gepubliceerd op 17 februari 2001
Ministeriële omzendbrief GPI 3 : Toelichting bij de inwerkingtreding van het syndicaal statuut van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
8 FEBRUARI 2001. - Ministeriële omzendbrief GPI 3 : Toelichting bij de inwerkingtreding van het syndicaal statuut van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus
Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs;
Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;
Aan de Dames en Heren Burgemeesters.
Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen;
Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de Gemeentepolitie;
Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, I. Algemeen In afwijking van het rechtspositiebesluit van het personeel van de politiediensten dat op 1 april 2001 in werking treedt, wordt de datum van inwerkingtreding van het syndicaal statuut van dat personeel vastgesteld op 1 januari 2001.
Het syndicaal statuut van het personeel van de politiediensten is vervat in de volgende teksten : 1) de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten (hierna aangehaald als de syndicale wet);2) het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten (hierna aangehaald als het uitvoeringsbesluit);3) het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot aanwijzing van de grondregelingen in de zin van artikel 3, eerste lid, 1°, van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten;4) het ontwerp van ministerieel besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten;5) het ontwerp van ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de legitimatiekaart van de verantwoordelijke leiders en hun vaste gemachtigden en van de vaste afgevaardigden van de vakorganisaties van het personeel van de politiediensten. In deze omzendbrief wordt de inwerkingtreding van het syndicaal statuut nader toegelicht aan de hand van de overgangsbepalingen van de syndicale wet die reeds op 8 mei 1999 in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt. De inwerkingtreding van het nieuw syndicaal statuut van de politiediensten op 1 januari 2001, behoeft dan, ook niet noodzakelijk de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de voormelde ontwerpteksten van het syndicaal statuut en dit zolang de voormelde overgangsbepalingen van de syndicale wet van toepassing zijn.
II. Inwerkingtreding 1. Lokale politiekorpsen Hoewel thans nog geen lokale politiekorpsen zijn opgericht, is het syndicaal statuut niettemin van toepassing op de leden van de gemeentelijke politiekorpsen van de respectieve politiezones (artikel 28 syndicale wet).Die zones beschikken immers allen op grond van artikel 9 van de wet op de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus (hierna afgekort als WGP) over rechtspersoonlijkheid vanaf 1 januari 2001. Concreet betekent dit vanaf 1 januari 2001 : 1 onderhandelingscomité (OHC), 1 hoog overlegcomité (HOC) en een conform het uitvoeringsbesluit vastgesteld aantal basisoverlegcomités (BOC's). 2. Representativiteitscontrole Tot de datum waarop het resultaat van de in artikel 12, § 1, van de syndicale wet bedoelde representativiteitscontrole in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, hebben de vakorganisaties die actueel reeds zitting hebben in het onderhandelingscomité bedoeld in artikel 258 WGP, zitting in het overeenkomstig artikel 4 opgerichte onderhandelingscomité en de overeenkomstig artikel 9 van de syndicale wet opgerichte overlegcomités (artikel 30 syndicale wet).Dit zijn derhalve het ACOD, CCOD, VSOA, NSPV en ACMP. 3. Onderhandelingscomité Het onderhandelingscomité voor de politiediensten bedoeld in artikel 258 WGP houdt op 1 januari 2001 op te bestaan (artikel 26 syndicale wet).Op diezelfde datum wordt het eigenlijke onderhandelingscomité voor de politiediensten opgericht. Bovendien worden de syndicale raadplegingsprocedures die voor die datum zijn ingeschreven op de dagorde van het onderhandelingscomité bedoeld in artikel 258 WGP, voortgezet totdat ze afgewikkeld zijn (artikel 31 syndicale wet). 4. Prerogatieven van de representatieve vakorganisaties en hun afgevaardigden Tot de datum waarop het resultaat van de in artikel 12, §1, van de syndicale wet bedoelde representativiteitscontrole in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, oefenen de vakorganisaties die actueel zitting hebben in het onderhandelingscomité 258, de bevoegdheden bedoeld in artikel 15 van de syndicale wet uit via hun actuele afgevaardigden en volgens de faciliteiten van hun huidig syndicaal statuut (artikel 32 syndicale wet).Zo zal bijvoorbeeld een erkende syndicale afgevaardigde van het rijkswachtpersoneel van de brigade Oostkamp syndicaal kunnen tussenkomen voor al het personeel in de politiezone « Beernem/Oostkamp/Zedelgem », zijnde de omschrijving van het ressort van het basisoverlegcomité nr. 72.
Naar analogie kan een erkende syndicale afgevaardigde van het personeel van de gemeentepolitie van Assesse syndicaal optreden voor al het personeel in de politiezone "Andenne/Assesse/Fernelmont/ Gesves/Ohey", zijnde de omschrijving van het ressort van het basis overlegcomité nr. 186.
Om de vakorganisaties op een correcte intensieve wijze te betrekken in het hervormingsproces, vraag ik éénieder voormelde faciliteiten met de nodige realiteitszin toe te kennen.
Vanaf 1 januari 2001 vallen, op grond van artikel 46, tweede lid, van het uitvoeringsbesluit zes vaste afgevaardigden per representatieve syndicale organisatie ten laste van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De betrokken gemeenten en syndicale organisaties bezorgen daartoe de nodige gegevens aan de dienst vermeld onder punt 10. 5. Prerogatieven van de erkende vakorganisaties en hun afgevaardigden Tot de datum waarop de beslissing over de nieuwe erkenningsaanvraag hen ter kennis is gebracht en ten laatste op de datum waarop die in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, behouden de actueel erkende vakorganisaties hun erkenning en oefenen zij de in de syndicale wet bedoelde prerogatieven uit via hun actuele afgevaardigden en volgens de faciliteiten van hun huidig syndicaal statuut (artikel 33 syndicale wet).6. Aanvraag tot erkenning van de louter erkende vakorganisaties Overeenkomstig artikel 71 van het uitvoeringsbesluit moet die aanvraag worden ingediend vóór 28 februari 2001.Wordt vóór die datum geen aanvraag tot erkenning ingediend dan wordt de erkenning van rechtswege opgeheven. 7. Aanvraag tot erkenning van de representatieve vakorganisaties Na de bekendmaking van het resultaat van de in artikel 12, § 1, van de syndicale wet bedoelde representativiteitscontrole in het Belgisch Staatsblad, moeten ook de representatieve vakorganisaties de nieuwe erkenning van hun organisatie alsmede van de lijst van hun afgevaardigden en hun eventuele plaatsvervanger aanvragen.Vanaf die erkenning zijn de nieuwe lijsten van de syndicale afgevaardigden alsmede de werkingsregels van het nieuw syndicaal statuut van toepassing. 8. Aanwijzing van de overheidsafvaardiging in de basisoverlegcomités Overeenkomstig artikel 37 van het uitvoeringsbesluit wijst de burgemeester of het politiecollege, naar gelang het een één- of meergemeentezone betreft, de voorzitter van het basisoverlegcomité van de politiezone alsmede de leden van de afvaardiging van de overheid en hun respectieve plaatsvervangers aan.Zolang het politiecollege evenwel niet is opgericht, moet die aanwijzing door de betrokken burgemeesters in gezamenlijk overleg gebeuren. 9. Syndicale verloven voor 2001 Gelet op de artikelen 32 en 33 van de syndicale wet en artikel 41 van het uitvoeringsbesluit worden de nieuwe syndicale verloven vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het resultaat van de met toepassing van artikel 12, §1, van de syndicale wet verrichte eerste representativiteitscontrole, proportioneel toegekend voor het resterende gedeelte van het jaar 2001.10. Help Desk Voor bijkomende vragen of inlichtingen kan steeds contact worden opgenomen met de Directie van de Interne Relaties / (02) 642 61 45 Fritz Toussaintstraat 47 1050 BRUSSEL De Minister van Binnenlandse Zaken, A.Duquesne