Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 28 februari 2002
gepubliceerd op 20 maart 2002

Omzendbrief met betrekking tot de voorwaarden van uitvoering van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken en diensten en voor de concessies voor openbare werken van de diensten van de staat en de instellingen van openbaar nut dewelke ervan afhangen, waarbij het gebruik van voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen, behorend tot de categorieën N2 en N3, zoals gedefinieerd door artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen, waaraan auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, nodig is

bron
federale overheidsdienst kanselarij en algemene diensten en ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2002014058
pub.
20/03/2002
prom.
28/02/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ EN ALGEMENE DIENSTEN EN MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR


28 FEBRUARI 2002. - Omzendbrief met betrekking tot de voorwaarden van uitvoering van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken en diensten en voor de concessies voor openbare werken van de diensten van de staat en de instellingen van openbaar nut dewelke ervan afhangen, waarbij het gebruik van voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen, behorend tot de categorieën N2 en N3, zoals gedefinieerd door artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen, waaraan auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, nodig is


Aan de administraties en andere diensten van de federale overheidsdiensten en ministeriële departementen en de instellingen van openbaar nut dewelke aan het gezag, de controle of de voogdij van de Staat zijn onderworpen, Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mevrouw de Staatssecretaris, Mijnheer de Staatssecretaris, Teneinde dodelijke of zware ongevallen met zwakke weggebruikers te vermijden of zelfs uit te sluiten, dewelke te wijten zijn aan het welgekende probleem van de dode hoek en waarbij in hoofdzaak voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen met een maximale massa van meer dan 3,5 ton, zoals gedefinieerd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, betrokken zijn, zijnde de voertuigen van de categorieën N2 en N3, bestaan er zichtveldverbeterende systemen dewelke toelaten dit probleem te herleiden of zelfs op te heffen.

Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid heeft het hierbij gevoegde document opgesteld dat het geheel van specificaties bevat waaraan deze systemen, willen ze efficiënt zijn, dienen te beantwoorden.

De Regering wijst erop dat deze specificaties een synthese vormen van de huidige stand van de wetenschappelijke kennis terzake dewelke met name als dusdanig erkend wordt door de automobiel- en de transportsector.

Deze technische specificaties moeten opgelegd worden als bijzondere uitvoeringsvoorwaarden van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken en diensten of van de concessies voor openbare werken dewelke uitgevoerd worden met behulp van voertuigen N2 of N3 in de bebouwde kom (zoals gedefinieerd in art. 2.12. van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer), gelet op het feit dat zij een bijzonder belangrijke verhoging van de risico's met zich meebrengen dewelke in aanzienlijke mate verminderd kunnen worden door de zichtveldverbeterende systemen.

Telkenmale dat bijzondere verkeersomstandigheden, die een hoger gevaar inhouden dan gebruikelijk op de plaats van uitvoering van de werken, het rechtvaardigen, zijn deze technische specificaties eveneens toe te passen.

De Voorzitters van de Directiecomités van de verschillende federale overheidsdiensten en de leidende ambtenaren van de instellingen van openbaar nut dewelke aan het gezag, de controle of de voogdij van de Staat onderworpen zijn, zullen er bijgevolg over waken : 1. Om als uitvoeringsvoorwaarde van dergelijke opdrachten of concessies van openbare werken te voorzien dat alle voertuigen van de categorieën N2 en N3, dewelke in het kader van de uitvoering ervan gebruikt worden, zullen uitgerust zijn met een zichtveldverbeterend systeem, overeenkomstig de technische specificaties opgenomen in de bijlage aan onderhavige omzendbrief.2. Dat met het oog op het respect van deze voorwaarde een uitdrukkelijk en voorafgaandelijk engagement van de inschrijver voorzien moet worden. De inschrijver zal in zijn offerte uitdrukkelijk verklaren dat al zijn voertuigen, of deze van zijn onderaannemers, dewelke gebruikt zullen worden indien hij wordt aangeduid voor de desbetreffende opdracht, zullen uitgerust zijn met een zichtveldverbeterend systeem dat voldoet aan de bepalingen van de bijlage van onderhavige omzendbrief. 3. Deze vereisten zullen opgenomen worden in het bestek dat in extenso de bepalingen van de bijlage aan onderhavige omzendbrief zal opnemen in het deel dat betrekking heeft op de algemene uitvoeringsvoorwaarden van de desbetreffende opdracht. Er zal niet verwezen worden naar enig merk of fabrikant van bijzondere producten, noch naar enig octrooi, type, model of procédé van een welbepaald zichtveldverbeterend systeem, zelfs gevolgd door de termen « of gelijkwaardig ». Het bestek zal geen beschrijvingen van dergelijk systeem vermelden dewelke overgenomen zijn uit specifieke catalogi of prospectussen. 4. Dat in geval de opdrachtgever een tekortkoming op deze vereisten zou vaststellen, aan de aannemer opgelegd zal worden om het desbetreffende materiaal in overeenstemming te brengen binnen de vijftien dagen. Na het verstrijken van deze termijn zullen de desbetreffende voertuigen niet meer gebruikt kunnen worden tot dat zij in overeenstemming gebracht zijn. 5. Dat in geval van betwisting door de aannemer deze de desbetreffende voertuigen wat betreft de conformiteit aan de bepalingen inzake het zichtveldverbeterend systeem, opgenomen in het bestek en wat betreft de installatie ervan in de voertuigen, zal laten controleren door het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, Haachtsesteenweg 1405, te 1130 Brussel.6. Dat er een register zal worden bijgehouden waarin het geheel van de bijzondere inbreuken op de uitvoeringsvoorwaarden van de opdrachten zal worden opgenomen, met aanduiding van het merk, het model en het immatriculatienummer van de voertuigen van de aannemer of de betrokken onderaannemers. In geval van herhaalde inbreuk op deze voorwaarde door middel van hetzelfde voertuig, zullen, nà het verstrijken van de termijn bepaald om de voertuigen in overeenstemming te brengen onder punt 4 hierboven, de boeten vermeld in artikel 20, § 4 van de algemene aannemingsvoorwaarden van de overheidsopdrachten kunnen worden toegepast.

Deze omzendbrief treedt in werking op 1 mei 2002.

Brussel, 28 februari 2002.

De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

Bijlage bij de omzendbrief met betrekking tot de voorwaarden van uitvoering van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken en diensten en voor de concessies voor openbare werken van de diensten van de staat en de instellingen van openbaar nut dewelke er van afhangen, waarbij het gebruik van voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen, behorend tot de categorieën N2 en N3, zoals gedefinieerd door artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen, waaraan auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, nodig is Zichtveldverbeterende systemen - Specificaties 1.Algemene specificaties 1.1. De specificaties zijn van toepassing voor de voertuigen van categorie N2 en N3. De specificaties zijn dezelfde voor beide categorieën voertuigen. 1.2. Gezichtsveld.

Naast het vereiste gezichtsveld zoals beschreven in EG/71/127, laatst gewijzigd door EG/88/321, dient er voldaan te zijn aan het extra gezichtsveld gedefinieerd in de bijgevoegde figuur (zone ABCDEF).

Het vereiste gezichtsveld wordt gedefinieerd op grondniveau. Het gezichtsveld is gedefinieerd voor de voertuigen in de positie rechtuit.

Er dient voldaan te worden aan het vereiste gezichtsveld d.m.v. de actueel verplichte spiegels, eventueel aangevuld met een extra zichtveldverbeterend systeem. 1.3. De waarnemingscyclus om het gehele gezichtsveld te bestrijken mag maximaal 2 seconden duren (voor het geheel van spiegels en/of monitor). 2. Definities 2.1. Zichtveldverbeterend systeem : een systeem waarmee na montage op het voertuig voldaan is aan het extra vereiste gezichtsveld uit paragraaf 1.2.

Het zichtveldverbeterend systeem kan gebaseerd zijn op spiegels, op een camera & monitor systeem, of op andere technologieën. 2.2. Kritisch object : een cirkelvormige schijf met diameter 0,80 m.

Dit is het kleinste voorwerp dat waargenomen moet kunnen worden in het vereiste gezichtsveld. 2.3. Hoekresolutie : 8 boogminuten (1 boogminuut = 1/60°). Dit is de minimale boog dat een voorwerp moet bestrijken opdat het waargenomen kan worden. 3. Bijkomende specificaties voor een spiegel - type zichtveldverbeterend systeem. 3.1. De extra spiegel moet goedgekeurd zijn volgens richtlijn EG/71/127. 3.2. De montage van de spiegel moet zodanig zijn dat het rechtstreeks gezichtsveld slechts minimaal gereduceerd wordt. 3.3. De opstelling van de spiegel t.o.v. de andere spiegels aan de rechterzijde van het voertuig moet toelaten het gehele gezichtsveld in één waarnemingscyclus te kunnen bestrijken. 3.4. De spiegel zal bij voorkeur voorzien zijn van een geïntegreerd verwarmingselement. 3.5. De montage op het voertuig moet voldoen aan de toepasselijke wetgeving (Technisch Reglement voor Motorvoertuigen en Aanhangwagens). 4. Bijkomende specificaties voor een camera & monitor - type zichtveldverbeterend systeem. 4.1. De montage van de monitor moet zodanig zijn dat het rechtstreeks gezichtsveld slechts minimaal gereduceerd wordt. 4.2. De opstelling van de monitor t.o.v. de spiegels aan de rechterzijde van het voertuig moet toelaten het gehele gezichtsveld in één waarnemingscyclus te kunnen bestrijken. 4.3. Het beeld moet in het zichtbaar spectrum liggen; de weergave van het beeld gebeurt zonder behoefte aan interpretatie. 4.4. De montage op het voertuig moet voldoen aan de toepasselijke wetgeving. (Technisch Reglement voor Motorvoertuigen en Aanhangwagens). 4.5. De afstand tussen de bestuurder en de monitor enerzijds, en de resolutie van de monitor en zijn afmetingen anderzijds, moeten maximaal aan elkaar aangepast zijn. 4.6. De monitor moet toelaten om het contrast en de helderheid van het beeld (automatisch of manueel) te regelen. 4.7. De opstelling van de monitor in de cabine dient rechtstreeks zonlicht op het scherm maximaal te vermijden. 4.8. Het geheel camera & monitor dient te voldoen aan de EMC-vereisten conform EG/95/54. De inschrijver dient de conformiteit van zijn systeem met deze specificatie te garanderen. 4.9. De betrouwbaarheid van de camera & monitor en de montage ervan in/op het voertuig moeten aangepast zijn aan het gebruiksprofiel (maximaal bestand tegen water, bestand tegen hoge en lage temperaturen, bestand tegen schokken en trillingen). 4.10. De camera zal bij voorkeur voorzien zijn van een geïntegreerd verwarmingselement.

FIGUUR : Extra gezichtsveld Coördinaten : A (1.5;0.9) B (1.5;4.5) C (8.0;12.5) D (15.0;12.5) E (3.0;2.5) F (3.0;0.9) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^