Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 30 december 1997
gepubliceerd op 14 februari 1998

Omzendbrief betreffende het bestrijden van het frauduleus gebruik van identiteits- en reisdocumenten uitgegeven door lidstaten van de Europese Unie of aangewend ter nabootsing hiervan

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1998000052
pub.
14/02/1998
prom.
30/12/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


30 DECEMBER 1997. Omzendbrief betreffende het bestrijden van het frauduleus gebruik van identiteits- en reisdocumenten uitgegeven door lidstaten van de Europese Unie of aangewend ter nabootsing hiervan


Aan de Dames en Heren Burgemeesters van het Rijk, 1. Algemene context. Het staatsburgerschap van een lidstaat van de Europese Unie biedt een aantal onmiskenbare voordelen in vergelijking met de situatie van een niet-communautaire vreemdeling, zoals bijvoorbeeld het vrij personenverkeer, de toegang tot de arbeidsmarkt, het recht om zich te vestigen in een andere lidstaat en de toegang tot het sociaal zekerheidstelsel.

De procedure van inschrijving bij een gemeentebestuur gebeurt eveneens soepeler en sneller. Enerzijds voorziet het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, dat de vreemdeling die onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie, na inzage van de documenten die vereist zijn voor zijn binnenkomst, wordt ingeschreven in het vreemdelingenregister en in het bezit gesteld van een attest van immatriculatie (artikelen 45, 46, 51, 55, 63 en 64).

Anderzijds kan de aanvraag tot vestiging of tot verblijfsrecht binnen de zes maanden uitmonden in de afgifte van een vergunning tot vestiging of tot verblijf en in de inschrijving in het bevolkingsregister.

Deze redenen zetten bepaalde vreemdelingen er toe aan om zich op frauduleuze wijze een identiteits- of reisdocument van een lidstaat van de Europese Unie of een nabootsing hiervan aan te schaffen en het verblijf of de vestiging in het Rijk aan te vragen op basis van deze documenten.

De zwakke schakel in het systeem is de onmogelijkheid waarin de gemeentebesturen zich bevinden om op het ogenblik van het indienen van de aanvraag tot vestiging of tot verblijf systematisch de overheden van de betreffende Europese staten te contacteren teneinde de echtheid van de overgelegde documenten na te gaan.

Om de geloofwaardigheid van het Europees staatsburgerschap te vrijwaren en de eraan verbonden voordelen veilig te stellen, dringen zich bijgevolg maatregelen op met het oog op de systematische verificatie van de authenticiteit van de Europese identiteitsdocumenten die worden voorgelegd bij het indienen van een aanvraag tot vestiging of tot verblijf door een persoon die zich aanbiedt als onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie. 2. Verificatieprocedure bij het indienen van een aanvraag tot vestiging of tot verblijf door een vreemdeling die zich aanbiedt als onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie. Met ingang op 1 januari 1998 dient het gemeentebestuur wanneer een vreemdeling zich aanbiedt in de hoedanigheid van onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie teneinde de vestiging of het verblijf in het Rijk aan te vragen : - de vreemdeling zijn aanvraag te laten indienen; - een fotocopie te nemen van de nationale identiteitskaart of van het voorblad en de bladzijde met de persoonsgegevens van het nationaal paspoort; - de vreemdeling om een recente foto te verzoeken.

Het gemeentebestuur maakt onverwijld de fotocopie van de nationale identiteitskaart (of van de adequate bladzijden van het nationaal paspoort) alsook de foto over aan de politiedienst die volgens de afspraken binnen de Inter Politie Zone terzake het best geplaatst is om de opsporing, vaststelling en onderzoek te voeren.

Deze plaatselijke politiedienst maakt wekelijks de verzamelde stukken over aan de Algemene Politie Steundienst/Nationale Dienst Valse en vervalste Identiteitsdocumenten (APSD/NDVVID), Koningstraat 47 te 1000 Brussel.

De Algemene Politie Steundienst zal de bevoegde nationale overheden van de betreffende Europese staten contacteren teneinde te laten nagaan of de identiteitskaart of het paspoort op legale wijze werd afgegeven aan de persoon die het heeft aangeboden.

De Algemene Politie Steundienst deelt het resultaat van het aan de bevoegde nationale overheden gevraagd onderzoek mede aan de Dienst Vreemdelingenzaken, aan de lokale politiedienst door wie zij gecontacteerd werd, alsook aan de Centrale Cel Mensenhandel bij het Centraal Bureau der Opsporingen van de Generale Staf van de Rijkswacht, vergezeld van het verslag van het onderzoek.

De ingestelde procedure is geen voorwaarde tot de afgifte van de verblijfskaart van een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie en het ontbreken van een antwoord van de Algemene Politie Steundienst/Nationale Dienst Valse en Vervalste Identiteitsdocumenten binnen de zes maanden na het indienen van de aanvraag tot vestiging of tot verblijf mag geen reden zijn om de afgifte van de voormelde verblijfskaart te weigeren. 3. Gevolgen van het frauduleus gebruik van een Europees identiteits- of reisdocument. A. Wanneer werd vastgesteld dat een vreemdeling frauduleus gebruik heeft gemaakt van identiteits- of reisdocumenten van een lidstaat van de Europese Unie of dat deze werden gestolen of nagemaakt, gaat de dienst Vreemdelingenzaken over tot : - de aanvraag tot schrapping uit het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente van verblijf, overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister; - het nemen van de passende administratieve maatregelen.

B. Na voorafgaand overleg met de Dienst Vreemdelingenzaken gaat de plaatselijke politiedienst over tot : - de uitvoering van de nodige administratieve en gerechtelijke verrichtingen, niet aleen met betrekking tot de vaststelling van de ware identiteit van de vreemdeling, maar ook tot zijn weerhouding (met het oog op de organisatie van de grensleiding); - de intrekking van de vestigings- of verblijfstitel indien de vreemdeling deze reeds heeft bekomen. De overheid die de titel inhoudt dient een attest van afneming af te leveren zoals voorzien in bijlage 37 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en verwijdering van vreemdelingen; - de intrekking van het identiteitsdocument die aan de basis ligt van de aanvraag tot vestiging of tot verblijf. 4. Evaluatieperiode. Na een periode van drie maanden zal de Minister van Binnenlandse Zaken in het bezit gesteld worden van alle elementen die hem zullen toelaten het systeem te evalueren. In voorkomend geval zal de procedure ingesteld bij deze omzendbrief eventueel kunnen herzien worden in het kader van het cibleren van de controles naar bepaalde nationaliteiten of naar bepaalde gemeenten.

De Minister van Binnenlandse Zaken, J. Vande Lanotte.

^