gepubliceerd op 24 september 1998
Omzendbrief van de Waalse Regering betreffende het duurzame beheer van de aanvragen om stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen in zone A van het plan m.b.t. de blootstelling aan geluidshinder van de gewestelijke luchthavens
WAALS MINISTERIE VOOR UITRUSTING EN VERVOER
16 JULI 1998. - Omzendbrief van de Waalse Regering betreffende het duurzame beheer van de aanvragen om stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen in zone A van het plan m.b.t. de blootstelling aan geluidshinder van de gewestelijke luchthavens
Aan de dames en heren burgemeesters, Aan de dames en heren schepenen, Aan de heren gemachtigde ambtenaren, Bij besluit van 16 juli 1998 heeft de Waalse Regering enerzijds begeleidingsmaatregelen vastgesteld voor zone A van het plan m.b.t. de blootstelling aan geluidshinder van de gewestelijke luchthavens en anderzijds de nauwkeurige afbakening van de zogenaamde zone A voor de luchthaven van Bierset bepaald.
De aldus afgebakende zone stemt na bepaling van een verplichte luchtweg overeen met een permanente geluidsoverlast van Ld.n 70 dB(A) of meer.
Artikel 1 van het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, dat op 1 maart 1998 in werking is getreden, bepaalt het volgende : « Het grondgebied van het Waalse Gewest vormt het gemeenschappelijk patrimonium van zijn bevolking. Het Gewest en de andere overheidsorganen zijn, elk binnen zijn bevoegdheden en in coördinatie met het Gewest, belast met de ruimtelijke ordening van dat grondgebied. Ze voorzien op een duurzame wijze in de sociale, economische, patrimoniale en milieubehoeften van de gemeenschap door een kwalitatief beheer van de leefomgeving, een zuinig gebruik van de bodem en zijn rijkdommen en door het behoud en de ontwikkeling van het cultureel, natuurlijk en landschappelijk patrimonium".
Op grond van een algemeen aanvaarde definitie heeft de duurzame ontwikkeling tot doel in de huidige behoeften te voorzien zonder de mogelijkheden voor de toekomstige generaties in het gedrang te brengen om in hun eigen behoeften te voorzien (verslag Bruntland).
De beslissing van de Waalse Regering van 16 juli 1998 past volkomen bij dit beleid voor duurzame ontwikkeling : vanaf het moment dat het Waalse Gewest zich ertoe verbindt ieder bebouwd onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk voor bewoning bestemd is of ieder onbebouwd onroerend goed dat als bouwgrond geldt terug te kopen, wenst het via een voluntaristisch grondbeleid op de meest rechtstreekse wijze op te treden.
Zoals artikel 1 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium er echter op wijst, is ieder overheidsorgaan « elk binnen zijn bevoegdheden en in coördinatie met het Gewest » verantwoordelijk voor het beheer van en belast met de Waalse ruimtelijke ordening.
Deze omzendbrief past in het kader van de logica gericht op het verantwoordelijksgevoel van de verschillende partijen en op de coördinatie : adviezen en beslissingen over de afgifte van de stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen vormen inderdaad actieve instrumenten voor een duurzaam beheer van het grondgebied.
Zo wenst de Waalse Regering in afwachting van een gewestelijk stedenbouwkundig reglement of van een herziening van de betrokken gewestplannen de beginselen te benadrukken, die bij de behandeling van iedere stedenbouwkundige of verkavelingsaanvraag in aanmerking moeten worden genomen : 1. krachtens artikel 108 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium moeten het advies en de beslissing over een vergunningsaanvraag met redenen omkleed zijn en aangeven waarom de algemene bestemming van het gebied en het architecturale karakter ervan in de gegeven plaatselijke stedenbouwkundige en architecturale omstandigheden al dan niet bedreigd zijn;2. overwegende dat het Waalse Gewest het geheel van de in zone A gelegen woningen of bouwgronden aankoopt, worden de plaatselijke stedenbouwkundige omstandigheden vlakbij een luchthaven waarvan de activiteit relevant is geworden, gewijzigd samen met de algemene bestemming van deze zone waar de huisvesting niet meer ontwikkeld wordt;3. overwegende dat iedere redelijke maatregel met het oog op een geluidsisolatie van de in zone A gelegen woningen van dien aard is dat ze op het vlak van de volksgezondheid niet zeer doeltreffend blijkt;4. overwegende dat de woongebieden of woongebieden met een landelijk karakter allerlei bestemmingen kunnen hebben zoals bewoning, economische activiteiten, sociaal-economische inrichtingen, openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen, landbouwbedrijven en toeristische accommodatie;5. overwegende dat de woongelegenheid in de betrokken zone een mogelijkheid vormt die, in eigenlijke zin van huisvesting en omwille van de lokalisatie vlakbij de luchthaven, niet kan worden aangemoedigd door een verantwoordelijk overheidsorgaan; Het is aangewezen dat de Colleges van Burgemeester en Schepenen van de in zone A opgenomen gemeenten alsmede de betrokken gemachtigde ambtenaren de volgende maatregelen treffen : A. niet langer instemmen met : a) de oprichting van gebouwen die geheel of gedeeltelijk voor bewoning bestemd zijn behalve de woning van de exploitant of het bewakingspersoneel van de gevestigde of te vestigen bedrijven voor zover de veiligheid of de goede werking van de bedrijven het vereist;b) de oprichting van gebouwen die gebruikt worden als verplegingsinrichtingen, of bestemd zijn voor onderwijs, opvoeding of cultuur;c) de verkavelingsvergunningen die de bouw van woningen beogen; B. Met inachtneming van de wetsbepalingen, inzonderheid bovenvermeld artikel 108 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium worden de volgende handelingen en werkzaamheden toegelaten mits bijzondere door de vergunningsaanvragers getroffen of te treffen maatregelen voor de geluidsisolatie (bouwwijze, gebruikte materialen,...) : a) de bouw of verbouwing van gebouwen bestemd voor ambachten, dienstverlening, handel, distributie of industrie alsmede voor sportinfrastructuren;b) de verbouwing van de onder punten A, a) en A, b) bedoelde gebouwen. Tenslotte wordt de aandacht van de Colleges van Burgemeester en Schepenen gevestigd op het feit dat alleen de gemeenteraden bevoegd zijn voor de goedkeuring van ofwel gemeentelijke plannen van aanleg ten einde de in zone A van het plan m.b.t. de blootstelling aan geluidshinder toelaatbare activiteiten aan te geven en te specificeren, ofwel van gemeentelijke stedenbouwkundige reglementen met o.m. bepalingen voor de geluidskwaliteit van de bouwwerken.
De Colleges van Burgemeester en Schepenen alsmede de gemachtigde ambtenaren worden erom verzocht de beginselen van deze omzendbrief strikt toe te passen. Deze omzendbrief treedt in werking de dag waarop hij aan de betrokken overheden wordt bekendgemaakt.
Namen, 16 juli 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN