Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 22 april 2022
gepubliceerd op 06 juli 2022

22 APRIL 2022. - Gezamenlijke omzendbrief van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende het gebruik van de polygraaf in de strafrechtspleging PREAMBULE Sedert geruime tijd wordt in België in de strafrechtspleg Technisch beschouwd analyseert de polygrafist op grond van de registratie verricht door middel van (...)

bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2022020850
pub.
06/07/2022
prom.
22/04/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 APRIL 2022. - Gezamenlijke omzendbrief van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende het gebruik van de polygraaf in de strafrechtspleging PREAMBULE Sedert geruime tijd wordt in België in de strafrechtspleging een beroep gedaan op de polygraaf, doorgaans « leugendetector » genoemd.

Technisch beschouwd analyseert de polygrafist op grond van de registratie verricht door middel van specifieke receptoren de fysiologische reacties van betrokkene tijdens de test.

In beginsel heeft betrokkene geen rechtstreekse controle over zijn reacties (hartslag, bloeddruk, ademhaling, transpiratie, bloedvolume, enz.), waarvan wijzigingen een aanwijzing kunnen vormen voor de geloofwaardigheid van zijn antwoorden.

De polygraaftest is een bijzondere techniek van politionele ondervraging gericht op het achterhalen van de waarheid.

Gelet op het specifieke karakter van deze politiële techniek is het belangrijk dat zij wordt verricht door personen die daartoe een gespecialiseerde opleiding hebben gevolgd. Deze techniek van politionele ondervraging moet voldoen aan de beginselen inzake de bewijsvoering in strafzaken.

De wet van 4 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2020 pub. 21/02/2020 numac 2020040325 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft sluiten tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft (Belgisch Staatsblad 21 februari 2020) voegt hoofdstuk VIIsexies, dat een artikel 112duodecies omvat, in boek I van het Wetboek van Strafvordering.

De polygraaftest maakte het voorwerp uit van een ministeriële omzendbrief van 3 april 2003Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 03/04/2003 pub. 09/10/2003 numac 2003000522 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Aanvullende omzendbrief bij de omzendbrief van 1 juli 2002 tot wijziging en coördinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 houdende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften van goed zedelijk gedrag. - Duitse vertaling sluiten waarin aanbevelingen werden opgenomen die gegrond waren op het advies dat de toenmalige minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal op 29 juni 2000 aan de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid hebben gevraagd en dat werd opgesteld met medewerking van het toenmalige directoraat-generaal Strafwetgeving en Rechten van de Mens van het ministerie van Justitie en van het departement Criminologie van het NICC. Deze omzendbrief moet herwerkt worden rekening houdend met de voornoemde wet van 4 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2020 pub. 21/02/2020 numac 2020040325 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft sluiten en het koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen, en om richtlijnen te formuleren die de leden van de politiediensten in acht moeten nemen teneinde eenvormigheid te verzekeren bij het gebruik van de polygraaf-test in de praktijk. 1. JURIDISCH KADER EN TOEPASSINGSGEBIED 1.1. Bijzondere techniek van politionele ondervraging De polygraaftest is een bijzondere techniek van politionele ondervraging aangezien een beroep wordt gedaan op gespecialiseerde technische middelen en, in beginsel, enkel een politieambtenaar met een specifieke opleiding tot polygrafist een polygraaftest kan afnemen. Er wordt onderstreept dat de eigenlijke polygraaftest geen verhoor is zoals bedoeld in artikel 47bis Sv. De test kan wel aanleiding geven tot dergelijk verhoor. 1.2. Methode om de waarheid te ontdekken De polygraaftest is een hulpmiddel om de waarheid te ontdekken, aan de hand waarvan het onderzoek in een bepaalde richting kan worden geleid.

De methode is uitsluitend erop gericht de geloofwaardigheid van de beweringen van een persoon na te gaan.

De resultaten van de polygraaftest zijn relevant met het oog op de uitwerking van hypotheses in het kader van het onderzoek. « Ils constituent des indications, ils suggèrent des orientations, ils déconseillent certaines obstinations, ils allègent l'enquête, ils ne l'achèvent pas » (SUSINI, « Un chapitre nouveau de police scientifique - la détection objective du mensonge », RSCDPC, 1960, blz. 328).

De wet bepaalt thans dat de resultaten van de polygraaftest alleen in aanmerking mogen worden genomen als ondersteunend bewijs van andersoortige bewijsmiddelen. De politieambtenaren en de magistraten mogen dan ook nooit alleen de resultaten van een polygraaftest in aanmerking nemen. Deze vormen noch het eindpunt, noch het doel van het onderzoek maar enkel een extra hulpmiddel bij het onderzoek en moeten nauwgezet worden gestaafd door andere bewijzen die het onderzoek heeft opgeleverd.

In dat verband mogen de politiediensten en de magistraten bovendien niet louter ter bevestiging een beroep doen op de polygraaf ingeval zij reeds over voldoende gegevens beschikken om de schuld van een verdachte of de juistheid van zijn beweringen aan te tonen, zo niet dreigt het gebruik van de polygraaf ten onrechte tot alle onderzoeken te worden uitgebreid (criterium van noodzaak).

Ten slotte, tijdens de polygraaftest worden onder meer vragen gesteld over de precieze materiële feiten betreffende het onderzoek waarvoor de medewerking van een polygrafist is gevraagd, en vragen van polygraaf-technische aard. 1.3. Personen die in aanmerking komen om een polygraaftest te ondergaan Art. 112duodecies, § 3, Sv. bepaalt dat geen polygraaftest mag worden afgenomen van de volgende personen: - zwangere vrouwen; - minderjarigen beneden de leeftijd van zestien jaar; - personen binnen achtenveertig uur te rekenen vanaf hun effectieve vrijheidsbeneming.

Voor het overige komt eenieder die iets met het onderzoek te maken heeft in aanmerking voor de polygraaftest. Het is echter mogelijk dat de betrokken persoon aan een voorafgaandelijk onderzoek wordt onderworpen. Dit wordt verder behandeld onder punt 4.2. van deze omzendbrief. Indien mogelijk wordt evenwel voorkomen het slachtoffer aan de polygraaftest te onderwerpen.

Verzoeken van veroordeelden om de polygraaftest te ondergaan betreffende feiten waarvoor zij reeds werden veroordeeld, worden daarentegen geweigerd aangezien de gerechtelijke fase dan reeds is afgesloten. 1.4. Tijdens het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk onderzoek Aangezien voor de polygraaftest de toestemming is vereist van de persoon die op die wijze moet worden ondervraagd (zie infra), kunnen zonder onderscheid zowel de procureur des Konings tijdens het opsporingsonderzoek als de onderzoeksrechter in het kader van het gerechtelijk onderzoek het gebruik ervan voorstellen.

Onder de woorden "procureur des Konings" worden eveneens begrepen de "federaal procureur" en de "procureur-generaal" wanneer het onderzoek onder hun leiding wordt gevoerd in het kader van hun respectieve bevoegdheden inzake de uitoefening van de strafvordering. 1.5. Gespecialiseerde opdracht van gerechtelijke politie Op grond van artikel 5, laatste lid, van de wet op het politieambt, alsmede van artikel 102 van de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, moet de polygraaftest worden beschouwd als een gespecialiseerde opdracht van gerechtelijke politie, behorend tot de bevoegdheid van de federale politie.

De polygrafisten van de politie zijn bijgevolg federale politieambtenaren die een gespecialiseerde opleiding hebben gevolgd.

Zij worden niet belast met de onderzoeken waaraan zij hun technische medewerking verlenen en de oorspronkelijk aangewezen politiedienst blijft het onderzoek leiden. Het optreden van de polygrafist beperkt zich tot het nauwkeurig omschreven doel ervan, te weten de test voorbereiden, afnemen, de conclusies van zijn analyse meedelen en in voorkomend geval overgaan tot een verhoor dat onmiddellijk op de test volgt. 1.6. Normatief kader Er wordt verwezen naar de bij deze omzendbrief gevoegde bijlage die het normatief kader omvat ingevoegd bij wet van 4 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2020 pub. 21/02/2020 numac 2020040325 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft sluiten tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft (bijlage `Normatief kader van de polygraaftest'). 2. ALGEMENE BEGINSELEN 2.1. Legaliteit van de bewijsmiddelen In de artikelen 28bis en 56 van het Wetboek van Strafvordering is bepaald dat de procureur des Konings en de onderzoeksrechter waken voor de wettigheid van de bewijsmiddelen en de loyaliteit waarmee zij worden verzameld.

Het loyaliteitsbeginsel veronderstelt onder meer dat bewijsmiddelen verkregen door schending van het zwijgrecht van een verdachte van een misdrijf worden verworpen. Wat de bewijsverkrijging betreft is te verwijzen naar artikel 32 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van strafvordering dat bepaalt dat tot nietigheid van onregelmatig verkregen bewijselement enkel wordt besloten indien: - de naleving van de betrokken vormvoorwaarden wordt voorgeschreven op straffe van nietigheid, of; - de begane onregelmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs heeft aangetast, of; - het gebruik van het bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces.

Art. 112duodecies, § 10, Sv. bepaalt dat de resultaten van de polygraaftest alleen in aanmerking mogen worden genomen als ondersteunend bewijs van andersoortige bewijsmiddelen.

Art. 112duodecies, § 7, Sv. bepaalt dat de polygraaftest uitsluitend mag worden afgenomen met een toestel waarvan de technische vereisten door de Koning worden bepaald op straffe van nietigheid van de testresultaten. 2.2.1. Vrije toestemming: verbod morele druk uit te oefenen Art. 112duodecies, § 4, Sv. bepaalt dat aan de weigering van een persoon om deel te nemen aan een polygraaftest geen enkel rechtsgevolg wordt verbonden. De grondvoorwaarde van vrijwilligheid heeft tot gevolg dat de test te allen tijde kan onderbroken worden. Ook hieraan is geen rechtsgevolg verbonden. Het is dan ook verboden druk uit te oefenen op een persoon om hem de polygraaftest te doen ondergaan, bijvoorbeeld door hem te doen geloven dat een weigering negatieve gevolgen kan hebben.

Het staat de persoon bijgevolg volkomen vrij de test te accepteren of te weigeren. Hij kan tevens te allen tijde, zelfs tijdens de test, zijn aanvankelijk gegeven toestemming intrekken, de test stop zetten en het lokaal verlaten zonder dat dat daar rechtsgevolgen aan verbonden zijn. 2.2.2. Verkrijging van de vrije en met kennis van zaken gegeven toestemming van de te ondervragen persoon - volledige voorlichting van betrokkene Art. 112duodecies, § 4, Sv. stelt als principe dat het afleggen van de polygraaftest op vrijwillige basis gebeurt. In geen geval kan een persoon worden gedwongen een polygraaftest te ondergaan.

Art. 112duodecies, § 4, Sv. bepaalt eveneens dat de test enkel doorgang kan vinden indien de persoon die onderworpen wordt aan de polygraaftest toestemt met kennis van zaken. Hiertoe ondertekent deze persoon een proces-verbaal van toestemming. De in het proces-verbaal opgenomen informatie wordt voorgelezen aan de betrokkene. De minimale informatie die in dit proces-verbaal moet worden opgenomen werd bepaald bij koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten. Er wordt wat betreft die informatie verder verwezen naar de te volgen procedure en naar de aan deze omzendbrief gevoegde bijlagen 1 en 2.

De polygraaf mag bijgevolg in geen geval worden aangewend zonder de vrije en met kennis van zaken gegeven toestemming van de te ondervragen persoon.

De eventuele bekentenissen verkregen zonder dat aan die wettelijke verplichtingen is voldaan en de eventuele gegevens die uit deze bekentenissen voortvloeien zullen door de onderzoeksgerechten of de vonnisgerechten beoordeeld worden in het licht van artikel 47bis, § 6, 9°, Sv. en van artikel 32 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van strafvordering.

Hierbij is op te merken dat artikel 112duodecies, § 10, Sv. bepaalt dat de resultaten van de polygraaftest alleen mogen in aanmerking worden genomen als ondersteunend bewijs van andersoortige bewijsmiddelen en dit zoals gezegd aan betrokkene moet meegedeeld worden. Deze mededeling impliceert de relatieve waarde van de polygraaftest welke op zich geen bewijs kan leveren. Het is bijgevolg niet nodig verder uit te wijden over de geschatte graad van wetenschappelijke betrouwbaarheid van de polygraaftest. Het is uiteraard verboden en strijdig met de wet de betrokkene te doen geloven dat de polygraaf onfeilbaar is of dat hij werkelijk gedachten "leest", etc.

Slechts wanneer de bovenvermelde informatieverplichting voor het gebruik van de polygraaf is nageleefd, blijft de vrije wil van de te ondervragen persoon onaangetast. Hij kan dan vrij zijn situatie beoordelen en met volledige kennis van zaken beslissen de test te accepteren of te weigeren, na de voordelen (mogelijkheid de waarheid van zijn beweringen te bewijzen) en de nadelen (gevaar ontmaskerd te worden, kans op vergissingen) te hebben afgewogen. 2.2.3. Weigering de polygraaftest te ondergaan Zoals gezegd bepaalt artikel 112duodecies, § 4, Sv. dat aan de weigering van een persoon om deel te nemen aan de polygraaftest geen enkel rechtsgevolg wordt verbonden. De betrokken persoon kan de test te allen tijde laten onderbreken. Ook hieraan kan geen rechtsgevolg worden verbonden. Dit alles wordt expliciet ter kennis gebracht van de betrokken persoon.

In de praktijk is trouwens vastgesteld dat sommige personen, ofschoon zij onschuldig waren, weigerden aldus te worden ondervraagd, bijvoorbeeld omdat zij twijfelden aan de betrouwbaarheid van de polygraaf. 2.3. Proportionaliteit Art. 112duodecies, § 2, Sv. bepaalt dat de polygraaftest mogelijk is ingeval er ernstige aanwijzingen zijn dat strafbare feiten een misdaad of een wanbedrijf uitmaken. De procureur des Konings of, naargelang van het stadium waarin de procedure zich bevindt, de onderzoeksrechter, kan aan de verdachte, de getuige of het slachtoffer voorstellen zich aan een polygraaftest te onderwerpen wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat strafbare feiten een misdaad of een wanbedrijf uitmaken.

De polygraaf mag bijgevolg alleen worden aangewend voor de opheldering van misdaden of ernstige wanbedrijven, waarbij de magistraat en de onderzoekers ten minste moeten beschikken over een aantal gegevens op grond waarvan zij redelijkerwijs een of meer personen ervan kunnen verdenken op enigerlei wijze te hebben deelgenomen aan het plegen van de feiten waarop het onderzoek betrekking heeft, ofwel kunnen veronderstellen dat een persoon over relevante informatie beschikt in verband met bovengenoemde misdaden of ernstige wanbedrijven (en waarvan de betrouwbaarheid moet worden nagegaan).

Het is bijgevolg uitgesloten een beroep te doen op de polygraaf voor louter oriënterend onderzoek, door bijvoorbeeld een bepaalde groep personen te ondervragen op grond van een aantal criteria. Zulks heeft ook een praktische reden, te weten de materiële onmogelijkheid een groot aantal polygraaftesten te verrichten. 2.4. Subsidiariteit De wet bevat geen bepaling betreffende de subsidiariteit. Het is nochtans aanbevolen op grond van het subsidiariteitsbeginsel en de haalbaarheid de polygraaf in de praktijk slechts te gebruiken indien de redelijke en adequate aanwending van andere onderzoeksmiddelen onvoldoende gegevens kan verschaffen om een misdaad of wanbedrijf vast te stellen of om de dader(s) ervan te ontdekken (beoordeling in abstracto). 3. TE VOLGEN PROCEDURE 3.1. Beginsel: de beslissing om de test te laten ondergaan gaat uit van de procureur des Konings of de onderzoeksrechter De procureur des Konings of, naargelang van het stadium waarin de procedure zich bevindt, de onderzoeksrechter, kan aan de verdachte, de getuige of het slachtoffer voorstellen zich aan een polygraaftest te onderwerpen wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat strafbare feiten een misdaad of een wanbedrijf uitmaken (artikel 112duodecies, § 2, Sv.) .

De verdachte, de getuige of het slachtoffer kunnen om een polygraaftest verzoeken. De procureur des Konings of, naargelang van het stadium waarin de procedure zich bevindt, de onderzoeksrechter, kan, dit verzoek bij een met redenen omklede beslissing afwijzen (artikel 112duodecies, § 2, Sv.) . 3.2. Eerste onderhoud met de te verhoren persoon met het oog op het afleggen van een polygraaftest De bevoegde magistraat of de daartoe gevorderde politieambtenaar wijst de te verhoren persoon op de omstandigheden van de zaak en indien het een voorstel betreft, op de redenen waarom het nuttig is in het kader van het onderzoek een beroep te doen op de polygraaf.

De test kan enkel doorgang vinden indien de persoon die onderworpen wordt aan de polygraaftest toestemt met kennis van zaken.

De bevoegde magistraat of de daartoe gevorderde politieambtenaar leest de informatie die opgenomen is in de bij deze richtlijn gevoegde bijlage 1 aan betrokkene voor. Indien betrokkene wordt bijgestaan door een tolk vertaalt deze de te verstrekken informatie in een taal die betrokkene begrijpt tenzij er reeds een vertaling van de bijlage in die taal voorhanden is.

Deze informatie bevat de minimale informatie die aan betrokkene ter kennis moet gebracht worden krachtens artikel 1 van het voornoemd koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten (artikel 112duodecies, § 4, Sv.).

De bevoegde magistraat of de daartoe gevorderde politieambtenaar overhandigt betrokkene de tekst van bijlage 1.

De bevoegde magistraat of de daartoe gevorderde politieambtenaar stelt de te ondervragen persoon ervan in kennis dat hij volkomen vrij is het ondergaan van de polygraaftest te accepteren of te weigeren, alsook dat hij op zijn vroegere gegeven toestemming kan terugkomen. Hij wijst hem erop dat hij een advocaat kan raadplegen en zich door deze kan laten bijstaan. Een minderjarige van boven de leeftijd van zestien jaar moet steeds bijgestaan worden door een advocaat.

Hij stelt hem ervan in kennis dat hij zijn toestemming onmiddellijk dan wel later kan geven, door zich tot de betrokken politiedienst of tot de verzoekende magistraat te wenden.

Van dit onderhoud wordt een proces-verbaal opgemaakt waarin melding wordt gemaakt van alle voorgaande informatie, inzonderheid van het gegeven of de persoon al dan niet onmiddellijk zijn goedkeuring heeft gegeven. Ingeval betrokkene zijn goedkeuring geeft aan de bevoegde magistraat of aan de politieambtenaar, ondertekent hij het proces-verbaal van toestemming waarvan het model onder bijlage 2 bij deze omzendbrief is gevoegd.

Ingeval een minderjarige, die tenminste zestien jaar moet zijn, aan een polygraaftest wordt onderworpen, ondertekenen de minderjarige en zijn advocaat het proces-verbaal van toestemming. De wet vereist niet dat de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers moeten instemmen. 3.3 Optreden van de polygrafist Zodra de te verhoren persoon heeft meegedeeld dat hij ermee instemt de polygraaftest te ondergaan, kan de politiedienst belast met het onderzoek een beroep doen op een polygrafist van de federale gerechtelijke politie.

De polygrafist neemt kennis van het dossier en stelt met behulp van de politiedienst belast met het onderzoek de vragen op die aan de betrokkene moeten worden gesteld. Indien mogelijk wordt de opdrachtgevende magistraat voorafgaand aan het verhoor in kennis gesteld van de aldus uitgewerkte vragen. Deze laatste formuleert dan zijn opmerkingen en de vragen worden in voorkomend geval aan de hand ervan geherformuleerd.

De opdrachtgevende magistraat dient over het verloop van de polygraaftest op de hoogte te worden gebracht (artikel 112duodecies, § 5, laatste lid, Sv.). 3.4 Bepaling van de dag waarop de test plaatsvindt De opdrachtgevende magistraat kan beslissen op de dag van de test samen met de onderzoekers in de regiekamer aanwezig te zijn teneinde rechtstreeks toezicht uit te oefenen. De onderzoekers en de polygrafist houden derhalve bij de bepaling van die dag rekening met de beschikbaarheid van de magistraat. Het is aan te bevelen in voorkomend geval ook rekening te houden met de beschikbaarheden van de advocaat die betrokkene bijstand levert. 4. UITVOERING VAN DE POLYGRAAFTEST 4.1. Algemene voorwaarden betreffende de te ondervragen persoon Voor de aanvang van de polygraaftest vergewist de polygrafist zich van de goede lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de te ondervragen persoon (cf. infra punt 4.2 en 4.5.8).

Aangezien fysiologische maturiteit vereist is om betrouwbare resultaten te verkrijgen, moet de betrokken persoon over het algemeen meerderjarig zijn. Alleen minderjarigen die ten minste 16 jaar oud zijn kunnen aan de test worden onderworpen (artikel 112duodecies, § 3, Sv.). Een minderjarige dient steeds bijgestaan te worden door een advocaat. Het is aan te bevelen om het onderwerpen van een minderjarige van boven de leeftijd van 16 jaar te beperken tot de gevallen waarin dat voor de waarheidsvinding absoluut noodzakelijk is.

Er wordt ook aan herinnerd dat geen polygraaftest mag worden afgenomen van zwangere vrouwen en van elke persoon binnen achtenveertig uur te rekenen vanaf zijn effectieve vrijheidsbeneming (artikel artikel 112duodecies, § 3, Sv.).

In beginsel moet de persoon die aan de test wordt onderworpen, de daarbij aangewende taal beheersen. De polygraaftest kan slechts in uitzonderlijke gevallen worden afgenomen door toedoen van een tolk.

Het is overigens niet aanbevelenswaardig de persoon op de dag van de test voorafgaandelijk aan de test aan een verhoor te onderwerpen zoals bedoeld in artikel 47bis Sv.. 4.2. Mogelijk aan de test voorafgaandelijk onderzoek Voorafgaandelijk aan elke polygraaftest kan een alcohol-, drugs- of geneesmiddelentest en psychologisch of psychiatrisch onderzoek van de persoon die aan deze test zal worden onderworpen, worden afgenomen. De resultaten van deze voorafgaande testen kunnen mee in rekening worden genomen door de magistraat die de leiding over het onderzoek heeft bij de beoordeling of van de betrokken persoon een polygraaftest mag afgenomen worden.

Op basis van de resultaten van voormelde testen/onderzoek, beoordeelt de polygrafist of het haalbaar is om de polygraaftest af te nemen zonder dat de validiteit en de betrouwbaarheid ervan ter discussie worden gesteld.

De polygrafist kan te allen tijde de polygraaftest stoppen indien hij twijfelt over de psychische of fysische gezondheid of toestand van betrokkene. De magistraat kan, al dan niet op voorstel van de polygrafist, een deskundige aanwijzen voor verder onderzoek met het oog op een test of een nieuwe test. In voorkomend geval kan deze deskundige de test volgen vanuit de volgkamer.

Er wordt aan herinnerd dat de opdrachtgevende magistraat over het verloop van de polygraaftest op de hoogte moet gebracht worden (artikel 112duodecies, § 5, laatste lid, Sv.). 4.3. Algemene voorwaarden betreffende de testkamer en de polygraaf De test moet plaatsvinden in een aangepaste ruimte, geïsoleerd tegen alle vormen van storend lawaai van buitenaf, teneinde de concentratie zowel van de operator als van de ondervraagde persoon te bevorderen.

De testkamer is uitgerust met een audiovisueel opnamesysteem. De magistraat en de onderzoekers moeten het verloop van het verhoor rechtstreeks kunnen volgen in een regiekamer. Daarenboven moet de polygrafist beschikken over een ruimte waarin hij zich alleen (of samen met een collega-polygrafist) kan terugtrekken om de testresultaten te analyseren.

Hoofdstuk 2 van het voornoemd koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten bepaalt de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, op straffe van nietigheid van de testresultaten, moet voldoen. 4.4. Algemeen verloop van de polygraaftest Tijdens de pre-test en de in-test heeft alleen de polygrafist, eventueel bijgestaan door een collega-polygrafist of door een tolk, contact met de te ondervragen persoon, waarbij enige inmenging van buitenaf, zelfs tijdens de mogelijke onderbrekingen, moet worden uitgesloten.

Tijdens het voorafgaand onderhoud (zie hierna) kan de betrokkene bijgestaan worden door een advocaat. 4.5. Voorafgaand onderhoud 4.5.1. Artikel 112duodecies, § 6, Sv. bepaalt dat de persoon die aan een polygraaftest wordt onderworpen, recht heeft op bijstand van een advocaat, die eruit bestaat dat de advocaat aanwezig kan zijn bij het voorlezen en ondertekenen van het proces-verbaal van toestemming. Dit impliceert dat de advocaat in voorkomend geval aanwezig kan zijn en bijstand kan leveren tijdens het voorafgaand onderhoud. Een minderjarige moet sowieso bijgestaan worden door een advocaat die bovendien samen met de minderjarige het proces-verbaal van instemming moet ondertekenen. Het voorafgaand onderhoud heeft alleen tot doel betrokkene te informeren over de test en tevens na te gaan dat de persoon nog steeds vrijelijk en met kennis van zaken ermee instemt de test te ondergaan. Dit wordt nog verder toegelicht. 4.5.2. Het voorafgaand onderhoud is dus geen stelselmatige ondervraging van een verdachte door een onderzoeksrechter of een agent of officier van gerechtelijke politie met algemene of bijzondere bevoegdheid, met het oog op het verzamelen van bewijselementen en de waarheidsvinding en is dus geen verhoor in de zin van artikel 47bis van het Wetboek van Strafvordering. De bijstand van een advocaat wordt in dit geval specifiek geregeld door voormeld artikel 112duodecies, § 6, Sv. 4.5.3. De voorbereiding en het feitelijke verloop van de polygraaftest kan de advocaat enkel volgen in de volgkamer. In voorkomend geval kan de advocaat ook na beëindiging van de polygraaftest melding laten maken in het proces-verbaal van de polygraaf-test (zie verder punt 4.10), van de schendingen van rechten die hij meent te hebben vastgesteld. 4.5.4. De officier van gerechtelijke politie stelt zich voor en brengt de persoon en, in voorkomend geval, zijn advocaat, ervan op de hoogte dat de pre-test, de in-test, het overlopen van de resultaten na de test en eventueel navolgend verhoor na de test audiovisueel worden gefilmd en opgenomen. 4.5.5. De officier van gerechtelijke politie leest de informatie die opgenomen is in de bij deze richtlijn gevoegde bijlage 1 aan betrokkene voor. Deze informatie bevat de minimale informatie die aan betrokkene ter kennis moet gebracht worden krachtens artikel 1 van het voornoemd koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten. 4.5.6. De officier van gerechtelijke politie overhandigt betrokkene de tekst van deze bijlage. Indien betrokkene wordt bijgestaan door een tolk vertaalt deze de te verstrekken informatie in een taal die betrokkene begrijpt, tenzij er reeds een vertaling van de bijlage in die taal voorhanden is. 4.5.7. De officier van gerechtelijke politie deelt betrokkene mee dat hij de test meteen al kan weigeren dan wel te allen tijde in de loop van het voorafgaande onderhoud, van de voorafgaande test of van de eigenlijke test deze kan beëindigen. 4.5.8. De polygrafist zet in de pre-test op toereikende en adequate wijze de werking van de polygraaf uiteen. Hij vergewist zich ervan dat de te testen persoon de werkwijze goed heeft begrepen, alsook dat betrokkene lichamelijk en geestelijk in staat is de polygraaftest te ondergaan. 4.5.9. Tijdens het voorafgaand onderhoud vraagt de officier van gerechtelijke politie betrokkene het document in bijlage 2 te ondertekenen. Ingeval het een minderjarige betreft vraagt hij aan de advocaat die deze bijstaat het document in de bijlage 2 eveneens te ondertekenen. 4.6. Voorafgaande test (pre-test) De voorafgaande test strekt ertoe de betrokken persoon vertrouwd te maken met de werking van de polygraaf. 4.7. Eigenlijke polygraaftest (in-test) De in-test begint met een demonstratie- en ijkingstest aan de hand waarvan de "norm van betrokkene" kan worden bepaald. De eigenlijke polygraaftest bestaat erin betrokkene aan de polygraaf te onderwerpen door hem, naast polygraaf-technische vragen, vragen te stellen die rechtstreeks verband houden met het onderzoek. 4.8. Analyse van de resultaten door de polygrafist De polygrafist, eventueel bijgestaan door een collega-polygrafist, analyseert in een aparte ruimte de resultaten. Op geen enkel ogenblik mogen de onderzoekers, de magistraat of enig ander persoon die niet de vereiste bevoegdheid bezit, daarbij aanwezig zijn. 4.9. Confrontatie van de persoon met de resultaten van de test (post-test) Na het beëindigen van de polygraaftest, worden de resultaten overlopen en confronteert de polygrafist, eventueel bijgestaan door een collega-polygrafist en, in voorkomend geval, door een tolk, betrokkene met de resultaten van de test.

Indien de resultaten schommelingen in de fysiologische reacties vertonen die erop wijzen dat de gegeven antwoorden niet met de werkelijkheid overeenstemmen, kan de polygrafist in zijn hoedanigheid van politieambtenaar de betrokken persoon verhoren in verband met de relevante vragen die hem kennelijk van zijn stuk hebben gebracht. Hij is tevens bevoegd bekentenissen af te nemen (zie verder wat bekentenissen betreft). Met betrekking tot dit verhoor bepaalt artikel 112duodecies, § 6, tweede lid, Sv. dat indien er naar aanleiding van de polygraaftest een verhoor wordt afgenomen, alle rechten inzake toegang tot een advocaat bij het verhoor (dit zijn alle rechten vermeld in artikel 47bis Sv en in voorkomend geval de artikelen 2bis en 24bis/1 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis) voorafgaandelijk aan het verhoor, worden gewaarborgd.

De polygrafist moet in het bijzonder ervoor zorgen dat het verhoor niet buitensporig lang duurt (betrokkene heeft reeds meer dan twee uur bij de polygrafist doorgebracht).

Ook deze fase wordt volledig audiovisueel opgenomen. 4.10. Proces-verbaal van de polygraaftest Van de polygraaftest wordt een proces-verbaal opgemaakt met daarin de letterlijke weergave van alle gestelde vragen en antwoorden tijdens de in-test alsook een samenvatting van de nabespreking na het afleggen van de polygraaftest (artikel 112duodecies, § 8, Sv). De polygrafist kan zulks a posteriori doen aan de hand van de audiovisuele opname.

In voorkomend geval kan de advocaat ook na beëindiging van de polygraaftest melding laten maken in dit proces-verbaal van de schendingen van rechten die hij meent te hebben vastgesteld. 4.11. Audiovisuele opname en overschrijving De volledige polygraaftest, namelijk de pre-test, de in-test, de confrontatie van de betrokkene persoon met de resultaten van de polygraaftest, en het eventueel navolgend verhoor (punten 4.4 tot 4.7 en 4.9) - wordt audiovisueel opgenomen.

De audiovisuele opnames van de test, in twee exemplaren gefinaliseerd alsook de testgrafieken met de curven van de analyse van de fysiologische reacties van de ondervraagde vormen overtuigingsstukken en worden als originelen beschouwd en ter griffie neergelegd. De audiovisuele opname van de polygraaftest wordt op een afzonderlijke audiovisuele gegevensdrager opgenomen, zodat het gescheiden blijft (van de audiovisuele opname) van het navolgend verhoor (artikel 112duodecies, § 8, Sv.). Artikel 112duodecies, § 8, van het Wetboek van Strafvordering bepaalt ook dat de polygraaftest het voorwerp uitmaakt van een proces-verbaal met daarin de letterlijke weergave van alle gestelde vragen en antwoorden tijdens de in-test, alsook een samenvatting van de nabespreking na het afleggen van de polygraaftest.

Hieruit volgt dat dit een procedure van verhoor sui generis is. Het proces-verbaal vermeldt eveneens het volgende: "De polygraaftest wordt uitgevoerd met een toestel dat voldoet aan de technische vereisten, overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen".

Het aan de polygraaftest voorafgaandelijk onderhoud is, zoals reeds onderstreept, geen verhoor in de zin van artikel 47bis Sv. (zie punt 4.5.2); de pre-test is dat evenmin (zie punt 4.6). Na het afleggen van de eigenlijke polygraaftest kan de confrontatie van de persoon met de resultaten aanleiding geven tot een verhoor overeenkomstig artikel 47bis Sv. (zie punt 4.9). 4.12. Voortzetting van het verhoor door de onderzoekers belast met het dossier Zodra mogelijk geeft de polygrafist de zaak door aan de onderzoekers belast met het onderzoek, hetzij omdat hij niet de gewenste ophelderingen verkrijgt, hetzij omdat de persoon informatie heeft verstrekt die de onderzoekers tot op dat ogenblik niet kenden en waarover hij uitvoeriger moet worden verhoord, hetzij omdat de polygrafist bekentenissen heeft afgenomen en betrokkene in verband daarmee nadere toelichting moet worden gevraagd. 4.13. Bekentenissen Wanneer tijdens of naar aanleiding van de polygraaftest spontaan wordt overgegaan tot bekentenissen, wordt de polygraaftest onmiddellijk stopgezet en wordt overgegaan tot een verhoor overeenkomstig artikel 47bis Sv. en in voorkomend geval de artikelen 2bis en 24bis/1 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis ( artikel 112duodecies, § 9, Sv.). Dit verhoor is eveneens audiovisueel te filmen. 4.14 Inwerkingtreding Artikel 4 van de voornoemde wet van 4 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2020 pub. 21/02/2020 numac 2020040325 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft sluiten bepaalt dat artikel 112duodecies, § 7, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij deze wet, in werking treedt op de door de Koning bepaalde datum en uiterlijk op 1 januari 2021. Artikel 112duodecies, § 7, Sv. heeft enkel betrekking op de nietigheid van de testresultaten van de polygraaftest indien die niet zou afgenomen zijn met een toestel beantwoordend aan de technische vereisten die moeten worden bepaald bij koninklijk besluit.

De overige bepalingen van de wet van 4 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2020 pub. 21/02/2020 numac 2020040325 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft sluiten, die gepubliceerd werd op 21 februari 2020, zijn in werking getreden de tiende dag na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, namelijk op 2 maart 2020, terwijl de nietigheidssanctie voorzien in artikel 112duodecies, § 7, Sv. in voege is getreden op 1 januari 2021.

Het voornoemd koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten dat uitvoering geeft aan artikel 112duodecies, § 7, Sv. is in werking getreden op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad, te weten 1 juli 2021.

De ministeriële omzendbrief van 3 april 2003Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 03/04/2003 pub. 09/10/2003 numac 2003000522 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Aanvullende omzendbrief bij de omzendbrief van 1 juli 2002 tot wijziging en coördinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 houdende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften van goed zedelijk gedrag. - Duitse vertaling sluiten wordt vervangen door voorliggende omzendbrief die in werking treedt de dag van ondertekening.

Datum: 22 april 2022.

De Minister van Justitie, De Minister van Binnenlandse Zaken, V. VAN QUICKENBORNE A. VERLINDEN

Bijlage - NORMATIEF KADER VAN DE POLYGRAAFTEST I. INLEIDING Artikel 2 van de wet van 4 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2020 pub. 21/02/2020 numac 2020040325 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft sluiten tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft (1) voegt in boek I van het Wetboek van strafvordering een hoofdstuk VIIsexies in, luidende "De polygraaftest". Dat hoofdstuk bevat een nieuw artikel 112duodecies dat een normatief kader bevat betreffende de polygraaftest.

II. OVERZICHT VAN DE WETTELIJKE BEPALINGEN 1. Definitie van de polygraaftest (art.112duodecies, § 1, Sv.) De polygraaftest is een bijzondere techniek van politionele ondervraging die audiovisueel wordt opgenomen waarbij middels een psychisch-fysiologische procedure de waarachtigheid van verklaringen wordt nagegaan door registratie van fysiologische parameters aan de hand van grafieken. 2. Scope 2.1. Welke misdrijven: proportionaliteit (art. 112duodecies, § 2, Sv.) De polygraaftest is mogelijk ingeval er ernstige aanwijzingen zijn dat strafbare feiten een misdaad of een wanbedrijf uitmaken. 2.2. Beslissing en mogelijk verzoek (art. 112duodecies, § 2, Sv.) De procureur des Konings of, naargelang van het stadium waarin de procedure zich bevindt, de onderzoeksrechter, kan aan de verdachte, de getuige of het slachtoffer voorstellen zich aan een polygraaftest te onderwerpen wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat strafbare feiten een misdaad of een wanbedrijf uitmaken.

De verdachte, de getuige of het slachtoffer kunnen om een polygraaftest verzoeken. De procureur des Konings of, naargelang van het stadium waarin de procedure zich bevindt, de onderzoeksrechter, kan, dit verzoek bij een met redenen omklede beslissing afwijzen. 2.3. Uitgesloten personen (art. 112duodecies, § 3, Sv.) Er kan geen polygraaftest worden afgenomen van volgende personen: - zwangere vrouwen; - minderjarigen beneden de leeftijd van zestien jaar; - personen binnen achtenveertig uur te rekenen vanaf hun effectieve vrijheidsbeneming. 3. Vrijwilligheid is de grondvoorwaarde (art.112duodecies, § 4, Sv.) 3.1. Principe Het afleggen van de polygraaftest gebeurt op vrijwillige basis. Aan de weigering van een persoon om deel te nemen wordt geen enkel rechtsgevolg verbonden.

De grondvoorwaarde van vrijwilligheid heeft tot gevolg dat de test te allen tijde kan onderbroken worden. Ook hieraan is geen rechtsgevolg verbonden. 3.2. Voorafgaande kennisgevingen De persoon die aan een polygraaftest zal worden onderworpen, wordt er mondeling en voor de aanvang van de test van in kennis gesteld dat: - hij op eender welk ogenblik de test kan doen ophouden en het lokaal kan verlaten zonder dat daar rechtsgevolgen aan verbonden zijn; - de volledige test audiovisueel wordt opgenomen; - indien hij zich laat bijstaan door een advocaat, zijn advocaat deze test mag volgen vanuit de volgkamer, zonder echter rechtstreeks te mogen tussenkomen tijdens de eigenlijke test of deze te mogen onderbreken. 3.3. Proces-verbaal van toestemming De test kan enkel doorgang vinden indien de persoon die onderworpen wordt aan de polygraaftest toestemt met kennis van zaken. Hiertoe ondertekent deze persoon een proces-verbaal van toestemming.

De in het proces-verbaal opgenomen informatie wordt voorgelezen aan de betrokkene. De Koning bepaalt de minimale informatie die in dit proces-verbaal wordt opgenomen. 3.4. Toestemming van een minderjarige Ingeval een minderjarige aan een polygraaftest wordt onderworpen, ondertekenen de minderjarige en zijn advocaat het proces-verbaal van toestemming. 4. Aan de polygraaftest voorafgaand onderzoek (art.112duodecies, § 5, Sv.) Voorafgaandelijk aan elke polygraaftest kan een alcohol-, drugs- of geneesmiddelentest en psychologisch of psychiatrisch onderzoek van de persoon die aan deze test zal worden onderworpen, afgenomen worden.

De resultaten van deze voorafgaande testen kunnen mee in rekening worden genomen door de magistraat die de leiding over het onderzoek heeft bij de beoordeling of van de betrokken persoon een polygraaftest mag afgenomen worden.

Op basis van de resultaten van de in het eerste lid bedoelde voorafgaande testen, beoordeelt de polygrafist of het haalbaar is om de polygraaftest af te nemen zonder dat de validiteit en de betrouwbaarheid ervan ter discussie worden gesteld.

De polygrafist kan te allen tijde de polygraaftest stoppen indien hij twijfelt over de psychische of fysische gezondheid of toestand van betrokkene. De magistraat kan, al dan niet op voorstel van de polygrafist, een deskundige aanwijzen voor verder onderzoek met het oog op een test of een nieuwe test. In voorkomend geval kan deze deskundige de test volgen vanuit de volgkamer.

De opdrachtgevende magistraat wordt over het verloop van de polygraaftest op de hoogte gebracht. 5. Bijstand van een advocaat (art.112duodecies, § 6, Sv.) 5.1. Voorafgaand en tijdens de test De persoon die aan een polygraaftest wordt onderworpen, heeft recht op bijstand van een advocaat, die eruit bestaat dat de advocaat aanwezig kan zijn bij het voorlezen en ondertekenen van het proces-verbaal van toestemming en zowel de voorbereiding als het feitelijke verloop van de polygraaftest kan volgen in de volgkamer.

Bij enige andere tussenkomst van de advocaat wordt de polygraaftest onmiddellijk beëindigd en kan op dezelfde dag geen andere polygraaftest meer uitgevoerd worden. 5.2. Na beëindiging van de test Na het beëindigen van de polygraaftest, worden de resultaten overlopen. Indien er naar aanleiding van de polygraaftest een verhoor wordt afgenomen, worden alle rechten inzake toegang tot een advocaat bij het verhoor, voorafgaandelijk aan het verhoor, gewaarborgd.

In voorkomend geval kan de advocaat ook na beëindiging van de polygraaftest melding laten maken in het proces-verbaal bedoeld in paragraaf 8 (zie verder), van de schendingen van rechten die hij meent te hebben vastgesteld. 6. Proces-verbaal (art.112duodecies, § 8, Sv.) Van de polygraaftest wordt een proces-verbaal opgemaakt met daarin de letterlijke weergave van alle gestelde vragen en antwoorden alsook een samenvatting van de nabespreking na het afleggen van de polygraaftest. 7. De audiovisuele opname van de polygraaftest en de testgrafieken (art.112duodecies, § 8, Sv.) De polygraaftest wordt altijd audiovisueel opgenomen. De audiovisuele opnames van de test, in twee exemplaren gefinaliseerd alsook de testgrafieken worden als originelen beschouwd en ter griffie neergelegd.

De audiovisuele opname van de polygraaftest wordt op een afzonderlijke audiovisuele gegevensdrager opgenomen, zodat het gescheiden blijft van het navolgend verhoor. 8. Spontane bekentenissen (art.112duodecies, § 9, Sv.) Wanneer tijdens of naar aanleiding van de polygraaftest spontaan wordt overgegaan tot bekentenissen, wordt de polygraaftest onmiddellijk stopgezet en wordt overgegaan tot een verhoor overeenkomstig artikel 47bis van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 2bis en 24bis/1 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis. 9. Bewijswaarde van de polygraaftest (art.112duodecies, § 10, Sv.) De resultaten van de polygraaftest mogen alleen in aanmerking worden genomen als ondersteunend bewijs van andersoortige bewijsmiddelen.". 10. Sanctie van nietigheid en gevolg (art.112duodecies, § 7, Sv.) De polygraaftest mag uitsluitend worden afgenomen met een toestel waarvan de technische vereisten door de Koning worden bepaald op straffe van nietigheid van de testresultaten.

III. ENKELE BIJKOMENDE TOELICHTINGEN 1. Aard van de polygraaftest/is geen verhoor overeenkomstig artikel 47bis Sv. De polygraaf registreert de activiteiten van het autonome zenuwstelsel, zoals de hartslag (hoeveel bloed het hart uitpompt), het bloedvolume (plethysmograaf), de galvanische weerstand van de huid en de snelheid of het volume van de ademhaling. De polygraaf is samengesteld uit een aantal afzonderlijke elektronische eenheden, ook wel kanalen, versterkers of transducers genoemd, die verbonden zijn met de specifieke elektroden of meeteenheden die bevestigd worden op het lichaam. De registratie gebeurt met inktschrijvers op een papierstrook, of via een computer. Ook is het mogelijk met dezelfde apparatuur de test op verplaatsing te doen (2).

Tijdens de hoorzittingen over het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft (3) kwam naar voor dat de polygraaftest geen verhoor is zoals bedoeld in artikel 47bis van het Wetboek van strafvordering.Er werd gesteld: "Het afnemen van de polygraaftest gaat gepaard met een bijzondere soort ondervraging die geen rechtstreeks bewijs à charge van een verdachte levert maar hoogstens richtinggevend is voor het verder onderzoek. De polygraaftest heeft wel een grote meerwaarde als element à décharge voor personen die hun onschuld willen aantonen. De test beantwoordt bijgevolg niet aan het begrip verhoor".

Artikel 112quater.§ 1 van het oorspronkelijk wetsvoorstel (DOC 54 2721/001) bepaalde dat de polygraaftest een verhoor is in de zin van artikel 47bis Sv. door middel van een polygraaf. Tijdens de parlementaire behandeling van onderhavige wet werd expliciet gesteld dat deze verwijzing niet wordt hernomen (4). 2. De geïnformeerde toestemming De toelichting van het wetsvoorstel verwijst naar de vroegere omzendbrief COL 3/2003 en stelt daarover: "De instemming moet met kennis van zaken worden gegeven, waarbij de betrokkene duidelijk dient geïnformeerd te worden over bijvoorbeeld de wetenschappelijke waarde, de werking en de relativiteit van de test.Aan de verdachte mag niet worden voorgehouden dat de polygraaf gedachten kan lezen of dat deze onfeilbaar is".

De wet vereist echter geen informatie over de wetenschappelijke waarde of de relativiteit van de test. De grondvoorwaarde van vrijwilligheid wordt thans formeel omkaderd zodat er geen betwisting kan ontstaan over enige vorm van druk of beloftes. Er is thans sprake van een "geïnformeerde toestemming" van de betrokkene.

De toelichting onderstreept dat de persoon die aan een polygraaftest zal onderworpen worden met kennis van zaken moet kunnen toestemmen: "Hiertoe dient deze persoon een proces-verbaal van toestemming te ondertekenen. De Koning bepaalt de minimale informatie die in dit proces-verbaal dient opgenomen te worden" (5). Wat de inhoud van het op te stellen proces-verbaal betreft verwijst de toelichting naar een eerder wetsvoorstel. Het wetsvoorstel DOC 54 2721/001 bepaalde dat het proces-verbaal minstens volgende informatie dient te bevatten: de geschatte graad van de wetenschappelijke betrouwbaarheid, de werking en de relativiteit van de test. Het laatste deel van deze tekst werd weggelaten naar aanleiding van een opmerking van de onderzoeksrechters, die aangaven dat het opnemen van deze termen in de wet tot te veel discussies zouden leiden. De reden dat voor een koninklijk besluit geopteerd is, is omdat de info die in het proces-verbaal moet staan mogelijks kan wijzigen omwille van technische redenen en een koninklijk besluit vlugger aangepast kan worden dan een wet. Het gaat dus om info die aan de persoon die de test zal ondergaan moet worden meegedeeld, waardoor hij met kennis van zaken kan instemmen (6).

Nu bepaalt de wettekst dat de in het proces-verbaal opgenomen informatie wordt voorgelezen aan de betrokkene, en dat de Koning de minimale informatie die in dit proces-verbaal wordt opgenomen bepaalt.

De Raad van State werd niet om advies gevraagd in verband met de wet van 4 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2020 pub. 21/02/2020 numac 2020040325 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft sluiten maar wel betreffende het ontwerp van koninklijk besluit waarbij de Koning uitvoering moet geven aan het proces-verbaal van toestemming van de persoon die onderworpen wordt aan de polygraaftest (artikel Art. 112duodecies, § 4, Sv.) In een eerste ontwerp van het koninklijk besluit werd bij het bepalen van de minimale te verstrekken informatie voortgegaan op de weggelaten tekst van het oorspronkelijk wetsvoorstel DOC 54 2721/001, en werd de "geschatte graad van de wetenschappelijke betrouwbaarheid van de polygraaftest" vermeld, alsmede de "relativiteit" van de test. De Raad van State bekritiseerde dit terecht vermits dit niets anders was dan de herhaling van een passus uit dit oorspronkelijk wetsvoorstel en de steller van het proces-verbaal bijgevolg zelf een invulling zou moeten geven van deze vage en moeilijk definieerbare termen, wat een risico op misleiding inhoudt (7).

De Raad van State onderstreepte in zijn advies dat er grote onenigheid en onzekerheid bestaat over de vraag hoe betrouwbaar een polygraaftest is en dit ook in grote mate samenhangt met de gehanteerde interviewtechniek en de aan de betrokkene gestelde vragen.

Om een goed geïnformeerde toestemming te krijgen is het voldoende dat in het proces-verbaal aan de betrokkene ter kennis wordt gebracht dat polygraaftest op zich geen bewijs oplevert en de resultaten ervan alleen in aanmerking mogen worden genomen als ondersteunend bewijs van andersoortige bewijsmiddelen. Deze vermelding is eenvoudig en duidelijk genoeg om betrokkene te laten begrijpen wat de "relatieve" waarde is van de test die hij zal ondergaan.

Het koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten bepaalt thans de minimale ter beschikking te stellen informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen. 3. Toelichting inzake de bewijswaarde van de polygraaftest De rechtspraak daterend van voor de inwerkingtreding van onderhavige wet stelde dat de gevolgtrekkingen uit een polygraaftest aan de onaantastbare beoordeling van de rechter worden overgelaten, die in feite beslist om er al dan niet een gevolg aan te geven naargelang het vertrouwen dat hij in die test stelt (8).Thans wordt de polygraaftest als ondersteunend bewijs van "andersoortige bewijsmiddelen" gekwalificeerd. Dit impliceert dat er andere "niet louter ondersteunende" bewijsmiddelen moeten bestaan wil men rekening houden met de uitslag van de polygraaftest.

De toelichting verwijst verder naar de wetenschappelijke definitie van polygrafie en van de gevolgtrekkingen die uit de test kunnen voortvloeien die luidt als volgt: "De detectie van leugenachtige reacties via de analyse van psychofysiologische reacties van een individu. Het verkregen resultaat vormt een hulpmiddel voor het onderzoek, maar vervangt dit onderzoek helemaal niet; elk element moet met andere elementen van het onderzoek worden gestaafd. De polygraaf kan bijgevolg nooit het doel of het eindpunt zijn van het onderzoek en de bewijzen dienen aangevuld te worden met overige elementen" (9). 4. Toelichting betreffende de subsidiariteit De parlementaire toelichting vermeldt dat ook het principe van subsidiariteit een rol speelt: "de polygraaf mag slechts worden gebruikt indien de redelijke en adequate aanwending van andere onderzoeksmiddelen onvoldoende gegevens kan verschaffen om een misdaad of wanbedrijf vast te stellen of om de dader(s) ervan te ontdekken. Daarbij aansluitend moet voldaan zijn aan het criterium van noodzaak.

Dit betekent dat de politiediensten en magistraten niet louter ter bevestiging een beroep mogen doen op de polygraaf ingeval zij reeds over voldoende gegevens beschikken om de schuld van de verdachte of de juistheid van zijn beweringen aan te tonen" (10).

IV. Inwerkingtreding Artikel 4 van de wet van 4 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2020 pub. 21/02/2020 numac 2020040325 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft sluiten bepaalt dat artikel 112duodecies, § 7, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij deze wet, in werking treedt op de door de Koning bepaalde datum en uiterlijk op 1 januari 2021.

Artikel 112duodecies, § 7, Sv. heeft enkel betrekking op de nietigheid van de testresultaten van de polygraaftest indien die niet zou afgenomen zijn met een toestel beantwoordend aan de technische vereisten bepaald bij het koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten.

Dit heeft tot gevolg dat de overige bepalingen van de wet van 4 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2020 pub. 21/02/2020 numac 2020040325 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het gebruik van de polygraaf betreft sluiten die gepubliceerd werd op 21 februari 2020 zijn ingetreden de tiende dag na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, namelijk op 2 maart 2020, terwijl de nietigheidssanctie voorzien in artikel 112duodecies, § 7, Sv. in voege is getreden op 1 januari 2021.

Het koninklijk besluit van 28 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021041700 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen type koninklijk besluit prom. 28/06/2021 pub. 13/12/2021 numac 2021022587 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 112duodecies, § 4, derde lid, en § 7, van het Wetboek van Strafvordering tot bepaling van de minimale informatie die in het proces-verbaal van toestemming moet worden opgenomen en tot vaststelling van de technische vereisten waaraan het toestel waarmee de polygraaftest wordt uitgevoerd, moet voldoen. - Duitse vertaling sluiten is in werking getreden op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad, te weten 1 juli 2021. _______ Nota's (1) Belgisch Staatsblad van 21 februari 2020. (2) DOC 55 0577/001, Toelichting, p.3. (3) DOC 54 2721/003. (4) DOC 55 0577/001, Toelichting, p.10. (5) DOC 55 0577/001, Toelichting, p.10. (6) DOC 55 0577/001, Toelichting, p.10-11. (7) Advies nr.68.664/1 van 15 februari 2021 van de Raad van State, p. 4 en 5. (8) Cass.15 februari 2006, Rev. Dr. Pén. Crim. 2006, 682, R.W. 2006-2007, 1039, noot F. GOOSSENS en Ph. TRAEST (9) DOC 55 0577/001, Toelichting, p.4. (10) DOC 55 0577/001, Toelichting, p.4.

BIJLAGE 1 : INFORMATIE BESTEMD VOOR PERSONEN DIE EEN POLYGRAAFTEST KUNNEN ONDERGAAN U wordt uitgenodigd een polygraaftest te ondergaan. Alvorens u toestemming geeft wordt u meegedeeld in welke hoedanigheid U uitgenodigd wordt om deze test te ondergaan. Het proces-verbaal waarbij uw toestemming wordt genoteerd vermeldt uw identiteit en in welke hoedanigheid u aan de test wordt onderworpen, namelijk als verdachte (beklaagde of beschuldigde), getuige of slachtoffer.

De polygraaftest mag niet worden afgenomen van: i) zwangere vrouwen; ii) minderjarigen beneden de zestien jaar; en iii) personen binnen achtenveertig uur te rekenen vanaf hun effectieve vrijheidsbeneming.

Een minderjarige van 16 jaar of ouder die een polygraaftest ondergaat geniet steeds de bijstand van een advocaat, en de minderjarige en zijn advocaat moeten beiden het proces-verbaal van toestemming ondertekenen.

INFORMATIE BETREFFENDE DE POLYGRAAFTEST De polygraaf is een instrument om fysiologische reacties op te sporen.

De polygraaf geeft derhalve niet aan of een persoon liegt of de waarheid spreekt. Het toestel registreert enkel lichamelijke reacties, met andere woorden, alleen bepaalde reacties van het lichaam op de gestelde vragen worden in een grafiek weergegeven.

Het is de taak van de polygrafist deze grafiek te analyseren volgens zeer strikte criteria teneinde zich uit te spreken over reacties die al dan niet leugenachtig lijken vergeleken met de verklaringen van betrokkene.

De polygraaftest bestaat uit drie fasen, meer bepaald: de pre-test, de in-test en de post-test, evenals de uitleg over het verloop van deze fasen.

Om uw reacties te meten moet de polygrafist een aantal onderdelen op uw lichaam aanbrengen, te weten de armband van een bloeddrukmeter, twee rubberen ringen die ter hoogte van de borst op de kleren worden aangebracht en twee zilveren plaatjes die op de vingers worden bevestigd. Op een andere vinger wordt eveneens een meetclip geplaatst.

De test is niet pijnlijk en brengt geen enkel vervelend gevoel teweeg.

Alleen de armband kan eventueel een onaangenaam gevoel geven.

De polygraaftest duurt ongeveer drie à vier uur. U bent echter slechts ongeveer twintig minuten met het apparaat verbonden. Na afloop van de test bepaalt de polygrafist onmiddellijk het resultaat en stelt u ervan in kennis.

Tijdens de test bevindt u zich in een kamer met niemand anders dan de polygrafist behoudens indien u de bijstand van een tolk nodig heeft.

Een voorafgaande test, bestaande uit een algemeen gesprek met de polygrafist en een controle van de goede werking van het apparaat, vindt plaats voor de test.

De polygrafist brengt u voor de test op de hoogte van de vragen die tijdens de test worden gesteld en neemt ze met u door zodat zich tijdens de test geen verrassingen voordoen.

Na het beëindigen van de polygraaftest overloopt de polygrafist eventueel bijgestaan door een collega-polygrafist met u de resultaten van de test.

De resultaten van de test zoals vastgesteld door de poylgrafist kunnen zijn: - De resultaten van de test ontkrachten uw verklaringen; - De resultaten van de test staven uw verklaringen; - Het resultaat is niet afdoend, de polygrafist kan zich niet uitspreken over uw verklaringen; - De test is onvolledig, te weten de test is stopgezet of u hebt de ruimte verlaten voor het einde ervan.

Indien de resultaten schommelingen in de fysiologische reacties vertonen die erop wijzen dat de gegeven antwoorden niet met de werkelijkheid overeenstemmen, kan de polygrafist u in zijn hoedanigheid van politieambtenaar verhoren.

Op het einde van de test maakt de polygrafist een proces-verbaal op waarin hij het verloop van de test beschrijft en de letterlijke weergave geeft van alle gestelde vragen en door u gegeven antwoorden alsook een samenvatting van de nabespreking na het afleggen van de polygraaftest Hij vermeldt eveneens het resultaat van de test.

INFORMATIE BETREFFENDE UW RECHTEN De polygraaftest is vrijwillig. U kan de test enkel ondergaan door daadwerkelijk erin toe te stemmen en aan de polygrafist uw volledige medewerking te verlenen. Een persoon kan nooit ertoe worden gedwongen de test te ondergaan.

U kan weigeren om deel te nemen aan de polygraaftest. Aan uw weigering wordt geen enkel rechtsgevolg verbonden. Dit betekent dat het gegeven dat u een polygraaftest weigert niet tegen u kan worden gebruikt.

U kan op eender welk ogenblik de test doen ophouden en het lokaal verlaten zonder dat daar rechtsgevolgen aan verbonden zijn.

Indien u zich laat bijstaan door een advocaat, mag uw advocaat de test volgen vanuit de volgkamer, zonder echter rechtstreeks te mogen tussenkomen tijdens de test (pre-test en in-test) of deze te mogen onderbreken. Bij enige tussenkomst van uw advocaat wordt de polygraaftest onmiddellijk beëindigd en kan op dezelfde dag geen andere polygraaftest meer worden uitgevoerd.

Uw advocaat kan aanwezig zijn bij het voorlezen en ondertekenen van het proces-verbaal van toestemming.

U mag vóór de polygraaftest een vertrouwelijk overleg hebben met uw advocaat en wanneer na het beëindigen van de polygraaftest, de resultaten worden overlopen kan u door uw advocaat worden bijgestaan en kan u opnieuw een vertrouwelijk overleg hebben met uw advocaat.

Indien naar aanleiding van de polygraaftest, dit is na beëindiging van de test, van u een verhoor wordt afgenomen worden alle rechten inzake toegang tot een advocaat bij dit verhoor gewaarborgd.

De volledige polygraaftest wordt audiovisueel opgenomen. De audiovisuele opnames van de test, in twee exemplaren gefinaliseerd, worden op een afzonderlijke audiovisuele gegevensdrager opgenomen en deze worden, evenals de testgrafieken, ter griffie neergelegd. Zij kunnen dan ook worden geraadpleegd door alle personen die wettelijk toegang hebben tot het dossier.

De resultaten van de polygraaftest mogen alleen in aanmerking genomen worden als ondersteunend bewijs van andere bewijsmiddelen. Dit betekent dat u niet alleen op grond van de polygraaftest kan veroordeeld worden en er andere bewijzen voorhanden moeten zijn die door de resultaten van de polygraaftest worden ondersteund.

De in dit document gegeven informatie en de voorlezing ervan wordt genoteerd in het proces-verbaal waarbij u toestemming geeft om de polygraaftest te ondergaan.

Bijlage 2 : PROCES-VERBAAL VAN TOESTEMMING OM EEN POLYGRAAFTEST TE LATEN AFNEMEN Gegevens Politiedienst Notitienummer/dossier Bijlage aan PV nr ...... dd ...

Op datum, uur, Voor ons, naam, hoedanigheid, graad, van de politie (... eenheid) is verschenen Volledige Identiteit Die zich laat bijstaan door meester .....

Betrokkene wordt in kennis gesteld dat hij wordt uitgenodigd een polygraaftest te ondergaan in zijn hoedanigheid van: - verdachte (beklaagde/beschuldigde) - getuige - slachtoffer Betrokkene wordt lezing gegeven van de volgende informatie: De polygraaftest mag niet worden afgenomen van: i) zwangere vrouwen; ii) minderjarigen beneden de zestien jaar; en iii) personen binnen achtenveertig uur te rekenen vanaf hun effectieve vrijheidsbeneming;

Een minderjarige van 16 jaar of ouder die een polygraaftest ondergaat geniet steeds de bijstand van een advocaat, en de minderjarige en zijn advocaat moeten beiden het proces-verbaal van toestemming ondertekenen;

INFORMATIE BETREFFENDE DE POLYGRAAFTEST De polygraaf is een instrument om fysiologische reacties op te sporen.

De polygraaf geeft derhalve niet aan of een persoon liegt of de waarheid spreekt. Het toestel registreert enkel lichamelijke reacties, met andere woorden, alleen bepaalde reacties van het lichaam op de gestelde vragen worden in een grafiek weergegeven.

Het is de taak van de polygrafist deze grafiek te analyseren volgens zeer strikte criteria teneinde zich uit te spreken over reacties die al dan niet leugenachtig lijken vergeleken met de verklaringen van betrokkene.

De polygraaftest bestaat uit drie fasen, meer bepaald: de pre-test, de in-test en de post-test en de uitleg over het verloop van deze fasen.

Om uw reacties te meten moet de polygrafist een aantal onderdelen op uw lichaam aanbrengen, te weten de armband van een bloeddrukmeter, twee rubberen ringen die ter hoogte van de borst op de kleren worden aangebracht en twee zilveren plaatjes die op de vingers worden bevestigd. Op een andere vinger wordt eveneens een meetclip geplaatst.

De test is niet pijnlijk en brengt geen enkel vervelend gevoel teweeg.

Alleen de armband kan eventueel een onaangenaam gevoel geven.

De polygraaftest duurt ongeveer drie à vier uur. U bent echter slechts ongeveer twintig minuten met het apparaat verbonden. Na afloop van de test bepaalt de polygrafist onmiddellijk het resultaat en stelt u ervan in kennis.

Tijdens de test bevindt u zich in een kamer met niemand anders dan de polygrafist behoudens indien u de bijstand van een tolk nodig heeft.

Een voorafgaande test, bestaande uit een algemeen gesprek met de polygrafist en een controle van de goede werking van het apparaat, vindt plaats voor de test.

De polygrafist brengt u voor de test op de hoogte van de vragen die tijdens de test worden gesteld en neemt ze met u door zodat zich tijdens de test geen verrassingen voordoen.

Na het beëindigen van de polygraaftest overloopt de polygrafist eventueel bijgestaan door een collega-polygrafist met U de resultaten van de test.

De resultaten van de test zoals vastgesteld door de poylgrafist kunnen zijn: - De resultaten van de test ontkrachten uw verklaringen; - De resultaten van de test staven uw verklaringen; - Het resultaat is niet afdoend, de polygrafist kan zich niet uitspreken over uw verklaringen; - De test is onvolledig, te weten de test is stopgezet of u hebt de ruimte verlaten voor het einde ervan.

Indien de resultaten schommelingen in de fysiologische reacties vertonen die erop wijzen dat de gegeven antwoorden niet met de werkelijkheid overeenstemmen, kan de polygrafist u in zijn hoedanigheid van politieambtenaar verhoren.

Op het einde van de test maakt de polygrafist een proces-verbaal op waarin hij het verloop van de test beschrijft en de letterlijke weergave geeft van alle gestelde vragen en door u gegeven antwoorden tijdens de in-test alsook een samenvatting van de nabespreking na het afleggen van de polygraaftest Hij vermeldt eveneens het resultaat van de test.

INFORMATIE BETREFFENDE UW RECHTEN De polygraaftest is vrijwillig. U kan de test enkel ondergaan door daadwerkelijk erin toe te stemmen en aan de polygrafist uw volledige medewerking te verlenen. Een persoon kan nooit ertoe worden gedwongen de test te ondergaan.

U kan weigeren om deel te nemen aan de polygraaftest. Aan uw weigering wordt geen enkel rechtsgevolg verbonden. Dit betekent dat het gegeven dat u een polygraaftest weigert niet tegen u kan worden gebruikt.

U kan op eender welk ogenblik de test doen ophouden en het lokaal kan verlaten zonder dat daar rechtsgevolgen aan verbonden zijn;

Indien u zich laat bijstaan door een advocaat, mag uw advocaat de test volgen vanuit de volgkamer, zonder echter rechtstreeks te mogen tussenkomen tijdens de test (pre-test en in-test) of deze te mogen onderbreken. Bij enige tussenkomst van uw advocaat wordt de polygraaftest onmiddellijk beëindigd en kan op dezelfde dag geen andere polygraaftest meer worden uitgevoerd;

Uw advocaat kan aanwezig zijn bij het voorlezen en ondertekenen van het proces-verbaal van toestemming;

U mag vóór de polygraaftest een vertrouwelijk overleg hebben met uw advocaat en wanneer na het beëindigen van de polygraaftest, de resultaten worden overlopen kan u door uw advocaat worden bijgestaan en kan u opnieuw een vertrouwelijk overleg hebben met uw advocaat ;

Indien naar aanleiding van de polygraaftest, dit is na beëindiging van de test, van u een verhoor wordt afgenomen worden alle rechten inzake toegang tot een advocaat bij dit verhoor gewaarborgd;

De volledige polygraaftest wordt audiovisueel opgenomen. De audiovisuele opnames van de test, in twee exemplaren gefinaliseerd, worden op een afzonderlijke audiovisuele gegevensdrager opgenomen en deze worden, evenals de testgrafieken, ter griffie neergelegd. Zij kunnen dan ook worden geraadpleegd door alle personen die wettelijk toegang hebben tot het dossier.

De resultaten van de polygraaftest mogen alleen in aanmerking genomen worden als ondersteunend bewijs van andere bewijsmiddelen. Dit betekent dat niemand alleen op grond van de polygraaftest kan veroordeeld worden en er andere bewijzen moeten voorhanden zijn die door de resultaten van de polygraaftest worden ondersteund.

De in dit document gegeven informatie en de voorlezing ervan wordt genoteerd in het proces-verbaal waarbij u toestemming geeft om de polygraaftest te ondergaan.

De tekst van bovenvermelde informatie wordt aan betrokkene overhandigd, waarvan akte op.......

Handtekening betrokkene Handtekening advocaat ingeval van een minderjarige 16 jaar of ouder Naam, hoedanigheid, graad, van de politieambtenaar Datum en uur

Annexe 2 : PROCES-VERBAL DE CONSENTEMENT A PASSER UN TEST POLYGRAPHIQUE Données du service de police/Données du polygraphiste Numéro de notice/dossier Annexe au procès-verbal n° ...... du ...

Le date, heure A comparu devant nous, nom, qualité, grade, de la police (...unité) Identité complète Se faisant assister par son conseil, Maître .....

L'intéressé(e) est informé(e) qu'il/elle est invité(e) à passer un test polygraphique en sa qualité de : - suspect (prévenu/accusé) - témoin - victime L'intéressé(e) se voit donner lecture des informations suivantes : Ne peuvent pas être soumis au test polygraphique : i) les femmes enceintes ; ii) les mineurs de moins de seize ans ; et iii) toute personne, dans les quarante-huit heures à compter de sa privation de liberté effective.

Un mineur de 16 ans ou plus qui est soumis à un test polygraphique bénéficie toujours de l'assistance d'un avocat et le mineur et son avocat doivent signer tous deux le procès-verbal de consentement.

INFORMATIONS CONCERNANT LE TEST POLYGRAPHIQUE Le polygraphe est un instrument destiné à la détection de réactions physiologiques.

Le polygraphe n'indique donc pas qu'une personne ment ou dit la vérité. Cet appareil enregistre uniquement des réactions physiques, c'est-à-dire qu'il ne fait que reproduire sur un graphique certaines réactions du corps aux questions qui sont posées.

Il appartient au polygraphiste d'analyser ce graphique suivant des critères très stricts aux fins de se prononcer sur des réactions paraissant mensongères ou non par rapport aux déclarations de la personne interrogée.

Le test polygraphique comporte trois phases, plus précisément : le pré-test, l'in-test et le post-test, ainsi que les explications sur le déroulement de ces phases.

Pour mesurer vos réactions, le polygraphiste doit poser certains composants sur votre corps, à savoir un brassard de pression sanguine, deux ceintures en caoutchouc qui sont posés sur la poitrine au-dessus des habits et deux plaquettes en argent qui sont posées sur des doigts. Un clip de mesure est également placé à un autre doigt.

Le test n'est pas douloureux et ne provoque aucune sensation désagréable. Le seul désagrément possible peut être provoqué par le brassard.

Le test polygraphique dure environ trois à quatre heures. Vous n'êtes cependant relié(e) à l'appareil que pendant environ vingt minutes. A l'issue du test, le polygraphiste détermine immédiatement le résultat et vous le communique.

Pendant le test, vous vous trouvez seul dans un local avec le polygraphiste, sauf si vous avez besoin de l'assistance d'un interprète. Avant le test, un pré-test consistant en une discussion d'ordre général avec le polygraphiste et en une vérification du fonctionnement de l'appareil est réalisé.

Avant le test, le polygraphiste vous donne connaissance des questions qui seront posées et les passe en revue avec vous de façon à ce qu'il n'y ait pas de surprises pendant le test.

A l'issue du test polygraphique, le polygraphiste, éventuellement assisté d'un collègue polygraphiste, examine les résultats du test avec vous.

Les résultats du test tels que déterminés par le polygraphiste peuvent être les suivants : - les résultats du test infirment vos déclarations ; - les résultats du test confirment vos déclarations ; - le résultat est non concluant, le polygraphiste ne peut pas remettre d'avis quant à vos déclarations ; - le test est incomplet, c'est-à-dire que le test a été interrompu ou que vous avez quitté le local avant la fin du test.

Si les résultats montrent des fluctuations dans les réactions physiologiques indiquant que les réponses données ne correspondent pas à la réalité, le polygraphiste peut vous auditionner en sa qualité de fonctionnaire de police.

A la fin du test, le polygraphiste établit un procès-verbal décrivant le déroulement du test et contenant une retranscription littérale de toutes les questions posées et de toutes les réponses fournies au cours de l'in-test ainsi que le résumé de la discussion qui suit le test polygraphique. Il y mentionne également le résultat du test.

INFORMATIONS CONCERNANT VOS DROITS Le test polygraphique est effectué sur une base volontaire. Le seul moyen de faire le test est que vous y consentiez réellement et que vous apportiez au polygraphiste votre entière coopération. Une personne ne peut jamais être contrainte de passer le test.

Vous pouvez refuser de participer au test polygraphique. Votre refus d'y participer ne produit aucun effet juridique. Cela signifie que le fait de refuser un test polygraphique ne peut pas être utilisé contre vous.

Vous pouvez mettre fin au test et quitter le local à tout moment sans qu'aucun effet juridique ne découle de cette décision.

Si vous vous faites assister d'un avocat, celui-ci peut suivre le test (le pré-test et le in-test) dans une pièce prévue à cet effet, mais ne pourra ni intervenir directement durant le test proprement dit, ni l'interrompre. Toute autre intervention de votre avocat met immédiatement fin au test polygraphique et empêche le déroulement de tout autre test polygraphique le même jour.

Votre avocat peut être présent lors de la lecture et de la signature du procès-verbal de consentement.

Vous pouvez avoir une concertation confidentielle avec votre avocat avant le test polygraphique et, lorsque les résultats sont passés en revue à la fin du test, vous pouvez être assisté(e) par votre avocat et avoir une nouvelle concertation confidentielle avec lui.

Si, à la suite du test polygraphique, c'est-à-dire après la fin du test, vous êtes auditionné(e), tous les droits relatifs à l'accès à un avocat lors de cette audition sont garantis.

L'ensemble du test polygraphique fait l'objet d'un enregistrement audiovisuel. Les enregistrements audiovisuels du test, finalisés en deux exemplaires, sont sauvegardés sur un support de données audiovisuelles distinct et ceux-ci, ainsi que les graphiques du test, sont déposés au greffe du tribunal. Ils peuvent dès lors être consultés par toutes les personnes ayant légalement accès au dossier.

Les résultats du test polygraphique ne peuvent être pris en considération qu'à titre de preuve corroborant d'autres moyens de preuve. Cela signifie que personne ne peut être condamné sur la base du seul test polygraphique et que d'autres preuves étayées par les résultats du test polygraphique doivent être disponibles.

Les informations données dans ce document et la lecture de celui-ci sont consignées dans le procès-verbal, dans lequel vous consentez à vous soumettre au test polygraphique.

Le texte des informations précitées est remis à l'intéressé(e), dont acte le .......

Signature de l'intéressé Signature de l'avocat si l'intéressé est un mineur âgé de 16 ans ou plus Nom, qualité, grade, du fonctionnaire de police Date et heure

^