Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 15 oktober 2003
gepubliceerd op 27 oktober 2003

Omzendbrief PLP 32 betreffende de werking van de politieraad en het politiecollege

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2003000793
pub.
27/10/2003
prom.
15/10/2003
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


15 OKTOBER 2003. - Omzendbrief PLP 32 betreffende de werking van de politieraad en het politiecollege


Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het Administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Ter informatie : Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, De wetgeving aangaande de werking van de geïntegreerde politie en meer in het bijzonder de werking van de politiezones, is in voortdurende evolutie sinds de politiehervorming.

Sommige teksten werden regelmatig gewijzigd, andere moesten worden verduidelijkt en talrijke voorschriften en richtlijnen moesten worden gegeven aan de verschillende overheden die een essentiële rol spelen in de werking van de geïntegreerde politie.

Teneinde een optimale en uniforme werking van de politiezones te verzekeren, lijkt het mij dan ook opportuun de aandacht van de dames en heren Burgemeesters en Gouverneurs op sommige bepalingen van de wet van 7 december tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP) 1998 te vestigen, alsook de betekenis van enkele artikelen te verduidelijken, die door de talrijke actoren terzake op verschillende manieren werden geïnterpreteerd.

I. Rol en vervanging van de secretaris van de politieraad en het politiecollege Artikel 29 WGP omschrijft de rol en de aanstellingswijze van de secretaris van de politieraad en van het politiecollege in de meergemeentenpolitiezones, alsook de rol van de korpschef tijdens de zittingen van deze organen.

Zo werd de secretaris door de wet belast met het opstellen, overschrijven en ondertekenen van de notulen van de raad en het college (die, na hun overschrijving, ook door de voorzitter zullen worden ondertekend), terwijl de korpschef er enkel mee belast is de materies voor te bereiden, die aan de raad en het college worden voorgelegd, en om hun zittingen bij te wonen.

De functie van secretaris van de politieraad en van het politiecollege wordt vervuld door een personeelslid van het administratief en logistiek kader van het lokale politiekorps of door een personeelslid van een gemeentelijke administratie van de zone. Hij wordt respectievelijk aangeduid door de politieraad en het politiecollege.

Bijgevolg dient, bij tijdelijke of langdurige verhindering van de secretaris (verlof, ziekte,...), zijn vervanger aan dezelfde aanstellingsvoorwaarden te voldoen en derhalve ook lid lid te zijn van het calogpersoneel of van het personeel van een gemeentelijke administratie.

Om die reden kan noch de korpschef, noch een lid van de raad of het college de functie van secretaris vervullen tijdens diens afwezigheid.

II. Vergoeding van de secretaris Artikel 32bis WGP voorziet bovendien dat de politieraad een vergoeding aan de secretaris van de zone kan toekennen. De politieraad dient deze vergoeding vast te stellen in functie van de hoeveelheid en de kwaliteit van de door de secretaris verrichte prestaties, en rekening houdend met het feit of hij al dan niet buiten de normale diensturen of meer dan 38 uur per week werkt. Deze vergoeding is bijgevolg verbonden aan de functie van secretaris en niet aan de persoon.

Aangezien een afwezige secretaris uiteraard geen bijkomende uren presteert, kan hij onmogelijk aanspraak maken op deze vergoeding. Het spreekt voor zich dat de vervangende secretaris wel aanspraak kan maken op dergelijke vergoeding.

III. Vervanging van de voorzitter van het politiecollege Artikel 23 WGP bepaalt dat, in geval van verhindering of afwezigheid van een lid van het politiecollege, zijn vervanger overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 van de nieuwe gemeentewet wordt aangewezen.

Dit artikel voorziet dat, in geval van verhindering of afwezigheid van de burgemeester, diens functies worden waargenomen door de eerstgekozen schepen, tenzij de burgemeester een andere schepen heeft aangeduid.

Als gevolg hiervan zal de afwezige burgemeester-voorzitter gewoonlijk door één van zijn schepenen vervangen worden, dewelke bijgevolg voorzitter van het politiecollege zal worden. Het komt aan de schepen, die als waarnemend burgemeester en voorzitter van het college optreedt, toe om ook de briefwisseling te ondertekenen.

Daar artikel 23 WGP voorziet dat het college één van zijn leden als voorzitter aanstelt, kan het college niettemin, bij afwezigheid van de voorzitter, één van zijn leden als vervangende voorzitter aanstellen.

Evenwel is het, in uitvoering van voornoemd artikel 23 WGP, onmogelijk dat een voorzitter zijn functies (met inbegrip van de ondertekening van de briefwisseling zoals bedoeld in artikel 29 WGP) aan de burgemeester van een andere gemeente zou overdragen, zonder dat er daartoe door het verenigde college een beslissing wordt genomen.

Bijgevolg, teneinde latere betwisting te vermijden, is het aangewezen dat elk politiecollege voorafgaandelijk een duidelijk standpunt inneemt betreffende de vervanging van zijn voorzitter.

Het College beschikt daartoe over twee mogelijkheden : ofwel stelt het College één van zijn leden aan als vervangende voorzitter, ofwel wordt de schepen, die de burgemeester-voorzitter vervangt, voorzitter.

IV. Aanwezigheid van de secretaris tijdens de beraadslagingen Artikel 92 van de nieuwe gemeentewet, door artikel 27 WGP toepasbaar verklaard op de zonale politieorganen, somt bepaalde omstandigheden op, die de aanwezigheid van de secretaris van de zone verbiedt bij de beraadslagingen van de politieraad. Het betreft in het bijzonder de gevallen waarin de beraadslaging onderwerpen behandelt waarin de secretaris een rechtstreeks belang heeft of waarin zijn ouders of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk of rechtstreeks belang hebben.

Ik vestig hierbij de aandacht van de dames en heren Burgemeesters op het feit dat de vervanger van de secretaris die om voormelde reden geen beraadslaging mag bijwonen, aan de voorwaarden, zoals voorzien in artikel 29 WGP, dient te voldoen, namelijk behoren tot het calogpersoneel of tot het personeel van een gemeentelijke administratie.

V. Weging van de stemmen van de politieraadsleden bij de stemming m.b.t. de begroting Artikel 26 WGP voorziet in de verdeling van de stemmen tussen de leden van de groep van vertegenwoordigers van een gemeente bij de stemmingen van de politieraad over de vaststellingen van de begroting, de begrotingswijzigingen en de jaarrekeningen. Dit artikel bepaalt dat elke groep vertegenwoordigers van één gemeente uit de politiezone, voor deze materie, over evenveel stemmen in de politieraad beschikt, als waarover de burgemeester van de gemeente die hij vertegenwoordigt beschikt in het politiecollege. Deze stemmen worden onder de leden van die groep gelijk verdeeld.

De ministeriële omzendbrief PLP 28 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting 2003 ten behoeve van de politiezone brengt verduidelijkingen aan betreffende de stemmenverdeling tussen de verschillende leden van de Raad.

Vaststellende dat het echter gepast zou zijn om de draagwijdte van artikel 26 WGP alsook de inhoud van deze omzendbrief te verduidelijken, vestig ik uw aandacht op het feit dat iedere politieraadslid het hele jaar over een identiek aantal stemmen beschikt, wat ook het aantal vertegenwoordigers van zijn gemeente is tijdens de zitting van de raad waar een beslissing genomen wordt inzake budget en rekening. Bijgevolg is de stem van een afwezig raadslid onherroepelijk verloren en kan deze niet tussen de aanwezige vertegenwoordigers van de gemeente waartoe hij behoort, herverdeeld worden.

VI. Overgangsmaatregel in de toepassing van artikel 24 WGP Artikel 24 WGP bepaalt dat in het politiecollege elke burgemeester over een aantal stemmen beschikt naar evenredigheid van de minimum politiedotatie die zijn gemeente in de meergemeentezone inbrengt.

Het tweede lid van dit artikel voorziet echter in de volgende afwijking van deze bepaling : « gedurende de eerste twee jaren volgend op het jaar waarin de lokale politie is opgericht, wordt het aantal stemmen toegekend naar evenredigheid van de nettolast voor de functie Justitie en Politie onder de statistische code 399 van de laatst vastgestelde en goedgekeurde jaarrekeningen van elke gemeente. » Daar de inplaatsstelling van de politiezones tot het begin van 2002 teruggaat, is die afwijking van toepassing tijdens de jaren 2003 en 2004. Als gevolg daarvan zal die toegepast moeten worden bij elke stemming die tijdens die twee jaar plaatsvindt, wat het voorwerp van de stemming ook moge zijn (dus met inbegrip van de aanneming van het budget voor het jaar 2005). VII. Uitoefening van het toezicht van de gouverneurs : herinnering Teneinde de gouverneurs de mogelijkheid te geven hun verplichtingen inzake toezicht op de politiezones binnen de opgelegde termijn en in optimale omstandigheden te kunnen vervullen, wens ik de aandacht van de dames en heren Burgemeesters en Korpschefs te vestigen op de bepalingen van artikel 85 WGP en van omzendbrief PLP 12 betreffende de rol van de Gouverneurs in het kader van het algemeen specifiek toezicht voorzien door de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus van 8 oktober 2001 (punt II).

Beide teksten voorzien dat de lijst bevattende een beknopt overzicht van de besluiten van de gemeenteraad over de aangelegenheden die de lokale politie betreffen of de besluiten van de politieraad, alsook de besluiten voorzien in artikel 86 WGP aan de gouverneur binnen een termijn van twintig dagen worden toegestuurd.

VIII. Contact Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid Directie Politiebeheer Koningsstraat 56, 1000 BRUSSEL Alexis DOUFFET, conseiller adjoint (FR) : 02-500 24 85 Ivo DE PAEPE, adjunct-adviseur (NL) : 02-500 24 06 Ik dank de dames en heren Burgemeesters en Korpschefs om te willen waken over de correcte toepassing van deze bepalingen binnen hun politiezone.

Gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, in het Bestuursmemoriaal de datum te vermelden waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad verschijnt.

Mag ik u vragen om de inhoud van deze omzendbrief zo ruim mogelijk mee te delen aan de burgemeesters van de gemeenten die deel uitmaken van de zones van uw provincie.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^