gepubliceerd op 29 oktober 1999
Omzendbrief betreffende het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot reglementering van de financiële hulp van de Staat aan de gemeenten op het vlak van de verkeersveiligheid
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
18 OKTOBER 1999. - Omzendbrief betreffende het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot reglementering van de financiële hulp van de Staat aan de gemeenten op het vlak van de verkeersveiligheid
Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs Ter inlichting : - Aan de Dames en Heren Bestendig Afgevaardigden, - Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, - Aan de Dames en Heren Burgemeesters en Schepenen, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, In het Belgisch Staatsblad van 26 juni 1999 werd het Koninklijk besluit van 30 april 1999 tot reglementering van de financiële hulp van de Staat aan de gemeenten op het vlak van de verkeersveiligheid gepubliceerd.
Hierna volgen enige toelichtingen met betrekking tot het toepassingsgebied van die toelage en de procedure om ze te bekomen. Ik dank u deze richtlijnen bij de bevoegde overheden binnen uw ambtsgebied te willen verspreiden. 1. Het toepassingsgebied. - Om voor de toelage in aanmerking te komen dient de gemeente tot een interpolitiezone te behoren. De toelage wordt trouwens toegekend voor initiatieven in interpolitiezoneverband. De voorkeur gaat dus uit naar initiatieven die de zone in haar geheel ten goede komen, zonder evenwel specifieke, plaatsgebonden initiatieven uit te sluiten. - De initiatieven betreffen investeringen, acties en studies ter bevordering van de verkeersveiligheid. Om de initiatieven zo ruim en zo vrij mogelijk te houden worden die categorieën niet verder verduidelijkt. Het is wel zo dat de voorkeur van de Minister uitgaat naar initiatieven in een of meer van de volgende sectoren : a) de aankoop van preventieve snelheidsradars (met een bord waarop de bereikte snelheid of een andere boodschap i.v.m. de snelheid van het naderende voertuig verschijnt, al dan niet op een aanhangwagen gemonteerd). b) de verhoging van de verkeersveiligheid in en rond scholen en bij de schoolgaande jeugd : verkeersparken, voorlichting en onderricht inzake verkeersveiligheid, aanpassing van het straatmeubilair, de signalisatie van jonge weggebruikers, e.d.. c) verkeersklassen voor minderjarige overtreders van het verkeersreglement : op zijn minst even belangrijk als het repressieve element is het organiseren van onderricht van jeugdige verkeersovertreders over het verkeersreglement waarbij grote aandacht besteed wordt aan het belang van het naleven van dat reglement.d) een consequent handhavingsbeleid inzake snelheidsovertredingen en het gebruik van alcohol in het verkeer : onaangepaste snelheid en alcohol aan het stuur blijken nog steeds belangrijke menselijke factoren te zijn bij verkeersongevallen. - Komen niet in aanmerking : a) de loonkosten (daarvoor bestaan deels andere toelagen); b) materieel dat deel uitmaakt van de nomenclatuur van uitrusting en materieel voor de politie (die lijst wordt gebruikt bij o.a. de trekkingsrechten / voor de verwerving van dergelijke materieel kunnen in de eerste plaats die jaarlijkse trekkingsrechten en de eenmalige IPZ-toelage gebruikt worden); c) de normale werkingskosten en de herstellingskosten van het betoelaagde materieel;d) infrastructuuraanpassingen aan gewest- en provinciewegen.2. De toelage. Het maximumbedrag van de toelage is 1.000.000 BEF per interpolitiezone (al dan niet verspreid over verscheidene dossiers). De toelage kan 100 % van de kostprijs van het of de projecten dekken. De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt jaarlijks het totale bedrag dat aan die toelage mag besteed worden. Dat bedrag wordt voorafgenomen van het in artikel 226bis van de Nieuwe Gemeentewet voorziene krediet (het zgn. « boetefonds ») en dat op basis van artikel 8, alinea 2 van het koninklijk besluit van 5 juli 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid. Er wordt voorrang verleend aan de gemeenten die in het jaar van de toekenning het statuut van volwaardige politiezorg hebben. 3. De toelageprocedure. - De interpolitiezones die de toelage wensen te bekomen stellen een gemotiveerd plan op dat bij de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, Koningsstraat 56 te 1000 Brussel wordt ingediend. De indiening van de kandidaturen wordt jaarlijks afgesloten op 31 juli.
In het beginjaar 1999 is die afsluitingsdatum uitzonderlijk 31 oktober. - Het plan bevat een voorstelling en motivering van het of de projecten en zijn of hun uitvoering. Daarnaast is een gedetailleerde financiële nota vereist waarin de kostprijs van het of de projecten wordt geraamd, met vermelding van de eigen financiële inbreng van de gemeente(n) en de gevraagde inbreng. Aangezien het beheer van de toelage door één gemeente per interpolitiezone gebeurt, moet de naam van die gemeente in het aanvraagdossier medegedeeld worden. De verdere procedure zal dan met die gemeente gebeuren. - De ingediende projecten worden jaarlijks beoordeeld door een selectiecommissie waarvan de Minister van Binnenlandse Zaken de samenstelling bepaalt. Die commissie brengt een gemotiveerd advies uit bij de Minister van Binnenlandse Zaken. - Op basis van die beoordelingsdossiers beslist uiteindelijk de Minister van Binnenlandse Zaken welke projecten dat jaar voor een toelage in aanmerking komen. Hij bepaalt de toelage per afzonderlijk project. - Niet-betoelaagde projecten kunnen in een volgend jaar opnieuw ingediend worden. - Het toelagebedrag wordt bij de toekenning volledig uitbetaald. - De begunstigde interpolitiezones moeten uiterlijk op 31 december van het begrotingsjaar dat volgt op dat waarin de toelage wordt toegekend, de correcte aanwending van de toelage aantonen door aan de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie de nodige bewijzen te bezorgen.
Het gaat om de facturen en/of gedetailleerde onkostennota's en een evaluatieverslag over het of de betoelaagde projecten. Indien het correcte gebruik van de toegekende toelage niet of onvoldoende wordt bewezen, wordt de toelage geheel of gedeeltelijk teruggevorderd. 4. Controle en sancties. Bij niet-naleving van het toelagebesluit door een betoelaagde interpolitiezone of bij verkeerd gebruik van het toegekende materieel wordt de toelage geheel of gedeeltelijk teruggevorderd. Om de correcte uitvoering van het toelagebesluit na te gaan kan de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde op ieder moment ter plaatse controles uitvoeren. Hij of zij kan steeds en op eenvoudig verzoek, ter plaatse alle documenten raadplegen die het bewijs leveren dat in de interpolitiezone het toelagebesluit correct wordt uitgevoerd en dat de uitgaven die met de verleende financiële hulp verricht werden, aan het toelagebesluit beantwoorden.
Ik neem mij voor na dit eerste jaar de correcte toepassing van dit koninklijk besluit te evalueren in het kader van het totale verkeersveiligheidsbeleid.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. Duquesne.