MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN

9 DECEMBER 1999. - Omzendbrief nr. 487 betreffende het verlenen van dienstvrijstelling voor het geven van bloed, bloedplaatjes en bloedplasma

Aan de besturen en andere diensten van de federale administraties en de instellingen van openbaar nut onderworpen aan het gezag, de controle of het toezicht van de Staat.

Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mijnheer de Staatssecretaris, Deze omzendbrief voert een nieuwe regeling in inzake de dienstvrijstelling die kan worden verleend voor het geven van bloed, bloedplaatjes en bloedplasma. Deze omzendbrief wijzigt de regeling terzake die opgenomen werd in omzendbrief nr. 476 van 28 mei 1999.

In het verlofbesluit van 19 november 1998 wordt « dienstvrijstelling » als volgt gedefinieerd : « de toestemming gegeven aan een ambtenaar om gedurende de diensturen afwezig te zijn voor een bepaalde duur met het behoud van al zijn rechten (Art.3). » Dit is van toepassing op alle statutaire en contractuele personeelsleden.

Als algemene richtlijn geldt dat dienstvrijstelling kan worden toegestaan voor het geven van bloed, bloedplaatjes en bloedplasma met een globaal maximum van 5 werkdagen per jaar. Het toekennen van dienstvrijstelling voor het geven van bloed wordt echter beperkt tot 4 werkdagen per kalenderjaar.

Voor het geven van bloed en bloedplaatjes wordt de dienstvrijstelling verleend gedurende de hele dag waarop de afname gebeurt. Wanneer de bloedafname na de normale diensturen gebeurt, wordt de bloedgevers de mogelijkheid geboden om « compenserende » dienstvrijstelling te genieten. Dat houdt in dat de vrijstelling gegeven wordt op de werkdag die volgt op de dag van de afname. Wanneer de bloedafname echter gebeurt op een vrijdagavond of op de avond voor een officiële feestdag, die niet met een zondag samenvalt, dan wordt de dienstvrijstelling verleend op de dag zelf van de afname.

Voor het geven van bloedplasma wordt de dienstvrijstelling als volgt geregeld. Indien het personeelslid plasma wenst te geven, wordt hem of haar de toestemming verleend om de dienst 1 u. 54 min. later dan normaal te beginnen, of 1 u. 54 min. vroeger dan normaal te beëindigen.

Het personeelslid mag het maximum van 5 dagen verdelen naar keuze voor het geven van bloed, bloedplaatjes, of plasma.

Voorbeelden : 2 dagen om bloed of bloedplaatjes te geven + 3 dagen om plasma te geven (= 12 keer 1 u. 54 min.) of : 5 dagen om uitsluitend plasma te geven (= max. 20 keer 1 u. 54 min.) of : 5 dagen om uitsluitend bloed of bloedplaatjes te geven, natuurlijk met die opmerking dat het toekennen van een dienstvrijstelling voor het geven van bloed beperkt is tot 4 werkdagen per kalenderjaar.

Deze omzendbrief treedt in werking op 1 januari 2000.

Ik zou het op prijs stellen indien U de inhoud van deze omzendbrief zou meedelen aan alle betrokken diensten, besturen en instellingen, waarover U gezag, de controle of het toezicht uitoefent.

De Minister van Ambtenarenzakenen Modernisering van de Openbare Besturen, L. Van den Bossche.