gepubliceerd op 28 juli 2000
Reglement van orde en procedure van de Vlaamse Geschillenraad voor Radio en Televisie
17 MEI 2000. - Reglement van orde en procedure van de Vlaamse Geschillenraad voor Radio en Televisie
De Vlaamse Geschillenraad voor Radio en Televisie, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995 en gewijzigd bij de decreten van 8 maart 1995, 22 december 1995, 2 april 1996, 29 april 1997, 17 december 1997, 28 april 1998, 7 juli 1998, 30 maart 1999, 13 april 1999, 18 mei 1999, 18 mei 1999 en 18 mei 1999, inzonderheid op de artikelen 23, § 1, 32, 8°, 53, 9° en 14°, 74, 78, §§ 2 en 3, 98bis en 116octiesdecies, Besluit : HOOFDSTUK I. - Procedure voor de Geschillenraad
Artikel 1.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder omroep verstaan, een van de omroepen waarvoor de Vlaamse Geschillenraad voor Radio en Televisie, hierna te noemen de Geschillenraad, krachtens de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, bevoegd is.
Art. 2.Een klacht die bij de Geschillenraad wordt ingediend, moet, om ontvankelijk te zijn, aan de volgende voorwaarden beantwoorden : 1° ingediend zijn uiterlijk de vijftiende dag na die van de uitzending van het radio- en televisieprogramma;2° de naam, de hoedanigheid en het adres van de klager vermelden;3° het radio- of televisieprogramma waartegen wordt opgekomen aanwijzen, met vermelding van de naam van de betrokken omroep en van de dag en het uur waarop de uitzending is geschied;4° het onderwerp van de klacht aangeven, met een uiteenzetting van de redenen waarop zij steunt en van klagers benadeling of belang bij de uitzending waartegen wordt opgekomen;5° worden verzonden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van de Geschillenraad, p/a Koningsstraat 138, te 1000 Brussel.
Art. 3.Tenzij de klacht kennelijk niet voldoet aan het bepaalde in artikel 2, in welk geval de Geschillenraad onmiddellijk beslist, zendt de voorzitter van de Geschillenraad, of het daartoe door de Vlaamse regering aangewezen personeelslid van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, zonder verwijl een kopie van de klacht aan de omroep die het betwiste programma heeft uitgezonden. Deze omroep beschikt over acht dagen om aan de Geschillenraad de door deze aangewezen stukken en klank- of beeldmateriaal omtrent de betrokken uitzending te laten geworden, samen met de namen en adressen van de personen die bij de conceptie, de productie of de uitzending van het programma betrokken waren.
Bij ontvangst van die gegevens of wanneer de omroep in gebreke is gebleven, na afloop van de termijn van acht dagen, kan de voorzitter, zo nodig na samenroeping van de Geschillenraad, de personen aanduiden die door de Geschillenraad zullen worden gehoord en stelt hij de dag vast waarop zulks zal geschieden.
Er zijn ten minste vijftien dagen tussen de oproeping en de dag waarop wordt gehoord.
Art. 4.De klacht wordt op tegenspraak behandeld op de dag die door de voorzitter voor het horen is vastgesteld.
De betrokkenen worden ervan in kennis gesteld dat zij hun middelen en grieven tevens schriftelijk kunnen doen gelden en zich mogen laten bijstaan door een raadsman.
De zitting is openbaar tenzij de Geschillenraad anders beslist.
Art. 5.De beslissingen van de Geschillenraad waarbij over een klacht uitspraak wordt gedaan, zijn met redenen omkleed. Zij worden meegedeeld aan het Vlaams Parlement, de Vlaamse regering, de klager en de betrokken omroep.
Art. 6.Alle geschriften die overeenkomstig de bepalingen van dit reglement aan een termijn gebonden zijn, worden bij een ter post aangetekende brief verzonden.
Voor de berekening van de termijnen heeft de datum van het postmerk bewijskracht zowel voor de verzending als voor de ontvangst van de geschriften. Is de laatste dag van de termijn een zaterdag, een zondag, een wettelijke feestdag of een sluitingsdag van de postdiensten, dan wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
Tijdens de maanden juli en augustus worden alle termijnen opgeschort, met uitzondering van de termijn van vijftien dagen bepaald in artikel 116octiesdecies van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, waarnaar in artikel 2, 1°, van dit reglement wordt verwezen.
Art. 7.De Geschillenraad beslist over elk incident dat bij de behandeling van een klacht kan rijzen. HOOFDSTUK II. - Werking van de Geschillenraad
Art. 8.Benevens een voorzitter kiest de Geschillenraad uit zijn leden een ondervoorzitter. De stemming is geheim wanneer ten minste vier leden erom verzoeken.
Wanneer de voorzitter belet of verhinderd is, wordt hij vervangen door de ondervoorzitter. Zo beiden belet of verhinderd zijn, worden zij vervangen door het in leeftijd oudste lid.
Art. 9.De Geschillenraad wordt bij gewone brief door de voorzitter samengeroepen. De oproeping vermeldt de agenda. Wanneer ten minste drie leden erom verzoeken, moet de voorzitter de Geschillenraad samenroepen.
Art. 10.De Geschillenraad vergadert geldig wanneer ten minste vijf leden aanwezig zijn.
Art. 11.De Geschillenraad beslist met gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.
Een sanctie kan evenwel niet worden opgelegd of voorgesteld dan met de instemming van ten minste vijf leden van de Geschillenraad.
Art. 12.De voorzitter leidt de debatten en de beraadslagingen.
Art. 13.Van elke vergadering wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt opgesteld door de ambtenaar die de Vlaamse regering ter beschikking van de Geschillenraad stelt. Het verslag wordt op de eerstvolgende vergadering goedgekeurd.
Art. 14.De artikelen 828 en 829, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing wanneer de vergadering de behandeling van of de beraadslaging over een klacht betreft.
Art. 15.De Geschillenraad kan te allen tijde een beroep doen op een deskundige. De Geschillenraad beslist over de aan de deskundige uit te keren vergoeding.
Art. 16.De beslissingen van de Geschillenraad worden ondertekend door de voorzitter en de ambtenaar bedoeld in artikel 13.
Art. 17.De leden van de Geschillenraad hebben zwijgplicht omtrent de verklaringen en feiten waarvan zij naar aanleiding van een klacht kennis krijgen.
Art. 18.De Geschillenraad heeft zijn zetel en houdt zijn vergaderingen in Brussel in het lokaal ter beschikking gesteld door de bevoegde Vlaamse minister of zijn gemachtigde.
Art. 19.Tenzij de Geschillenraad anders beslist, wordt hij bij de overheid vertegenwoordigd door zijn voorzitter.
Art. 20.In juni van elk jaar maakt de Geschillenraad een raming op van de uitgaven van het volgende jaar. HOOFDSTUK III. - Slotbepaling
Art. 21.Het reglement van orde en procedure van de Vlaamse Geschillenraad voor Radio en Televisie van 12 juni 1996 wordt opgeheven.
Aldus vastgesteld te Brussel op 17 mei 2000.
De ambtenaar van de afdeling Media en Film, K. De Keyser.
De Voorzitter, O. Grawet.