gepubliceerd op 11 juli 2008
Omzendbrief nr. 584. - Informatie inzake de personeelsenveloppe en het personeelsplan 2008
FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE
1 JULI 2008. - Omzendbrief nr. 584. - Informatie inzake de personeelsenveloppe en het personeelsplan 2008
Aan de Federale Overheidsdiensten, de Programmatorische Federale Overheidsdiensten en de Diensten die ervan afhangen Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mevrouw de Staatssecretaris, Mijnheer de Staatssecretaris, De personeelsenveloppe, ingevoerd in 2003, blijft de basis voor de personeelsplannen en dus voor het wervingsbeleid van elke FOD/POD. De nieuwe richtlijnen inzake personeelsenveloppe en -plan die in de omzendbrief nr. 574 van 9 juli 2007 (Belgisch Staatsblad van 23 juli 2007) werden vastgelegd, blijven onverminderd van toepassing.In het bijzonder werd hierin de invoering van een meerjarenenveloppe aangekondigd om de diensten toe te laten een strategisch personeelsplan vanaf 2009 op te maken.
Het koninklijk besluit van 9 juli 2007 betreffende de controle op de uitvoering van het personeelsplan door de Inspectie van Financiën (Belgisch Staatsblad van 23 juli 2007) laat een vereenvoudiging van de wervingsprocedures toe van zodra de geaccrediteerde inspecteur van Financiën zijn akkoord gegeven heeft over het maandelijkse rapporteringssysteem van de FOD/POD. 1. Personeelsenveloppe 2008 Bijgevoegd is een tabel met een overzicht van de personeelsenveloppe voor 2008 voor elke FOD/POD. Deze personeelsenveloppe is opgebouwd uit de personeelskredieten van de begroting 2008 en de trekkingsrechten op de interdepartementale provisie. De personeelskredieten 2008 zijn gebaseerd op de ordonnanceringen van begrotingsjaar 2007, vermeerderd met de index en de technische correcties aangebracht tijdens de bilaterale vergaderingen van januari en februari 2008.
Deze personeelsenveloppe vormt het budgettair kader waarbinnen in 2008 de personeelsplannen kunnen worden uitgevoerd.
Bij de uitvoering van de acties van het personeelsplan 2007 of van het personeelsplan 2008 (cf. infra) : -moet ervoor worden gezorgd dat de personeelsuitgaven binnen de personeelsenveloppe 2008 blijven; - mogen de acties van de bovenvermelde personeelsplannen er niet toe leiden dat de personeelsuitgaven 2009 (voor 2009 moet er rekening worden gehouden met de structurele kost van de acties aan 12/12-den), hoger zouden zijn dan de personeelskredieten 2008 verhoogd met het effect van de indexering, en - moet er rekening worden gehouden met de impact van de indexaanpassingen in 2008.
Bij de berekening van de budgettaire marge voor 2009 moet ervoor worden gezorgd dat de aanwervingen van 2008, na op 12/12-den gebracht te zijn, kunnen worden opgevangen binnen de personeelsenveloppe 2008 (= de personeelskredieten 2008 en, in voorkomend geval, de trekkingsrechten op de interdepartementale provisie, cf. bijgevoegde tabel). 2. Personeelsplan Twee gevallen kunnen worden onderscheiden : 2.1. Het personeelsplan 2007 verder uitvoeren Indien het gewenste personeelseffectief, zoals bepaald in het personeelsplan 2007 nog steeds beantwoordt aan de behoeften van de organisatie, dan kan het personeelsplan 2007 verder worden uitgevoerd.
Twee soorten gegevens moeten hierbij in kaart worden gebracht : 1. het reële personeelseffectief (= AS IS)*, het gewenste personeelseffectief 2007 (= TO BE) en de kloof tussen beide;2. de beschikbare budgettaire marge** in 2008 en in 2009. Binnen de grenzen (aantal VTE en budgettaire marge) kan elke organisatie zelf de geplande acties uit het personeelsplan 2007 aanpassen in functie van de gewijzigde prioriteiten voor 2008.
Voor de berekening van de budgettaire marge T wordt de enveloppe 2008 als uitgangspunt genomen; dit geldt eveneens voor de budgettaire marge Ts. Dit betekent dus dat de impact van de indexaanpassingen in 2008 is opgenomen in de reële kost voor het boekjaar (loonkost T). De structurele kost in 12/12-den (loonkost Ts) wordt uitgedrukt aan de index van 2008.
De bovenvermelde gegevens moeten samen met de geplande acties voor advies worden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën. Deze gegevens vormen tevens de basiselementen voor een maandelijkse rapportering aan de inspecteur van Financiën. 2.2. Een personeelsplan 2008 opmaken Indien het gewenste personeelseffectief (= TO BE), zoals voorzien in het personeelsplan 2007 niet meer beantwoordt aan het gewenste personeelseffectief voor 2008, dan wordt een nieuw personeelsplan 2008 opgemaakt en voor akkoord ingediend.
Bij de opmaak ervan gelden uiteraard de richtlijnen in bovenvermelde rubrieken 1 en 2.1. betreffende de budgettaire marges en de berekening van kostprijzen.
In afwachting van de goedkeuring van het nieuwe personeelsplan kan het personeelsplan 2007 verder worden uitgevoerd onder bovenvermelde voorwaarden en voor zover er geen acties worden beslist die in tegenspraak zouden zijn met het personeelsplan 2008. 3. Minimumvereisten personeelsplannen 2008 De FODs/PODs die een nieuw personeelsplan voor 2008 indienen, gebruiken de tabellen die opgenomen zijn in de bijlagen aan de omzendbrief nr.574.
Het personeelsplan 2008 van de FODs/PODs moet minimaal aan volgende vereisten voldoen : - de tabellen vervat in de bijlagen 1, 2, 3a, 4a en 4b aan de omzendbrief nr. 574 moeten volledig worden ingevuld; - de gegevens moeten worden weergegeven volgens de indeling aangegeven in de tabellen; - de methodologie van de globale raming van de personeelskost die de FODs/PODS tot nu toe hebben toegepast (cf. bovenvermelde rubrieken 1 en 2.1.) moet worden gerespecteerd; - de invulling van de bijlage 3b aan de omzendbrief nr. 574 kan zich beperken tot de vermelding van de geraamde « Betalingen CDVU » en « Eigen betalingen » in de kolommen T en Ts van de tabel « 1 Algemene situatie », tenzij de FODs/PODs meer gedetailleerde berekeningen kunnen geven.
De tabellen in Excel-formaat kunnen bij de Dienst Planning & Selectie van de FOD P&O worden verkregen. * Voor het reële personeelseffectief (= AS IS) geldt 1 december 2007 als vertrekpunt, maar dit is een evolutief gegeven, dat constant moet worden opgevolgd. ** Met budgettaire marge wordt bedoeld het verschil tussen de loonmassa van de personeelsleden die maandelijks worden betaald, en de personeelsenveloppe.
De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. I. VERVOTTE De Staatssecretaris voor Begroting, M. WATHELET
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld