Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 25 juli 2016
gepubliceerd op 29 juli 2016

Ministeriële omzendbrief GPI 39decies betreffende de inzet van personeelsleden van de pool tijdelijke affectatie in korpsen van de lokale politie. - Principes en facturatie

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2016000459
pub.
29/07/2016
prom.
25/07/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


25 JULI 2016. - Ministeriële omzendbrief GPI 39decies betreffende de inzet van personeelsleden van de pool tijdelijke affectatie (DPP/ATA) in korpsen van de lokale politie. - Principes en facturatie


Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de politiecolleges, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan Mevrouw de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter van het Politiecollege, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, 1. INLEIDING De (aspirant)leden van het operationeel kader die op het einde van de basisopleiding niet zijn aangewezen voor een betrekking, worden ambtshalve aangewezen bij de pool tijdelijke affectatie (DPP/ATA).Van hieruit kunnen zij worden ingezet in entiteiten van de federale politie of in korpsen van de lokale politie en dit meestal in afwachting van hun aanwijzing bij mobiliteit naar een ambt binnen de federale of de lokale politie.

Deze omzendbrief behandelt enkel de inzet van leden vanuit DPP/ATA in korpsen van de lokale politie en beoogt aldus niet de steun van korpsen van de lokale politie aan andere korpsen van de lokale politie of de inzet van leden van de federale politie, buiten DPP/ATA, in korpsen van de lokale politie.

Deze omzendbrief strekt er toe nadere toelichtingen te geven m.b.t. de basisprincipes alsook de facturatie van de inzet van personeelsleden van het operationeel kader van DPP/ATA naar een korps van de lokale politie. 2. PRINCIPES Bij de beslissing om al dan niet steun vanuit de federale politie toe te staan, zal rekening worden gehouden met de aan de federale politie toegekende personeelskredieten in die zin dat er naar zal worden gestreefd minstens de afgestudeerde aspiranten, waarvan de bezoldiging niet door deze kredieten werd voorzien, tegen betaling in de politiezones in te zetten. Voor het toekennen van dergelijke inzet wordt een onderscheid gemaakt tussen prioritaire inzet en niet-prioritaire inzet. 2.1. Prioritaire inzet Bij de beoordeling van de vragen tot het bekomen van prioritaire inzet zal worden onderzocht of aan de hierna vermelde criteria is voldaan : 2.1.1 Sterk deficitaire politiezone Vermits elke politiezone als deficitair kan worden beschouwd van zodra één personeelslid ontbreekt ten opzichte van het personeelskader, dient een norm te worden bepaald. Een politiezone is sterk deficitair indien in het operationeel kader minder personeel aanwezig is (aantal op de betalingslijsten van de politiezone vermelde personeelsleden) dan 95% van de Minimale Norm (bepaald bij konnklijk besluit van 05-09-2001). 2.1.2. Inschrijving in de eerstvolgende mobiliteit Indien prioritaire steun van DPP/ATA wordt gevraagd, moet in de lopende mobiliteitscycli of uiterlijk in de eerstvolgende mobiliteit minstens hetzelfde aantal betrekkingen via mobiliteit worden opengesteld in de betrokken graad of graden. 2.1.3. Verbintenis tot het dragen van de kosten De aanvragende politiezone moet er zich uitdrukkelijk toe verbinden de kosten te dragen overeenkomstig de bepalingen van deze omzendbrief. 2.2. Niet-prioritaire inzet Indien de middelen van de federale politie het na het invullen van de prioritaire inzet nog toelaten, kan ook "niet-prioritaire steun" worden toegekend, (bij voorbeeld : een tijdelijke vervanging van zwangere personeelsleden, langdurige zieken, personeel in langdurige opleiding,...) De aanvragende politiezone moet er zich uitdrukkelijk toe verbinden de kosten te dragen overeenkomstig de bepalingen van deze omzendbrief.

Indien dergelijke steun wordt toegestaan, kan deze evenwel indien nodig op korte termijn (opzeg één week ) door de federale politie worden stopgezet ten behoeve van prioritaire vragen of bij het wegvallen van de capaciteitsmarge bij de federale politie. 2.3. Duur van de inzet De inzet wordt in de regel aangegaan voor één jaar en kan worden opgezegd door beide partijen (federale politie en de betrokken politiezone) mits naleving van een opzeggingstermijn van één maand die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op die waarin de opzeg werd gegeven.

De duur van de inzet is in voorkomend geval verlengbaar met maximum zes maanden indien kan worden aangetoond dat de betrekking in mobiliteit vacant is verklaard of dat weldra zal worden.

Bij niet-naleving van bovenvermelde opzeggingstermijn zal het resterende saldo van de termijn alsnog gefactureerd worden.

In voorkomend geval houdt de inzet van rechtswege op indien het betrokken personeelslid wordt herplaatst, ambtshalve aangewezen of via mobiliteit wordt in plaats gesteld voor een andere betrekking. In dat geval kan worden overwogen om een ander lid van DPP/ATA in te zetten.

In geval van mobiliteit van het personeelslid, geldt de bekendmaking in het personeelsbulletijn als vooropzeg en neemt de inzet een einde, zonder vergoeding, op de dag van inplaatsstelling (in principe de eerste dag van de tweede erop volgende referentieperiode, behoudens indien de nieuwe werkgever waarbij het personeelslid zal worden inplaatsgesteld en de politiezone van inzet anders overeenkomen).

Een personeelslid dat reeds twee jaar of meer deel uitmaakt van DPP/ATA of dat niet heeft deelgenomen aan twee mobiliteitscycli, zal in principe herplaatst of ambtshalve aangewezen worden volgens de nadere regels die het voorwerp uitmaken van een overlegde interne nota van de federale politie. 3. BEVOEGDE OVERHEID Alle aanvragen tot steun zullen aan de Dienst loopbaanbeheer van de Directie van het personeel van de federale politie (DRP-P) worden gericht.Indien aan de supra vermelde criteria en voorwaarden is voldaan, delegeer ik het diensthoofd DRP-P de bevoegdheid om de inzet toe te staan. 4. FACTURATIE 4.1. Criteria van dragen van de kosten De regel is dat het korps ten voordele waarvan steun wordt geleverd, alle kosten daarvan draagt. 4.2. Forfait Om de administratie zoveel mogelijk te vereenvoudigen, zal de facturatie aangaande het uit DPP/ATA ingezette personeel gebeuren op basis van een forfait, zoals toegelicht in de bijlage bij deze omzendbrief. 4.3. Uitrusting Het personeel van DPP/ATA, wordt uitgerust door de federale politie voor wat betreft de basisuitrusting en de volgende functieuitrusting : - Politiegordel; - Matrak; - Matrakhouder; - Handboeien; - Dienstwapen; - Zwarte open pistooltas; - Zwarte laderhouder; - Interventiearmband. 4.4. Facturatieprocedure Elke maand stuurt de federale politie (directie van Financiën) een factuur naar de belanghebbende zones, betreffende het personeel dat gedurende de voorafgaande maand ingezet was. Als de inzet geen volledige maand beslaat, zal een "dagelijkse" tarifering toegepast worden. 4.5. Statutaire situatie van het ingezette personeel 4.5.1. De gewone plaats van het werk De gewone plaats van het werk van het ingezette personeelslid vanuit DPP/ATA aan een korps van de lokale politie, wordt bepaald door de betrokken politiezone. 4.5.2. Tucht In het geval dat een politieambtenaar bij een ander korps is ingezet, worden de lichte tuchtstraffen opgelegd door de gewone tuchtoverheid van het korps waarbij het betrokken personeelslid is ingezet. De zware tuchtstraffen worden in dat geval opgelegd door de hogere tuchtoverheid van DPP/ATA. 4.5.3. Evaluatie De evaluator van een personeelslid dat voor een periode van meer dan 4 maanden wordt ingezet bij een korps van de lokale politie, is zijn functionele overste binnen dat korps, terwijl zijn eindverantwoordelijke die van DPP/ATA blijft. 4.5.4. Toelagen en vergoedingen Toelagen en vergoedingen worden toegekend in functie van het uitgeoefende ambt en/of de geleverde prestaties. De functie- en tweetaligheidstoelagen worden, in voorkomend geval, bekomen mits het ingezette personeelslid in het bezit is van het vereiste brevet. 4.5.5. Arbeidsongevallen De lokale politie staat in voor de arbeidsongevallendekking van het personeelslid dat bij hem werd ingezet vanuit DPP/ATA. De burgerlijke aansprakelijkheid, de rechtshulp en de tenlasteneming van de zaakschade berust eveneens bij het begunstigde korps van de lokale politie.

Deze omzendbrief vervangt de omzendbrief GPI 39 van 4 juni 2004 en de omzendbrief GPI 39nonies van 23 mei 2013 en treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking.

Ik verzoek U, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, te willen toezien op de naleving van deze omzendbrief en de datum waarop deze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, in het bestuurmemoriaal te vermelden.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

Bijlage aan GPI 39decies van 25 juli 2016

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij de ministeriële omzendbrief GPI 39decies van 25 juli 2016 betreffende de inzet van personeelsleden van de pool tijdelijke affectatie (DPP/ATA) in korpsen van de lokale politie. - Principes en facturatie.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Jan JAMBON

^