BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Ministeriële omzendbrief. - Inhoud en modaliteiten van het bevorderingsexamen van een procedure tot de graad van luitenant Deze omzendbrief is bestemd voor de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (hierna "DBDMH").

Deze omzendbrief vernietigt de omzendbrief van 9 november 2020 met betrekking tot de inhoud en de modaliteiten van het bevorderingsexamen van een procedure tot de graad van luitenant.

De directieraad van de DBDMH heeft op 20 juni 2023 beslist om een bevorderingsprocedure tot de graad van luitenant te lanceren in uitvoering van het personeelsplan van de DBDMH van 4 mei 2023.

In toepassing van artikel 58 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH, bepaalt de functioneel bevoegde minister de inhoud en de modaliteiten van deze bevorderingsproeven zolang de minister van Binnenlandse Zaken de inhoud van de bevorderingsproeven van het federaal statuut zelf niet heeft vastgelegd.

In toepassing van artikel 54, § 1, 1° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH, worden enkel kandidaten toegelaten tot het bevorderingsexamen die voldoen aan de opleidingsverplichtingen en meer specifiek alle verplichte opleidingen, waaronder de opleiding diversiteit, hebben gevolgd.

Het bevorderingsexamen (hierna "examen" genoemd), dat bestaat uit bekwaamheidstesten, heeft tot doel de technische en gedragsmatige capaciteiten van de kandidaat te beoordelen in relatie tot de functies die moeten worden uitgevoerd door de personeelsleden die houder zijn van de graad van luitenant. De beschrijvingen van deze functies zijn opgenomen als bijlage bij de oproep tot kandidaatstelling.

Het examen bestaat uit vier delen. De gedetailleerde beschrijvingen van de verschillende onderdelen worden beschreven in de oproep tot kandidaatstelling die via dienstnota gepubliceerd wordt. Voor elk deel van het examen moet men slagen met ten minste 50 % van de punten (12,5/25). Als dit niet het geval is, wordt de kandidaat uitgesloten van het examen en kan deze niet deelnemen aan het volgende deel van het examen. Aan het einde van het examen, moet de kandidaat in totaal ten minste 60 % van de punten (60/100) hebben behaald op alle onderdelen. 1ste deel: Synthese-oefening Het eerste deel is een samenvatting van een artikel van technische of wetenschappelijke aard met betrekking tot preventie.

De test is bedoeld om het vermogen van de kandidaat te beoordelen om complexe en technische informatie te begrijpen en om een zin van synthese aan te tonen door het opstellen van een advies.

De test duurt 60 minuten en wordt geëvalueerd op 25 punten. Om te slagen voor het 1ste deel van het examen, moet de kandidaat ten minste 50 % van de punten behalen (12,5/25). 2de deel: Voorbereiding en presentatie van een operationeel dossier Het tweede deel bestaat uit het opstellen van een schriftelijk dossier voor de presentatie van een project ter verbetering van de operationele interventieprocedures. Dit schriftelijk dossier moet mondeling worden verdedigd, vergezeld van een PowerPoint-presentatie.

De procedure moet door de kandidaat worden gekozen uit een vooraf door de organisatoren van de test opgestelde lijst van onderwerpen.

De kandidaat zal gevraagd worden om zijn voorgestelde verbetering van de operationele interventieprocedure te verdedigen voor de examenjury tijdens een presentatie van maximum 15 minuten, gevolgd door een vraag- en antwoordsessie over de presentatie van maximum 15 minuten.

De test heeft tot doel te evalueren in hoeverre de kandidaat in staat is om de verschillende elementen van het beheer van een project (planning, samenstelling van het team, uitvoering, follow-up, reporting,...) in aanmerking te nemen.

De mondelinge verdediging duurt 30 minuten en wordt geëvalueerd op 25 punten. Om te slagen voor het 2de deel van het examen, moet de kandidaat ten minste 50 % van de punten behalen (12,5/25). 3de deel: Operationele bekwaamheidstest Het derde deel bestaat uit een mondeling onderhoud zonder voorbereiding in de vorm van vragen/antwoorden waarbij de kandidaat wordt onderworpen aan een simulatie van een operationele interventie.

Het scenario van de interventie wordt op de dag van de test uitgeloot wanneer het door de jury wordt ontvangen.

De test is bedoeld om het vermogen van de kandidaat te beoordelen om de rol van luitenant te vervullen overeenkomstig de beschrijvingen (Adj-Dir-Bw, Luitenant).

De test duurt 30 minuten en wordt geëvalueerd op 25 punten. Om te slagen voor het 3de deel van het examen, moet de kandidaat ten minste 50 % van de punten behalen (12,5/25). 4e deel: Gesprek "administratief beheer" Het vierde deel bestaat uit een mondeling gesprek zonder voorbereiding in de vorm van vragen/antwoorden over de verschillende reglementeringen die een luitenant mogelijk moet toepassen (kennis van de wetgeving, administratief beheer door de luitenanten).

De test heeft tot doel te beoordelen of de kandidaat in staat is om het administratief beheer van een dienst op zich te nemen (relatie met de medewerkers, naleving van het arbeidsreglement, van de interne procedures,...).

De test duurt 30 minuten en wordt geëvalueerd op 25 punten. Om te slagen voor het 4de deel van het examen, moet de kandidaat ten minste 50 % van de punten behalen (12,5/25).

Elk deel wordt door de jury op 25 punten gequoteerd. Daartoe geeft elk jurylid een score op 5. De som hiervan geeft de score van de jury voor het desbetreffende deel weer.

De scores van de verschillende delen worden op 100 punten getotaliseerd, wat het mogelijk maakt om de totaalscore te bepalen.

De bevorderingstest wordt als geslaagd beschouwd wanneer de kandidaat 60 % van de punten voor alle delen van de bevorderingstest behaalt.

Brussel, 22 november 2023.

S. GATZ, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel