Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 11 maart 2003
gepubliceerd op 26 maart 2003

Omzendbrief GPI 34 betreffende sommige verloven toegekend in 2003

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2003000176
pub.
26/03/2003
prom.
11/03/2003
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


11 MAART 2003. - Omzendbrief GPI 34 betreffende sommige verloven toegekend in 2003


Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie.

Mevr., Mijnheer de Gouverneur, Mevr., Mijnheer de Burgemeester, Mevr., Mijnheer de Voorzitter, Mevr., Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Commissaris-generaal, Gelet op mijn goedkeuring van de tijdens de onderhandelingscomités voor de politiediensten van 16 oktober en 4 december 2002 uitgebrachte voorstellen en interpretaties, vindt u hierna, voor het jaar 2003, de richtlijnen betreffende de reglementaire feestdagen toegestaan door de commissaris-generaal of door de korpschef evenals de data waarop de vervangende verlofdagen dienen genomen te worden (Punt 1 van de omzendbrief).

Met betrekking tot de wettelijke of reglementaire feestdagen, worden door de korpsen/diensten regelmatig vragen gesteld aangaande de administratieve en geldelijke toestand van de personeelsleden die op die dagen werken. De omzendbrief beoogt dus eveneens aan de in deze materie van toepassing zijnde reglementaire voorschriften te herinneren om de personeelsleden van de politiediensten terzake een uniform beleid te garanderen (Punt 2 van de omzendbrief).

Ten slotte worden eveneens de richtlijnen vermeld in verband met de toekenning van vakantieverlof aan personeelsleden die verminderde prestaties uitoefenen wegens ziekte (Punt 3 van de omzendbrief). 1. Verlofkalender 2003 : 1.1. Bij toepassing van artikel I.I.1, 19°, RPPol worden door de commissaris-generaal of de overheden die hij aanwijst voor de federale politie, of door de korpschef of de overheid die hij aanwijst voor de lokale politie twee reglementaire feestdagen toegekend.

Het RPPol zal ter zake worden gewijzigd zodat die twee dagen ofwel kunnen worden toegevoegd aan de verloffiche ofwel op twee data kunnen worden vastgelegd.

Richtlijnen voor 2003 : Wat de federale politie betreft, dienen de twee door de commissaris-generaal toegekende reglementaire feestdagen, bij de aanvang van 2003, aan de verloffiche te worden toegevoegd.

Ze kunnen worden genomen onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantieverloven.

Wat de lokale politie betreft, heeft de korpschef de keuzemogelijkheid om, na overleg in het betrokken basisoverlegcomité, die twee dagen ofwel bij de aanvang van het jaar toe te voegen aan de verloffiche, ofwel op bepaalde data vast te stellen. 1.2. Vervangende verlofdagen voor de wettelijke en reglementaire feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag Voor 2003 worden de vervangende verlofdagen voor de wettelijke feestdag (1 november) en de twee reglementaire feestdagen (2 en 15 november) die tijdens het weekend vallen, vastgelegd op 2 mei, 30 mei en 10 november zodat drie brugdagen worden gecreëerd.

Hiervan kan evenwel worden afgeweken door de korpschefs van de lokale politie indien ze reeds één of beide van de door hen vast te stellen reglementaire feestdagen (zie punt 1.1.) op die data zouden hebben vastgelegd.

Opmerking : Het personeelslid dat op die vervangende data werkt : - bekomt vervangende verlofdagen die onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof kunnen worden genomen, ongeacht het aantal gepresteerde uren; - heeft geen recht op een toelage voor dienstprestaties uitgevoerd op een feestdag; - ziet zijn reëel gepresteerde uren gecomptabiliseerd. 2. Voorschriften van toepassing op de personeelsleden die werken op een wettelijke of reglementaire feestdag 2.1. In verband met de verloven 2.1.1. Het personeelslid bekomt een vervangende verlofdag die onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof kan worden genomen (artikel VIII.III.14 RPPol).

Opmerking : Wanneer het personeelslid werkt op een wettelijke of reglementaire feestdag die samenvalt met een zaterdag of zondag, ontvangt hij geen aanvullende vervangende verlofdag. Voor die feestdag werd immers al een vervangende verlofdag toegestaan op basis van artikel VIII.III.13, eerste lid, RPPol. (Cfr. punt 1.2 hierboven) 2.1.2. De administratieve stand van het personeelslid dat op een feestdag voor een andere reden in verlof is of in disponibiliteit of in non-activiteit is, blijft vastgesteld overeenkomstig de reglementaire voorschriften die op hem van toepassing zijn.

Het personeelslid dat op een feestdag in ziekteverlof is of in disponibiliteit is wegens ziekte, of krachtens zijn werkregime (vrijwillige vierdagenweek bijvoorbeeld) op die dag geen arbeidsprestaties moet leveren, heeft geen recht op een vervangende verlofdag.

De wettelijke en reglementaire feestdagen die zich situeren gedurende de zes weken (of, in geval van meergeboorte, gedurende de acht weken) die vallen vóór de zevende dag die aan de werkelijke bevallingsdatum voorafgaat, worden overgedragen tot na het postnataal verlof indien de betrokkene effectief in prenataal verlof was. 2.2. In verband met de toelagen Met uitzondering van het in artikel XI.III.6, § 1 RPPol bedoeld personeelslid, namelijk diegene die hetzij de weddebijslag voor de uitoefening van een mandaat, hetzij de toelage van opleider of hetzij de weddebijslag voor de uitvoering van een hoger ambt, voor zover deze een weddebijslag dekt voor de uitoefening van een mandaat, ontvangt, of aan wie beperkingen of uitsluitingen voor de toekenning van de toelage voor bepaalde prestaties worden opgelegd, heeft het personeelslid recht op een toelage voor dienstprestaties uitgevoerd op een feestdag. 2.3. Wat de comptabilisering van de uren betreft De reëel gepresteerde uren worden gecomptabiliseerd.

Opmerking : Voor het in artikel VI.1, 5°, UBPol bedoeld personeelslid, namelijk diegene die in dienst wordt genomen om onvolledige prestaties te verrichten of die het regime van de haltijdse vervroegde uittreding, het regime van de vrijwillige vierdagenweek of het verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan heeft verkregen en die niet werkt, dient men het aantal (fictieve) uren te comptabiliseren die hij zou hebben gepresteerd krachtens zijn arbeidstijdregeling.

Voor een personeelslid van wie het normale uurrooster 7 u. 36 m. is, maar dat halftijds werkt aan 3 u. 48 m. per dag, dient men dus 3 u. 48 m. in te schrijven. Voor een personeelslid dat krachtens zijn arbeidsstelsel die dag niet zou hebben gewerkt, dient men 0 uren in te schrijven. 3. Toekenning vakantieverlof aan personeelsleden die verminderde prestaties wegens ziekte uitoefenen (artikel VIII.X.12 tot 16 RPPol) Wanneer een personeelslid dat gewettigd halftijds werkt om medische redenen verlof vraagt, moet er een halve dag verlof per dag afwezigheid in mindering worden gebracht.

Indien het personeelslid verminderde prestaties uitoefent a rato van 60 of 80 %, moet hij verlof nemen a rato van die 60 of 80 %, hetgeen dus een aanrekening in uren noodzaakt.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^