MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

28 JANUARI 2000. - Omzendbrief aan de dames en heren beheerders van rustoorden betreffende de geldigheidstermijn van de principiële akkoorden voor de opening, de uitbreiding of de inrichting van een rustoord

Dames, de heren, Hierbij wens ik u mee te delen dat ik me volkomen bewust ben van het feit dat de geldigheidstermijn van het principieel akkoord bedoeld in artikel 4, § 2, zesde lid, van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" (Waalse Raad voor de derde leeftijd) te kort is.

Het ligt dan ook in mijn bedoeling wetswijzigingen terzake voor te leggen aan de Waalse Regering en aan het Waalse Parlement.

In afwachting van een hervorming zullen de volgende regels gelden voor de principiële akkoorden die vóór 6 februari 1999 zijn gegeven.

Artikel 30, eerste lid, van bovenvermeld decreet bepaalt : « Bij wijze van overgangsmaatregel blijven de principiële akkoorden of de vrijstellingen van principieel akkoord die gegeven werden krachtens het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 27 juli 1992, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 1996, geldig tot hun vervaldag. » Naar mijn mening houdt deze bepaling in dat de houders van de vóór 6 februari 1999 gegeven principiële akkoorden de voordelen mogen genieten die de voormalige regelgeving eraan koppelde. Dat betekent dat zij beschikken over een termijn van drie jaar vanaf het verkrijgen van het principieel akkoord (of vier jaar als de verlenging vóór 6 februari 1999 werd toegestaan) om over te gaan tot een begin van uitvoering.

Het begin van uitvoering wordt verworven als ten minste de intellectuele arbeid i.v.m. het concipiëren van het project tot een goed einde gebracht wordt (b.v. als een stedenbouwkundige vergunning wordt verkregen of als de nodige stappen zijn ondernomen om ze te verkrijgen).

Als het aldus bepaalde begin van uitvoering verricht is of zal worden binnen de bovenbedoelde termijnen, is het principieel akkoord niet meer in de tijd beperkt.

Als daarentegen geen begin van uitvoering plaatsvindt binnen dezelfde termijnen is (zal) het principieel akkoord vervallen.

Deze omzendbrief vervangt de bepalingen betreffende het vervallen van de principiële akkoorden bedoeld in de omzendbrief van 2 februari 1999, met de verwijzingen "PHS/ASH/circulaire MR,MRS,CAJ," van Mijnheer de Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid.

Hoogachtend.

Namen, 28 januari 2000.

De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. Detienne.