gepubliceerd op 27 december 2022
Omzendbrief GPI 101 betreffende de overdracht van verloven van 2022 en de toekenning van sommige verloven in 2023
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
9 DECEMBER 2022. - Omzendbrief GPI 101 betreffende de overdracht van verloven van 2022 en de toekenning van sommige verloven in 2023
Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de Lokale Politie, Aan de Heer Commissaris-generaal van de Federale Politie, Aan de Heer Inspecteur-generaal van de Algemene inspectie van de Federale Politie en van de Lokale Politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de Lokale Politie, Aan Mevrouw de Voorzitster van het Comité P, Aan de Heer Voorzitter van het Controleorgaan op de politionele informatie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Commissaris-generaal, Mijnheer de Inspecteur-generaal, Dames, Heren, Hierna vindt u de richtlijnen betreffende de overdracht van het jaarlijks vakantieverlof van het jaar 2022, alsook de richtlijnen voor het jaar 2023 betreffende de reglementaire feestdagen toegestaan door de commissaris-generaal of door de korpschef evenals de data waarop bepaalde vervangende verlofdagen dienen genomen te worden. 1. Overdracht van verloven van 2022 : Artikel VIII.III.2, RPPol, bepaalt dat het jaarlijks vakantieverlof kan worden opgenomen tot en met 31 maart van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarvoor het jaarlijks verlof is toegekend. Het niet genomen vakantieverlof van 2022 zou dus voor alle personeelsleden van de politiediensten onvoorwaardelijk kunnen worden genomen tot 1 april 2023.
In de Omzendbrief GPI 98 van 1 december 2021 betreffende de overdracht van verloven van 2021 en de toekenning van sommige verloven in 2022 werd vermeld dat voor het jaar 2022, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, alle personeelsleden van de geïntegreerde politie hun niet opgenomen dagen jaarlijks vakantieverlof zouden kunnen opnemen tot en met 31 augustus 2023.
Gelet echter op het feit dat er eind 2022 nog een aantal gebeurtenissen zullen plaatsvinden (het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 en het wereldkampioenschap voetbal) en de mogelijke gevolgen hiervan op alle betrokken politiediensten, lokaal en federaal, wat betreft de organisatie van de dienst en de inzet van de beschikbare personeelscapaciteit (o.a. de noodzaak van bijkomend toezicht, het leveren van versterking), beslis ik, op grond van artikel VIII.III.2, 2de lid, RPPol, dat alle personeelsleden van de geïntegreerde politie hun niet opgenomen dagen jaarlijks vakantieverlof 2022 kunnen opnemen tot en met 31 december 2023.
In de voornoemde Omzendbrief GPI 98 werd initieel ook vermeld dat vanaf het jaar 2023, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, alle personeelsleden van de geïntegreerde politie hun niet opgenomen dagen jaarlijks vakantieverlof zouden kunnen opnemen tot en met 30 april van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarvoor het jaarlijks verlof is toegekend. Tijdens het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 25 mei 2022 werd ondertussen echter overeengekomen om de termijn voor het opnemen van het jaarlijks vakantieverlof te verlengen tot en met 31 mei van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarvoor het jaarlijks vakantieverlof is toegekend en dit vanaf 2023. Bijgevolg kunnen alle personeelsleden van de geïntegreerde politie vanaf het jaar 2023, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, hun niet opgenomen dagen jaarlijks vakantieverlof opnemen tot en met 31 mei van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarvoor het jaarlijks vakantieverlof is toegekend.
Tenslotte wens ik bovendien aan te stippen dat, overeenkomstig artikel VIII.1bis, UBPol, de personeelsleden die het jaarlijks vakantieverlof van het jaar 2022 niet hebben kunnen opnemen vóór 1 januari 2024 omwille van een weigering van het jaarlijks vakantieverlof, een moederschapsverlof of een afwezigheid wegens ziekte tijdens de overdrachtsperiode (1 januari 2023 tot en met 31 december 2023), dit jaarlijks vakantieverlof kunnen overdragen tot en met 31 mei 2024. 2. Verlofkalender 2023 : 2.1. Reglementaire feestdagen vastgesteld door de ter zake bevoegde overheid.
Bij toepassing van artikel I.I.1, 19°, RPPol, worden door de commissaris-generaal of de overheden die hij aanwijst voor de Federale Politie, of door de korpschef of de dienst die hij aanwijst voor de Lokale Politie, twee reglementaire feestdagen toegekend.
Richtlijnen voor 2023 : Wat de Federale Politie betreft, worden de twee door de commissaris-generaal toegekende reglementaire feestdagen, bij de aanvang van 2023, aan de verloffiche toegevoegd.
Ze kunnen worden genomen onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantieverloven.
Wat de Lokale Politie betreft, heeft de korpschef de keuzemogelijkheid om, na overleg in het betrokken basisoverlegcomité, die twee dagen ofwel bij de aanvang van het jaar toe te voegen aan de verloffiche, ofwel op bepaalde data vast te stellen of een dag aan de verloffiche toe te voegen en de andere op een bepaalde datum vast te stellen. 2.2. Vervangende verlofdagen voor de wettelijke en reglementaire feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag.
In 2023 vallen twee wettelijke feestdagen (1 januari en 11 november) op een zaterdag of een zondag. De personeelsleden hebben dus recht op twee vervangende verlofdagen. Deze twee dagen worden, voor alle personeelsleden van de politiediensten, op grond van artikel VIII.III.13, tweede lid, RPPol, vastgelegd op 19 mei en 3 november 2023, zodat twee brugdagen worden gecreëerd.
Hiervan kan evenwel worden afgeweken door de korpschefs van de Lokale Politie indien ze reeds één van de door hen vast te stellen reglementaire feestdagen (zie punt 2.1.), op datum van 19 mei of 3 november zouden hebben vastgelegd.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN