gepubliceerd op 01 maart 2018
Omzendbrief GPI 88 betreffende de richtlijnen met betrekking tot de dienstplanning naar aanleiding van de NAVO-top van 11 en 12 juli 2018
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
19 FEBRUARI 2018. - Omzendbrief GPI 88 betreffende de richtlijnen met betrekking tot de dienstplanning naar aanleiding van de NAVO-top van 11 en 12 juli 2018
Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan Mevrouw de Commissaris-generaal van de federale politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mevrouw de Commissaris-generaal, Hierna vindt u de richtlijnen betreffende de dienstplanning naar aanleiding van de NAVO-top die in België wordt georganiseerd op 11 en 12 juli 2018.
Op basis van de evaluatie van de inzet in het kader van voorgaande vergaderingen van de NAVO blijkt dat de beveiliging van de in 2018 voorziene tweedaagse top een uitzonderlijke zware inspanning op het vlak van de capaciteit zal vergen.
Deze inspanning wordt bovendien verzwaard door het aantal deelnemende delegaties, het complexe programma, het tijdstip in volle vakantieperiode en haar gelijktijdig verloop met andere grote evenementen (Dour, 11 juliviering, WK- voetbal- op grote schermen van 14/06 tot en met 15/07, ...).
Op grond van artikel VIII.I.1 RPPol/ST6 is de overheid die bevoegd is om de verloven toe te kennen, de korpschef of de overheid die hij daartoe aanwijst binnen zijn korps, voor wat de lokale politie betreft en de commissaris-generaal of de overheid die hij daartoe aanwijst, voor wat de federale politie betreft.
Aan de bevoegde overheid van de federale politie wordt de opdracht gegeven om te garanderen dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en om, in voorkomend geval, van de mogelijkheid gebruik te maken om het jaarlijks vakantieverlof van de personeelsleden van de diensten die rechtstreeks belast zijn met het verzekeren van het goede verloop van deze uitzonderlijke gebeurtenis voor de periode van 9 juli tot en met 13 juli 2018 te weigeren wegens uitzonderlijke dienstnoodwendigheden overeenkomstig artikel VIII.1 UBPol.
De ministeriële richtlijn MFO-2 van 23-11-2017 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie voorziet, in uitzonderlijke omstandigheden, in een punctuele verhoging van het beschikbaarheidsniveau naar 10 %. Gelet op de grootschalige politionele mobilisatie die nodig is voor het beheer van de NAVO-top, beslis ik tot dergelijke verhoging op 11 en 12 juli 2018.
Aan de bevoegde overheid van de lokale politie wordt gevraagd om te garanderen dat deze noodzakelijke capaciteit beschikbaar is, boven en naast de noodzakelijke capaciteit om haar reguliere werking te verzekeren en om, in voorkomend geval, gebruik te maken van de mogelijkheid om het jaarlijks vakantieverlof voor de bovenvermelde periode (11 en 12 juli 2018) te weigeren wegens uitzonderlijke dienstnoodwendigheden overeenkomstig artikel VIII.1 UBPol.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON