Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 27 juni 2002
gepubliceerd op 05 juli 2002

Omzendbrief nr. 521bis Copernicuspremie 2002

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2002002161
pub.
05/07/2002
prom.
27/06/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE


27 JUNI 2002. - Omzendbrief nr. 521bis Copernicuspremie 2002


Aan de besturen en andere diensten van de federale ministeries en de instellingen van openbaar nut die onder het gezag, de controle of het toezicht van de federale Staat staan.

Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mijnheer de Staatssecretaris, De eerste uitbetaling van de Copernicuspremie, overeenkomstig de onderrichtingen die werden medegedeeld bij de omzendbrief nr. 521 van 8 mei 2002, heeft in bepaalde specifieke gevallen tot toepassingsmoeilijkheden geleid.

In voorkomend geval dient dus rekening te worden gehouden met de volgende bijkomende preciseringen. 1. Alle leden van het statutair en contractueel personeel die functies in de niveaus 4, 3 en 2 in 2001 uitgeoefend hebben in die diensten die opgenomen zijn in het toepassingsgebied dat vermeld is in punt 1 van de omzendbrief nr.521 van 8 mei 2002, aangevuld met het Federaal Planbureau, kunnen in 2002 de Copernicuspremie genieten. 2. De overgang van de hoedanigheid van contractueel naar statutair personeelslid, zonder onderbreking, in de loop van het jaar 2001 ontneemt het recht op de Copernicuspremie niet : de referentieperiode 2001 kan in dat geval de tewerkstellingsperiodes onder deze twee regelingen behelzen.3. De ambtenaren van niveau 2 die in 2001 tot niveau 2+ of tot niveau 1 bevorderd werden, genieten de Copernicuspremie a rato van de periode van tewerkstelling in niveau 2.De wedde die voor de berekening van de premie in aanmerking moet worden genomen komt overeen met de laatst verschuldigde wedde in het niveau 2. 4. Als het personeelslid zijn functies tijdens de referentieperiode heeft uitgeoefend in twee of meer diensten die opgenomen zijn in het toepassingsgebied dat vermeld is in punt 1 van de omzendbrief nr.521 van 8 mei 2002, aangevuld met het Federaal Planbureau, dient elk van deze diensten de premie uit te betalen a rato van de daar verrichte prestaties.

Het koninklijk besluit tot toekenning van een Copernicuspremie aan sommige personeelsleden van de rijksbesturen, waarin deze verduidelijkingen vervat zijn, zal eerstdaags gepubliceerd worden.

De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^