MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

24 APRIL 2002. - Omzendbrief. - Gemeentebelasting op de infrastructuurelementen inzake bekabeling en leidingen

Aan de burgemeesters en schepenen van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Geachte Mevrouwen, Geachte Heren, Meer en meer wordt het openbaar domein gebruikt om kabels en leidingen in de openbare weg te plaatsen. Dit is ondermeer een gevolg van de vrijmaking van de elektriciteits- en telecommarkten.

De frequentie en de belangrijkheid van deze werken veroorzaken op het grondgebied van de gemeente heel wat ongemak waardoor de gemeenten verplicht worden omkaderingsmaatregelen te nemen voor de vlotte doorgang van voertuigen en voetgangers of een verhoogde controle van deze werven.

Als wegbeheerders en gewapend met de politionele bevoegdheid op het geheel van de openbare weg, vervullen de gemeenten in deze materie een centrale rol.

Met deze achtergrond en gelet op hun financiële toestand is het logisch en wenselijk dat de gemeenten over bijkomende mogelijkheden inzake belastingen beschikken met het oog op het bereiken van het financieel evenwicht, zoals bepaald in artikel 252 van de nieuwe gemeentewet en artikel 15 van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De gemeenten zouden derhalve kunnen overwegen om een belasting te heffen op het gebruik van de wegen en de ondergrond voor de plaatsing van infrastructuurelementen.

De infrastructuurelementen die door de bedoelde belasting zouden beoogd worden, kunnen algemeen omschreven worden als alle ondergrondse installaties, bestaande uit leidingen, hard of soepel, die aangewend worden voor het vervoer van materie of energie.

Kunnen, bij wijze van voorbeeld, als ondergrondse installatie beschouwd worden : - de leidingen voor het transport of de distributie van water, gas, enz...; - de kabels of elektrische leidingen voor het transport of de distributie van lage, gemiddelde of hoogspanning; - de kabels voor telecommunicatie en teledistributie; - de pijpleidingen; - de technische galerieën,...

De belasting zou verschuldigd zijn door elke rechtspersoon - met inbegrip van diegene die het recht verkregen heeft werken op het openbaar domein uit te voeren hetzij krachtens de wet, hetzij krachtens een concessie of krachtens een wegvergunning - die aan de oorsprong ligt van de hinder en de ongemakken die voorvloeien uit het aanbrengen van deze installaties in de ondergrond.

Het bedrag van de belasting zou bijvoorbeeld berekend kunnen worden : - per strekkende meter kabels of leidingen; - per vierkante meter in functie van de totale oppervlakte gebruikt voor andere types uitrusting.

Tenslotte zullen de gemeenten aandacht hebben voor de principes van gelijkheid en niet-discriminatie, ingeschreven in de artikelen 10 en 172 van de Grondwet dewelke bepalen dat ieder die zich in dezelfde toestand bevindt op dezelfde wijze dient behandeld te worden. Deze principes sluiten geen verschillende behandeling uit tussen categoriëen van personen voor zover de criteria die ingeroepen worden om een verschillende behandeling te verantwoorden objectief zijn en in verhouding zijn tot het doel en de aard van de belasting.

De Minister-Voorzitter, Fr.-X. de Donnea