gepubliceerd op 22 maart 2019
Omzendbrief betreffende het inburgeringstraject
WAALSE OVERHEIDSDIENST
28 JANUARI 2019. - Omzendbrief betreffende het inburgeringstraject
Aan de dames en heren, De Directeurs en Voorzitters van de raden van bestuur van de gewestelijke inburgeringscentra, De Voorzitters van de raden van bestuur van de plaatselijke initiatieven voor de inburgering en de operatoren erkend door de openbare overheden, De Burgemeesters en de leden van de Gemeentecolleges.
Dames, Heren, Deze omzendbrief heeft tot doel de gemeentebesturen, de regionale centra voor de inburgering van vreemdelingen, hierna "de centra" genoemd, en de operatoren die verantwoordelijk zijn voor de opleiding voor het leren van de Franse taal, de opleidingen tot staatsburger en de socio-professionele oriëntatie, de informatie te verstrekken over boek II van het tweede deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, alsook de uitvoeringsbepalingen daarvan, opgenomen in boek III van deel II van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid.
In de omzendbrief wordt uitsluitend ingegaan op de artikelen 152 tot 152/11 van het Wetboek, namelijk het inburgeringstraject van de nieuwkomers.
Als gevolg van de wijzigingen die door het decreet van 8 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/11/2018 pub. 05/12/2018 numac 2018206018 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de verzekeringsinstellingen en houdende wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid type decreet prom. 08/11/2018 pub. 07/12/2018 numac 2018206078 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van boek II van het tweede deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de integratie van vreemdelingen of personen van buitenlandse herkomst sluiten en het decreet van de Waalse regering van 20 december 2018 in het inburgeringstraject zijn aangebracht, vervangt deze omzendbrief, de omzendbrief van 11 mei 2017.
Het doel van een integratiebeleid voor nieuwkomers is de kwaliteit van de opvang van deze mensen te verbeteren door iedereen dezelfde voorzieningen te garanderen en zo iedereen in staat te stellen mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Frans taal en kennis van de Waalse samenleving te verwerven.
De nieuwkomer vergroot zo zijn kansen om deel te nemen aan het functioneren van onze maatschappij, om beter samen te leven in Wallonië, om een baan te vinden, om het onderwijstraject van zijn kinderen te kunnen volgen, om meer gebruik te maken van het Waalse inburgeringstraject in relatie tot de vereisten van het Belgische nationaliteitswetboek.
Het inburgeringstraject is dus een emancipatieproces voor mensen die in het Franse taalgebied aankomen.
Onze maatschappij moet ernaar streven hen in staat te stellen zich zo goed mogelijk te integreren in hun nieuwe leefomgeving door middel van een verplichte voorziening die het volgende omvat: - een persoonlijke opvangmodule met inbegrip van een sociale evaluatie, informatie over rechten en plichten, hulp of doorverwijzing naar diensten om te helpen bij administratieve procedures en een test om het niveau van het Frans te beoordelen; - een opleiding tot burgerschap; - een opleiding voor het leren van de Franse taal indien nodig; - een socio-professionele oriëntatie indien nodig.
HOOFDSTUK I. - Doelpubliek De personen die onder de verplichting tot het volgen van een inburgeringstraject vallen, zijn de nieuwkomers.
Het Wetboek definieert nieuwkomers als buitenlanders die sinds minder dan drie jaar in België verblijven, die over een verblijfsvergunning van meer dan drie maanden beschikken, met uitzondering van de burgers van een lidstaat van de Europese Unie, van de Europese Economische Ruimte, van Zwitserland, en van hun gezinsleden.
Onder familielid wordt verstaan: 1. de echtgenoot;2. de partner met wie de Unie, de EER of de Zwitserse staatsburger een geregistreerd partnerschap is aangegaan, indien het geregistreerde partnerschap overeenkomstig de wetgeving van het gastland gelijkwaardig is aan het huwelijk en overeenkomstig de voorwaarden van de desbetreffende wetgeving van het gastland;3. directe afstammelingen die jonger zijn dan 21 jaar of die ten laste zijn, en directe afstammelingen van de echtgenoot of partner;4. rechtstreekse bloedverwanten ten laste en die van de echtgenoot of partner. Het decreet voorziet in een reeks vrijstellingen, namelijk: 1. de personen die reeds een attest van deelname aan het inburgeringstraject in een andere gemeenschap of gewest van het land hebben behaald.Personen die het inburgeringstraject al in Vlaanderen of Brussel hebben gevolgd en over een attest beschikken, zijn bijvoorbeeld niet verplicht om het programma in Wallonië te volgen.
Indien zij het inburgeringstraject in Vlaanderen of Brussel niet hebben voltooid en niet beschikken over een attest, moeten zij het inburgeringstraject in Wallonië volgen; 2. 2° de personen die een medisch attest voorleggen, waaruit blijkt dat het voor hen wegens een ziekte of een zware handicap onmogelijk is een inburgeringstraject te volgen;3. de personen die een getuigschrift of een diploma van het Belgisch onderwijs hebben behaald;4. de personen van minder dan 18 jaar en de personen van 65 jaar of meer;5. personen die ten minste gedurende een ononderbroken periode van meer dan drie maanden halftijds een beroepsactiviteit uitoefenen.Het bewijs gebeurt bij elk rechtsmiddel; 6. de geregelde studenten, de uitwisselingsstudenten, de personen die een doctoraatbeurs genieten en de leraars die binnen een instelling van het hoger onderwijs erkend in de Federatie Wallonië-Brussel samenwerken."; 7. de onderdanen van de derde landen die met de Europese Unie associatieovereenkomsten hebben gesloten.Dit betreft Turkse onderdanen als gevolg van een bijzondere standstill-clausule in de associatieovereenkomst gesloten tussen Turkije en de EU. De leden van het gezin van de vrijgestelde personen zijn niet van rechtswege vrijgesteld.
De asielzoekers zijn niet onderworpen aan de verplichting om het traject te volgen.
De asielzoeker beschikt immers over een attest van immatriculatie dat 3 maanden geldig is, dat 3 keer voor 3 maanden kan worden verlengd en vervolgens van maand tot maand. Het gaat dus niet over een verblijfsvergunning van meer dan 3 maanden.
Er zij op gewezen, dat het inburgeringstraject toegankelijk en gratis is voor alle personen die het traject volgen, met inbegrip van degenen die het op vrijwillige basis volgen.
De gemeenten of centra verstrekken de personen die niet onder de definitie van nieuwkomer vallen of voor een vrijstelling in aanmerking komen, een document ter staving van de vrijstelling (bijlage IV) of de vrijstelling (bijlage V).
HOOFDSTUK II. - Inburgeringstraject Afdeling 1. - Inhoud van het inburgeringstraject a) De opvangmodule De opvang vindt plaats in opvangkantoren georganiseerd door de centra alleen of in partnerschap met erkende vzw's, door de openbare overheden of door de instellingen erkend door de openbare overheden bedoeld in de artikelen 152/4, § 1, lid 2 en 152/5, § 1, lid 2, van het Wetboek.Deze opvangkantoren worden plaatselijk opgesplitst.
De opvang is geïndividualiseerd en gratis. Hij omvat ten minste: 1. een gesprek om een balans op te maken van de verworven kennis, van de diploma's en de mogelijke equivalenties, namelijk een sociale balans;2. een relevante informatie over de rechten en plichten van elke persoon die in België verblijft;3. een bijstand of begeleiding bij de verschillende administratieve procedures die kunnen worden ingeleid;4. een evaluatietest van het niveau van de Franse taal.b) De overeenkomst Het sluiten van de overeenkomst is verplicht.Ze wordt gesloten tussen de begunstigde en het centrum.
Ze omvat een geïndividualiseerde opvolging en een opleiding tot burgerschap. De opleiding voor het leren van de Franse taal en de socio-professionele oriëntatie worden in de overeenkomst opgenomen naar gelang van de analyse van de behoeften in de maatschappelijke balans.
In de overeenkomst wordt daarom een gratis opleidings- of begeleidingsplan vastgesteld en worden de rechten en plichten van elke partij opgenomen.
De opleidingen die in de overeenkomst zijn opgenomen, worden georganiseerd: - door de instellingen erkend in het kader van de plaatselijke initiatieven tot integratie van vreemdelingen; - door de openbare overheden; - door de instellingen erkend door de volgende openbare overheden: 1° de instellingen van het onderwijs voor sociale promotie, de instellingen van het hoger onderwijs en universiteiten in de Franse Gemeenschap;2° de verenigingen inzake permanente vorming die erkend worden door de Franse Gemeenschap;3° het "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);4° de centra voor socioprofessionele inschakeling;5° de instellingen die genieten van een specifieke erkenning in het kader van de thematische projectenoproep waarvan de Regering de modaliteiten bepaalt. De sociaal-professionele oriëntatie in de overeenkomst wordt georganiseerd door de Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling (Forem) en de centra waarvan de samenwerkingsmodaliteiten zijn vastgelegd in een partnerschapsovereenkomst.
De opvolging van de overeenkomst vindt plaats door middel van een halfjaarlijkse evaluatie, die het mogelijk maakt om, indien nodig, het oorspronkelijk uitgevoerde opleidings- of begeleidingsplan aan te passen, hetzij om de nieuwkomer door te sturen naar een nieuwe opleiding of voorziening, indien nodig, hetzij om het opleidings- of begeleidingsplan te intensiveren of te beperken.
De overeenkomst heeft een maximale duur van 18 maanden. Het wordt aangepast in functie van de termijn tussen de bestelling van de verblijfsvergunning en de sluiting van de overeenkomst. Bijvoorbeeld : een persoon bestelt zijn verblijfsvergunning op 1 maart 2018, hij ondertekent zijn overeenkomst op 1 juni 2018, de duur van zijn overeenkomst bedraagt dus maximaal 15 maanden. De duur van zijn overeenkomst mag niet langer zijn dan 15 maanden, omdat zijn termijn voor het verkrijgen van zijn attest van deelname 18 maanden bedraagt vanaf de bestelling van zijn verblijfsvergunning (behalve in geval van verlenging).
Aan het einde van de overeenkomst ontvangt de nieuwkomer zijn attest van deelname aan het inburgeringstraject dat door het bevoegde centrum is afgegeven (bijlage XII).
Het model van de overeenkomst is vermeld in bijlage IX. c) Tolken Een erkende sociale tolkeninstelling ontvangt een subsidie voor tolken in het kader van het inburgeringstraject.Deze instelling kan dus worden opgeroepen om zo nodig in elke fase van het inburgeringstraject in te grijpen. De tolkeninstelling grijpt gratis in op verzoek van de gebruikersdienst, ongeacht of de persoon al dan niet verplicht is het traject te volgen.
Afdeling 2. - Verplichtingen Bij de bestelling van zijn verblijfsvergunning van meer dan drie maanden in een gemeente van het Franse taalgebied, moet elke persoon die bij het inburgeringstraject betrokken is, verplicht alle nodige informatie over het traject ontvangen en worden doorverwezen naar het regionale inburgeringscentrum. Het informatiedocument in bijlage I wordt hem verstrekt en hij ondertekent het bericht van ontvangst in bijlage II. De nieuwkomer moet contact opnemen met het bevoegde centrum binnen een termijn van 3 maanden, die ingaat op de bestelling van zijn verblijfsvergunning van meer dan drie maanden in een gemeente van het Franse taalgebied. Duitstalige gemeenten vallen niet onder het toepassingsgebied van het Wetboek.
Hij moet zijn attest van deelname aan het inburgeringstraject krijgen binnen 18 maanden na de bestelling van de verblijfsvergunning van meer dan drie maanden.
Een nieuwkomer die tijdens zijn traject gedurende een ononderbroken periode van meer dan drie maanden halftijds een beroepsactiviteit gaat uitoefenen, is niet langer onderworpen aan de verplichting om een attest van deelname aan het traject te verkrijgen.
De personen die hun traject zijn begonnen vóór de inwerkingtreding van het decreet vallen ook onder deze regeling.
Het centrum verstrekt hem een document waaruit blijkt dat hij van de verplichting is vrijgesteld (bijlage XI).
De nieuwkomer kan vóór het einde van de periode van 18 maanden per aangetekende brief een naar behoren gemotiveerd verzoek om verlenging richten tot de minister belast met de inburgering van vreemdelingen.
De bewijsstukken moeten bij de verlengingsaanvraag gevoegd worden om de aangevoerde redenen te rechtvaardigen.
Als de Minister dit verzoek inwilligt (hij heeft 3 maanden de tijd om te beslissen), wordt de termijn met maximaal 18 maanden verlengd.
De termijn van 18 maanden wordt opgeschort vanaf de datum van ontvangst van het aangetekend schrijven tot de datum van ontvangst van de mededeling.
Een afschrift van de beslissing van de Minister wordt aan het centrum gericht. De lijst van de centra, met vermelding van hun territoriale bevoegdheid, is opgenomen in bijlage XIV. Afdeling 3. - Sancties Het Wetboek legt een administratieve boete op aan een nieuwkomer die zijn attest niet binnen 18 maanden na de bestelling van zijn verblijfsvergunning verkrijgt. De administratieve boete moet binnen 30 dagen na kennisgeving van de beslissing van de sanctie worden betaald.
De voorziening omvat, op voorhand, een ingebrekestellingsprocedure wanneer de persoon in gebreke blijft. Deze ingebrekestelling beveelt de nieuwkomer om zijn attest van deelname binnen 60 dagen na de datum van kennisgeving te verzenden.
Na deze periode geeft het sanctionerend personeelslid per brief aan dat hij voornemens is een sanctie op te leggen. De nieuwkomer kan binnen 15 dagen na ontvangst van deze brief zijn verweermiddelen schriftelijk uiteenzetten en verzoeken om te worden gehoord, bijgestaan of vertegenwoordigd indien hij dat wenst door een advocaat of verdediger van zijn keuze en door een tolk.
Als de hoorzitting ten slotte niet leidt tot een herziening van de beslissing om sancties op te leggen, wordt de nieuwkomer in kennis gesteld van de sanctie en heeft hij het recht om in beroep te gaan bij de Politierechtbank. Het beroep is opschortend.
De sanctie kan niet opgelegd worden als het Waalse Gewest zijn verplichtingen in termen van organisatie van het gehele inburgeringstraject niet vervult.
De sanctie heeft geen gevolgen voor het verblijfsrecht.
HOOFDSTUK III. - Rol van de gemeenten in het inburgeringsproces De gemeentelijke ambtenaren zijn het eerste aanspreekpunt voor nieuwkomers.
Het is immers het moment waarop de verblijfsvergunning in de gemeente wordt aangevraagd, dat hem informatie over het traject wordt gegeven.
Deze informatie wordt verstrekt via de indiening van een informatiedocument met betrekking tot het inburgeringstraject (bijlage I), in een taal die de nieuwkomer begrijpt en tegen ontvangstbewijs.
De nieuwkomer wordt op de hoogte gesteld: 1. van zijn verplichting om zich binnen 3 maanden na bestelling van zijn verblijfsvergunning bij de gemeente in te schrijven voor de opvangmodule en binnen 18 maanden na bestelling van zijn verblijfsvergunning zijn attest van deelname aan het traject te verkrijgen;2. van de zending van een afschrift van het attest van deelname aan het traject aan de gemeente;3. van het bevoegde centrum;4. van de sancties die van toepassing zijn in geval van niet-nakoming van zijn verplichting. Het model van het bericht van ontvangst is opgenomen in bijlage II. Aangezien het hoofddoel van de voorziening is om elke vreemdeling in staat te stellen zich zo goed mogelijk in onze samenleving te integreren, worden gemeentelijke ambtenaren uitgenodigd om informatie over het traject te geven aan elke buitenlander, zelfs als zij niet verplicht zijn het inburgeringstraject te volgen.
Om een goede uitvoering van de voorziening te waarborgen, moeten de gemeenten samenwerken met de centra.
Daartoe sluiten zij een partnerschapsovereenkomst af waarin alle verbintenissen van de gemeenten en centra in het kader van hun samenwerking zijn opgenomen. Het model van partnerschapovereenkomst is vermeld in bijlage XIII. Het gemeentebestuur stuurt het bevoegde centrum per e-mail of schriftelijk een lijst van nieuwkomers die hun verblijfsvergunning voor meer dan drie maanden hebben aangevraagd, samen met hun berichten van ontvangst. Een model van het overzicht is opgenomen in bijlage III. Ook moet worden opgemerkt dat gemeenten, net als andere overheden, gemachtigd zijn om in het kader van het traject opleidingen of andere voorzieningen aan te bieden.
HOOFDSTUK IV. - Rol van de gewestelijke centra voor de inburgering van vreemdelingen in het kader van het inburgeringstraject In het kader van het inburgeringstraject zijn de centra verantwoordelijk voor de ontwikkeling, uitvoering en organisatie van het inburgeringstraject.
Zij zijn betrokken bij elke stap van het inburgeringstraject (opvangmodule, sancties, overeenkomst en evaluatie).
Afdeling 1. - Rol van de centra in het kader van de opvangmodule Elk centrum richt, alleen of in partnerschap met een vereniging zonder winstoogmerk die is erkend als plaatselijke initiatief voor de inburgering, een openbare overheid of een van de door de in hoofdstuk 3 omschreven openbare overheden erkende instellingen, een of meer opvangkantoren op.
Het centrum maakt een afspraak voor de nieuwkomer bij zijn eerste contact met de nieuwkomer om deel te nemen aan de opvangmodule (bijlage VI).
De centra openen op naam van elke begunstigde een vertrouwelijk en individueel dossier met alle informatie en documenten betreffende het verloop van het inburgeringstraject van de begunstigde.
Het individueel dossier bevat informatie met betrekking tot gezins-, beroeps-, sociaaleconomische, opleidings-, gezondheids-, invaliditeits- en huisvestingsomstandigheden. Deze informatie moet worden ingevoerd in een computerprogramma voor gegevensbeheer. a) De sociale balans Het centrum voert de sociale balans van de nieuwkomer binnen een termijn van één maand na de contactopneming van de nieuwkomer uit. De sociale balans heeft tot doel de behoeften van de nieuwkomer in kaart te brengen op basis van zijn persoonlijke vaardigheden en ervaring en de verworvenheden van de nieuwkomer te evalueren om hem in staat te stellen deze te verbeteren.
De in het kader van de sociale balans ingezamelde gegevens hebben betrekking op de burgerlijke staat, de nationaliteit, het verblijfsstatuut in België, de huisvesting, de gezondheid, het diploma, de sociale zekerheid, de werkgelegenheid. Het centrum wordt ertoe gemachtigd om met inachtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming1 en van de wet van tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens andere persoonsgegevens in te zamelen.
De nieuwkomer ontvangt tijdens zijn sociale balans een informatiedocument over gegevensverwerking, waarvan het model in bijlage XV is opgenomen. Dit document moet voor ontvangst worden ondertekend en een kopie ervan moet aan de betrokkene worden overhandigd.
Deze gegevens worden bewaard gedurende 3 jaar vanaf de datum van ontvangst van het attest van deelname.
Het centrum en de administratie zijn krachtens de Algemene Verordening Gegevensbescherming verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens van de nieuwkomers en zijn ertoe verplicht alle nodige technische en organisationele maatregelen te treffen om de veiligheid van de gegevens te garanderen. Er moet een overeenkomst worden gesloten om de verantwoordelijkheden van elke partij te bepalen.
Telkens als nodig doet het opvangbureau een beroep op tolken om de communicatie met de begunstigden mogelijk te maken of te vergemakkelijken.
Een erkende sociale tolkenorganisatie ontvangt een subsidie voor tolken in het kader van het inburgeringstraject. Deze organisatie grijpt in deze context dus gratis in voor zowel gedwongen nieuwkomers als voor mensen die het inburgeringstraject op vrijwillige basis volgen.
Indien de organisatie niet over tolken in de vereiste taal beschikt, kan het centrum een beroep doen op een externe tolkdienst De nieuwkomer verschijnt alleen op het gesprek, met uitzondering van de eventuele aanwezigheid van een tolk. b) De informatie over rechten en plichten Het onthaalbureau verstrekt informatie over de rechten en plichten, in voorkomend geval met behulp van audiovisuele of elektronische drager. De informatie over de rechten en plichten betreft minstens de volgende thematieken: - de rechten en plichten die in de Grondwet zijn vastgelegd; - de Europese conventie van de mensenrechten; - de rechten en plichten van de begunstigden op het gebied van gezondheid, huisvesting, mobiliteit, werkgelegenheid, opleiding, onderwijs en gelijke kansen en gendergelijkheid. c) Hulp of doorverwijzing naar diensten voor administratieve bijstandverstrekking. De nieuwkomer kan, indien hij dit wenst, bijstand krijgen bij het uitvoeren van zijn verschillende administratieve procedures (zoeken naar huisvesting, sociale bijstand, sociale zekerheid, ....), hetzij rechtstreeks via de centra, hetzij doorverwezen worden naar een gespecialiseerde dienst. d) De evaluatietest van het niveau van de Franse taal. De centra voeren een test uit om het niveau van het Frans te beoordelen om vast te stellen of er behoefte is aan een opleiding voor het leren van de Franse taal Deze centra verwijzen naar de niveaus vastgesteld in het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen (ERK) en naar de minimumcriteria vastgesteld door het coördinatiecomité2.
Indien de nieuwkomer aan het einde van de beoordelingstest niveau A2 van de vier ERK-taalvaardigheden (mondelinge productie, mondeling begrip, schriftelijke productie, schriftelijk begrip) behaalt, is hij vrijgesteld van de vormingsmodule voor het leren van de Franse taal bedoeld in artikel 152/4, § 2, van het Wetboek.
De gewestelijke inburgeringscentra kunnen het vóór het traject behaalde niveau-attest valideren, op voorwaarde dat het attest voldoende recent is en gebaseerd is op een evaluatietest die voldoet aan de hierboven vermelde criteria.
Afdeling 2. - Rol van de centra in het kader van de overeenkomst Om in te spelen op de bij de sociale balans geïdentificeerde behoeften van de nieuwkomer, sluit het centrum met de nieuwkomer een overeenkomst (bijlage IX).
Door de overeenkomst verbindt het centrum zich ertoe: 1. de nieuwkomer te oriënteren naar een burgerschapsopleiding;2. de nieuwkomer, volgens de evaluatietest van het niveau van de Franse taal, naar een opleiding voor het leren van de Franse taal te leiden;3. in samenwerking met Forem, te zorgen voor een minimum van 4 uur socio-professionele oriëntatie;4. te zorgen voor een individuele opvolging (evaluatiegesprek). Het geheel van de voorzieningen voorgesteld in de overeenkomst is gratis, ongeacht of de persoon al dan niet verplicht is het traject te volgen.
De begunstigde verbindt zich ertoe: 1° nauwgezet de burgerschapsopleiding te volgen die hem in staat moet stellen een bevredigend niveau van kennis van de ontvangende samenleving te bereiken;2° nauwgezet de taalopleiding te volgen die hem in staat moet stellen een bevredigend niveau van kennis van het Frans te bereiken als dit in de overeenkomst voorzien is;3° nauwgezet deel te nemen aan de socio-professionele oriëntatie om hem in staat te stellen toegang te krijgen tot een betrekking of een kwalificerende opleiding, indien de overeenkomst daarin voorziet;4° de voor de opvolging van de overeenkomst geplande gesprekken bij te wonen;5° het centrum op de hoogte te brengen in geval van verhuizing. De overeenkomst heeft een maximale duur van 18 maanden. In geval van verlenging van de termijn voor het verkrijgen van het attest van deelname wordt het centrum op de hoogte gebracht en wordt de duur van de overeenkomst verlengd.
Het centrum waarborgt een geïndividualiseerde opvolging van de overeenkomst door met de nieuwkomer minstens één halfjaarlijkse evaluatieonderhoud te organiseren om de overeenkomst in onderlinge overeenstemming aan te passen. Het centrum roept de nieuwkomer voor het evaluatiegesprek op bij aangetekend schrijven of langs de elektronische weg. Het model van de oproeping is als bijlage X bijgevoegd.
De evaluatiegesprekken hebben betrekking op: 1° de toegang van de nieuwkomer tot de opleidingen of tot de andere stelsels;2° de opvolging van de opleidingen of van de andere stelsels;3° de rechtvaardiging van eventuele afwezigheden;4° in voorkomend geval, de wijziging, in onderlinge overeenstemming, van het voorgestelde programma, met name indien de nieuwkomer het niveau A2 in het Frans heeft bereikt;5° de noodzaak tot verlenging van de overeenkomst. Aan het einde van de overeenkomst geeft het centrum een attest van deelname af indien de persoon de opvangmodule heeft gevolgd en de opleidingen of andere stelsels waarin de overeenkomst voorziet, heeft gevolgd en die een aanwezigheidspercentage aantoont van minstens tachtig percent, behoudens behoorlijk gerechtvaardigde afwezigheid.
Het attest van deelname wordt afgegeven aan elke persoon die het inburgeringstraject heeft gevolgd, ongeacht of hij verplicht is het te volgen.
Het centrum bewaart het attest gedurende 10 jaar.
De gemeente en het OCMW waaronder de nieuwkomers ressorteren, worden door de centra op de hoogte gebracht van de opvolging van het inburgeringstraject op het einde van hun termijn om het attest van deelname te verkrijgen.
Afdeling 3. - Rol van de centra in het kader van de sancties De nieuwkomer moet contact opnemen met het bevoegde centrum binnen een termijn van 3 maanden, die ingaat op de bestelling van zijn verblijfsvergunning van meer dan drie maanden in een gemeente van het Franse taalgebied. Hij heeft 18 maanden vanaf de datum van de bestelling van de verblijfsvergunning om zijn attest van deelname aan het traject te verkrijgen.
Een maand voor het verstrijken van de termijn van drie maanden zendt het centrum de nieuwkomer die nog niet is verschenen, per aangetekende brief of per e-mail (bijlage VII) een herinnering van zijn verplichtingen en de sancties bij niet-nakoming van de verplichting.
Het niet-naleven van de termijn van 3 maanden is niet strafbaar, alleen het niet-behalen van het attest binnen 18 maanden is strafbaar.
De centra stellen een dossier op met betrekking tot elke nieuwkomer die niet aan de verplichting heeft voldaan om binnen 18 maanden na de bestelling van de verblijfsvergunning zijn attest te verkrijgen. Het dossier wordt binnen 1 maand na het verstrijken van de termijn van 18 maanden naar de Waalse gewestelijke administratie gestuurd.
Zo stuurt de sanctionerende ambtenaar binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier een ingebrekestelling naar de nieuwkomer overtreder per aangetekende brief of per e-mail, waarbij hij verplicht wordt om binnen 60 dagen na de kennisgeving aan de verplichting te voldoen.
De ingebrekestelling bevat: 1° een herinnering aan de verplichting die niet nagekomen werd door de nieuwkomer;2° een herinnering aan de sancties die toepasselijk zijn in geval van overtreding van de verplichting. Een afschrift van de ingebrekestelling wordt aan het centrum gericht.
Eén keer per week zendt het centrum aan de Waalse gewestelijke administratie de lijst van de nieuwkomers die geen gevolg gegeven hebben aan de ingebrekestelling die hen werd gericht.
HOOFDSTUK V. - Rol van de operatoren (Frans als vreemde taal, burgerschap, socio-professionele oriëntatie) in het inburgeringstraject Krachtens de overeenkomst kunnen verenigingen die zijn erkend als plaatselijke initiatieven voor de inburgering van vreemdelingen, overheidsinstanties en door de overheid erkende instellingen als omschreven in hoofdstuk 3, voorzien in de opleiding of andere maatregelen waarin de overeenkomst voorziet.
Al deze operatoren moeten het centrum de gegevens verstrekken die nodig zijn voor het opstellen van het attest van deelname, alsmede de informatie die nodig is voor het verloop van het evaluatiegesprek met inachtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming3.
Om de mensen zo goed mogelijk te begeleiden, worden de operatoren uitgenodigd om de centra te voorzien van geactualiseerde gegevens over de uitgevoerde activiteiten.
Afdeling 1. - De opleiding voor het aanleren van de Franse taal (FLE (Frans als vreemde taal) of alpha-FLE) De opleiding voor het leren van de Franse taal in het kader van de overeenkomst wordt over maximum 16 maanden verstrekt en omvat minimum 400 opleidingsuren. Deze opleiding kan bestaan uit meerdere modules die door één of meer operatoren worden gegeven.
De overeenkomst sluit de mogelijkheid van een langere of kortere opleiding niet uit indien wordt vastgesteld dat het A2-niveau voor het einde van de opleiding is bereikt.
De opleiding leidt echter niet noodzakelijkerwijs tot het A2-niveau (gemeenschappelijk Europees referentiekader) dat vereist is in het kader van de nationaliteitsverwervingsprocedure.
De opleiding wordt gegeven in groepen van minimaal 5 tot maximaal 15 deelnemers. Het niveau van de groepen is homogeen behalve uitzondering gemotiveerd door de opleidingsinstelling en bekrachtigd door de administratie.
Deze opleidingen worden verzorgd door de instellingen erkend in het kader van de plaatselijke initiatieven tot inburgering, de openbare overheden en instellingen erkend door de volgende openbare overheden: 1° de instellingen van het onderwijs voor sociale promotie, de instellingen van het hoger onderwijs en universiteiten in de Franse Gemeenschap 2° de verenigingen inzake permanente vorming die erkend worden door de Franse Gemeenschap;3° de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), de centra voor socioprofessionele inschakeling;4° de instellingen die genieten van een specifieke erkenning in het kader van de thematische projectenoproep waarvan de Regering de modaliteiten bepaalt. De opleiders in de Franse taal beschikken bij hun indienstneming minstens over: 1° een baccalaureaat of een gelijkwaardig diploma en een specialisatie in het aanleren van het Frans of van het Frans als vreemde taal erkend door de Regering op voorstel van het coördinatiecomité;2° minimum drie jaar nuttige ervaring als opleider in FLE (het Frans als vreemde taal) of een specialisatie in het aanleren van het Frans of van het Frans als vreemde taal erkend door de Regering op voorstel van het coördinatiecomité of een bekrachtiging van de vaardigheden afgeleverd door een instelling die door het Gewest of de Franse Gemeenschap erkend is. Zij hebben ook niveau C1 van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen in het Frans.
De nuttige ervaring zal worden gewaardeerd door het Directoraat-generaal Binnenlandse Aangelegenheden en Sociale Actie van de Waalse Overheidsdienst.
Aan het einde van de opleiding wordt door het centrum alleen of in samenwerking met anderen een test voor de validatie van de verworven kennis uitgevoerd, waarvan de minimumcriteria door de regering op voorstel van het Coördinatiecomité zijn vastgesteld4.
Afdeling 2. - De opleiding tot burgerschap.
De opleiding tot burgerschap in het kader van de overeenkomst wordt over maximum 4 maanden verstrekt en omvat minimum 60 opleidingsuren.
Dit is een minimum uurtarief, de overeenkomst sluit de mogelijkheid van een langere opleiding niet uit.
De opleiding heeft ten minste betrekking op het verblijfsstatuut in België, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, sociale zekerheid, belastingen, verzekeringen, Belgische en internationale instellingen, het dagelijks leven, gelijke kansen en gendergelijkheid.
De inhoud en de methodologie van de opleidingen werden vastgesteld door het coördinatiecomité5.
De burgerschapsmodule is een zelfstandige module, deze kan niet worden geïntegreerd in een ander opleidingsprogramma (bijvoorbeeld: burgerschap via de FLE).
De opleiding wordt gegeven in groepen van minimaal 5 tot maximaal 15 deelnemers.
Deze opleidingen worden verzorgd door de instellingen erkend in het kader van de plaatselijke initiatieven tot inburgering, de openbare overheden en instellingen erkend door de volgende openbare overheden: 1° de instellingen van het onderwijs voor sociale promotie in de Franse Gemeenschap;2° de verenigingen inzake permanente vorming die erkend worden door de Franse Gemeenschap;3° de centra voor socioprofessionele inschakeling;4° de instellingen die genieten van een specifieke erkenning in het kader van de thematische projectenoproep waarvan de Regering de modaliteiten bepaalt. De opleiders tot burgerschap beschikken bij hun indienstneming minstens over : 1° een pedagogisch getuigschrift of een attest van gevolgde opleiding waarvan de inhoud door de administratie op voorstel van het coördinatiecomité wordt bekrachtigd;2° een nuttige ervaring van minstens 3 jaar als opleider voor volwassenen. Zij hebben ook minstens het niveau C1 van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen in de taal waarin de opleiding wordt gegeven.
Ze hebben ook een opleiding betreffende de inburgering van de vreemdelingen, de interculturaliteit en minstens de thematieken die de opleiding moet aansnijden, gevolgd of verbinden er zich toe deze opleiding binnen 12 maanden na hun indienstneming te volgen.
De nuttige ervaring zal worden gewaardeerd door het Directoraat-generaal Binnenlandse Aangelegenheden en Sociale Actie van de Waalse Overheidsdienst.
Afdeling 3. - De socio-professionele oriëntatie Deze oriëntatie duurt minstens 4 uur en bestaat erin een socio-professionele balans op te maken om de nieuwkomers naar het aangepaste stelsel voor socio-professionele inschakeling te oriënteren.
De socio-professionele balans word opgemaakt tijdens een geïndividualiseerd onderhoud. Hij baseert zich op de kwalificatie, de identificatie van de vaardigheden, het professioneel parcours en de behoefte van de nieuwkomer rekening houdende met de koppeling met de behoefte van de filières van de knelpuntberoepen.
Aan de hand van deze balans kan worden ingespeeld op de moeilijkheden die de begunstigde ondervindt, via met name een opleiding, een coaching of een administratieve hulp. Ze kan de vorm aannemen van een actieplan.
De aangepaste sociaal-professionele oriëntatie wordt verzorgd door de Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling, (Forem) en de centra waarvan de samenwerkingsmodaliteiten zijn vastgelegd in een partnerschapsovereenkomst.
Ik twijfel er niet aan dat deze informatie zeer nuttig voor u zal zijn en ik ben ervan overtuigd dat het zal bijdragen aan een persoonlijk onthaal dat de nieuwkomer betere informatie en begeleiding zal garanderen. Voor verdere vragen, aarzel niet om contact op te nemen met het Directoraat-generaal Binnenlandse Aangelegenheden en Sociale Actie van de Waalse Overheidsdienst6 of het regionaal inburgeringscentrum van uw territoriaal ambtsgebied Namen, 28 januari 2019.
De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve vereenvoudiging, A. GREOLI Uw contactpersoon: Leïla Zahour, Attachée 081/327.320 leila.zahour@spw.wallonie.be _______ Nota's 1 Europese Verordening 2016/679 en wet van 30 juni 2018 2 Document beschikbaar op het Portaal van de sociale actie (http://actionsociale.wallonie.be/integration/parcours-integration-primo-arrivants) 3 Europese Verordening 2016/679 en wet van 30 juni 2018 4 Beschikbaar op het Portaal van de sociale actie (http://actionsociale.wallonie.be/integration/parcours-integration-primo-arrivants) 5 Beschikbaar op het Portaal van de sociale actie (http://actionsociale.wallonie.be/integration/parcours-integration-primo-arrivants) 6 Avenue Gouverneur Bovesse 100, 5100 Namur, tel 081/327211
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld