Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 28 juni 2001

Omzendbrief nr. 17 aangaande het beheer, door het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van de gebieden van gewestelijk belang 1, 2, 3, 5, 7, 8 en 12 van het gewestelijk bestemm(...) Inhoud VOORWOORD I. VERKLARING VAN DE VOORNAAMSTE TERMEN DIE IN DEZE OMZENDBRIEF WORDEN GEBR(...)

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031191
pub.
28/06/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


Omzendbrief nr. 17 aangaande het beheer, door het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van de gebieden van gewestelijk belang (GGB) 1, 2, 3, 5, 7, 8 en 12 van het gewestelijk bestemmingsplan dat door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd goedgekeurd op 3 mei 2001 Inhoud VOORWOORD I. VERKLARING VAN DE VOORNAAMSTE TERMEN DIE IN DEZE OMZENDBRIEF WORDEN GEBRUIKT II. PRINCIPES A. Het beheer van de GGB's en de bijzondere bestemmingsplannen (BBP) B. De stedenbouwkundige attesten C. Toepassingscriteria voor het saldo D. Informatie ten behoeve van de burgers E. Informatie ten behoeve van de overheden en controle van het saldo van het GGB III. RICHTLIJNEN VAN TOEPASSING OP DE STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGEN A. Invoering van een systeem voor het beheer van het saldo van het GGB 1. Het beheer van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en van het GGB 2.De verrekening in geval van de creatie van kantooroppervlakten 3. De verrekening bij het opheffen van vloeroppervlakten voor kantoren B.Toepassing van het beheersysteem voor het saldo van het GGB. IV. RICHTLIJNEN VAN TOEPASSING OP DE VERKAVELINGSVERGUNNINGEN Aan het College van Burgemeester en schepenen, Aan de gemachtigde ambtenaren, Aan het Stedenbouwkundig College, Aan de overheden die bevoegd zijn inzake de afgifte van stedenbouwkundige of verkavelingsvergunningen, Aan de Diensten Stedenbouw en Planning van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, VOORWOORD De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest keurde op de 3 mei 2001 het gewestelijk bestemmingsplan (G.B.P.) goed.

Voorschrift 18, 5de lid van de bijzondere voorschriften van het plan stipuleert : « De gebieden van gewestelijk belang 1, 2, 3, 5, 7, 8 en 12 bepalen in hun programma een saldo van toelaatbare kantooroppervlakten bovenop de bestaande kantoren op de dag van de inwerkingtreding van het plan. Het saldo van toelaatbare kantoren bepaald in het programma van deze gebieden van gewestelijk belang wordt op volgende wijze bijgewerkt : 1° Voor de handelingen en werken die betrekking hebben op de realisatie van kantoren : a) worden afgetrokken van dit saldo, de vloeroppervlakten toegelaten in de verleende stedenbouwkundige of verkavelingsvergunningen die het voorwerp niet meer kunnen uitmaken van een georganiseerd administratief beroep en/of van een schorsing door de gemachtigde ambtenaar en van een vernietiging door de Regering en die bovendien, in de hypothese van een gemengd project, het voorwerp zijn van een definitieve milieuvergunning;b) worden afgetrokken van dit saldo, de vloeroppervlakten die de vergunningsaanvrager mag realiseren in toepassing van de artikelen 137, tweede lid en 151, derde lid van de ordonnantie houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;c) het saldo bijgewerkt zoals bepaald in a) en in b) wordt ofwel behouden bij de effectieve realisatie van het project, ofwel gewijzigd in geval van niet-realisatie van het project bij het verstrijken van de geldigheidstermijn van de verleende vergunning. 2° Voor de handelingen en werken voor weghaling van kantoren wordt het saldo bijgewerkt na de effectieve realisatie van het project, door optelling van de vloeroppervlakten waarvan de schrapping werd toegelaten door de stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning of door toepassing van de artikelen 137 tweede lid en 151 derde lid van de ordonnantie houdende organisatie van de planning en de stedenbouw.'' De kantoorvloeroppervlaktesaldi die door elk programma zijn vastgelegd, worden omschreven als volgt : - GGB 1 : De toename van de voor kantoren bestemde vloeroppervlakte ten opzichte van de bestaande kantoren bij de invoegetreding van het plan, is beperkt tot 150.000 m2.

Dit vertegenwoordigt dus een saldo van 150.000 m2 kantoren bovenop de kantoren die bestaan op de dag waarop het GBP in voege treedt. - GGB 2 : De toename van de voor kantoren bestemde vloeroppervlakte ten opzichte van de bestaande kantoren bij de invoegetreding van het plan, is beperkt tot 40.000 m2.

Dit vertegenwoordigt dus een saldo van 40.000 m2 kantoren bovenop de kantoren die bestaan op de dag waarop het GBP in voege treedt. - GGB 3 : De toename van de voor kantoren bestemde vloeroppervlakte ten opzichte van de bestaande kantoren bij de invoegetreding van het plan, is beperkt tot 27.000 m2.

Dit vertegenwoordigt dus een saldo van 27.000 m2 kantoren bovenop de kantoren die bestaan op de dag waarop het GBP in voege treedt. - GGB 5 : De voor kantoren bestemde vloeroppervlakte, met uitzondering van die die voortspruit uit de uitbreiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, mag niet toenemen met meer dan 2.000 m2 ten opzichte van de bestaande kantoren bij de invoegetreding van het plan.

Dit vertegenwoordigt dus een saldo van 2.000 m2 kantoren bovenop de kantoren die bestaan op de dag waarop het GBP in voege treedt, als men de kantoren buiten beschouwing laat die voortspruiten uit de uitbreiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. - GGB 7 : De toename van de voor kantoren bestemde vloeroppervlakte ten opzichte van de bestaande kantoren bij de invoegetreding van het plan, is beperkt tot 25.000 m2.

Dit vertegenwoordigt dus een saldo van 25.000 m2 kantoren bovenop de kantoren die bestaan op de dag waarop het GBP in voege treedt. - GGB 8 : De toename van de voor kantoren bestemde vloeroppervlakte ten opzichte van de bestaande kantoren bij de invoegetreding van het plan, is beperkt tot 6.000 m2.

Dit vertegenwoordigt dus een saldo van 6.000 m2 kantoren bovenop de kantoren die bestaan op de dag waarop het GBP in voege treedt. - GGB 12 : De stedelijke samenstelling van het geheel is bevorderlijk voor het gemengd karakter van de functies, organiseert de herontplooiing van de huisvesting langs de laan en stabiliseert de toestand van de kantoren in de situatie zoals die bestond bij de invoegetreding van het plan. Daardoor wordt de administratieve druk op het hele gebied niet meer vergroot.

Dit vertegenwoordigt dus een saldo van 0 m2 kantoren bovenop de kantoren die bestaan op de dag waarop het GBP in voege treedt.

Deze kantoorsaldi zullen evolueren naargelang de afgeleverde vergunningen, wanneer die de realisatie van nieuwe kantoren of de verdwijning van bestaande kantoren impliceren.

De toepassing van bijzonder voorschrift 18 en de actualisering van de saldi die vastgelegd zijn in de programma's van de GGB's in kwestie en de naleving van het gelijkheidsprincipe van de eigenaars en/of aanvragers van vergunningen, vereisen een gecentraliseerd en geactualiseerd beheer van de toelaatbare kantoorsaldi in elk GGB. Alleen op die manier kunnen de overheden die bevoegd zijn voor de aflevering van de stedenbouwkundige of verkavelingsvergunningen per GGB het saldo van de toelaatbare kantooroppervlakte kennen.

Deze omzendbrief wil de toepassing van bijzonder voorschrift 18 evenals het gecentraliseerd en geactualiseerd beheer van de toelaatbare kantoorsaldi in elk GGB organiseren door dat beheer toe te vertrouwen aan de diensten stedenbouw en planning van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting en door de invoering van een systeem voor samenwerking en informatie-uitwisseling tussen enerzijds die diensten en anderzijds de overheden die bevoegd zijn voor de aflevering van de stedenbouwkundige of verkavelingsvergunningen, zijnde de Colleges van Burgemeester en schepenen, de gemachtigde ambtenaar, het Stedenbouwkundig College en de Regering.

Om de doeltreffende werking van dat beheer te garanderen, zal een databank worden uitgebouwd die wordt beheerd door het bestuur en die via Internet geraadpleegd zal kunnen worden door de bevoegde overheden.

I. VERKLARING VAN DE VOORNAAMSTE TERMEN DIE IN DEZE OMZENDBRIEF WORDEN GEBRUIKT Voor de toepassing van deze omzendbrief dient te worden verstaan onder : 1. basissaldo : het saldo van toelaatbare kantoren zoals dat is vastgelegd in elk GGB-programma op de datum van invoegetreding van het GBP.2. saldo : het geactualiseerde saldo van de toelaatbare kantooroppervlakte;3. georganiseerde administratieve beroepen : de administratieve beroepen die worden georganiseerd door de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie en planning van de stedenbouw en door de ordonnantie van 5 juni betreffende de milieuvergunningen;4. het bestuur : de dienst stedenbouw en de dienst planning van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting;5. bevoegde overheid : de overheid die bevoegd is voor de aflevering van de stedenbouwkundige of verkavelingsvergunningen, zijnde het College van Burgemeester en schepenen, de gemachtigde ambtenaar, het Stedenbouwkundig College en de Regering. II. PRINCIPES A. Het beheer van de GGB's en de bijzondere bestemmingsplannen (BBP) 1. Een BBP wordt slechts impliciet opgeheven door het programma van een GGB als het meer kantoren toelaat dan wordt toegestaan door de som van het in het programma vastgelegde kantoorsaldo en de bestaande kantoren bij de invoegetreding van het plan. Daaruit volgt : 1.1. Wanneer het BBP meer kantoren toelaat dan het in het GGB-programma vastgelegde kantoorsaldo, maar minder kantoren dan wat wordt toegestaan door de som van het in het programma vastgelegde kantoorsaldo en de bestaande kantoren bij de invoegetreding van het plan, kunnen de stedenbouwkundige of verkavelingsvergunningen niet worden afgeleverd zolang het saldo niet de realisatie toelaat van de door het BBP voorziene voor kantoren bestemde vloeroppervlakten.

Met andere woorden, er zal een voldoende oppervlakte bestaande kantoren moeten verdwijnen opdat het saldo toereikend zou zijn om de door het BBP toegestane vloeroppervlakten te kunnen toelaten. 1.2. De naleving van het bijzonder voorschrift 18 en de programma's van de GGB's verbiedt de Regering niet om een basisdossier, een ontwerp van BBP of zelfs een BBP goed te keuren dat de bestemming van onroerende goederen toelaat voor kantooroppervlakten die worden beperkt door het programma van het GGB, wanneer het saldo niet de realisatie toelaat van alle oppervlakten op het moment van de goedkeuring van het basisdossier, het ontwerp van BBP of het BBP. In dat geval mag het BBP echter slechts worden uitgevoerd wanneer het saldo opnieuw toereikend wordt.

De Regering mag evenwel geen BBP goedkeuren dat meer kantoren toelaat dan wordt toegelaten door de som van het in het programma vastgelegde kantoorsaldo en de bestaande kantoren bij de invoegetreding van het plan. 2. Om dezelfde redenen als die die worden uiteengezet onder punt 1, zal een aanvraag van stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning die betrekking heeft op kantoren en beantwoordt aan de voorschriften van een BBP, toch moeten worden geweigerd indien het saldo ontoereikend is;wanneer diezelfde aanvraag later wordt ingediend, kan die worden goedgekeurd indien intussen het saldo toereikend is geworden.

B. De stedenbouwkundige attesten 1. De ingediende aanvragen van stedenbouwkundige attesten die betrekking hebben op handelingen en werken aangaande vloeroppervlakten voor kantoren die worden beperkt door bijzonder voorschrift 18, en de stedenbouwkundige attesten die worden afgeleverd na de onderzoeksprocedure van die aanvragen, hebben geen invloed op het saldo en reserveren a fortiori ook niet de gevraagde kantooroppervlakten die voorzien zijn in het stedenbouwkundig attest ten behoeve van de aanvrager en begunstigde van het stedenbouwkundig attest.2. De aanvragen van stedenbouwkundige attesten en de stedenbouwkundige attesten zijn niet onderworpen aan de richtlijnen van toepassing die worden uiteengezet in hoofdstuk III van de onderhavige omzendbrief.3. De bevoegde overheden die moeten beslissen over de aanvragen van stedenbouwkundige attesten met betrekking tot vloeroppervlakten voor kantoren die worden beperkt door bijzonder voorschrift 18 : - houden rekening met het geactualiseerde saldo op het moment waarop ze beslissen; - preciseren in het stedenbouwkundig attest dat het saldo waarmee rekening werd gehouden, kan evolueren tussen de datum van afgifte van het stedenbouwkundig attest en de datum van indiening van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, en de datum van afgifte van de stedenbouwkundige vergunning.

C. Toepassingscriteria voor het saldo Het ingevoerde systeem moet voorkomen dat men de eigenaars en/of aanvragers van vergunningen binnen eenzelfde GGB anders gaat behandelen, niet wegens kenmerken die inherent zijn aan de toestand, de aard of de precieze situatie van de grondpercelen, maar wegens hun geestdrift om het potentieel van het GGB uit te baten.

Hieruit volgt dat het feit dat men een aanvraag tot stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning indient voor kantooroppervlakten, niet als gevolg kan hebben dat die gevraagde kantooroppervlakte wordt gereserveerd ten gunste van de aanvrager.

Met dit systeem komt men dus tot een gecentraliseerd en geactualiseerd beheer van de kantoorsaldi, waarbij volgende principes worden gerespecteerd : - het programma van de GGB's geeft het saldo van de toelaatbare kantooroppervlakten aan op de dag van invoegetreding van het GBP, bovenop de bestaande kantoren in het GGB; - het saldo wordt geactualiseerd op grond van de afgeleverde stedenbouwkundige of verkavelingsvergunningen die niet meer het voorwerp kunnen uitmaken van een georganiseerd administratief beroep en/of een schorsing door de gemachtigde ambtenaar en een vernietiging door de Regering en die bovendien, in de hypothese van een gemengd project, het voorwerp hebben uitgemaakt van een definitieve milieuvergunning, met andere woorden een milieuvergunning die niet meer het voorwerp kan uitmaken van een georganiseerd administratief beroep; - het saldo wordt geactualiseerd wanneer de aanvrager van een vergunning, die toelating heeft verkregen om de handelingen en werken uit te voeren overeenkomstig artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS, de gemeentediensten per aangetekend schrijven heeft kennisgegeven van zijn beslissing om aan te vangen met de handelingen en werken en van de begindatum van de handelingen en werken; - het saldo dat werd geactualiseerd zoals hierboven aangegeven, wordt hetzij behouden wanneer de effectieve uitvoering van het project werd vastgesteld door de gemeentediensten, of gewijzigd indien het project niet wordt uitgevoerd; - in de hypothese dat een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning een vermindering van de kantooroppervlakte toelaat, wordt het saldo slechts geactualiseerd nadat door de gemeentediensten werd vastgesteld dat de werken daadwerkelijk werden uitgevoerd.

D. Informatie ten behoeve van de burgers 1. De informatie aangaande de aanvragen tot stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning die betrekking hebben op kantooroppervlakten voor een goed dat is opgenomen in een GGB en de informatie aangaande de evolutie van het basissaldo kunnen door elke derde en/of aanvrager van een vergunning verkregen worden bij de stedenbouwkundige diensten van de gemeente.2. De stedenbouwkundige inlichtingen bedoeld door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 januari 1995 dienen, wat betreft de voorwaarden waaraan een bouwproject zou worden onderworpen, te vermelden dat een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning voor de kantooroppervlakten slechts kan worden afgeleverd voor zover op het moment van de afgifte van de vergunning het geactualiseerde saldo de verwezenlijking van de aangevraagde kantooroppervlakten toelaat. E. Informatie ten behoeve van de overheden en controle van het saldo van het GGB Naast de raadpleging van het toelaatbare kantoorsaldo, aangepast zoals onder punt D dient te worden voorzien in een systeem waarmee de overheden die bevoegd zijn inzake de afgifte van stedenbouwkundige of verkavelingsvergunningen : - geïnformeerd kunnen worden over het bestaan van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning voor een goed dat is ingeschreven in een GGB en waarbij de bedoeling bestaat om kantoren te vestigen; - het saldo in elk programma kunnen actualiseren.

Hiertoe wordt voorzien in de uitwerking van : 1. een identificatiefiche, per stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning, die wordt beheerd door de dienst stedenbouw van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting;2. een systeem voor de controle en actualisering van de saldi, door de uitwerking van een identificatiefiche van het GGB, die wordt beheerd door de dienst planning van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting. III. RICHTLIJNEN VAN TOEPASSING OP DE STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGEN A. Invoering van een systeem voor het beheer van het saldo van het GGB 1. Het beheer van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en van het GGB 1.1. De identificatiefiche van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning De identificatiefiche van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot kantooroppervlakten vermeldt : - het nummer van het GGB waarin het goed gelegen is; - het politieadres van het onroerend goed; - de bestaande rechtstoestand en feitelijke toestand van het onroerend goed; - de vloeroppervlakten voor kantoren die het voorwerp uitmaken van de aanvraag; - desgevallend, de bestaande vloeroppervlakte voor kantoren in het gebouw; - desgevallend, de vermelding van het gemengd karakter van het project; - desgevallend, de vermelding van de onderwerping van de aanvraag aan speciale regelen van openbaarmaking; - de datum van afgifte van de stedenbouwkundige vergunning en de vervaldatum ervan; - desgevallend, de vermelding van de georganiseerde administratieve beroepen die werden ingediend met betrekking tot de vergunning; - desgevallend, de vermelding van een schorsing van de vergunning door de gemachtigde ambtenaar; - de vergunning die werd afgeleverd ingevolge het of de georganiseerde administratieve beroep(en); - de vergunning waarvan de schorsing is opgeheven, in toepassing van artikel 126, 3de lid, van de OOPS; - de vergunning die werd vernietigd in toepassing van artikel 126, 1ste lid, van de OOPS; - de datum van afgifte van de definitieve vergunning en de kantooroppervlakten die door die vergunning worden toegestaan; - de handelingen en werken die zijn toegestaan krachtens artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS; - in het geval van een stedenbouwkundige vergunning die tot doel heeft kantooroppervlakten weg te halen, de datum waarop de werken daadwerkelijk zijn uitgevoerd.

Deze fiche wordt beheerd door de dienst stedenbouw van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting. 1.2. De identificatiefiche van het GGB : Elk GGB van de kaart maakt het voorwerp uit van een identificatiefiche die volgende elementen vermeldt : - het nummer van het GGB; - het basissaldo; - het geactualiseerde saldo; - de definitief afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen; - de datum van kennisgeving door de aanvrager van de vergunning van zijn beslissing om aan te vangen met de handelingen en werken die zijn toegestaan in toepassing van artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS, en de begindatum van de handelingen en werken; - de vaststelling van de daadwerkelijke verwezenlijking van de werken door de gemeentediensten; - de beslissingen tot verlenging van de stedenbouwkundige vergunning; - de vervallen stedenbouwkundige vergunningen; 1.3. De inzameling van de informatie gebeurt door : - de stedenbouwkundige dienst van de gemeente; - de gemachtigde ambtenaar, handelend op grond van aanhangigmaking; - de gemachtigde ambtenaar, bij de indiening van een aanvraag door een publiekrechtelijk persoon of betreffende werken van openbaar nut; - het Stedenbouwkundig College; - de Regering. 1.4. De informatie over elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot kantooroppervlakten dient door de gemeentediensten te worden overgemaakt aan de dienst stedenbouw van het bestuur de dag na de aflevering van het ontvangstbewijs en, bij ontstentenis daarvan, de 11e dag na de indiening van de aanvraag.

De informatie over de georganiseerde administratieve beroepen die zijn ingediend en over de schorsing van de vergunning door de gemachtigde ambtenaar dient te worden overgemaakt aan de dienst stedenbouw van het bestuur de dag na de indiening van het beroep of de schorsing.

De informatie over de beslissingen die worden genomen bij beroepen, dient te worden overgemaakt aan de dienst stedenbouw van het bestuur de dag nadat de beslissingen daadwerkelijk werden genomen.

De Regering zal de dienst stedenbouw van het bestuur informeren over : - de handelingen en werken die zijn toegestaan krachtens artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS, de dag na het verstrijken van de termijn van 30 dagen die ingaat op de datum van kennisgeving van de herinneringsbrief; - de vergunningen waarvan de schorsing is opgeheven in toepassing van artikel 126, 3de lid, van de OOPS. 1.5. De dienst stedenbouw van het bestuur zal de dienst planning van het bestuur informeren over : - elke definitieve beslissing tot toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, met name : - de stedenbouwkundige vergunning die niet meer het voorwerp kan uitmaken van een georganiseerd administratief beroep; - in het geval van een gemengd project, de stedenbouwkundige vergunning die het voorwerp heeft uitgemaakt van een definitieve milieuvergunning; - de informatie over de handelingen en werken die zijn toegestaan krachtens artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS; - de vergunningen waarvan de schorsing werd opgeheven in toepassing van artikel 126, 3de lid, van de OOPS; 1.6. De bevoegde overheden dienen de dienst planning van het bestuur op de hoogte te brengen van : - elke aanvraag tot verlenging van de stedenbouwkundige vergunning, de dag na ontvangst van die aanvraag; - elke beslissing tot toekenning of weigering van de verlenging van de stedenbouwkundige vergunning, de dag nadat de beslissing werd genomen; - desgevallend, de vaststelling van overtreding voor de werken die werden uitgevoerd krachtens een vervallen vergunning; - de lijst van de vervallen vergunningen. 1.7. De kennisgeving, door de aanvrager van de vergunning, van diens beslissing om aan te vangen met de handelingen en werken overeenkomstig artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS, en van de begindatum van de handelingen en werken, dient door de gemeentediensten te worden meegedeeld aan de dienst planning. 1.8. De vaststelling van de daadwerkelijke uitvoering der werken dient door de gemeentediensten te worden meegedeeld aan de dienst planning van het bestuur. 1.9. De wijzigingen die tijdens het onderzoek werden aangebracht aan de cijfers van de gevraagde kantooroppervlakten, moeten het voorwerp uitmaken van een nieuwe aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, tenzij ze binnen het toepassingsgebied vallen van artikel 152quater van de OOPS. 1.10. In de hypothese dat één enkele aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft op een goed dat behoort tot twee verschillende GGB's, of zelfs verschillende gemeenten, moeten de identificatiefiches van elk van de betrokken GGB's alle gegevens bevatten over de stedenbouwkundige vergunning of de toegestane handelingen en werken. 2. De verrekening in geval van de creatie van kantooroppervlakten De verrekening gebeurt in twee stappen : 2.1. Voorafgaande beschouwingen a) De afgifte van de stedenbouwkundige vergunning op zich volstaat niet : - om de aanpassing van het toelaatbaar kantoorsaldo te verantwoorden; - om de door de vergunning toegestane kantooroppervlakten toe te wijzen aan, of zelfs te reserveren voor de begunstigde van de vergunning. b) Het verstrijken van de termijn van 30 dagen met ingang van de dag waarop de aangetekende rappelbrief ter post is afgegeven, volstaat niet om ten gunste van de aanvrager van de vergunning de kantooroppervlakten te reserveren die hij mag realiseren artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS.c) Het saldo wordt niet aangepast zolang : - de stedenbouwkundige vergunning het voorwerp uitmaakt of zou kunnen uitmaken van georganiseerde administratieve beroepen en/of schorsing door de gemachtigde ambtenaar; - de milieuvergunning niet is afgeleverd of het voorwerp zou kunnen uitmaken van een georganiseerd administratief beroep, in het geval van een gemengd project; - de aanvrager van de vergunning niet per aangetekend schrijven de gemeentediensten kennis heeft gegeven van zijn beslissing om aan te vangen met de handelingen en werken, in toepassing van artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS, en van de begindatum van die handelingen en werken; - de schorsing van de vergunning niet is opgeheven, in toepassing van artikel 126, 3de lid, van de OOPS. 2.2. Eerste verrekening a) Het saldo wordt geactualiseerd : - op grond van de stedenbouwkundige vergunningen die werden afgeleverd en niet meer het voorwerp kunnen uitmaken van een georganiseerd administratief beroep; - in het geval van een gemengd project, op grond van de stedenbouwkundige vergunningen en milieuvergunningen die werden afgeleverd en niet meer het voorwerp kunnen uitmaken van een georganiseerd administratief beroep; - wanneer de aanvrager de gemeentediensten kennis heeft gegeven van zijn beslissing om aan te vangen met de handelingen en werken, in toepassing van artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS, en van de begindatum van die handelingen en werken; - wanneer de schorsing van de vergunning is opgeheven in toepassing van artikel 126, 3de lid, van de OOPS. Toepassingsregels i) De stedenbouwkundige vergunning wordt beschouwd als definitief, voor de toepassing van deze omzendbrief, indien ze bij het verstrijken van een termijn van 30 dagen na de datum van kennisgeving aan de aanvrager en de gemachtigde ambtenaar, door het College van burgemeester en schepenen en/of aan de aanvrager en het Schepencollege, door de gemachtigde ambtenaar die handelt ingevolge aanhangigmaking, niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een beroep bij het Stedenbouwkundig College. De stedenbouwkundige vergunning die werd afgeleverd aan een publiekrechtelijke persoon of voor werken van openbaar nut, wordt beschouwd als definitief, voor de toepassing van deze omzendbrief, indien ze bij het verstrijken van een termijn van 30 dagen na de datum van kennisgeving aan de aanvrager en aan het College van burgemeester en schepenen door de gemachtigde ambtenaar, niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een beroep bij het Stedenbouwkundig College. ii) De vergunning die na een beroep door het Stedenbouwkundig College werd afgeleverd, wordt beschouwd als definitief, in de zin van deze omzendbrief, indien ze bij het verstrijken van een termijn van 30 dagen na de datum van kennisgeving aan de aanvrager, aan het College van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar, niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een beroep bij de Regering. iii) De vergunning die na een beroep werd afgeleverd door de Regering, wordt beschouwd als definitief, in de zin van deze omzendbrief, op de datum van het besluit tot toekenning van de vergunning. iv) De aanvrager van de vergunning mag de werken uitvoeren en de handelingen verrichten die zijn toegestaan krachtens artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS, voor zover op de datum van de kennisgeving aan de gemeentediensten, door de aanvrager, van zijn beslissing om aan te vangen met de handelingen en werken en van de begindatum van die handelingen en werken, het saldo van de kantooroppervlakten van die aard is dat het de verwezenlijking toelaat van de handelingen en werken die het voorwerp uitmaken van de aanvraag : de aanvrager kan zijn aanvraag niet wijzigen of aanpassen op grond van het nog toegestane kantoorsaldo. v) De stedenbouwkundige vergunning wordt beschouwd als definitief, in de zin van deze omzendbrief, indien ze niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een georganiseerd administratief beroep bij het verstrijken van een termijn van 30 dagen na de datum van kennisgeving aan de aanvrager, aan de gemachtigde ambtenaar en aan het College van burgemeester en schepenen, en indien ze niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een schorsing, door de gemachtigde ambtenaar, bij het verstrijken van een termijn van 20 dagen na de datum van ontvangst van de vergunning door de gemachtigde ambtenaar. vi) De vergunning wordt beschouwd als definitief, in de zin van deze omzendbrief, indien ze, na te zijn geschorst door de gemachtigde ambtenaar, niet het voorwerp uitmaakt van een vernietiging door de Regering, betekend binnen een termijn van 60 dagen of van 75 dagen, al naargelang het geval, met ingang van de datum van kennisgeving van de schorsing aan de Regering. b) Het geactualiseerde saldo wordt behouden zolang de vergunning niet is vervallen. 2.3. De definitieve verrekening.

Het overeenkomstig de in 2.2.a) et b) uiteengezette richtlijnen geactualiseerde saldo wordt definitief aangepast van zodra de daadwerkelijke uitvoering van de werken is vastgesteld door de gemeentediensten.

Bij het verval van de vergunning worden de krachtens de vergunning toegestane kantooroppervlakten opnieuw opgenomen in het saldo van het programma van het GGB. 3. De verrekening bij het opheffen van vloeroppervlakten voor kantoren In geval van stedenbouwkundige vergunningen die de opheffing toelaten van vloeroppervlakte voor kantoren, zal het saldo pas worden geactualiseerd nadat de realisatie van de handelingen en werken behoorlijk werd vastgesteld door de gemeentediensten. B. Toepassing van het beheersysteem voor het saldo van het GGB. 1. Uit de principes en toepassingsrichtlijnen die werden uiteengezet in II en III-A, volgt dat de onderstaande handelingen en beslissingen niet leiden tot de aanpassing van het saldo, noch, a fortiori, tot de reservering van de gevraagde kantooroppervlakten ten behoeve van de aanvrager of de begunstigde van de stedenbouwkundige vergunning : - de indiening van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning; - de indiening van een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning die eveneens voorziet in de opheffing van bestaande kantooroppervlakten; - de stedenbouwkundige vergunning die het voorwerp uitmaakt van een georganiseerd administratief beroep of een schorsing door de gemachtigde ambtenaar, of die, in geval van een gemengd project, niet het voorwerp uitmaakt van een definitieve milieuvergunning; - het verstrijken van de termijn van 30 dagen met ingang op de dag waarop de rappelbrief aangetekend ter post is afgegeven, bedoeld in artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS. 2. De bevoegde overheid die moet beslissen in geval van beroep (Stedenbouwkundig College en Regering) en de Regering die zich moet uitspreken na een schorsing, door de gemachtigde ambtenaar, van de vergunning die werd afgeleverd door het College van burgemeester en schepenen, moeten rekening houden met het saldo op de dag waarop ze hun beslissing nemen. De overheid die een nieuwe beslissing moet nemen, in toepassing van artikel 123, laatste lid van de OOPS, moet rekening houden met het saldo op de dag waarop ze hun beslissing nemen. 3. De aanvrager van een vergunning mag pas overgaan tot de uitvoering van de handelingen en werken in toepassing van artikel 137, 2de lid, en artikel 151, 3de lid, van de OOPS, voor zover deze op de datum van de kennisgeving aan de gemeentediensten van zijn beslissing om over te gaan tot de handelingen en werken en van de begindatum van die handelingen en werken, overeenstemmen met zijn aanvraag, met de voorschriften van de goedgekeurde plannen en van de verkavelingsvergunning en op voorwaarde dat het saldo de realisatie van die handelingen en werken toelaat.4. De indiening van een beroep bij de Raad van State tot schorsing of vernietiging van een stedenbouwkundige vergunning, verantwoordt niet de wijziging van het saldo dat werd geactualiseerd op grond van, onder meer, die stedenbouwkundige vergunning die werd afgeleverd en als definitief werd beschouwd in de zin van deze omzendbrief. In geval van schorsing van de stedenbouwkundige vergunning door de Raad van State, wordt het door de vergunning toegestane potentieel gereserveerd ten behoeve van de begunstigde en verantwoordt het arrest van schorsing geen wijziging van het saldo.

In geval van vernietiging van de stedenbouwkundige vergunning door de Raad van State, leert de jurisprudentie dat de bevoegde overheid de procedure hervat daar waar ze werd onderbroken. In dat geval worden de door de vernietigde vergunning toegestane oppervlakten gereserveerd ten behoeve van de begunstigde zolang de bevoegde overheid geen beslissing heeft genomen over de aanvraag. 5. Het feit dat de handelingen en werken, uitgevoerd overeenkomstig de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning, worden geschorst door een beslissing van de rechtbanken, mag geen invloed hebben op de reservering van de toegestane kantooroppervlakten ten behoeve van de begunstigde van de vergunning, en kan geen wijziging van het saldo van het programma van het GGB verantwoorden. IV. RICHTLIJNEN VAN TOEPASSING OP DE VERKAVELINGSVERGUNNINGEN In principe voorziet de verkavelingsvergunning niet in de realisatie van kantoren, omdat ze afgeleverd wordt met het oog op de realisatie van woningen. Het kan evenwel zijn dat in het kader van een verkavelingsvergunning één of meerdere percelen geheel of gedeeltelijk voorbehouden worden voor de realisatie van kantoren. In dat geval gebeurt de actualisering van het saldo op dezelfde manier en onder dezelfde voorwaarden als voor de stedenbouwkundige vergunningen. De verkavelingsvergunning schept immers recht op het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning die ermee overeenstemt.

Derhalve wordt het saldo geactualiseerd op het moment van aflevering van de verkavelingsvergunning en zal dit niet opnieuw geactualiseerd worden bij de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning. Anders zouden immers de oppervlakten voor kantoren twee keer verrekend worden.

Wanneer de verkavelingsvergunning vervalt, moet het saldo opnieuw geactualiseerd worden door de aftrek van de oppervlakten voor kantoren die door de vergunning werden toegestaan.

Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, W. DRAPS

^