengt haar advies uit binnen vijftien dagen na de indiening van de toelageaanvraag. Na die termijn wordt het advies geacht gunstig te zijn. »

Art. 6.Artikel 12 van het genoemde reglement, dat artikel 11 wordt, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Het College van de Franse Gemeenschapscommissie kan de procedure vaststellen die voor de indiening van de toelageaanvraag moet worden gevolgd en kan het bedrag van de toelagen vaststellen.

Het Lid van het College belast met Cultuur wordt ertoe gemachtigd toelagen van minder dan 250 000 BEF toe te kennen. § 2. Als de schouwburg of het toneelgezelschap reeds financiële steun krijgt voor het project dat aan de Franse Gemeenschapscommissie wordt voorgelegd, moet dit worden vermeld. Elk misbruik zal worden bestraft met de verplichte terugbetaling van de volledige toelage. » De artikelen 13 tot 15 van het voornoemde reglement worden de artikelen 12 tot 14.

Art. 7.Artikel 16 van het voornoemde reglement, dat artikel 15 wordt, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De toelagetrekker dient onverwijld de toelage terug te betalen indien hij : 1° de toekenningsvoorwaarden niet in acht neemt;2° de toelage niet aanwendt voor de doeleinden waarvoor ze is toegekend;3° de in artikel 11 bedoelde controle belemmert.» Artikel 17 van het voornoemde reglement wordt artikel 16.

Aangenomen door de vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie 18 mei 2001.