gepubliceerd op 05 april 2000
Ministeriële omzendbrief betreffende de coördinatie van de hulpverlening ter gelegenheid van het Europese Voetbalkampioenschap « EURO 2000 »
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
7 MAART 2000. - Ministeriële omzendbrief betreffende de coördinatie van de hulpverlening ter gelegenheid van het Europese Voetbalkampioenschap « EURO 2000 »
Aan mevrouwen en de heren Gouverneurs van de Provincies en het Administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad, Inleiding De veiligheidsmaatregelen die getroffen moeten worden ter gelegenheid van het Europese Voetbalkampioenschap « Euro 2000 », dat zal plaatsvinden in België en Nederland van 10 juni tot 2 juli eerstkomende, behoren in de eerste plaats tot de openbare orde, en meer precies tot de bepalingen voorzien door de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden.
Men dient echter rekening te houden met het feit dat er eventueel gebeurtenissen kunnen plaatsvinden die buiten de context van de openbare orde alleen treden, en die een coördinatie van de niet-politionele veiligheidsdiensten vereisen, in het kader van het koninklijk besluit van 23 juni 1971 houdende organisatie van de opdrachten van de civiele bescherming en coördinatie van de operaties bij rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen en schadegevallen, en het rondschrijven van 11 juli 1990 met name in verband met rampenplannen voor hulpverlening.
U vindt derhalve hieronder richtlijnen ter aanvulling van de richtlijnen die tot op heden gegeven zijn met betrekking tot de voorbereiding van het voormelde evenement.
I. Organisatieprincipes A. Verantwoordelijke autoriteiten Behalve wanneer de Minister van Binnenlandse Zaken zijn subsidiaire bevoegdheid terzake uitoefent, behoren de operaties inzake de ordehandhaving, die verbonden zijn met het evenement, tot de verantwoordelijkheid van de gemeentelijke overheden.
In geval van een crisissituatie die de aanwending van andere middelen vereist, zoals de brandweerdiensten, de ambulancediensten, de ziekenhuizen, de permanente eenheden van de civiele bescherming, en zelfs andere diensten, behoort de coördinatie van de operaties tot de bevoegdheid van de burgemeester of de provinciegouverneur, overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit van 23 juni 1971 en het voormelde rondschrijven van 11 juli 1990, afhankelijk van het feit of de gebeurtenis betrekking heeft tot het grondgebied van slechts één gemeente of van meerdere gemeenten.
B. Crisiscommunicatie De crisiscommunicatie die het gemeentelijk niveau overstijgt zal verzekerd worden door de federale overheid, en in het bijzonder door de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn vertegenwoordiger, via het crisis- en coördinatiecentrum van de regering.
II. Operationele voorzieningen A. Op gemeentelijk vlak 1° Gemeentelijke crisiscel De burgemeesters van de gemeenten waarin er evenementen zullen plaatsvinden die hetzij verband houden met EURO 2000, hetzij een groot aantal supporters kunnen aantrekken, moeten een crisiscel organiseren die, in nauw contact met de commandoposten op het terrein, indien nodig de beslissingen op multidisciplinair vlak zal moeten nemen.2° Bijzonder hulpverleningsplan De voormelde burgemeesters moeten voorafgaandelijk een bijzonder hulpverleningsplan opstellen in overleg met alle betrokken disciplines. Dit plan moet met name, behalve de voorzieningen die nodig zijn voor de ordehandhaving, het volgende voorzien : . het in werking stellen van het alarm, vanop het « 100 »-centrum en/of de operationele commandopost; . de communicatiemiddelen; . de toegang- en evacuatiewegen van de plaats waar het evenement zal plaatsvinden; . de plaatsing en de samenstelling van vooruitgeschoven medische posten (VMP); . een procedure van vooralarm (stand-by) voor alle hulpdiensten, en in het bijzonder voor de ziekenhuizen, in geval van eventuele uitbreiding van de medische hulpoperaties; . de middelen die aangewend moeten worden inzake : - de brandweerdiensten, met aanwijzing van de diensten die ter versterking opgeroepen moeten worden, - de medische interventies (ambulances, MUG, Rode Kruis,...), - de civiele bescherming (telecommunicatievoertuig, verlichtingstoestellen, VMP-tent,...), - de radioprocedures, en alle nuttige gegevens inzake telecommunicatie; . de gegevens en contactpunten van de verantwoordelijken van de betrokken diensten.
B. Op provinciaal vlak 1° Provinciaal crisiscentrum Onder de controle van de provinciegouverneur moet er een provinciaal crisiscentrum geïnstalleerd worden in elke provincie, met inbegrip van de provincies waar er geen wedstrijden zijn, voor de in punt I, A, tweede lid, bedoelde coördinatie van de operaties. De coördinerende actie van de provinciegouverneur zal gericht zijn op de niet-politionele veiligheid. Daartoe dienen alle nodige middelen van de provincie geïnventariseerd te worden, met name de medische middelen, en in voorkomend geval de middelen van de naburige provincies. 2° Operationalisering van de provinciale crisiscentra Tijdens de hele periode van 10 juni tot 2 juli moeten de personen die opgeroepen worden om in het crisiscomité te zetelen, in stand-by gezet worden, zodat zij uiterlijk binnen een uur kunnen samenkomen, vanaf het moment waarop zij daartoe de instructie krijgen van het crisis- en coördinatiecentrum van de regering. Conclusie Gelieve toe te zien op de goede uitvoering van deze richtlijnen, en mij een kopie te bezorgen van de plannen die bedoeld worden in punt II, A, 2°.
Daarom zou ik u willen verzoeken deze omzendbrief te verspreiden bij alle burgemeesters van uw provincie.
De Minister, A. DUQUESNE