FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

23 MEI 2007. - PREV 30. - Omzendbrief ter verduidelijking van artikel 11 van het ministerieel besluit betreffende de invoering van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010

Ter attentie van de Dames en Heren Burgemeesters van de steden en gemeenten met een strategisch veiligheids- en preventieplan 2007-2010 Ter informatie aan de verantwoordelijken van het strategisch veiligheids- en preventieplan 2007-2010 Inleiding In het kader van het opstarten van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 werd een ministerieel besluit opgesteld.

Dit ministerieel besluit betreffende de invoering van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 werd op 30 maart 2007 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het bepaalt de praktische modaliteiten waaraan de steden en gemeenten met een strategisch plan zich dienen te houden.

Hierin wordt druggerelateerde maatschappelijke overlast weerhouden als 1 van de 15 fenomenen die kunnen worden opgenomen in de strategische veiligheids- en preventieplannen en wordt melding gemaakt (zie artikel 11) dat primaire preventie en de medisch-therapeutische benadering niet binnen de filosofie vallen van deze nieuwe strategische veiligheids- en preventieplannen. Probleemstelling 1. Definiëring begrippen Op het terrein zorgt artikel 11 van het ministerieel besluit betreffende de invoering van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 voor problemen.Het ministerieel besluit blijft vaag en verduidelijkt de begrippen « primaire preventie » en « medisch-therapeutische benaderingswijze » niet voldoende waardoor steden en gemeenten niet weten wat nog kan worden verder gezet met subsidies van het nieuwe strategische veiligheids- en preventieplan.

Door de definiëring van beide begrippen kan dit probleem verholpen worden. 2. Primaire preventie Het geheel van preventieve maatregelen van algemene aard ten behoeve van de ganse bevolking (zie ministerieel besluit betreffende de invoering van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010). Belangrijk hierbij is dat de doelgroep tot wie men zich richt algemeen blijft. Bijvoorbeeld : de ganse bevolking, leerlingen van een school,..

Acties die hieronder vallen, zijn bijvoorbeeld infosessies in scholen in het kader van drugpreventie. Zo is het MEGA-project een vormingspakket voor leerlingen van het zesde jaar basisonderwijs waarbij de nadruk ligt op het aanleren van sociale vaardigheden en waarvan drugpreventie een onderdeel uitmaakt. 3. Medisch-therapeutische benaderingswijze Onder het medische aspect wordt algemeen het verlenen van medische hulp verstaan.Dit kan het verlenen van medicatie zijn, het ter beschikking stellen van methadon, spuitenruil,...

De therapeutische benadering omvat de begeleidingen van drugverslaafden. Meer concreet gaat het hierbij over crisisopvang, ambulante drughulpverlening,...

De Medisch Sociale Opvangcentra (MSOC) en de dagcentra spelen hierbij een belangrijke rol. Zij bieden immers volgende activiteiten aan : ambulante crisisopvang en onthaal, individuele medische en therapeutische begeleiding, groepsactiviteiten, methadonverstrekking en doorverwijzing. 4. Druggerelateerde maatschappelijke overlast : De bevoegdheden inzake druggerelateerde materie voor Binnenlandse Zaken werden reeds besproken in de federale beleidsnota drugs van 19 januari 2001.Uit deze nota blijkt dat de nadruk voor de FOD Binnenlandse Zaken dient te liggen op secundaire preventie en dienen de acties te kaderen binnen de doelstellingen van sociale reïntegratie.

Secundaire preventie : gericht op personen die reeds in contact gekomen zijn met drugs of met een drugprobleem kampen.

De nadruk vanuit de FOD Binnenlandse Zaken, in het kader van de druggerelateerde maatschappelijke overlast, ligt op begeleidingen van langdurige drugverslaafden met als doelstelling hun reïntegratie in de maatschappij.

Meer in het bijzonder binnen het kader van de therapeutische begeleidingen komt de nadruk voor de FOD Binnenlandse Zaken te liggen op de toeleidings-, onthaal- en outreachfunctie. 5. Stopzetting lopende projecten Deze invalshoek werd sinds het uitkomen van de Federale Beleidsnota Drugs (2001) reeds meerdere malen gesignaleerd door de FOD Binnenlandse Zaken binnen de steden en de gemeenten.Toch rijzen voor sommige projecten binnen enkele steden problemen gezien zij voor een groot stuk afhankelijk zijn van subsidies van publieke overheden. Er moet naar de toekomst toe een oplossing gezocht worden om het voortbestaan van bepaalde projecten/centra te garanderen.

Besluit 1. Bevoegheid FOD Binnenlandse Zaken Secundaire preventie en sociale integratie van de drugverslaafden. Werkgebieden van integratie zijn onthaalfunctie, toeleidingsfunctie naar de hulpverlening en outreachwerk.

Al de behandelingen en begeleidingen die kaderen binnen de medische hulpverlening en harm reduction vallen hier niet onder. Voorbeelden : spuitenruil, methadonverstrekking, crisisopvang, ambulante drughulpverlening, medische consultaties,... 2. Praktisch Het jaar 2007 zal gezien worden als een uitdovingsperiode waarbij de steden en gemeenten nog de kans krijgen om bepaalde projecten (crisisopvang, ambulante drughulpverlening,..) in te schrijven in hun strategisch veiligheids- en preventieplan.

Vanaf 2008 zal het medische luik binnen het fenomeen druggerelateerde maatschappelijke overlast niet langer gesubsidieerd worden door de FOD Binnenlandse Zaken via het strategisch veiligheids- en preventieplan.

Concreet betekent dit dat : - De kosten in het kader van de bestrijding van druggerelateerde maatschappelijke overlast en meer in het bijzonder projecten zoals onthaal verlenen, outreachend werken, het doorverwijzen naar de hulpverlening, straathoekwerk,.. ook na 2007 verder kunnen worden ingebracht op het budget van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010. - De kosten die gepaard gaan met de eigenlijke hulpverlening, het medische aspect kunnen vanaf 2008 niet langer ingebracht worden op het budget van de strategische veiligheids- en preventieplannen Indien U bijkomende inlichtingen wenst aangaande het fenomeen druggerelateerde maatschappelijke overlast binnen uw strategisch veiligheids- en preventieplan, dan staan de lokaal adviseurs van de Directie Lokale Integrale Veiligheid te uwer beschikking.

Hoogachtend, Brussel, 23 mei 2007.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL