Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 12 juni 1997
gepubliceerd op 27 augustus 1997

Omzendbrief. Verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters. Televisieprogramma's houdende opsporing van personen die elkaar uit het oog zijn verloren

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1997000403
pub.
27/08/1997
prom.
12/06/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


12 JUNI 1997. Omzendbrief. Verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters. Televisieprogramma's houdende opsporing van personen die elkaar uit het oog zijn verloren


Aan de Colleges van Burgemeesters en Schepenen (Ter informatie aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs) Mevrouwen, Mijne Heren, In het voorjaar van dit jaar is op verschillende televisiestations de uitzending van een programma begonnen dat tot doel heeft mensen die elkaar al lang uit het oog verloren hebben helpen elkaar terug te vinden.

Een gemeente ontving vanwege de redactie van één van deze televisiestations een brief waarin onder meer vermeld stond : "Om de Belgische dossiers tot een goed einde te kunnen brengen, zullen wij uiteraard veelvuldig de "Dienst Bevolking" van uw gemeente moeten raadplegen voor het opzoeken van adressen." De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft onder het nr. 32/96 op 13 november 1996 haar advies uitgebracht inzake deze aangelegenheid.

Aangezien dit advies de interesse kan opwekken van alle gemeenten vind ik het nuttig om U de inhoud ervan mee te delen.

De Commissie stelt dat ter wille van de persoonlijke levenssfeer, het verstrekken aan derden van informatie uit de bevolkingsregisters aan zeer strikte voorwaarden onderworpen is.

Krachtens artikel 5 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, mogen persoonsgegevens niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan die welke bij wet bepaald zijn. Met betrekking tot de bevolkingsregisters moet vastgesteld worden dat de doeleinden daarvan niet expliciet kunnen afgeleid worden uit de memorie van toelichting bij de wet van 19 juli 1991 op de bevolkingsregisters, waarin bepaald wordt dat bevolkingsregisters "dienen om de bevolking te kennen en meer bepaald de identificatie te vergemakkelijken van de personen die op een bepaald grondgebied wonen".

Het verkrijgen van informatie uit de gemeentelijke bevolkingsregisters wordt geregeld door het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister (Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1992).

Luidens artikel 5 van dit koninklijk besluit is de raadpleging van de registers verboden aan private personen. Hierop is geen uitzondering.

De enige die de registers mogen raadplegen zijn : de publieke overheden of openbare instellingen wanneer dit door of krachtens de wet wordt toegestaan (bijv. gemeentepolitie, rijkswacht, gerechtelijke politie, enz...); de gemeentelijke diensten en de diensten die afhangen van het O.C.M.W. wanneer dit gebeurt voor interne doeleinden.

Er moet vastgesteld worden dat de redactie van gelijk welke televisieuitzending tot geen van beide voormelde categorieën kan gerekend worden.

Naar luid van artikel 6 mag geen enkele lijst van personen ingeschreven in de registers aan derden worden verstrekt.

Een uitzondering wordt gemaakt voor de overheden of de openbare instellingen die door of krachtens de wet gemachtigd zijn om dergelijke lijsten te verkrijgen en dit voor de informatie waarop deze machtiging betrekking heeft.

Het Verslag aan de Koning stelt dat met deze uitzondering in het bijzonder de instellingen met een lokale bestemming bedoeld zijn, daar voor hen het verkrijgen van toegang tot het Rijksregister overbodig of inadequaat zou zijn.

Antikel 7 voorziet in vier afwijkingen van het principe van niet-verstrekking van personenlijsten aan derden. De afwijkingen betreffen met name : a) de instellingen van Belgisch recht die taken van algemeen belang vervullen (inz.liefdadigheidsinstellingen); b) de buitenlandse overheden;c) de politieke partijen (enkel voor verkiezingsdoeleinden);d) de opiniepeilingsinstellingen. Het is duidelijk dat de redactie van een televisieuitzending van het hiervoren ingeroepen type niet kan ondergebracht worden onder één van de vijf voormelde uitzonderingsgevallen.

Tenslotte kan nog de aandacht gevestigd worden op artikel 11 van het voormelde koninklijk besluit, luidens hetwelk iedereen aan het gemeentebestuur van de gemeente van zijn verblijfplaats kan vragen dat zijn adres niet aan derden wordt verstrekt.

De Commissie stelt dat om deze redenen in de huidige stand van de wetgeving het niet toegestaan is dat de redactie van het aanvragende televisienet de bevolkingsregisters raadpleegt voor het opzoeken van adressen. Dergelijke raadplegingen zouden trouwens ernstige problemen kunnen stellen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Brussel, 12 juni 1997.

De Minister van Binnenlandse Zaken, J. Vande Lanotte.

^