gepubliceerd op 14 augustus 2001
Omzendbrief GPI 9 over de nieuwe ziekteverlofregeling van de geïntegreerde politie. - Definitie van het begrip dienstanciënniteit. - Overgang van de oude naar de nieuwe regeling voor sommige leden van de gemeentepolitie
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
20 JULI 2001. - Omzendbrief GPI 9 over de nieuwe ziekteverlofregeling van de geïntegreerde politie. - Definitie van het begrip dienstanciënniteit. - Overgang van de oude naar de nieuwe regeling voor sommige leden van de gemeentepolitie
Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad Aan de Dames en heren Burgemeesters Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen Aan de heer Commissaris-generaal van de Federale Politie Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de Gemeentepolitie Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Inleiding Gelet op de inwerkingtreding van de nieuwe ziekteverlofregeling van de geïntegreerde politie op 1 april 2001, is deze nieuwe regeling vanaf die datum op ieder statutair personeelslid toepasselijk.
Hierbij geldt als uitgangspunt dat de berekeningsprincipes van die regeling worden toegepast op de volledige loopbaan van het personeelslid, dus ook op het gedeelte van de loopbaan vóór 1 april 2001.
In afwijking van dit principe werd, bij wijze van overgangsmaatregel, voor de personeelsleden die deel uitmaakten van het operationeel korps van de rijkswacht of die als militair tewerkgesteld waren in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, een forfaitaire berekeningswijze uitgewerkt voor de loopbaan voorafgaand aan 1 april 2001. Deze afwijking vond haar rechtvaardiging in feit dat dit korps voorheen een totaal andere ziekteverlofregeling kende, die weinig of geen aanknopingspunten had met de ziekteverlofregeling van het nieuwe statuut. Hoewel de nieuwe ziekteverlofregeling in principe overeenstemt met de ziekteverlofregeling van de korpsen van gemeentepolitie maakten sommige van deze korpsen tot voor kort gebruik van een alternatieve berekeningswijze. In bepaalde korpsen werd het ziektecontingent berekend aan de hand van werkdagen (21 dagen per jaar) in plaats van kalenderdagen (30 dagen per jaar). Andere korpsen kenden een regime waarbij onmiddellijk forfaitair 666 dagen werden toegekend voor de gehele loopbaan. In uitzonderlijke gevallen waren sommige leden van bepaalde korpsen zelfs niet onderworpen aan de ziekteverlofregeling van hun korps, zodat er geen ziekteverlofregeling op hen toepasselijk was.
Voor de personeelsleden afkomstig uit deze korpsen noopt de overgang van de oude regeling naar de nieuwe regeling derhalve tot enige precisering wat betreft de berekening van de ziektedagen.
Deze omzendbrief verduidelijkt de berekeningswijze van de ziekteverlofdagen voor de leden van voormelde korpsen van gemeentepolitie.
Verder wordt kort toegelicht wat moet verstaan worden onder het begrip « dienstanciënniteit » in het raam van de nieuwe ziekteverlofregeling.
De draagwijdte van dit begrip is belangrijk voor bepaalde personeelsleden die hun loopbaan bij verschillende openbare besturen hebben opgebouwd. 1. Overgang van de oude naar de nieuwe regeling voor de leden van de korpsen van gemeentepolitie waarvan de ziekteverlofregeling forfaitair 21 ziekteverlofdagen per jaar toekende. 1.1. Toepassingsgebied Het hieronder beschreven berekeningsprincipe is van toepassing voor de betrokken politiekorpsen waarvan de ziekteverlofregeling enkel rekening hield met werkdagen hetgeen aanleiding gaf tot een forfaitaire toekenning van 21 ziekteverlofdagen per jaar. 1.2. Berekening 1.2.1. Principe Het saldo van het ziektecontingent (dus na aftrek van de genomen ziektedagen) waarop het personeelslid volgens de oude regeling (berekening in werkdagen) aanspraak kan maken op het einde van zijn laatst verworven jaar dienstanciënniteit vóór 1 april 2001, moet op dat ogenblik worden vermenigvuldigd met 10/7.
Indien het aldus bekomen totaal aantal dagen ziekteverlof geen geheel getal vormt, wordt het naar boven afgerond.
Bij de aanvang van het onmiddellijk daaropvolgend nieuw jaar dienstanciënniteit, krijgt betrokkene voor de eerste maal een contingent van 30 dagen. Vanaf dat ogenblik zijn de principes van de nieuwe ziekteverlofregeling ten volle van toepassing. 1.2.2. Uitzondering In het uitzonderlijk geval dat het aantal gedurende de loopbaan genomen ziektedagen in een vorig korps of dienst niet meer volledig kan achterhaald worden, wordt het ziektecontingent voor die periode berekend overeenkomstig het de berekeningswijze bedoeld in artikel XII.VIII.10 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. 1.3. Voorbeelden 1.3.1 Gegeven : Datum indiensttreding = 1 november 1990.
Einde van het laatst verworven jaar dienstanciënniteit vóór 1 april 2001 = 31 oktober 2000 Forfaitair ziekteverlof in de periode 1 november 1990 - 31 oktober 2000 = 21 x 10 = 210 dagen Ziektedagen (arbeidsongeval) in de periode 1 november 1990 - 31 oktober 2000 = 0 dagen Andere ziektedagen in de periode 1 november 1990 - 31 oktober 2000 = 70 dagen.
Saldo ziektecontingent oud regime op 31 oktober 2000 = 210 70 = 140 dagen Berekening : Saldo ziektecontingent op 31 oktober 2000 = 140 x 10/7 = 200 dagen.
Saldo ziektecontingent op 1 november 2000 = 200 + 30 = 230 dagen; 1.3.2. Gegeven : Datum indiensttreding = 25 juni 1993 Einde van het laatst verworven jaar dienstanciënniteit vóór 1 april 2001 = 24 juni 2000 Forfaitair ziekteverlof in de periode 25 juni 1993 - 24 juni 2000 = 21 x 7 = 147 dagen Ziektedagen (arbeidsongeval) in de periode 25 juni 1993 - 24 juni 2000 = 0 dagen Andere ziektedagen in de periode 25 juni 1993 - 24 juni 2000 = 37 dagen Saldo ziektecontingent oud regime op 24 juni 2000 = 147 37 = 110 dagen Berekening : Saldo ziektecontingent op 24 juni 2000 = 110 x 10/7 = 157,14 afgerond op 158 dagen Saldo ziektecontingent op 25 juni 2000 = 158 + 30 = 188 dagen; 2. Overgang van de oude naar de nieuwe regeling voor de leden van de korpsen van gemeentepolitie waarvan de ziekteverlofregeling forfaitair 666 ziektedagen voor de gehele loopbaan toekende. 2.1. Toepassingsgebied Het hieronder beschreven berekeningsprincipe is enkel van toepassing op de leden van de betrokken politiekorpsen waarvan de ziekteverlofregeling aan eenieder forfaitair 666 ziekteverlofdagen voor de gehele loopbaan toekende. 2.2. Berekeningsprincipe Als vertrekbasis geldt het aantal dagen ziekteverlof waarop het personeelslid volgens de oude regeling aanspraak kan maken op 31 maart 2001. Conform de oude regeling omvat dit de forfaitaire toekenning van 666 dagen verminderd met de vanaf die toekenning tot 1 april 2001 genomen ziektedagen die vallen op een werkdag, uitgezonderd de ziektedagen die het gevolg zijn van een arbeidsongeval. Voor het gedeelte van de loopbaan vanaf 1 april 2001 verkrijgen betrokkenen evenwel geen bijkomende ziekteverlofdagen tot op het ogenblik dat ze hun 32e jaar dienstanciënniteit verwerven, te rekenen vanaf de toekenning van het forfait van 666 ziekteverlofdagen. Voor het overige zijn de principes van de nieuwe ziekteverlofregeling vanaf 1 april 2001 ten volle van toepassing. Dit houdt in dat het krediet aan ziektedagen op 1 april 2001 verder stelselmatig verminderd zal worden in functie van de vanaf dat ogenblik bekomen verloven en ziektedagen zoals bepaald in de nieuwe ziekteverlofregeling.
Bij de aanvang van het 33e jaar dienstanciënniteit wordt voor de eerste maal 30 ziekteverlofdagen toegekend. 2.3. Voorbeeld Gegeven : Datum toekenning forfait = 1 november 1990 In aanmerking komende ziektedagen in de periode vanaf de toekenning van het forfait - 31 maart 2001 = 66 dagen Saldo ziektecontingent oud regime op 31 maart 2001 = 666 66 = 600 dagen Ziektedagen (arbeidsongeval) in de periode 1 april 2001 - 31 oktober 2022 = 200 Andere ziektedagen in de periode 1 april 2001 - 31 oktober 2022 = 100 Berekening : Saldo ziektecontingent (m.b.t. wachtgeld van 60 %) op 31 oktober 2022 = 600 100 = 500 Saldo ziektecontingent (m.b.t. wachttermijn van zes maanden) op 31 oktober 2022 = 600 100 200 = 300 Aanvang nieuw jaar dienstanciënniteit op 1 november 2022 =g + 30 3. Overgang van de oude naar de nieuwe regeling voor de bepaalde leden van de korpsen van gemeentepolitie waarop geen ziekteverlofregeling van toepassing was. 3.1. Toepassingsgebied Het hieronder beschreven berekeningsprincipe is enkel van toepassing op de leden van de betrokken politiekorpsen waarop de ziekteverlofregeling van het betrokken politiekorps niet van toepassing was en die derhalve niet onderworpen waren aan een ziekteverlofregeling. 3.2. Berekening Het ziektecontingent voor de gehele loopbaan wordt berekend overeenkomstig het de berekeningswijze bedoeld in artikel XII.VIII.10 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. 4. Definitie van het begrip dienstanciënniteit voor de berekening van het aantal dagen ziekteverlof in de nieuwe ziekteverlofregeling. Voor de berekening van het aantal ziekteverlofdagen geldt als basisprincipe dat alle werkelijke prestaties in aanmerking worden genomen die het personeelslid in welke hoedanigheid ook en zonder vrijwillige onderbreking verricht heeft, als titularis van ambten met volledige prestaties in een andere overheidsdienst of een door de staat of een gemeenschap opgerichte erkende of gesubsidieerde onderwijsinrichting, psycho-medisch sociaal centrum, dienst voor beroepskeuze of medisch pedagogisch instituut.
De draagwijdte van dit principe zal worden uitgebreid door de toevoeging van een aantal specifieke bepalingen terzake in het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Zo zal dit principe ook worden toegepast in de gevallen waarin de personeelsleden die deel uitmaakten van het operationeel korps van de rijkswacht of die als militair tewerkgesteld waren in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, voor de forfaitaire berekeningswijze van hun krediet aan ziektedagen opteerden.
Voor de personeelsleden van het operationeel korps van een korps van de gemeentepolitie, voor de statutaire personeelsleden van het administratief en logistiek kader van een korps van de gemeentepolitie en voor de statutaire leden van het niet-politioneel gemeentelijk personeel, wordt voor de berekening van het aantal ziekteverlofdagen het gecumuleerd ziektecontingent opgebouwd bij openbare besturen in aanmerking genomen. Voor hen wordt er dus onder meer rekening gehouden met alle werkelijke prestaties in de diverse korpsen van gemeentepolitie waarin ze, in voorkomende geval, hebben gediend.
Voorbeeld Gegeven : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE