gepubliceerd op 09 juni 2001
Omzendbrief GPI 6. - Overgangsfase voor het algemeen uniform van de politieambtenaar en hulpagent van lokale politie Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdsta Aan de Dames en Heren Burgemeesters Ter informatie : Aan de Heer Commissaris-generaal van de (...)
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Omzendbrief GPI 6. - Overgangsfase voor het algemeen uniform van de politieambtenaar en hulpagent van lokale politie Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad Aan de Dames en Heren Burgemeesters Ter informatie : Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie Aan de Heren korpschefs Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Dames en Heren Burgemeesters, 1. INLEIDING Naar aanleiding van de wedstrijd « design uniform » voor de geïntegreerde politie, die op 15 december 2000 werd afgesloten, heeft de heer Minister de federale politie opgedragen om met de laureaat (de heer Fernando GUZMAN) de ontwerpfase van het nieuwe uniform van de geïntegreerde politie op te starten.Thans wordt prioritair de nieuwe basisuitrusting ontworpen.
Het nieuwe uniform is actueel nog niet beschikbaar. De nieuwe uitrustingsstukken zullen slechts progressief in gebruik worden genomen. In afwachting van de levering van de nieuwe uitrustingsstukken zullen de bestaande uniformen aangepast worden aan de nieuwe graden zoals deze vastgelegd werden in het KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de politiediensten.
Deze circulaire regelt de maatregelen die van toepassing zullen zijn tot invoering van de nieuwe uitrustingsstukken. Deze overgangsfase zal geleidelijk aan uitdoven n.a.v. de progressieve ingebruikstelling van de nieuwe uitrustingsstukken. 2. BASISPRINCIPES - Vanaf de invoegetreding van het nieuwe statuut (op 01/04/2001) ontvangt elke politieambtenaar een maandelijkse vergoeding als tussenkomst in het onderhoud van de basisuitrusting.Dit heeft voor gevolg dat conform de richtlijnen vervat in de PZ 10 de werkgever (korps) zijn politieambtenaren gratis in het bezit stelt van de nodige kledij en uitrusting. Hiervoor zal aan elke politieambtenaar en hulpagent van lokale politie jaarlijks een dotatie aan punten (trekkingsrecht) toegekend worden. Dit puntensysteem vervangt alle bestaande systemen van kledijvergoeding, kledijfonds, Y..van toepassing in de verschillende korpsen. Een circulaire zal kortelings verspreid worden die de regels verduidelijkt m.b.t. het ingevoerde puntensysteem - Het art. 23 van het KB van 26 Maart 2001 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen stelt dat de huidige uniformen van de bestaande korpsen geldig blijven. - Het KB van 24/04/1995 m.b.t. « de regeling van het dragen van het uniform door de gemeentepolitie » en anderzijds het reglement A 84 Ter « onderrichtingen betreffende het dragen van de tenues bij de rijkswacht » zullen eerstdaags gewijzigd worden (aanpassingen met nieuwe graden en kentekens) De huidige uniformen zullen nog tot 31/12/2004 gedragen mogen worden.Tot deze datum zullen de politieambtenaren (via hun puntenenveloppe) nog oude uitrustingsstukken kunnen verwerven. Deze datum wordt verlengd tot 01/01/2006 voor de personeelsleden waarvan de oppensioenstelling definitief ingaat vóór 01/01/2006. - Elk personeelslid, ongeacht zijn korps, behoudt zelfs i.g.v. mobiliteit zijn kledij van zijn korps van oorsprong. Het is dan ook deze kledij die in de overgangsfase zal worden aangepast. (Bijvoorbeeld : Ex-rijkswachters werkzaam in een politiezone zullen een aanpassingsset ontvangen voor hun rijkswachttenue). - De federale politie zal zo snel mogelijk aan ALLE politieambtenaren (Uitgezonderd ex-leden GPP) en hulpagenten van lokale politie « één aanpassingsset oud uniform « ter beschikking stellen. - De kledij en/of de aanpassing van de kledij van de aspiranten valt ten laste van de federale begroting. 3. OVERGANGSMAATREGELEN 3.1 Aanpassingsset - Progressief vanaf 01 april 2001 zullen de actuele uniformen worden aangepast aan het nieuwe statuut. Dit wil zeggen met nieuwe graden en functiekentekens. - In punt 5 vindt u een volledig overzicht van de aanpassingen aan het actueel uniform. Deze stukken zullen door de federale politie ter beschikking gesteld worden aan alle federale politieambtenaren en aan de politieambtenaren en de hulpagenten van de lokale korpsen, via de voorzitter van het politiecollege, die enkel zal moeten instaan voor de verdeling naar zijn eigen personeelsleden toe. - Bijkomende sets kunnen door de politieambtenaren via hun toegekende punten worden verworven of op eigen kosten aangekocht worden. - De aanpassingen aan het oude uniform zullen zich uitsluitend beperken tot het aanpassen van de graden en de functiekentekens (Cfr.
Bijl 1). Om budgettaire redenen en in overleg met de syndicale organisaties werd overeengekomen dat de personeelsleden die ingeschaald worden in een hogere graad en bijvoorbeeld overgaan van het middenkader naar het officierenkader, enkel de graad- en functieaanpassingen aan het uniform doorvoeren met het toebehoren geleverd in de aanpassingsset. Andere aanpassingen aan het oude uniform zoals aangepaste knopen en de aanschaf van de bijbehorende kepie worden dus niet doorgevoerd.Om reden van uniformiteit worden deze aanpassingen dan ook NIET toegelaten. Een uitzondering op deze regel zal gemaakt worden voor de personeelsleden bekleed met een mandaat. - Teneinde in de overgangsfase de werking van de geïntegreerde politie op twee niveaus zichtbaar te maken voor de bevolking zal het oude uniform steeds gedragen worden samen met de speciaal hiervoor ontworpen « hanger » zoals gestipuleerd in de omzendbrief PZ 3 van 10 mei 2000. Voor de personeelsleden « ex-gemeentepolitie » valt deze kost ten laste van de gemeenten die zelf zullen instaan voor de aanschaf ervan. De personeelsleden « ex-rijkswachters » zullen op het budget van de federale politie uitgerust worden met deze « hanger ». 3.2 Dracht tijdens overgangsperiode - De actuele uitrustingsstukken mogen nog tot 31/12/2004 gedragen worden. - De lokale politiediensten zullen door de federale politie schriftelijk ingelicht worden wanneer nieuwe uitrustingsstukken kunnen bekomen worden via de federale verkoopcentra. - De zomerkledij zal als eerste nieuwe kledij beschikbaar worden gesteld vanaf het 2de trimester 2002, gevolgd door de winterkledij vanaf het 4de trimester 2002. - Tegen 01/01/2005 dienen alle politieambtenaren over één volledig nieuwe uitrusting te beschikken met uitzondering van de personeelsleden waarvan de oppensioenstelling definitief ingaat vóór 1 januari 2006. - In de overgangsfase zal het oude uniform steeds gedragen worden samen met de « hanger » met logo. 3.3 Vervanging - In de overgangsfase zal de vervanging van de actuele kledij (oude uitrustingsstukken) identiek zijn aan de procedure uitgewerkt voor de bevoorrading van de nieuw ontworpen uitrustingsstukken. Concreet betekent dit dat de terbeschikkingstelling van de oude en de nieuwe uitrustingsstukken gebeurt volgens een puntensysteem waarbij het vast aantal kledijpunten voor een oud of een nieuw uitrustingsstuk gelijk is. - De stukken die momenteel niet voorhanden zijn, zullen slechts progressief « als nieuw uitrustingsstuk » beschikbaar worden gesteld.
In afwachting van de beschikbaarheid van nieuw ontwikkelde uitrustingsstukken zullen de actueel bestaande stukken (oud uniform) te verkrijgen zijn door het inruilen van een equivalente waarde aan punten. - Tijdens de overgangsfase is het nieuwe systeem van « trekkingsrecht » reeds integraal van toepassing. De bevoorrading en/of de ter beschikking stelling van de oude uitrustingsstukken valt onder de verantwoordelijkheid van de beheersentiteit van elk korps. De « ex-rijkswachters », zelfs na hun overgang naar lokale politie, zullen zich kunnen blijven bevoorraden bij DMPE (Directie materieel « personal equipment »). Deze dienst werd opgericht ter vervanging van het oude « TME » (Toerustingsmagazijn/Magasin d'équipement) en staat in voor het terbeschikking stellen van de persoonlijke uitrusting. 4. PRAKTISCHE AANPASSINGEN HUIDIGE KLEDIJ Aan het huidige uniform van de federale en de gemeentepolitie zullen de volgende aanpassingen worden aangebracht : 4.1 Vervanging schouderstukken uniformvest en hemd (2 paar) met : - aanduiding lokale of federale politie - de graad van betrokkene en uitgevoerd in een stof die samengaat met de kleur van de actuele uniformen 4.2 Vervanging van de spiegels met : - enkel aanduiding van het logo in zilver of goud in functie van de graad; zilver voor basis- en middenkader en goud voor de officieren - dezelfde stof als de schouderstukken voor de basis (achtergrond).
Dus geen graden meer op de spiegels. 4.3 Een paar bedrukte schouderstukken (bijvoorbeeld voor regenmantel) in een onderhoudsvriendelijke stof met : - aanduiding voor federale of lokale politie - aanduiding van de graad 4.4 Een rechthoekig naamplaatje met afgeronde hoeken met : - de voornaam, naam - aanduiding voor federale of lokale politie - de functie of eenheid - het mandaat grafisch voorgesteld 4.5 Kepies : Enkel wijziging voor mandaatfuncties : 1. functies bezet door leden ex-rijkswacht a.de Directeurs Generaal : oude kepie « generaal » (Rijkswacht); b. de Adjunct Directeurs Generaal : oude kepie « generaal » (Rijkswacht);c. de Directeurs en korpschef lokale zone : oude kepie « kolonel » (Rijkswacht).2. bezet door leden ex- gemeentepolitie : a.Directeurs Generaal en de Adjunct Directeurs Generaal van de federale politie afkomstig van een gemeentelijk politiekorps zullen in het bezit gesteld worden van een aangepaste kepie korpschef van de gemeentepolitie; b. Directeurs en korpschefs politiezone : kepie hoofdpolitiecommissaris. A. DUQUESNE, Minister van Binnenlandse Zaken
Bijlage 1 Wijzigingen van het uniform tijdens de overgangsperiode Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld