Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 29 november 2018
gepubliceerd op 12 december 2018

Omzendbrief GPI 90 betreffende de overdracht van verloven van 2018 en de toekenning van sommige verloven in 2019

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2018032290
pub.
12/12/2018
prom.
29/11/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


29 NOVEMBER 2018. - Omzendbrief GPI 90 betreffende de overdracht van verloven van 2018 en de toekenning van sommige verloven in 2019


Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de heer Commissaris-generaal van de federale politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Commissaris-generaal, Hierna vindt u de richtlijnen betreffende de overdracht van het jaarlijks vakantieverlof van het jaar 2018, alsook de richtlijnen voor het jaar 2019 betreffende de reglementaire feestdagen toegestaan door de commissaris-generaal of door de korpschef evenals de data waarop bepaalde vervangende verlofdagen dienen genomen te worden. 1. Overdracht van verloven van 2018 : Artikel VIII.III.2 RPPol, bepaalt dat het jaarlijks vakantieverlof kan worden opgenomen tot en met 31 maart van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarvoor het jaarlijks verlof is toegekend. Het niet genomen vakantieverlof van 2018 zou dus voor alle personeelsleden van de politiediensten onvoorwaardelijk kunnen worden genomen tot 1 april 2019.

Gelet op de uitzonderlijke gebeurtenissen die in 2016 hebben plaatsgehad (o.a. aanslagen in Brussel, verdere strijd tegen het terrorisme en het radicalisme, vluchtelingencrisis) en gezien deze gebeurtenissen in meer of mindere mate ook in 2017 een impact hebben gehad op alle betrokken politiediensten, lokaal en federaal, wat betreft de organisatie van de dienst en de inzet van de beschikbare personeelscapaciteit, konden de personeelsleden van de geïntegreerde politie hun niet opgenomen dagen jaarlijks vakantieverlof van 2016 en 2017 opnemen tot en met respectievelijk 31 december 2017 en 31 december 2018.

Gezien de uitdovende impact van voornoemde gebeurtenissen en rekening houdend dat een verlenging van de overdrachtsperiode van de verloven eerder moet beschouwd worden als een uitzonderingsmaatregel en niet mag verworden tot een algemene regel, ben ik van oordeel dat er terug moet worden gegaan naar de gewone voorziene wettelijke bepaling van artikel VIII.III.2 RPPol, supra vermeld. Teneinde evenwel de personeelsleden van de geïntegreerde politie toe te laten om hun niet opgenomen verlof 2018 over een redelijke termijn op te nemen, zonder dat zij verplicht worden om dit in één keer te doen, beslis ik, op grond van artikel VIII.III.2, 2de lid, RPPol, en bij wijze van uitzonderlijke overgangsmaatregel, dat alle personeelsleden van de geïntegreerde politie hun niet opgenomen dagen jaarlijks vakantieverlof 2018 opnieuw kunnen opnemen tot en met 31 december 2019.

Ik wens evenwel te benadrukken dat voor wat betreft de niet opgenomen dagen verlof van 2019, er in 2020, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, niet meer zal worden voorzien in een verlenging van de overdrachtsperiode. De respectievelijke hiërarchische meerderen moeten er bijgevolg op toezien dat hun betrokken personeelsleden, in de mate van het mogelijke en met inachtneming van de behoeften van de dienst, op regelmatige tijdstippen een minimum aan verlofdagen opnemen.

Ik wens bovendien aan te stippen dat, overeenkomstig artikel VIII.1bis UBPol, de personeelsleden die het jaarlijks vakantieverlof van het jaar 2018 niet hebben kunnen opnemen vóór 1 april 2019 omwille van een weigering van het jaarlijks vakantieverlof, een moederschapsverlof of een afwezigheid wegens ziekte tijdens de overdrachtsperiode (1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019), dit jaarlijks vakantieverlof kunnen overdragen tot 1 april 2020. 2. Verlofkalender 2019 : 2.1. Reglementaire feestdagen vastgesteld door de ter zake bevoegde overheid.

Bij toepassing van artikel I.I.1, 19°, RPPol, worden door de commissaris-generaal of de overheden die hij aanwijst voor de federale politie, of door de korpschef of de dienst die hij aanwijst voor de lokale politie, twee reglementaire feestdagen toegekend.

Richtlijnen voor 2019 : Wat de federale politie betreft, worden de twee door de commissaris-generaal toegekende reglementaire feestdagen, bij de aanvang van 2019, aan de verloffiche toegevoegd.

Ze kunnen worden genomen onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantieverloven.

Wat de lokale politie betreft, heeft de korpschef de keuzemogelijkheid om, na overleg in het betrokken basisoverlegcomité, die twee dagen ofwel bij de aanvang van het jaar toe te voegen aan de verloffiche, ofwel op bepaalde data vast te stellen of een dag aan de verloffiche toe te voegen en de andere op een bepaalde datum vast te stellen. 2.2. Vervangende verlofdagen voor de wettelijke en reglementaire feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag.

In 2019 vallen één wettelijke feestdag (21 juli) en één reglementaire feestdag (2 november) op een zaterdag of een zondag. De personeelsleden hebben dus recht op twee vervangende verlofdagen. Deze twee dagen worden, voor alle personeelsleden van de politiediensten, op grond van artikel VIII.III.13, tweede lid, RPPol, vastgelegd op 31 mei en 27 december 2019, zodat twee brugdagen worden gecreëerd.

Hiervan kan evenwel worden afgeweken door de korpschefs van de lokale politie indien ze reeds één van de door hen vast te stellen reglementaire feestdagen (zie punt 2.1.), op datum van 31 mei of 27 december zouden hebben vastgelegd. 3. Wat de rechtspositie betreft van de personeelsleden die op die vervangende verlofdagen moeten werken, verwijs ik u naar de richtlijnen van de omzendbrief GPI 34 van 11 maart 2003 betreffende sommige verloven toegekend in 2003. De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^