Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 12 januari 1999
gepubliceerd op 20 januari 1999

Omzendbrief POL 1999/1. - Stakingsrecht. - Minimum uit te voeren opdrachten

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000031
pub.
20/01/1999
prom.
12/01/1999
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


12 JANUARI 1999. - Omzendbrief POL 1999/1. - Stakingsrecht. - Minimum uit te voeren opdrachten


Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen Aan de Dames en Heren Burgemeesters en Schepenen Aan de Dames en Heren Gemeenteraadsleden Aan de Vlaamse Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting Aan de heer Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Zoals u weet is sinds kort de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP) in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Artikel 126 regelt de uitoefening van het stakingsrecht.

Overeenkomstig artikel 260 treedt dit artikel in werking op de dag van de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad. Tot oprichting van de federale politie en van de lokale politiekorpsen is, nog steeds volgens artikel 260, artikel 126 van toepassing op de leden van de gemeentepolitie, alsook op de hulpagenten van politie bij de gemeentepolitie.

Tijdens deze overgangsperiode wordt de bij artikel 126, § 2, toegekende bevoegdheid, uitgeoefend door de burgemeester, met betrekking tot de leden van de gemeentepolitie en de hulpagenten van politie bij de gemeentepolitie. De bevoegdheid bedoeld in artikel 126, § 2, is de bevoegdheid om aan de voormelde personeelscategorieën die gebruik maken of wensen te maken van het stakingsrecht, te bevelen om het werk voort te zetten of te hervatten gedurende de periode en voor die opdrachten waarvoor hun inzet noodzakelijk is en die hij aanwijst.

De burgemeester die dit bevel wenst te geven is ertoe gehouden de opdrachten waarvoor hij dat bevel nodig acht, vooraf mee te delen aan de representatieve syndicale organisaties van het personeel voor de politiediensten alsook, in voorkomend geval, aan de erkende syndicale organisatie die de stakingsaanzegging heeft ingediend.

Volgens artikel 133, dat eveneens in werking treedt bij de publicatie van de wet, zijn de artikelen 126, §§ 1 en 2, van toepassing op de leden van het administratief en logistiek kader, zodat ook deze personeelscategorie inzetbaar is ingeval van staking binnen het politiekorps, of kan gevorderd worden indien zijzelf als enige categorie binnen het politiekorps zouden staken. Immers, de logistieke en administratieve steun die vereist is voor de uitvoering van de bij staking noodzakelijke politieopdrachten, moeten steeds verzekerd zijn.

Gelet op het voorgaande is het duidelijk dat de wetgever een grote verantwoordelijkheid heeft opgelegd aan de burgemeester inzake een afdoende functionering van zijn politiekorps in stakingsperiodes. Deze verantwoordelijkheid is des te belangrijker, aangezien sinds de inwerkingtreding van artikel 126 WGP ook het rijkswachtpersoneel de mogelijkheid tot staken heeft. Het komt, met andere woorden, de burgemeester toe om er voor te zorgen dat de opdrachten waarvoor in dergelijke periodes de inzet van politiepersoneel vereist is, ook daadwerkelijk kunnen uitgevoegd worden door zijn politiepersoneel, zonder dat desgevallend noch de bevolking, noch de burgemeester zelf beroep zal kunnen doen op de leden van het (plaatselijk) rijkswachtkorps.

Om tegemoet te komen aan de vereisten van artikel 126, § 2, 2e lid, dient elke burgemeester deze situatie op voorhand te analyseren zodat hij ten allen tijde beschikt over een document dat mededeelbaar is aan de desbetreffende syndicale organisaties.

Het lijkt mij noodzakelijk dat de gemeentelijke korpsen die in IPZ-veband samenwerken dergelijk document in onderling overleg samenstellen, teneinde tevens de naleving van de aangegane verplichtingen en verbintenissen waar nodig te kunnen garanderen. Een dergelijk document houdende de opdrachten die door de politiedienst verzekerd moeten worden in geval van staking, zou kunnen opgenomen worden in het veiligheidscharter. Tevens verdient het aanbeveling om op voorhand vast te stellen wat het respectievelijk aandeel van elk korps afzonderlijk zal zijn, indien alle korpsen binnen dezelfde IPZ op hetzelfde ogenblik staken.

Voor de vaststelling van wat moet verstaan worden onder « noodzakelijke opdrachten » kan ik in eerste instantie verwijzen naar de memorie van toelichting bij het desbetreffende wetsartikel. Hierin wordt vooreerst benadrukt dat de reden voor een beperking van het stakingsrecht gelegen is in « de vereiste grote beschikbaarheid van de politieambtenaren ». De verantwoordelijke overheden, zo wordt verder gesteld, hebben de verplichting om « te allen tijde de naleving van de wetten en de handhaving van de openbare orde en veiligheid te verzekeren », en dat dit gegeven de noodzaak met zich meebrengt dat « zij permanent voldoende onderdelen van de openbare macht in werking zouden kunnen stellen, het weze op een dwingende wijze ».

Bij de vaststelling in concreto van de noodzakelijke opdrachten dient onder meer het vervullen van de hiernavolgende minimumvereisten gewaarborgd te worden : - het bieden van de nodige hulp en bijstand aan een persoon in gevaar of aan een persoon bij dreigend gevaar; - het nemen van de eerste maatregelen bij een gevaarlijke situatie, een hindernis op de openbare weg, een geval van heterdaad, of de dringende opsporingen als rechtstreeks gevolg van een misdrijf; - het bewaren van sporen bij misdrijven; - 24 uur of 24 uur bereikbaarheid van het korps of van de doorverwijzende instantie.

Het desbetreffende document bevat minstens een omschrijving van de noodzakelijke opdrachten in de volgende domeinen : 1. onthaalfunctie;2. interventiedienst;3. openbare ordehandhaving;4. gerechtelijke politie;5. wegverkeer;6. administratieve taken waarvan de uitoefening politiële bevoegdheden vereisen;7. bijzondere opdrachten;8. verplichtingen ten aanzien van derden (bvb grensoverschrijdende samenwerking met andere politiediensten). Het is in elk geval zo dat de engagementen die politiediensten onderschreven hebben in hun veiligheidscharter inzake dringende hulpverlening onverkort volledig moeten uitgevoegd worden, ook indien er opdrachten in voorkomen die niet noodzakelijkerwijze in de hiervoor gedane opsomming kunnen ondergebracht worden.

Voor het vervullen van deze taken wordt, tevens op voorhand, een aanzet gegeven voor de vaststelling van de vereiste getalsterkte voor het vervullen van de noodzakelijke opdrachten.

Er kan hierbij een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende mogelijkheden inzake stakingsomvang : - enkel eigen korps; - alle korpsen binnen een IPZ; - alle gemeentelijke korpsen; - staking gemeentepolitie en rijkswacht.

Verder dient te worden voorzien dat de voorziene getalsterkte kan worden uigebreid indien de omstandigheden dit vereisten (of verminderd indien er meer personeel werd voorzien dan de facto noodzakelijk blijkt te zijn). Daartoe dienen duidelijke regels te worden vastgesteld inzake bereikbaarheid van de betrokken stakende personeelsleden, hetzij op de plaats van domicilie, hetzij via een gegarandeerd oproepsysteem.

De gemeenten dienen zich in elk geval ook te houden aan de getalsterkte van de in te zetten effectieven die ze in het veiligheidscharter hebben onderschreven voor het vervullen van de dringende hulpverlening.

In extreme gevallen ten slotte, zoals bij de afkondiging van een politiealarm of wanneer de gemeentelijke of provinciale rampenplannen worden afgekondigd, zullen alle effectieven van de gemeentepolitie kunnen ingeschakeld worden.

Anderzijds moet duidelijk zijn dat het stakingsrecht slechts kan beperkt worden binnen de limieten van hetgeen effectief noodzakelijk is, en dat het dus slechts taken kan omvatten die, om welke reden dan ook, niet verschoven kunnen worden naar een later ogenblik, zonder dat dit ernstige schade met zich meebrengt voor de bevolking en voor het algemeen belang.

In dit verband wens ik te benadrukken dat, gelet op de opdrachten van de politiediensten, de politieambtenaar die zich zou onttrekken aan het bevel dat hem zou zijn gegeven om zijn dienst te verzekeren, een strafbaar feit zal gepleegd hebben (art. 126, § 3, WGP). Dit geldt evenwel niet voor het administratief en logistiek personeel; dezen kunnen eventueel tuchtrechtelijk beoordeeld worden.

Ik verzoek U, Mevrouw de Gouverneur, Mijnheer de Gouverneur, in het Bestuursmemoriaal de datum aan te geven waarop deze omzendbrief bekendgemaakt werd in het Belgisch Staatsblad.

Gelet evenwel op de dringende aard van deze omzendbrief is het aangewezen om tevens onmiddellijk na ontvangst het nodige te doen opdat deze zo snel mogelijk ter kennis zou worden gebracht van de burgemeesters van uw provincie.

De Minister, L. Van den Bossche.

^