Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 19 oktober 2023

Ministeriële omzendbrief van 12 september 2023 betreffende het beginpunt van de beroepstermijn bij de Gewestelijke Kamer van Beroep tegen een eindrapport van een stage Aan de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die vallen onder he Dames en Heren leidende ambtenaren, Nagestreefde doelstelling Met deze omzendbrief wil de min(...)

bron
gewestelijke overheidsdienst brussel openbaar ambt
numac
2023045583
pub.
19/10/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Ministeriële omzendbrief van 12 september 2023 betreffende het beginpunt van de beroepstermijn bij de Gewestelijke Kamer van Beroep tegen een eindrapport van een stage Aan de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die vallen onder het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, alsook aan de instellingen die vallen onder het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en aan de andere instellingen waarvan het statuut, bepaald door de Regering, een bepaling bevat die identiek is aan de hierna vermelde artikelen.

Dames en Heren leidende ambtenaren, Nagestreefde doelstelling Met deze omzendbrief wil de minister van Openbaar Ambt aangeven wanneer de beroepstermijn bij de gewestelijke Kamer van Beroep begint te lopen, om te voorkomen dat de regels op dit gebied verkeerd worden geïnterpreteerd of toegepast, zowel door personeelsleden van openbare diensten en gewestelijke instellingen van openbaar nut als door de instellingen zelf.

Artikel 1.Problematiek: § 1 Er is opgemerkt dat er behoefte is aan een verduidelijking van de regels in de statuten van de gewestelijke overheidsdiensten en de instellingen van openbaar nut van 2018 met betrekking tot het beginpunt van de beroepstermijn bij de Gewestelijke Kamer van Beroep.

Het lijkt erop dat de datum waarop beroepstermijn begint te lopen fout geïnterpreteerd kan worden, waarbij de termijn pas zou beginnen lopen vanaf het moment waarop de stagiair in kennis wordt gesteld van het beslissingsvoorstel van de directeur-generaal in het geval van een ongunstig eindrapport.

Het gevolg van een dergelijke interpretatie, die niet in overeenstemming is met de wettelijke vereisten, is dat een beroep van een personeelslid niet-ontvankelijk kan worden verklaard door de Gewestelijke Kamer van Beroep omdat het te laat is.

De gevolgen van een dergelijke beslissing van de Gewestelijke Kamer van Beroep zijn velerlei.

Ten eerste zou het betrokken personeelslid geen kans krijgen om zijn of haar zaak te verdedigen.

Ten tweede zou het niet of te laat aantekenen van beroep, wanneer een intern georganiseerde beroepsprocedure is voorzien in een regelgevende tekst, zoals hier het geval is, leiden tot de niet-ontvankelijkheid van een later beroep bij de Raad van State met betrekking tot dezelfde kwestie.

Tot slot kunnen de adviezen en beslissingen van de Gewestelijke Kamer van Beroep een grote impact hebben op de carrière van een personeelslid, dus het is absoluut noodzakelijk dat elk personeelslid beroep kan aantekenen als dat nodig is.

Het is daarom belangrijk om ervoor te zorgen dat de regels voor beroep bij de Gewestelijke Kamer van Beroep door iedereen duidelijk worden begrepen en uniform worden toegepast.

Voor een goed begrip van deze omzendbrief, is het belangrijk om het 'GOB-Statuut' te beschouwen als het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, en het ION-statuut te beschouwen als het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Bij bovengenoemd probleem moet worden opgemerkt dat er momenteel een wijziging van de Statuten wordt voorbereid om de betreffende procedure te wijzigen, met name door het beginpunt van de beroepstermijn voor personeelsleden te verduidelijken § 2 In overeenstemming met artikels 2/1 van de GOB- en ION-Statuten: a) de kennisneming of kennisgeving van een betwiste beslissing gebeurt: - hetzij middels de afgifte tegen een gedateerd en getekend ontvangstbewijs; - hetzij middels aangetekende zending; - hetzij middels aangetekende zending met ontvangstbewijs.

Bij verlof, afwezigheid of beschikbaarheid, betekent dit dat de beslissing "meegedeeld" moet worden, wat op elke manier kan gebeuren (ook mondeling) en bewezen moet kunnen worden met alle rechtsmiddelen. b) de beroepstermijn begint te lopen: - wanneer de kennisgeving is gebeurd bij afgifte tegen een getekend en gedateerd ontvangstbewijs, vanaf de dag volgend op de afgifte, en deze dag is inbegrepen in de termijn; - wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende zending, vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de brief, en is die dag inbegrepen in de termijn; - wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende zending met ontvangstbewijs, vanaf de eerste dag die volgt op de dag van ontvangst van de brief, en deze eerste dag is inbegrepen in de termijn.

De datum van de poststempel geldt als bewijs van verzending, ontvangst of weigering. c) de beroepstermijn: - omvat alle dagen van de week, inclusief zaterdagen, zondagen en feestdagen, wanneer de GOB- en ION-statuten de termijn uitdrukken in "dagen"; - omvat alle dagen van de week, behalve zaterdagen, zondagen en feestdagen, wanneer de GOB- en ION-statuten de termijn uitdrukken in "werkdagen"; - omvat in beide bovengenoemde gevallen de vervaldag. Wanneer de vervaldag evenwel een zaterdag, een zondag of een feestdag is, wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Als deze dag valt tussen 25 december en 1 januari, wordt hij verplaatst naar de eerstvolgende werkdag na 1 januari.

Art. 2.Toepassingen: Geval nr. 1: beroep tegen een ongunstig eindrapport van een stage Overeenkomstig artikel 67 van het GOB-statuut en artikel 60 van het ION-statuut hebben stagiairs 15 dagen de tijd, gerekend vanaf de datum waarop zij het eindrapport of het ongunstig rapport hebben ontvangen, om beroep aan te tekenen.

Deze termijn van 15 dagen gaat in op de datum waarop de stagiair door zijn stagebegeleider in kennis is gesteld van het ongunstige eindrapport, overeenkomstig artikel 62, tweede lid, van het GOB-Statuut en artikel 55, tweede lid, van het ION-Statuut.

Er moet worden opgemerkt dat deze termijn samenvalt met de periode van 15 dagen die de stagiair krijgt om eventuele opmerkingen te maken.

Geval nr. 2: beroep tegen ontslag van een stagiair wegens zware fout Overeenkomstig artikel 67 van het GOB-statuut en artikel 60 van het ION-statuut hebben stagiairs die ontslag krijgen wegens zware fout 15 dagen de tijd, gerekend vanaf de datum waarop zij het eindrapport of het ongunstig rapport hebben ontvangen, om beroep aan te tekenen.

Hiermee wordt het rapport bedoeld dat overeenkomstig artikel 66, vierde lid, van het GOB-Statuut en artikel 59, vierde lid, van het ION-Statuut door de stagebegeleider wordt opgesteld na afloop van het gesprek met de stagiair. De beroepstermijn gaat in op het moment dat de stagiair op de hoogte wordt gesteld van het rapport.

Geval nr. 3: beroep tegen een beoordeling van het type "onvoldoende" of "onder voorbehoud" na een evaluatiegesprek Overeenkomstig artikel 148 van het GOB-Statuut en artikel 141 van het ION-Statuut beschikt een personeelslid dat een beoordeling van het type "onvoldoende" of "onder voorbehoud" heeft ontvangen over een termijn van 20 dagen vanaf de datum waarop hij of zij kennis heeft genomen van de betwiste beoordeling.

Die kennisname is de datum waarop het personeelslid, in overeenstemming met artikel 143 van het GOB-Statuut en artikel 136 van het ION-Statuut, bevestigt het beoordelingsrapport te hebben ontvangen, waarbij hij of zij er eventuele opmerkingen aan toevoegt.

Als het personeelslid het rapport weigert te bevestigen, wordt het hem of haar aangetekend toegestuurd en wordt de datum van ontvangst berekend overeenkomstig de bepalingen van artikels 2/1 van de GOB- en ION-Statuten.

Geval nr.4: beroep inzake verlof, afwezigheid en beschikbaarheid Overeenkomstig artikel 272 van het GOB-Statuut en artikel 265 van het ION-Statuut beschikt een personeelslid dat beroep wil aantekenen tegen een afwijzing van een aanvraag van verlof, afwezigheid of beschikbaarheid over een termijn van 10 dagen vanaf de datum waarop hij of zij in kennis is gesteld van de weigeringsbeslissing van zijn of haar verzoek.

Geval nr. 5: beroep inzake tuchtaangelegenheden Overeenkomstig artikel 300 van het GOB-Statuut en artikel 293 van het ION-Statuut beschikt een personeelslid tegen wie een tuchtmaatregel is voorgesteld over een termijn van 20 dagen vanaf de datum van kennisgeving van de voorgestelde straf.

Geval nr. 6: beroep tegen schorsing in het belang van de dienst Overeenkomstig artikel 319 van het GOB-Statuut en artikel 312 van het ION-Statuut heeft een personeelslid dat wordt geschorst in het belang van de dienst acht dagen de tijd om beroep aan te tekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing tot schorsing in het belang van de dienst.

Brussel, 13 september 2023.

De Minister van Openbaar Ambt, S. GATZ

^