gepubliceerd op 01 juli 2003
Omzendbrief betreffende de verkiezingen voor de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
6 JUNI 2003. - Omzendbrief betreffende de verkiezingen voor de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk
INHOUD HOOFDSTUK 1. - Enkele nuttige begrippen Afdeling 1. - Begrip onderneming 1.1. De raad en het comité op het niveau van de technische bedrijfseenheid 1.2. De raad en het comité op het niveau van de juridische entiteit 1.3. Verschillende juridische entiteiten die een technische bedrijfseenheid vormen 1.4. De aldus omschreven onderneming is die met of zonder industriële of commerciële finaliteit Afdeling 2. - Ondernemingen die verkiezingen moeten houden 2.1. Begrip "werknemer" 2.1.1. Worden beschouwd als "werknemer" 2.1.2. Worden niet beschouwd als "werknemer" 2.2. Minimum tewerk te stellen werknemers 2.3. Berekening van het aantal werknemers 2.4. Berekening van het aantal uitzendkrachten Afdeling 3. - Categorieën van werknemers 3.1. Jeugdige werknemers 3.2. Arbeiders en bedienden 3.3. Kaderleden 3.4. Leidinggevend personeel Afdeling 4. - Representatieve organisaties 4.1. Representatieve werknemersorganisaties 4.2. Representatieve kaderledenorganisaties Afdeling 5. - Opschorting van de verkiezingen Afdeling 6. - Taalvoorschriften inzake sociale verkiezingen 6.1. Brussel, Duits taalgebied en gemeenten met faciliteiten 6.1.1. Brussel-Hoofdstad 6.1.2. Duits taalgebied 6.1.3. Gemeenten met faciliteiten 6.2. Nederlands taalgebied met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten 6.3. Frans taalgebied met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten HOOFDSTUK 2. - De verkiezingsprocedure Afdeling 1. - Datum van de verkiezingen 1.1. Datum van de verkiezingen 1.2. Dagen X en Y 1.3. Belang van de chronologie Afdeling 2. - Voor dag X : de voorbereidende procedure 2.1. X - 60 : eerste aankondigingen 2.1.1. Vaststelling van het aantal technische bedrijfseenheden 2.1.2. Aantal personeelsleden per categorie 2.1.3. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel 2.1.4. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden 2.1.5. Dag van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en voor de verkiezingen beoogde datum 2.2. Van X - 60 tot X - 35 : raadplegingen 2.2.1. Aantal technische bedrijfseenheden 2.2.2. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel 2.2.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden 2.3. X - 35 : schriftelijke mededelingen van de beslissingen 2.3.1. Aantal technische bedrijfseenheden 2.3.2. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel 2.3.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden 2.4. Van X - 35 tot X - 28 : beroepen 2.4.1. Aantal technische bedrijfseenheden 2.4.2. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel 2.4.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden 2.5. Van X - 28 tot X - 5 : uitspraak van de arbeidsrechtbank 2.6. Voorbereidingen van de verrichtingen voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, moeten volgende inlichtingen bekend zijn : 2.6.1. Het aantal mandaten per orgaan 2.6.1.1. Datum die in aanmerking moet genomen worden 2.6.1.2. Berekening van het aantal mandaten per orgaan 2.6.1.3. Eventuele verhoging van het aantal mandaten 2.6.2. Het aantal mandaten per categorie 2.6.2.1. Datum die in aanmerking moet genomen worden 2.6.2.2. Minder dan 25 jeugdige werknemers 2.6.2.2.1. Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden 2.6.2.2.2. Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden 2.6.2.3. Ten minste 25 jeugdige werknemers 2.6.2.3.1. Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden 2.6.2.3.2. Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden 2.6.3. De datum en de uurregeling van de verkiezingen Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, moeten volgende documenten opgesteld worden : 2.6.4. De voorlopige kiezerslijsten ( voorwaarden inzake kiesrecht ) 2.6.5. De lijst van de leden van het leidinggevend personeel 2.6.6. De lijst van de kaderleden Afdeling 3. - Dag X : aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt 3.1. Aanplakking van het bericht 3.2. Afschriften 3.3. Rechtzetting van de verkiezingsdatum.
Afdeling 4. - Van dag X tot dag Y : verkiezingsprocedure BERICHT DAT DE DATUM VAN DE VERKIEZINGEN AANKONDIGT 4.1. Schorsing van de kiesverrichtingen, opschorting van de verkiezingen en data van de verkiezingsperiode die samenvallen met een zondag of een gewone inactiviteitsdag 4.1.1. Schorsing van de kiesverrichtingen 4.1.2. Opschorting van de verkiezingen 4.1.3. Data van de verkiezingsperiode die samenvallen met een zondag of een gewone inactiviteitsdag 4.2. X + 7 dagen : Bezwaren betreffende : 4.2.1. De voorlopige kiezerslijsten 4.2.2. De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en hun verdeling per categorie 4.2.3. De lijst van het leidinggevend personeel 4.2.4. De lijst van de kaderleden 4.2.5. Definitieve afsluiting bij afwezigheid van bezwaren 4.3. Van X + 7 dagen tot X + 14 Beslissingen betreffende de bezwaren en aanplakking van een rechtzetting 4.4. Van X + 14 dagen tot X + 21 : beroepen 4.4.1. De voorlopige kiezerslijsten 4.4.2. De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en hun verdeling per categorie 4.4.3. De lijst van het leidinggevend personeel 4.4.4. De lijst van de kaderleden 4.4.5. Definitieve afsluiting bij afwezigheid van bezwaren 4.5. X + 28 : Beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt 4.5.1. Beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt 4.5.2. Definitieve afsluiting 4.6. X + 35 : Indienen van de kandidatenlijsten (verkiesbaarheidsvoorwaarden) 4.6.1. Verkiesbaarheidsvoorwaarden 4.6.2. Neerlegging van de kandidatenlijsten 4.6.3. Opstellen van de kandidatenlijsten KANDIDATUREN 4.7. Van X + 35 tot X + 40 4.7.1. Toekenning van lijstnummers 4.7.2. Aanplakking van de kandidatenlijsten 4.8. Van X + 40 tot X + 56 4.8.1. X + 47 : Mogelijke klacht tegen de kandidatenlijsten 4.8.2. X + 48 : Indienen van klachten door de werkgever bij de betrokken organisatie 4.8.3. X + 54 : Eventuele wijziging van de kandidatenlijsten 4.8.4. X + 56 : Aanplakking van de gewijzigde kandidatenlijst 4.9. Van X + 47 tot X + 61 : Beroep tegen de kandidatenlijsten 4.9.1. Van X + 47 tot X + 52 : Beroep van de werkgever indien geen klacht werd ingediend 4.9.2. Van X + 52 tot X + 66 : Beslissing van de rechtbank over dit beroep 4.9.3. Van X + 56 tot X + 61 : Beroep tegen de gewijzigde kandidatenlijsten na klacht 4.9.4. Van X + 61 tot X + 75 : Beslissing van de rechtbank over dit beroep 4.10. X + 76 : Vervanging van kandidaten en aanplakking 4.11. X + 77 : Afsluiten van de kandidatenlijsten en opmaken van de stembiljetten SAMENSTELLING VAN DE KIESCOLLEGES EN VAN DE STEMBUREAUS 4.12. Samenstelling van de kiescolleges 4.13. Van X + 40 tot X + 70 : Samenstelling van de stembureaus 4.13.1. Oprichting 4.13.2. X + 40 : Aanwijzing van de voorzitters van de stembureaus en tussenkomst van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten in geval er geen akkoord is 4.13.3. X + 54 : Aanwijzing van alle leden van de stembureaus 4.13.4. X + 60 : Aanplakking van de samenstelling en de verdeling van de stembureaus 4.13.5. X + 70 : Aanwijzing van de getuigen 4.13.6. X + 79 : Schrapping van de kiezerslijsten 4.13.7. X + 79 : Vrijstelling van het organiseren van verkiezingen 4.14. X + 80 : Oproeping van de kiezers 4.14.1. Verzending of overhandiging van de oproepingsbrieven 4.14.2. Verzending van de stembiljetten voor de stemming per brief Afdeling 5. - Dag X + 90 of dag Y : Verkiezingen en stemopneming 5.1. De stemverrichtingen 5.1.1. Datum, uur van de verkiezingen 5.1.2. Taak van het stembureau 5.1.3. Begeleiding van de kiezer 5.2. Verloop van de stemverrichtingen 5.2.1. Volledigheid van het stembureau 5.2.2. Stembiljetten 5.2.3. Overhandigen van de stembiljetten 5.2.4. Geldige stemmen 5.2.5. Stemming 5.2.6. Afsluiting van de stemverrichtingen 5.3. Stemopneming 5.3.1. Gemeenschappelijk kiescollege voor arbeiders en bedienden 5.3.2. Opneming van de per brief uitgebrachte stemmen 5.3.3. Schikking van de stembiljetten 5.3.4. Beoordeling van de geldigheid van de stembiljetten 5.3.5. Opneming van de naamstemmen 5.3.6. Tellen van de stemmen en opstellen van het proces-verbaal van de kiesverrichtingen 5.3.7. Afsluiting van de opnemingsverrichtingen 5.4. Verdeling van de mandaten 5.4.1. Bepaling van het kiescijfer 5.4.2. Bepaling van de nuttige quotiënten 5.4.3. Bijzondere gevallen. Verschillende lijsten bekomen gelijke nuttige quotiënten 5.4.3.1. Een mandaat met gelijk recht komt toe aan verschillende lijsten, bij ongelijke kiescijfers 5.4.3.2. Een mandaat met gelijk recht komt toe aan verschillende lijsten, bij gelijke kiescijfers 5.4.3.3. Een lijst behaalt meer zetels dan zij kandidaten telt 5.5. Aanwijzing van de gekozenen 5.5.1. Berekening van het verkiesbaarheidscijfer 5.5.2. Aanwijzing van de gewone gekozenen 5.5.3. Aanwijzing van de plaatsvervangers 5.6. Opmaken van het proces-verbaal en verzending van de resultaten van de stemming Afdeling 6. - Electronisch stemmen Afdeling 7. - Na dag Y 7.1. Y + 1 : Afsluiting van de kiesverrichtingen 7.2. Y + 2 : Aanplakking van de uitslagen van de verkiezingen en samenstelling van de raad en het comité 7.3. Y + 15 : Beroep bij de arbeidsrechtbank 7.4. Y + 69 : Beslissing van de arbeidsrechtbank 7.5. Y + 84 : Hoger beroep tegen deze beslissing bij het arbeidshof 7.6. Y + 86 : Verwijdering van de aangeplakte berichten 7.7. Y + 144 : Beslissing van het arbeidshof 7.8. Eerste vergadering van de nieuwe raad en van het nieuwe comité 7.8.1. Wijze van aanduiding van een secretaris 7.8.2. Wijze van vervanging van een lid van de werkgevers- en de werknemersafvaardiging 7.8.2.1. Vervanging van een lid van de werkgeversafvaardiging 7.8.2.2. Vervanging van een lid van de werknemersafvaardiging 7.8.2.2.1. Vervanging van een gewoon lid 7.8.2.2.2. Vervanging van een plaatsvervangend lid HOOFDSTUK 3. - Samenvatting van de verkiezingskalender HOOFDSTUK 4. - Bijlagen HOOFDSTUK 5. - Nuttige adressen HOOFDSTUK 1. - Enkele nuttige begrippen Afdeling 1. - Begrip onderneming Onder onderneming wordt verstaan : 1.1. De raad en het comité op het niveau van de technische bedrijfseenheid : De technische bedrijfseenheid wordt bepaald op grond van economische en sociale criteria; in geval van twijfel primeren deze laatste. Zij worden vastgesteld in het licht van het fundamentele belang dat de werknemers hebben bij een goede werking van de raden en de comités.
Het kan dat deze niet overeenstemt met de juridische entiteit. Zulks is het geval wanneer een bedrijfszetel gekenmerkt wordt door een bepaalde economische zelfstandigheid (een zekere onafhankelijkheid ten opzichte van de directie van de zetel) en door een bepaalde sociale zelfstandigheid (voorbeelden van sociale criteria : de verscheidenheid van mensenkringen, verwijdering van de centra, verschil in taal, de zelfstandigheid op het niveau waarop het personeelsbeleid wordt gevoerd, de zelfstandigheid op het niveau waarop de onderhandelingen over de sociale kwesties worden toegepast, enz.).
N.B. Indien de overgang krachtens overeenkomst, de splitsing of een andere wijziging van de technische bedrijfseenheden plaatsvindt nadat de bepaling van de technische bedrijfseenheden definitief is geworden en vóór de dag van de verkiezingen, wordt slechts met de overgang, de splitsing of wijzigingen van de technische bedrijfseenheden rekening gehouden vanaf de oprichting van de ondernemingsraad volgens de regels bepaald in artikel 21, § 10, 1° tot 4°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, of van het comité voor preventie en bescherming op het werk volgens de regels bepaald in de artikelen 70, 71, 72, 73 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. 1.2. De raad en het comité op het niveau van de juridische entiteit : 1. bij overgang krachtens overeenkomst van één of meer ondernemingen of van een gedeelte ervan;2. bij splitsing van een technische bedrijfseenheid in meerdere juridische entiteiten. 1.3. Meerdere juridische entiteiten worden vermoed, tot het tegendeel wordt bewezen, een technische bedrijfseenheid te vormen, indien het bewijs kan worden geleverd : (1) dat ofwel deze juridische entiteiten deel uitmaken van eenzelfde economische groep of beheerd worden door eenzelfde persoon of door personen die onderling een economische band hebben, ofwel dat deze juridische entiteiten éénzelfde activiteit hebben of activiteiten die op elkaar afgestemd zijn;(2) en dat er elementen bestaan die wijzen op een sociale samenhang tussen deze juridische entiteiten, zoals met name een gemeenschap van mensen verzameld in dezelfde gebouwen of in nabije gebouwen, een gemeenschappelijk personeelsbeheer, een gemeenschappelijk personeelsbeleid, een arbeidsreglement of collectieve arbeidsovereenkomsten die gemeenschappelijk zijn of die gelijkaardige bepalingen bevatten. Wanneer het bewijs wordt geleverd van één van de voorwaarden bedoeld in (1) en het bewijs van bepaalde elementen bedoeld in (2), zullen de betrokken juridische entiteiten niet beschouwd worden als vormend een enkele technische bedrijfseenheid zo de werkgever(s) het bewijs levert(en) dat het personeelsbeheer en -beleid geen sociale criteria aan het licht brengen, kenmerkend voor het bestaan van een technische bedrijfseenheid.
Dit vermoeden mag geen afbreuk doen aan de continuïteit, de werking en de bevoegdheidssfeer van de bestaande organen en mag enkel ingeroepen worden door de werknemers en door de representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties.
Voorbeeld : Een winkelketen is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten verspreid in het land.
De hergroepering van deze verschillende juridische entiteiten in één technische bedrijfseenheid kan geëist worden op volgende wijze.
De eisers (bijvoorbeeld een vakbondsorganisatie) leveren het bewijs dat deze verschillende juridische entiteiten eenzelfde activiteit hebben, de detailhandel van eenzelfde assortiment producten aangekocht door een gemeenschappelijke centrale inkooporganisatie.
Wanneer het bewijs van deze voorwaarde met een economisch karakter geleverd is, dan moeten de eisers bovendien een begin van bewijs ( enkele bewijselementen) aanbrengen dat er een sociale samenhang bestaat tussen deze verschillende juridische entiteiten. In het concreet geval van de winkelketen kunnen deze bewijselementen met een sociaal karakter gaan over het feit af te hangen van dezelfde paritaire comités, eenzelfde arbeidsreglement te hebben en gemeenschappelijke collectieve arbeidsovereenkomsten, eenzelfde beleid van extra-legale verzekering te genieten, een gemeenschappelijke personeelsvorming, een personeelsdienst die het geheel van het personeel van de verschillende juridische entiteiten.
Indien het bewijs van eenzelfde activiteit is geleverd evenals dit van bepaalde elementen die wijzen op het bestaan van een sociale samenhang tussen de verschillende juridische entiteiten, komt het aan de werkgever toe, wanneer hij de oprichting van een orgaan betwist, te bewijzen dat de entiteiten geen sociale criteria vertonen die het bestaan rechtvaardigen van een technische bedrijfseenheid.
Wanneer de werkgever wenst te beslissen dat meerdere juridische entiteiten een technische bedrijfseenheid vormen, moet hij het volledig bewijs leveren van de economische en sociale criteria die deze beslissing rechtvaardigen. 1.4. De aldus omschreven onderneming is die met of zonder industriële of commerciële finaliteit.
Afdeling 2. - Ondernemingen die verkiezingen moeten houden 2.1. Begrip "werknemer" 2.1.1. Voor de berekening van de drempel, de berekening van het aantal mandaten, de verkiesbaarheidsvoorwaarden en de kiesvoorwaarden in het bijzonder, voor alle regels van de verkiezingsprocedure in het algemeen, worden beschouwd als "werknemer" : Het begrip "werknemer" omvat iedere persoon die verbonden is met de onderneming door een arbeids- of leerovereenkomst. Worden dus als zodanig beschouwd : de werklieden, de bedienden met inbegrip van de kaderleden en het leidinggevend personeel (enkel het leidinggevend personeel met een arbeidsovereenkomst wordt beschouwd als "werknemers". Dit begrip is beperkter dan dit van punt 3.4.), de handelsvertegenwoordigers, de studenten, de huisarbeiders en de industriële leerlingen.
Worden gelijkgesteld met werknemers van de onderneming waar ze worden tewerkgesteld : - de werknemers die voor een beroepsopleiding in de onderneming geplaatst is door de gemeenschapsinstellingen belast met de beroepsopleiding; - de onderzoekers aangeworven door het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek evenals door de geassocieerde Fondsen, worden beschouwd als werknemers van de instelling waar zij hun onderzoeksopdracht uitoefenen. 2.1.2. Worden enkel voor de berekening van de drempel niet als "werknemer" beschouwd : - de werknemer die verbonden is door een vervangingsovereenkomst gesloten overeenkomstig de bepalingen van artikel 11ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; - de uitzendkracht.
Opmerking : de uitzendkrachten worden niet als "werknemer" beschouwd enkel voor de berekening van de drempel in de uitzendkantoren. Ze zullen evenwel in aanmerking worden genomen in de gebruikende ondernemingen voorzover ze geen werknemers vervangen gedurende de schorsing van de uitvoering van de overeenkomst. 2.2. Minimum tewerk te stellen werknemers 2.2.1. Er moet een raad worden opgericht : 2.2.1.1. In de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 100 werknemers tewerkstellen. 2.2.1.2. In de ondernemingen waar bij de vorige verkiezingen een raad werd opgericht of had moeten worden opgericht, voor zover zij gewoonlijk gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkstellen. Wanneer de onderneming echter gewoonlijk gemiddeld minder dan 100 werknemers tewerkstelt, moet niet worden overgegaan tot de verkiezing van de leden van de raad. Hun mandaat zal worden uitgeoefend door de verkozen personeelsafgevaardigden van het comité. 2.2.2. Er moet een comité worden opgericht : In de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkstellen.
Voor de ondernemingen van de sector van de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven, moet een comité worden opgericht in de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 20 werknemers tewerkstellen. 2.2.3. a) Indien een onderneming als juridische entiteit verscheidene technische bedrijfseenheden omvat en één van deze niet aan de norm voldoet van 50 werknemers voor de comités en 100 werknemers voor de raden, moet : - ofwel deze technische bedrijfseenheid gevoegd worden bij andere technische eenheden van dezelfde juridische entiteit die evenmin de norm van 50 werknemers voor de comités en 100 werknemers voor de raden bereiken; - ofwel deze technische bedrijfseenheid gevoegd worden bij een technische eenheid van dezelfde juridische entiteit die de norm van 50 werknemers voor de comités en 100 werknemers voor de raden bereikt.
In de sector van de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven, wordt de norm van 50 werknemers voor de oprichting van een comité teruggebracht tot 20 werknemers. b) De te volgen procedure om deze samenvoegingen te verwezenlijken, is die voorgeschreven in afdeling 2, punt 2.1., hierboven vermeld. De samenvoegingen geschieden bij voorkeur tussen technische bedrijfseenheden die het dichtst bij elkaar gelegen zijn. 2.2.4. Enkele voorbeelden. 2.2.4.1. Een juridische entiteit telt verscheidene technische bedrijfseenheden en stelt meer dan 100 werknemers tewerk. Geen enkele van de technische eenheden stelt, afzonderlijk genomen, ten minste 100 werknemers tewerk.
Er dient een raad te worden opgericht op het niveau van de juridische entiteit. 2.2.4.2. Een juridische entiteit telt vier technische bedrijfseenheden die samen 190 werknemers tewerkstellen. Eén van de technische eenheden stelt ten minste 100 werknemers tewerk. De overige drie technische eenheden stellen samen 90 werknemers tewerk.
Er dient een voor alle technische eenheden gemeenschappelijke raad te worden opgericht op het niveau van de juridische entiteit. 2.2.4.3. Een juridische entiteit telt zeven technische bedrijfseenheden. Eén of meer technische eenheden stellen maar 24 werknemers tewerk. Drie technische eenheden stellen ieder ten minste 100 werknemers tewerk.
Er moeten drie raden worden opgericht. Eén voor iedere technische eenheid met ten minste 100 werknemers. Van die drie raden zal er ten minste één zijn die tegelijk gemeenschappelijk is voor één of meer van de technische eenheden die maar 24 werknemers tewerkstellen. 2.2.4.4. Een juridische entiteit telt vier technische bedrijfseenheden. Iedere technische eenheid stelt ten minste 100 werknemers tewerk.
Er zijn vier raden nodig. Eén voor iedere technische eenheid. 2.2.4.5. Een juridische entiteit telt vier technische bedrijfseenheden. Twee technische eenheden stellen ieder ten minste 100 werknemers tewerk. Twee andere technische eenheden stellen ieder ten minste 55 werknemers tewerk.
Er dienen twee of drie raden te worden opgericht. Twee raden, als iedere technische eenheid met 55 werknemers verbonden wordt met een andere die ten minste 100 werknemers tewerkstelt. Drie raden, als de twee technische eenheden die 55 werknemers tewerkstellen onderling verbonden worden. In dit laatste geval zal er immers een raad zijn voor iedere technische eenheid die ten minste 100 werknemers tewerkstelt en een gemeenschappelijke raad voor de twee andere technische eenheden die onderling verbonden worden. 2.2.4.6. Verscheidene juridische entiteiten vormen een technische bedrijfseenheid bij toepassing van de regels van vermoeden (zie onder 1.3.).
Er dient een raad te worden opgericht, als die technische eenheid ten minste 100 werknemers tewerkstelt.
De voorbeelden blijven eveneens gelden voor de comités met dien verstande dat het aantal van 100 werknemers vervangen wordt door het aantal van 50 werknemers. 2.3. Berekening van het aantal werknemers 2.3.1. De berekening van de personeelsbezetting is een gemiddelde.
Om de personeelsbezetting te bepalen wordt rekening gehouden met al de werknemers van de onderneming, voor zover zij arbeid verrichten krachtens een arbeidsovereenkomst (werklieden, bedienden, met inbegrip van de kaderleden en degenen die met een leidende functie belast zijn en die een arbeidsovereenkomst hebben, handelsvertegenwoordigers, schippers, zeelieden en huisarbeiders) of een leerovereenkomst, zelfs wanneer zij bijvoorbeeld door ziekte of ongeval afwezig zijn.
Worden met deze personen gelijkgesteld, de werknemers die voor een beroepsopleiding in de onderneming geplaatst zijn door de gemeenschapsinstellingen belast met de beroepsopleiding.
De onderzoekers aangeworven door het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek evenals door de geassocieerde Fondsen, worden beschouwd als werknemers van de instelling waar zij hun onderzoeksopdracht uitoefenen. 2.3.2. Het gemiddelde van de tewerkgestelde werknemers wordt berekend : - door het totaal der kalenderdagen van iedere periode die aanvangt op de datum van indiensttreding en eindigt op de datum van uitdiensttreding zoals voor elke werknemer medegedeeld in het DIMONA-systeem. Er wordt enkel rekening gehouden met de dagen gelegen in een periode van vier trimesters die het trimester voorafgaan waarin de aanplakking geschiedt van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, te delen door 365; - voor de werknemers die uitgesloten worden uit het DIMONA-systeem, door het totaal der kalenderdagen waarop elk van deze werknemers ingeschreven werd in het algemeen personeelsregister, waarvan het bijhouden wordt opgelegd door het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten, gedurende een periode van vier trimesters die het trimester voorafgaan waarin de aanplakking geschiedt van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, te delen door 365; - wanneer het werkelijke uurrooster van een werknemer niet de 3/4den bereikt van het uurrooster dat het zijne zou zijn geweest indien hij voltijds tewerkgesteld was, wordt het totaal der kalenderdagen waarop hij aangegeven werd in het DIMONA-systeem of, indien hij niet onderworpen is aan het DIMONA-systeem, het totaal der kalenderdagen waarop hij in het personeelsregister ingeschreven werd, gedeeld door twee.
Onder werkelijk uurrooster dient niet verstaan te worden de in de arbeidsovereenkomst voorziene uurregeling, maar de arbeidsduur die gewoonlijk door de werknemer wordt gepresteerd.
In geval van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst moet rekening worden gehouden met het arbeidsstelsel dat de schorsing voorafging.
Voor de ondernemingen waarop de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten niet van toepassing is, wordt het personeelsregister vervangen door elk ander document dat hiertoe wordt bijgehouden.
Voorbeelden : In toepassing van vermelde regel, wanneer een onderneming in 2000 verkiezingen heeft georganiseerd om haar personeelsafgevaardigden bij de raad en bij het comité aan te duiden, en het geheel van de werknemers heeft een uurrooster van 40 uur per week, wordt bij toepassing van voormelde regel, het gemiddelde van het aantal werknemers als volgt berekend : - 30 werknemers worden gedurende 365 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven; 14 onder hen verrichten arbeid gedurende 28 uur per week : 365 x 16 + 365 x 14/2 = 8.395 of 365 x 23 - 10 werknemers worden gedurende 330 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven; 2 onder hen verrichten arbeid gedurende 28 u. per week : 330 x 9 = 2.970 - 20 werknemers worden gedurende 274 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven : 274 x 20 = 5.480 - 5 werknemers worden gedurende 150 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven : 150 x 5 = 750 - 15 werknemers worden gedurende 346 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven : 346 x 15 = 5.190 - 20 werknemers worden gedurende 230 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven : 230 x 20 = 4.600 Gemiddelde van het aantal werknemers : 8.395 + 2.970 + 5.480 + 750 +5.190 + 4.600/365 = 75 Het gemiddelde aantal werknemers bedraagt 75. De onderneming zal bijgevolg het comité en de raad moeten hernieuwen.
Er dient opgemerkt dat in dit geval (minder dan 100 werknemers), niet moet worden overgegaan tot de verkiezing van de leden van de raad. Hun mandaat wordt uitgeoefend door de verkozenen van het comité.
In geval van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten wordt de berekening als volgt uitgevoerd : Een werknemer wordt in het DIMONA-systeem aangegeven van 1 februari 2003 tot 31 maart 2003, hetzij 59 dagen.
Dezelfde werknemer wordt in het DIMONA-systeem aangegeven van 1 juli tot 31 augustus, hetzij 62 dagen. 59 + 62/365 = 0,33 Deze werknemer zal 0,33 eenheden vertegenwoordigen in de totale berekening van het aantal werknemers. 2.3.3. In geval van overgang van onderneming krachtens overeenkomst gedurende de referentieperiode zal voor de berekening van de drempel van de tewerkgestelde werknemers (2003 voor de verkiezingen van het jaar 2004), de telling gebeuren op basis van de periode gedurende welke de nieuwe entiteit heeft bestaan om te vermijden dat het effectief van het personeel dat in aanmerking genomen wordt kunstmatig vermindert en om zo toe te laten een juiste beoordeling te maken van het aantal werknemers van de onderneming.
Voorbeeld : Een onderneming stelt gemiddeld 400 werknemers tewerk. Ze moet in beginsel een raad en een comité oprichten.
Laat ons veronderstellen dat deze onderneming het voorwerp uitmaakt van een overgang op 1 december 2003, dan geeft de berekening uitgevoerd over heel het jaar, zoals voorheen het geval was, als resultaat : 400 x 30 dagen/365 = 33 werknemers.
Deze onderneming zou dus noch een raad noch een comité moeten oprichten terwijl ze in feite 400 werknemers tewerkstelt.
Indien men enkel rekening houdt met de maanden van bestaan van de nieuwe entiteit, zoals dit het geval is in de nieuwe regeling, stelt men vast dat de onderneming wel 400 werknemers tewerkstelt (400 x 30/30 = 400) en een raad en een comité moet oprichten. 2.4. Berekening van het aantal uitzendkrachten 2.4.1. Uitzendkrachten.
De gebruiker van uitzendkrachten moet een bijlage bijhouden bij het algemeen personeelsregister gedurende het vierde trimester van het jaar 2003.
In deze bijlage wordt aan elke uitzendkracht een nummer toegewezen volgens een doorlopende nummering en in de chronologische volgorde van zijn terbeschikkingstelling aan de gebruiker.
De bijlage vermeldt voor elke uitzendkracht : 1. het nummer van de inschrijving;2. de naam en voornamen;3. de datum van het begin van de terbeschikkingstelling;4. de datum van het einde van de terbeschikkingstelling;5. het uitzendbureau dat hem tewerkstelt;6. zijn wekelijkse arbeidsduur. 2.4.2. Berekening van het gemiddelde aantal uitzendkrachten.
Het gemiddelde aantal uitzendkrachten wordt berekend door het totaal van de kalenderdagen gedurende dewelke elke uitzendkracht, die geen vaste werknemer vervangt waarvan de uitvoering van de overeenkomst is geschorst, ingeschreven is in de bijlage bij het algemeen personeelsregister gedurende het vierde trimester van het jaar 2003, te delen door 92.
Wanneer het werkelijk uurrooster van de uitzendkracht niet de 3/4den bereikt van het uurrooster dat het zijne zou zijn geweest indien hij voltijds tewerkgesteld was, wordt het aantal kalenderdagen waarop hij in de bijlage bij het algemeen personeelsregister werd ingeschreven, gedeeld door twee.
Voorbeeld : In toepassing van voormelde regel wordt voor een onderneming, waarvan het uurrooster 40 uren per week bedraagt, en die 30 uitzendkrachten gebruikt, waarvan 10 geen vaste werknemers, waarvan de overeenkomst is geschorst, vervangen, wordt het gemiddelde aantal uitzendkrachten als volgt berekend : - 2 uitzendkrachten werden ingeschreven in de bijlage bij het algemeen personeelsregister gedurende 14 dagen : 2 x 14 = 28 - 5 uitzendkrachten werden ingeschreven in de bijlage bij het algemeen personeelsregister gedurende 31 dagen waarvan 2 tewerkgesteld werden gedurende 28 uren per week : 4 x 31 = 124 - 3 uitzendkrachten werden ingeschreven in de bijlage bij het algemeen personeelsregister gedurende 62 dagen : 3 x 62 = 186 Gemiddelde aantal uitzendkrachten : 28 + 124 + 186/92 = 3,7 Afdeling 3. - Categorieën van werknemers 3.1. Jeugdige werknemers Worden beschouwd als jeugdige werknemers, de werknemers die de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben op de dag van de verkiezingen. 3.2. Arbeiders en bedienden De werknemers worden als bedienden of als arbeiders beschouwd in functie van de aangifte die overgemaakt werd aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. 3.3. Kaderleden Maken enkel voor de ondernemingsraad deel uit van het kaderpersoneel, de bedienden die met uitsluiting van die welke deel uitmaken van het leidinggevend personeel, in de onderneming een hogere functie uitoefenen, die in het algemeen voorbehouden wordt aan de houder van een diploma van een bepaald niveau of aan diegene die een evenwaardige beroepservaring heeft.
De groep werknemers, die als kaderlid wordt aangezien, is zo heterogeen en verscheiden dat een soepele definitie vereist is, die rekening houdt met de uiterst veranderlijke sociale en organisatorische realiteit in de ondernemingen.
De meeste definities concentreren zich op het element "leiding, delegatie van gezag door de werkgever", met een zeker initiatiefrecht; daarnaast dienen eveneens als kaderpersoneel aangezien werknemers die zonder echt gezag uit te oefenen, toch hoogstaande taken (staffuncties) vervullen in een dienst voor wetenschappelijk onderzoek of in een studiedienst.
Het gaat uiteindelijk om hogere functies, omwille van gezag of louter omwille van de inhoud van de taak. Het gaat hier om functies, die doorgaans voorbehouden zijn aan gediplomeerden van hoger onderwijs of aan personen die een evenwaardige beroepservaring hebben. Het zijn deze elementen die aan de basis liggen van het begrip kaderpersoneel in de wet van 20 september 1948. 3.4. Leidinggevend personeel.
Tot het leidinggevend personeel behoren : a) de personen belast met het dagelijks beheer van de onderneming, die gemachtigd zijn om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden;b) de personeelsleden, onmiddellijk ondergeschikt aan die personen, wanneer zij opdrachten van dagelijks beheer vervullen.De verdeling van de taken van dagelijks beheer mag dus niet tot gevolg hebben dat méér dan twee niveaus van de structuur van het personeel van de onderneming in aanmerking komen.
Afdeling 4. - Representatieve organisaties 4.1. Representatieve werknemersorganisaties Representatief zijn de werknemersorganisaties die voldoen aan volgende voorwaarden : a) zij moeten opgericht zijn op nationaal vlak;b) zij moeten interprofessioneel zijn;c) zij moeten vertegenwoordigd zijn in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en in de Nationale Arbeidsraad;d) zij moeten ten minste 50 000 leden tellen. Bovendien worden ook als representatief beschouwd de professionele en interprofessionele organisaties die aangesloten zijn bij één van de organisaties die aan de vier hoger gestelde voorwaarden voldoet.
In de praktijk betekent dit dat enkel het A.B.V.V., het A.C.V. en de A.C.L.V.B. en de daarbij aangesloten organisaties representatief zijn. 4.2. Representatieve organisaties van kaderleden Als representatieve organisaties van kaderleden worden beschouwd de interprofessionele organisaties van kaderleden, die voor het gehele land zijn opgericht en die ten minste 10 000 leden tellen. Hoe dit aantal moet geteld worden is niet bepaald. Wellicht daarom is eraan toegevoegd dat deze organisaties nog als representatief moeten erkend worden door de Koning volgens de nadere regelen en de procedure zoals bepaald door artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 mei 2003.
De organisaties van kaderleden die als representatief willen erkend worden moeten hun verzoek bij een ter post aangetekende brief richten tot de federale Minister bevoegd voor de Werkgelegenheid en de arbeid.
Dit verzoek moet vergezeld zijn van : 1) een afschrift van hun statuten;2) de lijst met hun leiders;3) hun benaming;4) hun adres;5) hun telefoonnummer. Zij moeten er eveneens elk gegeven toevoegen dat dienstig is om vast te stellen of zij voldoen aan de door de wet gestelde voorwaarden van representativiteit.
De Nationale Arbeidsraad moet in het kader van de erkenningsprocedure advies uitbrengen. Op het advies wordt echter niet gewacht wanneer het binnen twee maanden na het verzoek niet verstrekt is.
Sinds de sociale verkiezingen van 1987 werd de N.C.K. (Nationale Confederatie van het Kaderpersoneel) erkend als een representatieve organisatie van kaderleden.
Afdeling 5. - Opschorting van de verkiezingen.
De verkiezingen kunnen eveneens worden opgeschort in de volgende omstandigheden : 1) wanneer de onderneming besloten heeft al haar activiteiten voorgoed stop te zetten;2) bij gedeeltelijke sluiting, door de stopzetting van één of meer activiteiten, voor zover het aantal tewerkgestelde werknemers kleiner wordt dan het aantal werknemers vereist voor het houden van verkiezingen. Het volstaat evenwel niet dat deze voorwaarden vervuld zijn opdat de werkgever autonoom kan beslissen om de verkiezingen op te schorten.
Hiervoor moet hij de voorafgaande toestemming bekomen van de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten. Vooraleer deze toestemming te verlenen, vraagt de sociaal inspecteur-districtshoofd de instemming van de raad of het comité. Zo deze organen nog niet zijn opgericht, moet hij de instemming van de werkgever en van de vakbondsafvaardiging bekomen.
Wanneer een opschorting van de verkiezingen toegelaten is omwille van de voormelde omstandigheden, mag deze opschorting in geen geval één jaar overschrijden. De raad of het bestaande comité blijft gedurende die periode fungeren.
Afdeling 6. - Taalvoorschriften inzake sociale verkiezingen Verkiezingen mogen niet in om het even welke taal georganiseerd worden. Naargelang de regio is een andere reglementering van toepassing. 6.1. Brussel, Duits taalgebied en gemeenten met faciliteiten In Brussel, in het Duitse taalgebied en in de gemeenten met faciliteiten, moet men rekening houden met het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken. 6.1.1. Brussel-Hoofdstad In de negentien gemeenten van Brussel-Hoofdstad moeten de verkiezingen georganiseerd worden in het Nederlands voor het Nederlandssprekend personeel en in het Frans voor het Franssprekend personeel. Een personeelslid wordt geacht Nederlands- of Franssprekend te zijn naargelang van het taalgebied waar hij woont. Dit vermoeden kan echter weerlegd worden. Voor de inwoners van de negentien gemeenten, moet naar andere aanduidingen gekeken worden : bijvoorbeeld : de taal van de identiteitskaart, of de arbeidsovereenkomst; de taal waarin de sociale documenten worden opgesteld. In beginsel moet men met eentalige documenten werken. Voor de Nederlandstaligen moet men dus eentalig Nederlandse documenten en voor de Franstaligen eentalig Franse documenten gebruiken. Wanneer in een onderneming zowel Nederlandstaligen als Franstaligen werken moeten de aan te plakken documenten in dubbel (in de twee talen) uitgehangen worden. Documenten die zich individueel tot een werknemer richten, bijvoorbeeld de oproepingsbrief, moeten in de taal van die werknemer zijn.
Voor de hoofdstembureaus waarvan de zetel gelegen is te Brussel-Hoofdstad, mogen de stembiljetten tweetalig zijn om het kiesgeheim te waarborgen. 6.1.2. Duits taalgebied Een onderneming die gevestigd is in het Duits taalgebied moet de verkiezingen organiseren in de taal van dat gebied. 6.1.3. Gemeenten met faciliteiten De gemeenten met faciliteiten zijn de gemeenten gelegen in een bepaald taalgebied (het Nederlandse, het Franse of het Duitse), waar taalfaciliteiten zijn voorzien voor anderstalige minderheden. Deze gemeenten zijn met name opgesomd in de wet van 2 augustus 1963. Het zijn voornamelijk de zes randgemeenten van de Brusselse agglomeratie en een bepaald aantal taalgrensgemeenten, onder meer de gemeenten in de Voerstreek. In deze gemeenten moeten de verkiezingen georganiseerd worden in de taal van de streek. Vertalingen in een of meer talen zijn echter toegestaan indien de samenstelling van het personeel zulks rechtvaardigt. 6.2. Nederlands taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten In het Nederlands taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten, is deze materie onderworpen aan het decreet van 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik der talen onder meer in de sociale betrekkingen tussen werkgever en werknemers. Ten gevolge van dit decreet moet in Vlaanderen heel de verkiezingsprocedure in het Nederlands verlopen. Er mogen enkel Nederlandstalige documenten gebruikt worden. Anderstalige documenten zijn nietig, en met nietige documenten kan men uiteraard onmogelijk geldige verkiezingen organiseren. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden, bij de Nederlandstalige documenten vertalingen gevoegd worden. Volgens de tekst van het decreet zijn vertalingen verplicht wanneer de samenstelling van het personeel het rechtvaardigt en : 1) op eenparige aanvraag van de werknemersvertegenwoordigers in de raad of indien dit orgaan niet bestaat, 2) op eenparige aanvraag van de vakbondsafvaardiging of, indien dit orgaan ook niet bestaat, 3) op verzoek van een afgevaardigde van een representatieve werknemersorganisatie. Deze regeling moet op schrift gesteld worden. De werkgever moet ze binnen een termijn van een maand bekendmaken aan de ambtenaren die belast zijn met het toezicht op de uitvoering van het decreet.
Zonder het volgen van deze procedure zijn vertalingen mogelijk. Ze zijn niet verplicht, maar er wordt aanvaard dat zij toegelaten zijn.
Wanneer men gebruik maakt van vertalingen is enkel het Nederlandstalige document het officiële. 6.3. Frans taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten In het Franse taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten, is het decreet van 12 juli 1978 over de verdediging van de Franse taal en het decreet van 30 juni 1982 inzake de bescherming van de vrijheid van het gebruik van de Franse taal in de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel, van toepassing.
Deze decreten stellen dat het uitsluitend gebruik van een andere taal dan het Frans verboden is voor de ondernemingsakten en documenten die door wetten of reglementen zijn voorgeschreven. Het Frans moet gebruikt worden. Daarnaast kunnen de partijen vrij een andere taal kiezen. Alleen de in het Frans opgestelde tekst bezit echter rechtsgeldigheid.
HOOFDSTUK 2. - De verkiezingsprocedure Afdeling 1. - Datum van de verkiezingen. 1.1. Datum van de verkiezingen De verkiezingen voor de oprichting of de vernieuwing van de ondernemingsraden, hierna "raden" genoemd, en van de comités voor preventie en bescherming op het werk, hierna "comités" genoemd, moeten plaatshebben in de periode die aanvangt op 6 mei 2004 en die eindigt op 19 mei 2004. 1.2. Dagen X en Y 1.2.1. Betekenis van dag X en dag Y In de verkiezingsprocedure wordt heel dikwijls verwezen naar twee belangrijke dagen : 1) de dag van de verkiezingen, verder in de tekst " dag Y " geheten;2) de dag waarop de verkiezingsdatum, door aanplakking, wordt bekendgemaakt, hierna aangeduid als " dag X ". Bepaalde formaliteiten moeten vervuld worden in de periodes vóór of na deze dagen. Voor de berekening van deze periodes moet steeds geteld worden met kalenderdagen en niet met werkdagen.
De dagen X en Y bakenen de verschillende etappes af die gedurende de verkiezingsprocedure moeten doorlopen worden. Dit zijn : 1) vóór dag X : de voorbereiding van de procedure;2) dag X : de aanplakking van de verkiezingsdatum;3) van dag X tot dag Y : de eigenlijke procedure;4) dag Y : de verkiezingen;5) na dag Y : mogelijkheid tot beroep en eerste samenroeping van de raad en/of het comité. 1.3. Belang van de chronologie De verkiezingsprocedure duurt 150 dagen.
In de verkiezingsprocedure moet de chronologie strikt geëerbiedigd worden. Het niet-respecteren van de voorgeschreven periodes en data kan achteraf de vernietiging van de verkiezingen met zich meebrengen.
Spil van alles is de dag van de verkiezingen, dag Y. Nadat die datum bepaald is, kunnen er alle andere data uit afgeleid worden.
Afdeling 2. - Voor dag X : de voorbereidende procedure 2.1. X - 60 : eerste schriftelijke aankondigingen 2.1.1. Vaststelling van het aantal technische bedrijfseenheden Uiterlijk op de 60e dag die de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, informeert de werkgever schriftelijk de vakbondsafvaardiging over de aard, de gebieden en de graad van zelfstandigheid en afhankelijkheid van de technische bedrijfseenheid of -eenheden ten opzichte van de juridische entiteit.
Wanneer reeds een orgaan werd opgericht, wordt de informatie aan de raad of aan het comité gegeven en heeft enkel betrekking op de wijzigingen die zich in de structuur van de onderneming hebben voorgedaan en op de nieuwe criteria van zelfstandigheid of afhankelijkheid van de technische bedrijfseenheid of -eenheden ten opzichte van de juridische entiteit. 2.1.2. Het aantal personeelsleden per categorie Uiterlijk de zestigste dag vóór de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt, deelt de werkgever schriftelijk aan de werknemers en aan de raad of aan het comité of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging, het aantal personeelsleden per categorie mee (de arbeiders, de bedienden met inbegrip van het leidinggevend - en het kaderpersoneel, de jeugdige werknemers ) die in de onderneming in dienst zijn op dag X - 60. 2.1.3. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel Uiterlijk op de 60e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht waarin de datum van de verkiezingen wordt aangekondigd informeert de werkgever schriftelijk de raad en het comité of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, over de functies van het leidinggevend personeel door hun benaming en hun inhoud te verduidelijken, alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen. In deze lijst worden de leidinggevende functies vermeld en de personen die deze uitoefenen en die niet tot de technische bedrijfseenheid behoren. 2.1.4. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden Uiterlijk op de 60e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, informeert de werkgever schriftelijk de raad of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, over de functies van de kaderleden alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen. Mogen slechts als kaderleden beschouwd worden, de bedienden die zo aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Deze procedure is niet van toepassing in de ondernemingen die moeten overgaan tot de verkiezing van personeelsafgevaardigden in de raad maar die minder dan 30 bedienden tewerkstellen uiterlijk 60 dagen voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. 2.1.5. Dag van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en voor de verkiezingen beoogde datum Uiterlijk op de 60e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, informeert de werkgever schriftelijk de raad en het comité of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, over de dag waarop de datum van de verkiezingen zal worden aangekondigd evenals de voor de verkiezingen beoogde datum. Hij moet dus de datum van dag X in de onderneming meedelen evenals de beoogde datum van dag Y. Een afschrift van al deze hierboven omschreven schriftelijke informatie moet gezonden worden naar de zetel van de representatieve werknemersorganisaties.
De schriftelijke informatie moet niet noodzakelijk medegedeeld worden tijdens een vergadering van het orgaan. 2.2. Van X - 60 tot X - 35 : raadplegingen 2.2.1. Aantal technische bedrijfseenheden Tussen de 60e en de 35e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, raadpleegt de werkgever de raad, het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging over het aantal technische bedrijfseenheden of juridische entiteiten waarvoor organen moeten worden opgericht evenals over hun beschrijving, over de verdeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen of het samenvoegen van meerdere juridische entiteiten in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen. 2.2.2. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel Tussen de 60e en de 35e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, raadpleegt de werkgever de raad, het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging over de functies van het leidinggevend personeel, alsmede over de lijst die bij wijze van aanduiding door de werkgever werd gegeven. 2.2.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden Tussen de 60e en de 35e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, raadpleegt de werkgever de raad, het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging over de functies van de kaderleden, alsmede over de lijst die bij wijze van aanduiding door de werkgever werd gegeven. Mogen slechts als kaderleden beschouwd worden, de bedienden die zo aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Deze voorziene procedure is niet van toepassing in de ondernemingen die moeten overgaan tot de verkiezing van personeelsafgevaardigden in de raad maar die minder dan 30 bedienden tewerkstellen uiterlijk 60 dagen voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. 2.3. X - 35 : schriftelijke mededelingen van de beslissingen 2.3.1. Aantal technische bedrijfseenheden Uiterlijk op de 35e dag, die de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voorafgaat, worden de raad en het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, de werknemers door de werkgever schriftelijk in kennis gesteld van zijn beslissingen betreffende de technische bedrijfseenheden of de juridische entiteiten waarvoor afzonderlijke organen moeten worden opgericht met hun beschrijving en hun grenzen.
Hij stelt de raad en het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, de werknemers en de representatieve werknemersorganisaties eveneens in kennis van zijn beslissing betreffende de indeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen of de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen. 2.3.2. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel Uiterlijk op de 35e dag, die de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voorafgaat, worden de raad en het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, de werknemers door de werkgever schriftelijk in kennis gesteld van zijn beslissingen betreffende de functies van het leidinggevend personeel alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen. 2.3.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden Uiterlijk op de 35e dag, die de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voorafgaat, worden de raad en het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, de werknemers door de werkgever schriftelijk in kennis gesteld van zijn beslissingen betreffende de functies van de kaderleden alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen. 2.4. Van X - 35 tot X - 28 : beroepen Beroep kan ingesteld worden bij de arbeidsrechtbank door de betrokken werknemers, de betrokken representatieve werknemersorganisaties, alsook door de betrokken representatieve kaderledenorganisaties indien een raad moet worden opgericht ten laatste de 28e dag die de dag voorafgaat van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voor wat betreft : 2.4.1. Aantal technische bedrijfseenheden a) De beslissing of ontstentenis van beslissing van de werkgever betreffende de technische bedrijfseenheden of de juridische entiteiten waar organen moeten worden opgericht;b) De beslissing of ontstentenis van beslissing betreffende de indeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen of de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen; 2.4.2.Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel De beslissing of ontstentenis van beslissing van de werkgever betreffende de functies van het leidinggevend personeel; 2.4.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden De beslissing of ontstentenis van beslissing betreffende de functies van de kaderleden. 2.5. Van X - 28 tot X - 5 : uitspraak van de arbeidsrechtbank De arbeidsrechtbank waarbij beroep is ingesteld doet uitspraak binnen 23 dagen na de ontvangst van het beroep. 2.6. Voorbereiding van de verrichtingen voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt.
Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt (dag X), moeten volgende inlichtingen bekend zijn. 2.6.1. Het aantal mandaten per orgaan 2.6.1.1. Datum die in aanmerking moet genomen worden De datum die in aanmerking moet genomen worden voor de vaststelling van het personeel en de verdeling van de zetels onder de werklieden, bedienden en jeugdige werknemers en eventueel de kaderleden als de onderneming meer dan 100 werknemers tewerkstelt, is die van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. 2.6.1.2. Berekening van het aantal mandaten per orgaan.
De personeelsafvaardiging in de ondernemingsraad en in het comité is samengesteld uit : - 4 gewone leden voor een onderneming met minder dan 101 werknemers; - 6 gewone leden voor een onderneming met 101 tot 500 werknemers; 8 gewone leden voor een onderneming met 501 tot 1000 werknemers; 10 gewone leden voor een onderneming met 1001 tot 2000 werknemers; - 12 gewone leden voor een onderneming met 2001 tot 3000 werknemers, - 14 gewone leden voor een onderneming met 3001 tot 4000 werknemers; - 16 gewone leden voor een onderneming met 4001 tot 5000 werknemers; - 18 gewone leden voor een onderneming met 5001 tot 6000 werknemers; - 20 gewone leden voor een onderneming met 6001 tot 8000 werknemers; - 22 gewone leden voor een onderneming met méér dan 8000 werknemers, op de datum van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
In de ondernemingen van de sector van de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven, is de personeelsafvaardiging in het comité samengesteld uit 2 gewone leden voor een onderneming met minder dan 50 werknemers.
De leden van het leidinggevend personeel moeten bij het aantal werknemers worden gevoegd om het aantal gewone leden van de personeelsafvaardiging vast te stellen. De uitzendkrachten evenals de werknemers verbonden door een vervangingsovereenkomst worden niet in aanmerking genomen om het aantal gewone leden van de personeelsafvaardiging vast te stellen.(zie punt 2.1.2.) Voor de berekening van de mandaten komen alleen die leden van het leidinggevend personeel in aanmerking die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst.
Bij de verkiezing van de leden van de raad en in geval van een afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden, d.w.z. wanneer de onderneming ten minste 15 kaderleden tewerkstelt, wordt de personeelsafvaardiging van de raad met één eenheid verhoogd indien de onderneming minder dan honderd kaderleden tewerkstelt en met twee eenheden indien de onderneming 100 kaderleden of meer tewerkstelt. De leden van het leidinggevend personeel moeten eveneens gevoegd worden bij het aantal kaderleden om de verhoging van de personeelsafvaardiging te bepalen.
De afvaardiging bestaat bovendien uit plaatsvervangende leden waarvan het aantal gelijk is aan dat van de gewone leden. 2.6.1.3. Eventuele verhoging van het aantal mandaten Het bij de punten 2.6.1.2. bedoelde aantal leden van de personeelsafvaardiging kan evenwel worden verhoogd na een éénparig akkoord gesloten tussen de werkgever en de representatieve werknemersorganisaties met dien verstande dat er niet meer dan 25 mogen zijn of eventueel 27 als er een afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden is.
Het akkoord moet uiterlijk worden bereikt de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. Dit akkoord moet de aanvullende mandaten onder de verschillende categorieën van werknemers verdelen.
Een afschrift van dit akkoord moet dezelfde dag verzonden worden naar de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied en naar de representatieve werknemersorganisaties. 2.6.2. Het aantal mandaten per categorie 2.6.2.1. Datum die in aanmerking moet genomen worden Bij de verdeling van de mandaten van de personeelsafgevaardigden moet rekening worden gehouden met het aantal personeelsleden van de verschillende categorieën in dienst in de onderneming op de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
De werknemers moeten beschouwd worden als werklieden of als bedienden naargelang van de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Als jeugdige werknemers worden beschouwd, de werknemers die de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben op de dag van de verkiezingen.
Het leidinggevend personeel is begrepen in de categorie van bedienden of in de categorie van kaderleden in geval van een afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden. 2.6.2.2. Indien de onderneming minder dan 25 jeugdige werknemers telt 2.6.2.2.1. Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden Het aantal mandaten dat aan de personeelsafgevaardigden wordt toegekend, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie van "arbeiders" en van de categorie van "bedienden".
Het wordt als volgt berekend : Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging wordt gedeeld door het totaal aantal werknemers die in de onderneming zijn tewerkgesteld.
Zo het totaal van de aldus bekomen twee quotiënten (zonder rekening te houden met de decimalen) een eenheid minder bedraagt dan het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, wordt het overblijvende mandaat toegekend aan die van beide categorieën die het kleinste aantal werknemers telt, zo deze nog niet vertegenwoordigd is.
In de andere gevallen wordt het overblijvende mandaat toegekend aan de categorie die de hoogste decimaal heeft verkregen of aan die welke het grootste aantal werknemers telt, zo beide quotiënten dezelfde decimaal hebben. 2.6.2.2.2. Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden Het aantal mandaten dat aan de personeelsafvaardiging wordt toegekend, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie "arbeiders", "bedienden" en "kaderleden".
Het wordt berekend op de volgende wijze : Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging gedeeld door het totaal aantal werknemers die in de onderneming zijn tewerkgesteld.
Zo het totaal der aldus bekomen quotiënten (zonder rekening te houden met de decimalen) een eenheid minder bedraagt dan het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging wordt het overblijvende mandaat toegekend aan die van de drie categorieën die nog niet vertegenwoordigd is.
Zo twee categorieën nog niet vertegenwoordigd zijn, zal aan elke categorie een mandaat worden toegekend of, indien er slechts één mandaat overblijft, wordt hen dit toegekend, vermeerderd met een mandaat dat onttrokken werd aan de categorie die het meest vertegenwoordigd is. In de andere gevallen worden de overblijvende mandaten toegekend achtereenvolgens aan de categorieën die de hoogste decimalen hebben verkregen.
Bij gelijkheid van decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die de hoogste tweede decimalen hebben verkregen. Bij gelijkheid van de eerste twee decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die het grootste aantal werknemers tellen. 2.6.2.3. Indien de onderneming ten minste 25 jeugdige werknemers telt Indien de onderneming ten minste 25 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt, worden die jeugdige werknemers vertegenwoordigd : - in de ondernemingen die minder dan 101 werknemers tellen, door één vertegenwoordiger indien de onderneming 25 tot 50 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt, en door twee vertegenwoordigers indien de onderneming meer dan 50 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt; - in de ondernemingen die 101 tot 500 werknemers tellen, door één vertegenwoordiger indien de onderneming 25 tot 100 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt, en door twee vertegenwoordigers indien de onderneming meer dan 100 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt; - in de ondernemingen die meer dan 500 werknemers tellen, door één vertegenwoordiger indien de onderneming 25 tot 150 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt, door twee vertegenwoordigers indien de onderneming 151 tot 300 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt en door drie vertegenwoordigers indien de onderneming meer dan 300 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt. 2.6.2.3.1. Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden Het aantal mandaten toegekend aan de personeelsafvaardiging van 25 jaar en ouder, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie arbeiders van 25 jaar en ouder en van deze van de bedienden van 25 jaar en ouder.
Het wordt als volgt berekend : Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan de vertegenwoordigers van voornoemde jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, gedeeld door het totaal aantal werknemers van 25 jaar en ouder die in de onderneming zijn tewerkgesteld.
Indien het totaal van de twee aldus bekomen quotiënten (zonder rekening te houden met de decimalen), een eenheid minder bedraagt dan het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan de jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, wordt het overblijvende mandaat toegekend aan die van de twee categorieën die het kleinste aantal werknemers telt, zo deze nog niet vertegenwoordigd is.
In de andere gevallen wordt het mandaat toegekend aan de categorie die de hoogste decimaal heeft verkregen of aan die welke het grootste aantal werknemers telt, zo beide quotiënten dezelfde decimaal hebben. 2.6.2.3.2.Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden Het aantal mandaten toegekend aan de personeelsafvaardiging van 25 jaar en ouder, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie arbeiders, bedienden en kaderleden van 25 jaar en ouder.
Het wordt als volgt berekend : Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan de vertegenwoordigers van voornoemde jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, gedeeld door het totaal aantal werknemers van 25 jaar en ouder die in de onderneming zijn tewerkgesteld.
Indien het totaal van de aldus bekomen quotiënten (zonder rekening te houden met de decimalen), een eenheid minder bedraagt dan het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan de jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, wordt het overblijvende mandaat toegekend aan die van de drie categorieën die nog niet vertegenwoordigd is.
Indien twee categorieën nog niet vertegenwoordigd zijn, zal aan elke categorie een mandaat worden toegekend, of, indien er slechts één mandaat overblijft, wordt hen dit toegekend, vermeerderd met het mandaat dat onttrokken werd aan de categorie die het meest vertegenwoordigd is.
In de andere gevallen worden het of de mandaten toegekend achtereenvolgens aan de categorieën die de hoogste decimalen hebben verkregen. Bij gelijkheid van decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die de hoogste twee decimalen hebben verkregen. Bij gelijkheid van de decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die de hoogste twee decimalen hebben verkregen. Bij gelijkheid van de eerste twee decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die het grootste aantal werknemers tellen.
Voorbeelden : 1° Een onderneming stelt 620 werknemers tewerk, 535 arbeiders, 55 bedienden, 30 kaderleden;8 mandaten zijn te verdelen waaraan men 1 mandaat moet toevoegen omwille van de afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden (de onderneming stelt ten minste 15 kaderleden tewerk). mandaten "arbeiders" : aantal arbeiders x totaal aantal mandaten / totaal aantal werknemers 535 x 9/620 = 7,76 mandaten "kaderleden" : aantal kalderleden x totaal aantal mandaten/totaal aantal werknemers 55 x 9/620 = 0,79 mandaten "kaderleden" : aantal kaderleden x totaal aantal mandaten /totaal aantal werknemers 30 x 9/620 = 0,43 In dit geval zullen twee categorieën niet vertegenwoordigd zijn, zij zullen dus ieder een mandaat toegekend krijgen.
Resultaten : mandaten "arbeiders" : 7; mandaten "bedienden" : 1; mandaten "kaderleden" : 1 2° Een onderneming stelt 400 werknemers tewerk, 300 arbeiders, 50 jeugdige werknemers, 25 bedienden, 25 kaderleden : 6 mandaten zijn te verdelen waaraan men 1 mandaat moet toevoegen omwille van de afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden. mandaten "jeugdige werknemers" : 1 mandaten "arbeiders" : 300 x 6 (7 - 1 mandaat toegekend aan J.W.)/350 (400 - 50 jeugdige werknemers) = 5,14 mandaten "bedienden" en "kaderleden" : 25 x 6 (7 - 1 mandaat J.W.)/350 (400-50 jeugdige werknemers) = 0,42 In dit geval zijn twee categorieën nog niet vertegenwoordigd. Aan elk van hen zal een mandaat toegekend worden. Aangezien er slechts één mandaat overblijft, wordt aan één van de twee categorieën een mandaat toegekend, dat onttrokken werd aan de categorie die het meest vertegenwoordigd is (mandaten "arbeiders" : 5,14 - 1).
Resultaten : mandaten "arbeiders" : 4; mandaat "bedienden" : 1; mandaat "jeugdige werknemers" : 1; mandaat "kaderleden" : 1 2.6.3. De datum en de uurregeling van de verkiezingen De datum en de uurregeling van de verkiezingen worden vastgesteld door de raad of het comité. Indien deze organen nog niet bestaan, moet de werkgever deze beslissingen treffen.
De datum moet zo worden vastgesteld dat, in beginsel, elke werknemer kan stemmen gedurende zijn werkuren.
Indien binnen de raad of het comité geen akkoord over de datum en de uurregeling kan bereikt worden, worden zij vastgesteld door de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het rechtsgebied.
De verkiezingen vinden plaats uiterlijk 90 dagen na dag X. Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt (dag X), moeten volgende documenten opgesteld worden. 2.6.4. De voorlopige kiezerslijsten Voorwaarden inzake kiesrecht : Aan de verkiezingen van de personeelsafgevaardigden in de raad of het comité wordt deelgenomen door alle werknemers van de onderneming die verbonden zijn door een arbeids- of een leerovereenkomst, met uitzondering van de werknemers die deel uitmaken van het leidinggevend personeel, die op de datum van de verkiezingen aan de volgende voorwaarden voldoen : a) Belg zijn of onderdaan van een lid-Staat van de Europese Unie, of vreemdeling die geen onderdaan is van een lid-Staat van deze Unie of Vaderlandsloze en tewerkgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de wetgeving betreffende de tewerkstelling van vreemde arbeidskrachten;b) sedert ten minste drie maanden tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit of in de technische bedrijfseenheid gevormd door meerdere juridische entiteiten.Bij overgang krachtens overeenkomst van een onderneming of bij indeling ervan, wordt rekening gehouden met de anciënniteit, verworven voor de overgang.
Voor de berekening van de anciënniteit wordt er rekening gehouden met de periodes gedurende welke de onderzoeker van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek of van de Fondsen geassocieerd met het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, zijn onderzoeksopdracht heeft uitgeoefend in de instelling, evenals met de periodes gedurende welke een werknemer voor een beroepsopleiding in de onderneming geplaatst is door de gemeenschapsinstellingen bevoegd voor de beroepsopleiding.
De oorzaken van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zijn zonder invloed op de anciënniteitsvoorwaarden.
De kiezers worden op afzonderlijke lijsten ingeschreven naargelang zij in functie van de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, als arbeider of als bediende moeten worden beschouwd.
Indien de onderneming ten minste 15 kaderleden tewerkstelt, worden voor de verkiezingen van de raad, de bedienden en de kaderleden op afzonderlijke kiezerslijsten ingeschreven. Indien de onderneming op de dag van de verkiezingen tenminste 25 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar telt, worden deze jeugdige werknemers eveneens op een afzonderlijke kiezerslijst ingeschreven.
De hoedanigheid van kiezer wordt vastgesteld door de inschrijving op de kiezerslijsten.
De kiezerslijsten worden in alfabetische volgorde van de namen van de kiezers opgemaakt door de raad of het comité of, wanneer nog geen raad of comité is opgericht, door de werkgever.
Zij vermelden de naam, voornamen en geboortedatum van iedere kiezer, de datum van zijn laatste aanwerving of indiensttreding in de onderneming alsook de plaats waar hij in de onderneming werkt.
Op de datum van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt worden de voorlopig opgemaakte kiezerslijsten ingediend en ter beschikking van de werknemers gesteld op een voor hen toegankelijke plaats in de onderneming. 2.6.5. De lijst van de leden van het leidinggevend personeel De dag zelf van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt deelt de raad of het comité of, bij ontstentenis ervan, de werkgever aan de werknemers de lijst mee van de leden van het leidinggevend personeel met de vermelding van de benaming en de inhoud van de functies, of de plaatsen waar deze kan worden geraadpleegd. 2.6.6. De lijst van de kaderleden Dit punt is niet van toepassing in de ondernemingen die moeten overgaan tot de verkiezing van personeelsafgevaardigden in de raad, maar die minder dan 30 bedienden tellen uiterlijk 60 dagen voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
Afdeling 3. - Dag X : aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt 3.1. Aanplakking van het bericht Door aanplakking van een bericht, 90 dagen voor de dag van de verkiezing in de verschillende secties en afdelingen van de onderneming, stelt de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan de werkgever, de werknemers in kennis van : 1° de datum en de uurregeling van de verkiezingen; Ingeval hieromtrent geen akkoord is bereikt in de raad of het comité, stelt de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied deze datum en deze uurregeling vast; 2° het adres en de benaming van de technische bedrijfseenheid of -eenheden waarvoor raden of comités moeten worden opgericht;3° het aantal mandaten per raad of comité en per categorie;4° de voorlopige kiezerslijsten of de plaatsen waar zij kunnen worden geraadpleegd.Deze lijsten hernemen de in de onderneming tewerkgestelde werknemers die aan de voorwaarden inzake kiesrecht zullen voldoen op de dag van de verkiezing; 5° de lijst van de leden van het leidinggevend personeel met vermelding van de benaming en de inhoud van de functies, of de plaats waar zij kan worden geraadpleegd;6° de lijst van de kaderleden of de plaatsen waar zij kan worden geraadpleegd, indien de onderneming moet overgaan tot verkiezing van personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad.Mogen slechts als kaderleden beschouwd worden, de bedienden die zo aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
De werknemers die één van de kaderfuncties uitoefenen en die voorkomen op de kiezerslijst van de jeugdige werknemers worden niet opgenomen in de lijst van de kaderleden; 7° de data die uit de verkiezingsprocedure voortvloeien;8° de persoon of de dienst, belast door de werkgever met versturen of ronddelen van de oproepingsbrieven voor de verkiezingen. Het aangeplakte bericht moet in overeenstemming zijn met het proces-verbaal van de raad of het comité, inzonderheid inzake de datum en de uurregeling van de verkiezingen.
Wanneer de verkiezingen zich uitspreiden over meerdere opeenvolgende dagen, valt dag Y samen met de eerste dag van de verkiezingen.
Dit bericht moet gedagtekend worden en dient de volgende vermelding te bevatten : "Om de afvaardiging die zal worden verkozen, een werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven, hebben alle werknemers tot plicht aan de stemming deel te nemen. » Dit bericht blijft aangeplakt tot de 86e dag die volgt op deze van de stemming.
De werknemers kunnen bij hun afgevaardigden de documenten raadplegen betreffende de verschillende berichten die de werkgever aan hen moet overhandigen en die hij moet aanplakken in de onderneming gedurende de verkiezingsprocedure. 3.2. Afschriften Een afschrift van dat bericht wordt de dag van de aanplakking zelf gezonden aan de bevoegde sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het rechtsgebied, aan de representatieve werknemersorganisaties en aan de representatieve organisaties van kaderleden indien een raad moet worden opgericht.
Bij het afschrift van het bericht dat naar de representatieve werknemersorganisaties en naar de representatieve organisaties van kaderleden wordt gezonden moet een afschrift worden gevoegd van de lijst van de leden van het leidinggevend personeel en van de kaderleden indien deze lijsten niet in het bericht voorkomen.
Wanneer er in de onderneming geen raad of comité bestaat, wordt een afschrift van de voorlopige kiezerslijsten eveneens naar de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties gezonden die op nationaal vlak werden opgericht en waarvan U het adres in bijlage kan vinden. 3.3. Rechtzetting van de verkiezingsdatum Indien de in het aangeplakte bericht vermelde verkiezingsdatum niet valt op de negentigste dag na de aanplakking ervan, blijft het bericht geldig. De datum van de verkiezingen moet echter in overeenstemming met de voorschriften gebracht worden.
Afdeling 4. - Van dag X tot dag Y : verkiezingsprocedure BERICHT DAT DE DATUM VAN DE VERKIEZINGEN AANKONDIGT 4.1. Schorsing van de kiesverrichtingen, opschorting van de verkiezingen en data van de verkiezingsperiode die samenvallen met een zondag of een gewone inactiviteitsdag. 4.1.1. Schorsing van de kiesverrichtingen.
Indien gedurende de periode vanaf de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt tot de dag van de verkiezingen de meerderheid van de werknemers van de betrokken categorie arbeiders of bedienden bij een staking betrokken is of indien 25 procent van de betrokken categorie arbeiders of bedienden tijdelijk werkloos zijn volgens de documenten van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, kunnen de kiesverrichtingen op verzoek van een representatieve werknemersorganisatie die kandidaten heeft voorgedragen, worden geschorst.
De werkgever en de representatieve werknemersorganisaties die kandidaten hebben voorgedragen kunnen nochtans beslissen de verkiezingen voort te zetten. Bij ontstentenis van dergelijk akkoord stellen zij de datum vast waarop de verkiezingsverrichtingen worden geschorst; de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied wordt hiervan verwittigd. Indien zij nalaten dit te doen, neemt de schorsing een aanvang op het ogenblik dat de voorwaarden voor schorsing vervuld zijn. De schorsing neemt een einde op de dag dat de voorwaarden voor schorsing niet meer vervuld zijn. 4.1.2. Opschorting van de verkiezingen In de ondernemingen waar een raad of een comité moet worden opgericht of vernieuwd, kan de oprichting of de vernieuwing van de raad of het comité geschorst worden mits voorafgaande toestemming van de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het rechtsgebied waarin de onderneming gelegen is : a) wanneer de onderneming besloten heeft al haar activiteiten voorgoed stop te zetten;b) bij gedeeltelijke sluiting, door de stopzetting van één of meer activiteiten, voor zover het aantal tewerkgestelde werknemers kleiner wordt dan het aantal werknemers vastgesteld voor de oprichting van een raad of van een comité of voor hun samenvoeging. De sociaal inspecteur-districtshoofd vraagt het akkoord van de raad of het comité; indien deze nog niet is opgericht, vraagt hij het akkoord van de werkgever en van de vakbondsafvaardiging van het personeel van de onderneming. De opschorting mag in geen geval één jaar overschrijden. De raad of het bestaande comité blijft gedurende die periode fungeren. De leden die het personeel vertegenwoordigen en de kandidaten blijven bescherming genieten gedurende dezelfde periode. 4.1.3. Data van de verkiezingsperiode die samenvallen met een zondag of een gewone inactiviteitsdag Indien de data van de verkiezingsprocedure samenvallen met een zondag of met een gewone inactiviteitsdag in de onderneming, moet de verrichting ten laatste aan de vooravond van die zondag of van die gewone inactiviteitsdag uitgevoerd zijn. 4.2. X + 7 dagen : bezwaren Uiterlijk de 7e dag na de dag van de aanplakking van het bericht waarbij de datum van de verkiezingen wordt aangekondigd, kunnen de werknemers, de representatieve organisaties van werknemers, alsmede de representatieve kaderledenorganisaties indien een raad moet worden opgericht, bezwaar indienen bij de raad of het comité, of bij ontstentenis hiervan, bij de werkgever voor wat betreft : 4.2.1. De voorlopige kiezerslijsten, wegens het niet inschrijven of onbehoorlijk inschrijven van kiezers of wegens onjuistheden; 4.2.2. De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en hun verdeling per categorie; 4.2.3. De lijst van het leidinggevend personeel, in de mate dat op deze lijst een persoon voorkomt die geen leidinggevende functie vervult; 4.2.4. De lijst van de kaderleden; 4.2.5. Definitieve afsluiting bij afwezigheid van bezwaren De kiezerslijsten, de lijst van het leidinggevend personeel, de lijst van de kaderleden en het aantal evenals de verdeling van de mandaten per orgaan en per categorie zijn definitief bij het verstrijken van de termijn van bezwaar indien geen enkel bezwaar werd ingediend. 4.3. Van X + 7 tot X + 14 Beslissingen betreffende de bezwaren en aanplakking van een rechtzetting Binnen 7 dagen na het verstrijken van de termijn van bezwaar, spreekt de raad of het comité, of bij ontstentenis de werkgever zich uit over de klacht en plakt, in geval van wijziging een rechtzetting aan de dag zelf van zijn beslissing.
Indien er geen raad of comité is, moet de rechtzetting eveneens worden medegedeeld aan de representatieve organisaties en indien het de oprichting van een raad betreft, aan de representatieve organisaties van kaderleden. 4.4. Van X + 14 tot X + 21 : beroepen Binnen 7 dagen na het verstrijken van de termijn binnen dewelke het orgaan zich dient uit te spreken over de bezwaren, kunnen de betrokken werknemers, de betrokken representatieve werknemersorganisaties, alsmede de representatieve kaderledenorganisaties indien een raad moet worden opgericht, tegen de beslissing of de afwezigheid van beslissing een beroep instellen aangaande : 4.4.1. De voorlopige kiezerslijsten; 4.4.2. De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en per categorie; 4.4.3. De lijst van het leidinggevend personeel, in de mate dat op deze lijst een persoon voorkomt die geen leidinggevende functie vervult; 4.4.4. De lijst van de kaderleden; 4.4.5. Definitieve afsluiting bij afwezigheid van beroep De kiezerslijsten, de lijst van het leidinggevend personeel, de lijst van de kaderleden en het aantal evenals de verdeling van de mandaten per orgaan en per categorie zijn definitief bij het verstrijken van de termijn van beroep tegen de beslissing of de afwezigheid van beslissing indien bezwaar werd ingediend maar geen enkel beroep werd ingesteld tegen de beslissing of de afwezigheid van beslissing. 4.5. X + 28 : beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt 4.5.1. Beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt De arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, doet uitspraak binnen de 7 dagen die volgen op de ontvangst van het beroep.
De beslissing van de rechtbank zal het voorwerp uitmaken, indien noodzakelijk, van een rechtzetting van de aanplakking.
Deze beroepen zijn niet vatbaar voor hoger beroep of verzet. 4.5.2. Definitieve afsluiting De kiezerslijsten, de lijst van het leidinggevend personeel, de lijst van de kaderleden en het aantal evenals de verdeling van de mandaten per orgaan en per categorie zijn definitief op het ogenblik waarop de arbeidsrechtbank uitspraak doet over het ingestelde beroep tegen de beslissing of de afwezigheid van beslissing. 4.6. X + 35 : indienen van kandidatenlijsten 4.6.1. Verkiesbaarheidsvoorwaarden Om als afgevaardigde van het personeel verkiesbaar te zijn, moeten de werknemers aan de volgende voorwaarden voldoen : a) ten minste 18 jaar oud zijn;de afgevaardigden van de jeugdige werknemers evenwel moeten ten minste 16 jaar oud zijn en mogen de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben op de datum van de verkiezingen; b) geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel, noch de hoedanigheid hebben van preventieadviseur van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk;c) hetzij sedert tenminste zes maanden tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit waaronder de onderneming ressorteert of in de technische bedrijfseenheid die gevormd wordt door verscheidene juridische entiteiten; - hetzij in totaal gedurende ten minste negen maanden tijdens meerdere periodes tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit waaronder de onderneming ressorteert of in de technische bedrijfseenheid die gevormd wordt door verscheidene juridische entiteiten gedurende het jaar dat voorafgaat aan dit waarin de verkiezingen plaatshebben; voor de berekening van deze periode van negen maanden, wordt rekening gehouden met alle periodes gedurende welke de werknemer werd tewerkgesteld hetzij krachtens een arbeids- of leerovereenkomst hetzij onder gelijkaardige voorwaarden (cf. punt 2.1.1. "Voor de berekening van de drempel, de berekening van het aantal mandaten, de verkiesbaarheidsvoorwaarden en de kiesvoorwaarden, worden beschouwd als werknemers").
Voor de berekening van de anciënniteit wordt er rekening gehouden met de periodes gedurende welke de onderzoeker van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek of van de Fondsen geassocieerd met het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, zijn onderzoeksopdracht heeft uitgeoefend in de instelling, evenals met de periodes gedurende welke een werknemer voor een beroepsopleiding in de onderneming geplaatst is door de gemeenschapsinstellingen bevoegd voor de beroepsopleiding. d) de leeftijd van 65 jaar niet hebben bereikt. De oorzaken van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst hebben geen invloed op de anciënniteitsvoorwaarden.
De voorwaarden van verkiesbaarheid moeten vervuld zijn op de datum van de verkiezingen.
De werknemer die in strijd met de bepalingen van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden, werd ontslagen, mag als kandidaat worden voorgedragen.
Wegens hun functie mogen de preventieadviseur en de arbeidsgeneesheer geen deel uitmaken van de personeelsafvaardiging, noch van de werkgeversafvaardiging bij de raad en het comité. Zij wonen evenwel als deskundigen de vergaderingen bij van het comité. 4.6.2. Neerlegging van de kandidatenlijsten Tot uiterlijk 35 dagen na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, kunnen de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties met name het ABVV, het ACV en de ACLVB, bij de werkgever kandidatenlijsten indienen.
Deze organisaties zijn gemachtigd om volmacht te geven voor de neerlegging van deze kandidatenlijsten. Ze kunnen slechts volmacht geven voor één enkele kandidatenlijst per werknemerscategorie waaraan één of meerdere mandaten werden toegekend.
In de ondernemingen die ten minste 15 kaderleden tewerkstellen, kunnen kandidatenlijsten tot verkiezing van de personeelsafgevaardigden die in de raad de kaderleden vertegenwoordigen eveneens worden ingediend door : - de representatieve organisaties van kaderleden; - ten minste 10 pct. van de kaderleden van de onderneming, met dien verstande dat het aantal ondertekenaars ter ondersteuning van deze lijst niet kleiner mag zijn dan 5 indien het aantal kaderleden minder bedraagt dan 50, en dan 10 indien het aantal kaderleden minder bedraagt dan 100; een kaderlid kan slechts één lijst ondersteunen. 4.6.3. Opstellen van de kandidatenlijsten Op de lijsten mogen niet meer kandidaten voorkomen dan er gewone en plaatsvervangende mandaten toegekend kunnen worden. De kandidaten-arbeiders, kandidaten-bedienden, kandidaten-jeugdige werknemers en de kandidaten-kaderleden moeten onderscheidelijk behoren tot de categorie waarvoor zij ter verkiezing worden voorgedragen en moeten behoren tot de technische bedrijfseenheid waarbinnen hun kandidatuur werd voorgedragen. Eén zelfde kandidaat mag niet op meer dan één kandidatenlijst worden voorgedragen.
De representatieve werknemersorganisaties en de representatieve kaderledenorganisaties en de kaderleden moeten er in de mate van het mogelijke voor zorgen dat werknemers van de verschillende secties van de onderneming op hun kandidatenlijst(en) vertegenwoordigd zijn en moeten erover waken dat de werknemers en de werkneemsters op hun kandidatenlijst(en) vertegenwoordigd zijn in verhouding tot hun respectievelijk belang in elke categorie van werknemers waarvan kandidatenlijsten neergelegd worden.
Op elke kandidatenlijst neergelegd bijvoorbeeld voor de categorie van de bedienden, zou het aantal vrouwen en mannen evenredig moeten zijn met het aantal bedienden en de bedienden tewerkgesteld in de betrokken technische bedrijfseenheid.
In diezelfde zin moeten zij ook de evenredige vertegenwoordiging van in de onderneming tewerkgestelde buitenlandse werknemers op de kandidatenlijsten nastreven.
KANDIDATUREN 4.7. Van X + 35 tot X + 40 4.7.1. Toekenning van lijstnummers De kaderleden die een individuele lijst voordragen moeten de werkgever verzoeken hun een nummer voor de verkiezingen toe te kennen wanneer zij hun lijst indienen.
Wanneer meerdere verzoeken aan de werkgever worden gericht, zal hij of zijn afgevaardigde overgaan tot een loting van aan deze lijsten toe te kennen nummers na de 35e dag van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en voor de aanplakking van de kandidatenlijsten. 4.7.2. Aanplakking van de kandidatenlijsten Uiterlijk op X + 40 laat de werkgever of zijn afgevaardigde een bericht aanplakken met vermelding van de namen van de kandidaten-arbeiders, kandidaten-bedienden, kandidaten-jeugdige werknemers en de kandidaten-kaderleden.
De lijsten moeten overeenkomstig de bij loting bepaalde volgorde worden gerangschikt. De namen van de kandidaten worden ingeschreven in de volgorde van hun voordracht door de representatieve werknemersorganisatie. Dit bericht wordt op dezelfde plaatsen aangeplakt als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
Een vertegenwoordiger van elke organistie die een lijst heeft ingediend, mag de aanplakking bijwonen. 4.8. Van X + 40 tot X + 56 4.8.1. X + 47 : mogelijke klacht tegen de kandidatenlijsten Gedurende een periode van 7 dagen na de aanplakking van de kandidatenlijsten, kunnen de werknemers die op de kiezerslijsten voorkomen, alsmede de betrokken representatieve werknemersorganisaties en de betrokken representatieve kaderledenorganisaties, bij de werkgever elke klacht indienen die in verband met de voordracht van de kandidaten nuttig geacht wordt.
De werknemers die hun kandidatuur wensen in te trekken brengen dit ter kennis van de werkgever binnen dezelfde termijn. 4.8.2. X + 48 : indienen van klachten door de werkgever bij de betrokken organisatie Daags na de in punt 4.8.1. bedoelde dag, legt de werkgever de klacht of de intrekking van de kandidatuur voor aan de organisatie die kandidaten heeft voorgedragen. Enkel in geval van klacht beschikt deze organisatie over een termijn die uiterlijk op de 54e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt een einde neemt, om de lijst met voorgedragen kandidaten te wijzigen als zij dat nodig acht.
De kandidaten die het voorwerp zijn van een klacht omdat ze niet voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden mogen niet vervangen worden wanneer ze geen deel uitmaakten van de ondernemening op de 30ste dag voorafgaand aan de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
Voorbeelden : In een onderneming valt dag X op 6 februari 2004 en is een kandidaat het voorwerp van klacht omdat hij niet voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Deze kandidaat komt niet in het DIMONA-systeem voor tijdens de periode voorafgaand aan de 30 dagen vóór 6 februari 2004, hetzij vóór 7 januari 2004. Hij zal dus niet mogen vervangen worden.
In dezelfde onderneming wordt een kandidaat die het voorwerp is van een klacht omdat hij niet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, aangegeven in het DIMONA-systeem bij indiensttreding op 30 januari 2004. Zijn datum van uitdiensttreding is 1 maart 2004.Hij zal niet mogen vervangen worden.
In dezelfde onderneming wordt een kandidaat die het voorwerp is van een klacht omdat hij niet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, aangegeven in het DIMONA-systeem bij indiensttreding op 15 december 2003. Zijn datum van uitdiensttreding is 1 maart 2004.Hij zal mogen vervangen worden.
In geval van intrekking van de kandidatuur beschikt de organisatie over een termijn die uiterlijk op de 76e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt een einde neemt, om deze kandidaat te vervangen (cf. punt 4.10.). 4.8.3. X + 54 : eventuele wijziging van de kandidatenlijsten De gehuwde vrouwen en de weduwen hebben de keuze om op kandidatenlijsten voor te komen met hun meisjesnaam eventueel voorafgegaan door de naam van hun echtgenoot of van hun overleden echtgenoot. Zij kunnen elke wijziging dienaangaande aan de werkgever meedelen tot uiterlijk bij het verstrijken van de termijn die een einde neemt de 54e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
De kandidaten kunnen aan de werkgever vragen om hun voornaam te laten volgen door hun gebruikelijke voornaam.
Binnen dezelfde termijn betekenen de kandidaten aan de werkgever de aan hun naam of voornaam aangebrachte verbeteringen. 4.8.4. X + 56 : aanplakking van de gewijzigde kandidatenlijst Uiterlijk de 56e dag laat de werkgever de kandidatenlijsten aanplakken, die al dan niet werden gewijzigd door de mannelijke en vrouwelijke kandidaten of door de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve kaderledenorganisaties of de kaderleden die ze hebben voorgedragen (cf. 4.8.2.).
De lijsten moeten overeenkomstig de bij loting bepaalde volgorde worden gerangschikt. De namen van de kandidaten worden ingeschreven in de volgorde van hun voordracht.
Dit bericht wordt op dezelfde plaatsen aangeplakt als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. 4.9. Van X + 47 tot X + 61 : beroep tegen de kandidatenlijsten 4.9.1. Van X + 47 tot X + 52 : beroep van de werkgever indien voorafgaandelijk geen klacht werd ingediend De werkgever kan beroep instellen tegen de voordracht van kandidaten, zelfs indien geen enkele klacht werd ingediend, wanneer de kandidaturen niet in overeenstemming zijn met de wettelijke en reglementaire bepalingen (voorwaarden van verkiesbaarheid, teveel kandidaten op eenzelfde lijst...).
In het geval er geen bezwaar werd ingediend, moet het beroep van de werkgever worden ingesteld ten laatste op de 52e dag te rekenen vanaf de datum van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. 4.9.2. Van X + 52 tot X + 66 : beslissing van de rechtbank over dit beroep De arbeidsrechtbank doet uitspraak binnen de 14 dagen die volgen op de dag van ontvangst van het beroep.
Deze beroepen zijn niet vatbaar voor hoger beoep of verzet. 4.9.3. Van X + 56 tot X + 61 : beroep tegen de gewijzigde kandidatenlijsten na klacht Uiterlijk de 5e dag te rekenen vanaf de datum van de aanplakking van de kandidatenlijsten die al dan niet gewijzigd zijn door de vrouwelijke kandidaten of door de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve kaderledenorganisaties of de kaderleden die deze hebben voorgedragen. De betrokken werknemers, de betrokken representatieve werknemersorganisaties en de betrokken representatieve kaderledenorganisaties alsmede de werkgever kunnen een beroep instellen tegen de voordracht van de kandidaten die aanleiding tot de klacht heeft gegeven. 4.9.4. Van X + 61 tot X + 75 : beslissing van de rechtbank over dit beroep De arbeidsrechtbank doet uitspraak binnen de 14 dagen die volgen op de dag van ontvangst van het beroep.
Deze beroepen zijn niet vatbaar voor hoger beroep of verzet.
De kandidaten waarover de rechtbank geoordeeld heeft dat ze niet voldeden aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, mogen niet vervangen worden indien ze geen deel uitmaakten van de onderneming op de 30ste dag voorafgaand aan de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. 4.10. X + 76 : Vervanging van kandidaten en aanplakking Tot de 14e dag voor de dag van de verkiezingen, kunnen de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve kaderledenorganisaties of de kaderleden die een lijst hebben voorgedragen, na raadpleging van de werkgever, een kandidaat vervangen in de volgende gevallen : - bij het overlijden van een kandidaat; - bij het ontslag gegeven door een kandidaat uit zijn betrekking in de onderneming; - wanneer een kandidaat ontslag neemt uit de representatieve werknemersorganisatie of de representatieve kaderledenorganisatie die hem heeft voorgedragen; - bij de intrekking door de kandidaat van zijn kandidatuur; - bij de wijziging van de categorie van een kandidaat.
De nieuwe kandidaat zal naar keuze van de organisatie die zijn kandidatuur heeft voorgedragen, op de lijst voorkomen hetzij op dezelfde plaats als de kandidaat die hij vervangt, hetzij als laatste kandidaat aan het einde van de lijst.
Zodra de vervanging hem wordt betekend, worden de wijzigingen door de werkgever aangeplakt, op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. 4.11. X + 77 : Afsluiten van de kandidatenlijsten en opmaken van de stembiljetten Na al die mogelijke wijzigingen zijn de kandidatenlijsten definitief.
Deze lijsten mogen niet meer gewijzigd worden na dag Y - 13. Zijn er geen wijzigingen aangebracht aan de oorspronkelijke lijst, dan moet de kandidatenlijst nog eens aangeplakt worden.
Als de kandidatenlijsten definitief zijn, kan de werkgever overgaan tot het opmaken van de stembiljetten.
Een voorbeeld van stembiljet voor werklieden, bedienden, jeugdige werknemers of kaderleden is bij deze omzendbrief gevoegd.
Bovenaan het stembiljet staan de beginletters van de representatieve werknemersorganisaties en van de representatieve kaderledenorganisaties en het nummer dat hun bij loting werd toegekend, alsook het nummer dat aan de individuele voordrachtlijsten van kaderleden werd toegekend.
De namen van de kandidaten worden erop ingeschreven in de volgorde van hun voordracht, gevolgd door de letter M of V naargelang het gaat om een kandidaat of kandidate.
Indien een representatieve werknemersorganisatie of een representatieve organisatie van kaderleden geen kandidaten heeft voorgedragen, moet er op het stembiljet geen ruimte worden gelaten.
Er wordt de werkgever aangeraden om de stembiljetten niet te laten drukken in de kleur van de ene of de andere representatieve organisatie van werknemers of van kaderleden. Er wordt hem eveneens aangeraden om de modellen van stembiljetten te volgen zoals opgenomen in bijlage bij deze omzendbrief en te waken over de naleving van een presentatie waarbij elke mogelijke verwarring tussen de lijsten en tussen de kandidaten vermeden wordt.
SAMENSTELLING VAN DE KIESCOLLEGES EN VAN DE STEMBUREAUS 4.12. Samenstelling van de kiescolleges 4.12.1. Afzonderlijke kiescolleges.
Afzonderlijke kiescolleges worden samengesteld voor de arbeiders en voor de bedienden wanneer het aantal bedienden in een onderneming waar hoofdzakelijk werkliedenpersoneel wordt tewerkgesteld, ten minste 25 bedraagt.
Hetzelfde geldt wanneer in een onderneming waar hoofdzakelijk bediendenpersoneel tewerkgesteld is, het aantal werklieden ten minste 25 bedraagt.
Een afzonderlijk kiescollege wordt eveneens samengesteld voor de jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar, indien de onderneming ten minste 25 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar telt. In dat geval worden zij in mindering gebracht op de categorie arbeiders of de categorie bedienden.
De minimumleeftijd om verkozen te worden bedraagt 16 jaar.
Voor de verkiezing van een raad wordt een afzonderlijk kiescollege samengesteld voor de kaderleden indien de onderneming ten minste 15 kaderleden telt op de lijst die voorkomt in het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en dat aangeplakt is op dag X, of in de bijlage van dit bericht. 4.12.2. Gemeenschappelijke kiescolleges.
Wanneer het aantal jeugdige werknemers ten minste gelijk is aan 25 en dus een afzonderlijk kiescollege dient te worden opgericht voor deze jeugdige werknemers, moet niettemin een gemeenschappelijk kiescollege voor de werknemers van minimum 25 jaar worden opgericht indien het aantal werknemers van minimum 25 jaar van de minderheidscategorie (werklieden of bedienden ) kleiner dan 25 is.
Wanneer het aantal jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar kleiner is dan 25 of indien er geen jeugdige werknemers zijn en het aantal werknemers van de minderheidscategorie (bedienden of werklieden) 25 niet overschrijdt, moet eenzelfde gemeenschappelijk kiescollege worden opgericht voor alle werknemers.
In dit geval bedraagt de minimumleeftijd om verkozen te worden 18 jaar.
Wanneer het aantal kaderleden kleiner is dan 15 en er dus geen afzonderlijk kiescollege voor deze categorie werknemers is, worden deze beschouwd als "bedienden" en maken zij deel uit van het kiescollege van de bedienden.
Voor de berekening van het aantal werknemers per categorie, wordt rekening gehouden met het aantal werknemers dat voor elke categorie is ingeschreven op de kiezerslijsten na het afsluiten ervan. 4.13. Van X + 40 tot X + 70 : samenstelling van de stembureaus 4.13.1. Oprichting.
Voor elk kiescollege is de oprichting van een afzonderlijk stembureau verplicht.
De raad of het comité, of indien er nog geen is, de werkgever mag verscheidene bureaus samenstellen voor ieder kiescollege, zo de omstandigheden dit vereisen. 4.13.1.1. Hoofdbureau en secundaire bureaus.
In elk kiescollege wordt één van deze bureaus door de raad of het comité, of indien er nog geen is, door de werkgever tot hoofdbureau aangewezen, het (of de) andere bureau(s) van hetzelfde kiescollege vormt (vormen) het (de) secundaire bureau(s). 4.13.2. X + 40 : aanwijzing van de voorzitters van de stembureaus en tussenkomst van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten in geval er geen akkoord is.
De voorzitter van elk bureau wordt gekozen door de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan door de werkgever in akkoord met de vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, door de werkgever in akkoord met de betrokken representatieve werknemersorganisaties.
Hij wijst eveneens een plaatsvervangend voorzitter aan die opgeroepen wordt om de voorzitter te vervangen wanneer deze in de onmogelijkheid verkeert om zijn functie uit te oefenen.
Indien op de dag van de aanplakking van de kandidatenlijsten geen akkoord is bereikt, stelt de werkgever de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied daarvan in kennis. Deze mag hetzij het voorzitterschap van een hoofdbureau op zich nemen en de voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters van de andere bureaus aanwijzen, hetzij de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitters van het hoofdbureau en van de andere bureaus aanwijzen wanneer hij verhinderd is het voorzitterschap van een hoofdbureau op zich te nemen.
Zowel in het ene als in het andere geval worden de voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters onder het personeel van de onderneming aangewezen. Ze mogen niet onder de kandidaten worden gekozen. Bij bemiddeling van de sociaal inspecteur-distictshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied en zo het niet mogelijk is deze voorzitters aan te wijzen onder het personeel van de onderneming kan de sociaal inspecteur-districtshoofd daartoe een sociaal inspecteur aanwijzen die onder zijn gezag staat. 4.13.3.X + 54 : aanwijzing van alle leden van de stembureaus De secretaris evenals een plaatsvervangende secretaris van elk stembureau wordt aangewezen door de voorzitter van dit bureau.
Vier bijzitters worden door de raad of het comité aangesteld; als deze geen beslissing neemt, dan wijst de sociaal inspecteur-districtshoofd of een sociaal inspecteur die hij afvaardigt, de bijzitters aan.
Wanneer nog geen raad of comité is opgericht, wijst de voorzitter de bijzitters aan.
Indien bij de aanvang of hervatting van de kiesverrichtingen één of meer bijzitters afwezig zijn, wijst de voorzitter, om hen te vervangen, kiezers aan onder de eersten die zich aanbieden bij het stembureau zonder dat deze aanwijzing, voor zover mogelijk, de goede gang van de onderneming mag schaden.
De secretaris en de bijzitters moeten op de kiezerslijsten van hun categorie voorkomen. Met de instemming van de werknemers-afgevaardigden, of van de representatieve werknemersorganisaties mag evenwel afgeweken worden van het voorschrift dat zij tot dezelfde werknemerscategorie moeten behoren (een bediende zou secretaris of bijzitter van een stembureau van het kiescollege van werklieden kunnen zijn). Zij mogen niet onder de kandidaten worden gekozen en zij moeten deel uitmaken van het personeel van de onderneming.
De aanwijzing van alle leden van de bureaus moet gebeuren uiterlijk op de 54e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. Het bericht dat de ledenlijsten van het kiesbureau aankondigt blijft aangeplakt tot de 86e dag die volgt op de stemming. 4.13.4. X + 60 : aanplakking van de samenstelling en van de verdeling van de stembureaus De 60e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, laat de raad of het comité, of indien er nog geen is, de werkgever op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt een bericht aanplakken waarop de samenstelling van de stembureaus en de indeling van de kiezers per bureau zijn aangegeven. De organisaties die kandidaten hebben voorgedragen, ontvangen een afschrift van dit bericht.
Zij wijzen het stembureau aan waar iedere getuige zijn opdracht gedurende het hele verloop der verrichtingen zal uitvoeren en verwittigen hierover de getuigen die zij hebben aangewezen. 4.13.5. X + 70 : aanwijzing van de getuigen Zeventig dagen na de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen vaststelt kunnen de betrokken representatieve organisaties als getuigen bij de kiesverrichtingen zoveel werknemers aanwijzen als er stembureaus zijn en evenveel plaatsvervangende getuigen.
De getuigen stemmen in het bureau waar zij dienst doen. Indien zij volgens de werknemerscategorie waartoe zij behoren (werklieden, bedienden, jeugdige werknemers of kaderleden) in een ander bureau moeten stemmen, mogen zij om een schorsing van de kiesverrichtingen verzoeken voor de tijd die nodig is voor het uitbrengen van hun stem. 4.13.6. X + 79 : Vrijstelling van het organiseren van verkiezingen De kiesprocedure wordt stopgezet aan de vooravond van het versturen of het overhandigen van de oproepingsbrieven voor de verkiezing wanneer geen enkele kandidatenlijst is ingediend. Hetzelfde geldt wanneer één enkele representatieve werknemersorganisatie en/of één enkele representatieve organisatie van kaderleden of wanneer enkel één groep van kaderleden een aantal kandidaten voordraagt dat gelijk is aan of lager is dan het aantal toe te kennen gewone mandaten; in dat geval zijn de kandidaten van rechtswege verkozen.
In praktijk kunnen drie situaties zich voordoen : * één enkele kandidatenlijst werd neergelegd met een kandidatenaantal dat gelijk is aan of lager dan het aantal toe te wijzen gewone mandaten. In dit geval moet een kiesbureau worden samengesteld voor de betrokken personeelscategorie. Het bureau handelt zoals bepaald in punt 5.6. en vermeldt in het proces-verbaal de reden waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden. * geen enkele kandidatenlijst werd neergelegd voor geen enkele personeelscategorie. In dit geval is er geen reden om een kiesbureau samen te stellen. De werkgever neemt zelf de beslissing om de kiesprocedure stop te zetten na verloop van de termijn voor de voordracht van de kandidatenlijsten (X + 35) of, in voorkomend geval, na kennisgeving van het vonnis dat alle kandidaturen zou nietig verklaren (X + 75). De werkgever plakt op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, een bericht aan met vermelding van zijn beslissing tot stopzetting van de kiesprocedure en van de reden waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden. Hij verzendt een afschrift van dit bericht naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Dienst Inspraakorganen, Belliardstraat 51, 1040 Brussel. * geen enkele kandidatenlijst werd neergelegd voor één of meerdere personeelscategoriëen maar één of meerdere lijsten werden ingediend voor minstens één andere personeelscategorie. In dit geval handelt het kiesbureau dat samengesteld is voor de categorie die het grootste aantal kiezers telt, zoals bepaald in punt 5.6. en vermeldt in het proces-verbaal de reden waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden.
De werkgever plakt op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, een bericht aan met de beslissing om de kiesprocedure stop te zetten en, in voorkomend geval, de samenstelling van de raad of het comité. 4.13.7. X + 79 : Schrapping van de kiezerslijsten Ten laatste aan de vooravond van het versturen van de oproepingsbrieven voor de verkiezing, schrapt de raad of het comité, bij een beslissing genomen met eenparigheid van stemmen, de werknemers die geen deel meer uitmaken van de onderneming op het ogenblik waarop de beslissing wordt genomen, van de kiezerslijsten.
Bij ontstentenis van een raad of een comité, wordt deze beslissing genomen door de werkgever met het akkoord van alle leden van de vakbondsafvaardiging.
Deze beslissingen zijn niet vatbaar voor beroep.
Deze schrappingen hebben geen gevolgen voor de samenstelling van de kiescolleges en stembureaus. 4.14. X + 80 : Oproeping van de kiezers. 4.14.1. Verzending of overhandiging van de oproepingsbrieven De kiezers worden door de werkgever voor de verkiezingen opgeroepen.
De oproepingsbrief wordt hen in de onderneming overhandigd ten laatste 10 dagen voor de datum van de verkiezingen.
Een bericht dat aangeplakt wordt op de dag van deze overhandiging, duidt aan dat deze plaats heeft gehad.
De kiezer die gedurende de dag waarop de oproepingsbrief moet worden overhandigd niet in de onderneming aanwezig is, wordt opgeroepen bij een dezelfde dag ter post aangetekende brief.
Ingeval per brief wordt gestemd, stuurt de voorzitter van het stembureau op dezelfde dag aan de kiezer de oproepingsbrief samen met het of de gestempelde stembiljet(ten). De verzending geschiedt bij een dezelfde dag ter post aangetekende brief.
De getuigen moeten door de voorzitter behoorlijk worden verwittigd en mogen deze verrichting bijwonen.
De oproepingsbrief moet de volgende vermelding bevatten : "Om de afvaardiging die zal worden verkozen een werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven, hebben alle werknemers tot plicht aan de stemming deel te nemen". 4.14.2. Verzending van de stembiljetten voor de stemming per brief De stemming per brief kan enkel worden toegestaan : 1. bij aanzienlijke spreiding van het personeel (voorbeelden : over het hele land verspreide winkels die slechts één of twee personen per vestiging tewerkstellen, vervoerbedrijven waarvan de chauffeurs op de baan zijn, ondernemingen die herstellingen van apparaten uitvoeren aan huis...); 2. in geval van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;3. in geval van nachtarbeid voor zover aan volgende voorwaarden is voldaan : - het aantal tewerkgestelde werknemers tussen 20 uur en 6 uur op de dag van de verkiezing overschrijdt niet 5 % van het aantal op deze datum tewerkgestelde werknemers; - en het aantal tewerkgestelde werknemers tussen 20 uur en 6 uur op de dag van de verkiezing overschrijdt niet vijftien; 4. wanneer de werknemers niet werken tijdens de openingsuren van de stembureaus. Daartoe moet de werkgever het akkoord bekomen van alle vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties en van de representatieve kaderledenorganisaties die kandidaten hebben voorgedragen voor de betrokken categorie, uiterlijk 56 dagen na de dag van de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt.
Zodra dit akkoord is bereikt moet de werkgever een afschrift ervan zenden naar de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het rechtsgebied van de onderneming.
De getuigen mogen aanwezig zijn bij al de verrichtingen vereist door de stemming per brief.
Indien de stemming per brief geschiedt, stuurt de voorzitter van het kiesbureau ten minste 10 dagen voor de verkiezingsdatum aan de kiezer, per aangetekend schrijven, de oproepingsbrief alsmede het (de) afgestempelde stembiljet(ten). Het gevouwen en afgestempelde stembiljet wordt in een eerste omslag gestoken, die open gelaten wordt en geen enkel opschrift draagt. Een tweede omslag, eveneens open doch gefrankeerd, wordt bij de zending gevoegd en draagt het volgende opschrift : « Aan de voorzitter van het kiesbureau voor de verkiezing van de ondernemingsraad (of van het comité voor preventie en bescherming op het werk) van ...(naam van de onderneming), straat ..., te... ».
Op deze omslag staan eveneens de aanwijzing van het stembureau "bedienden", "arbeiders", "jeugdige werknemers" of "kaderleden" alsook de vermelding "afzender" en de naam van de kiezer en dat deze zal moeten gevolgd worden door diens handtekening en de vermelding van het verplicht karakter van het plaatsen van de handtekening van de kiezer.
Dit alles wordt aan de kiezer onder een derde en door de voorzitter van het stembureau ondertekende omslag geadresseerd.
Het voorgaande geldt voor elk stembiljet dat aan de kiezer wordt gezonden.
Indien de stemming per brief geschiedt, steekt de kiezer, na zijn stem te hebben uitgebracht, het stembiljet rechthoekig in vieren gevouwen zodat de vakken bovenaan de lijsten naar binnen zijn gekeerd, terug in de omslag.
Hij sluit deze eerste omslag en steekt hem in de tweede omslag waarop het adres van de voorzitter van het stembureau voorkomt; hij sluit deze tweede omslag en brengt er de vermeldingen op aan die hierboven zijn bepaald.
De omslag met het stembiljet mag over de post of op onverschillig welke wijze worden verzonden. Deze moet aankomen voor de sluiting van de stemming.
De na het sluiten van de stemming ingekomen stembiljetten worden als ongeldig beschouwd.
In dat geval opent de voorzitter de buitenomslagen, in aanwezigheid van het daartoe speciaal samengeroepen bureau en zendt de binnenomslagen waarin het stembiljet steekt aan de sociaal inspecteur-districtshoofd die voor de vernietiging ervan zorgt.
Het aantal van deze stembiljetten en de naam van de kiezers van wie het stembiljet na het sluiten van de stemming is aangekomen, worden vermeld in een speciaal proces-verbaal dat door de voorzitter en de secretaris van het bureau wordt ondertekend. De getuigen mogen hierbij aanwezig zijn.
Afdeling 5. - Dag X + 90 of dag Y : verkiezingen en stemopneming 5.1. De stemverrichtingen 5.1.1. Datum, uur van de verkiezingen De stemming heeft plaats negentig dagen na de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt (dag X ), in de lokalen die door de werkgever ter beschikking van de stembureaus worden gesteld.
De openingsuren van de stembureaus worden derwijze vastgesteld dat alle werknemers tijdens de werkuren aan de stemming kunnen deelnemen en zonder dat de goede gang van de onderneming erdoor kan verhinderd worden. De kiesverrichtingen hebben plaats op een werkdag en moeten op dezelfde dag beëindigd zijn.
Nochtans wanneer het niet mogelijk is de kiesverrichtingen tot één dag te herleiden, mogen zij gedurende verscheidene, zelfs niet achtereenvolgende werkdagen worden voortgezet, na akkoord van de raad of het comité of bij ontstentenis daarvan, van de vakbondsafvaardiging.
Wanneer het niet mogelijk is alle werknemers toe te laten deel te nemen aan de verkiezing gedurende hun werkuren, betaalt de werkgever de verplaatsingskosten van de werknemers terug die zich naar de stembureuas begeven buiten hun werkuren. 5.1.2. Taak van het stembureau Het stembureau draagt de verantwoordelijkheid voor de kiesverrichtingen en de werkgever moet het stembureau alle faciliteiten verlenen die voor het vervullen van zijn taak vereist zijn.
De werkgever moet het voor elk bureau bestemd lokaal zo inrichten, dat het geheim van de stemming wordt bewaard.
Indien het noodzakelijk is en om niet een te groot aantal personeelsleden opgeroepen om de stembureaus te laten fungeren, te moeten inzetten, is het mogelijk slechts één enkel stembureau op te richten voor de verschillende categorieën van werknemers.
In de praktijk wordt in ieder geval sterk aangeraden om de verschillende categorieën van werknemers te laten stemmen in een zelfde bureau, maar op verschillende uren, bijvoorbeeld de arbeiders stemmen van 9 tot 10 uur en de bedienden van 10 tot 11 uur.
Voor de stemverrichtingen en stemopneming, en inzonderheid voor de inrichting der lokalen, het verzegelen der stembussen, het opmaken en het bewaren van de processen-verbaal alsmede het bewaren van de bij de stemming gebruikte stembiljetten, moet de voorzitter zich gedragen naar de onderrichtingen van de sociaal inspecteur-districtshoofd of van een sociaal inspecteur die hij afvaardigt. 5.1.3. Begeleiding van de kiezer.
De voorzitter mag aan een kiezer die tengevolge van een lichaamsgebrek niet in staat is om alleen naar de voor de stemming bestemde plaats te gaan of om alleen zijn stem uit te brengen, toestemming geven om zich door iemand te laten geleiden of bij te staan. 5.2. Verloop van de stemverrichtingen 5.2.1. Volledigheid van het stembureau Indien één of meer bijzitters niet aanwezig zijn op op het uur van aanvang of van hervatten van de stemverrichtingen, wijst de voorzitter vervangers aan onder de kiezers die zich als eersten aanbieden, er op lettend dat zijn keuze, voor zover het mogelijk is, de goede gang van de onderneming niet schaadt. 5.2.2. Stembiljetten De namen van de kandidaten die voorkomen op de stembiljetten moeten in overeenstemming zijn met deze van de definitieve kandidatenlijsten.
Indien er één of meer secundaire stembureaus opgericht zijn, dient de voorzitter van het hoofdbureau de nodige stembiljetten te verzenden of te overhandigen daags voor de verkiezingen aan de voorzitter van elk secundair stembureau.
Op de omslag moet het adres van de geadresseerde en het aantal ingesloten stembiljetten worden vermeld. De omslag mag slechts in aanwezigheid van het regelmatig samengesteld bureau worden geopend.
De voorzitter vergewist zich of de stembiljetten rechthoekig in vieren zijn gevouwen zodat de vakken bovenaan de lijsten naar binnen zijn gekeerd; hij stempelt ze op de keerzijde, voor al de stembiljetten op dezelfde plaats, met een zegel waarop de datum van de verkiezingen is vermeld. De voorzitter moet alle schikkingen nemen opdat deze stempel niet bedrieglijk zou worden aangebracht. 5.2.3. Overhandigen van de stembiljetten Indien er slechts één kiescollege is opgericht, in geval gelijktijdig wordt gekozen voor de kandidaten-bedienden en voor de kandidaten-arbeiders, krijgt de kiezer van de voorzitter een stembiljet met de naam van de kandidaten-bedienden en een ander met de naam van de kandidaten-arbeiders.
Wanneer er slechts één kiescollege is opgericht, in geval alleen lijsten van kandidaat-bedienden zijn ingezonden, krijgt de kiezer van de voorzitter slechts één stembiljet met de naam van de kandidaten-bedienden; in geval enkel lijsten van de kandidaten-arbeiders zijn ingezonden, krijgt de kiezer van de voorzitter slechts één stembiljet met de naam van de kandidaten-arbeiders.
Wanneer afzonderlijke kiescolleges voor bedienden, voor arbeiders en voor kaderleden zijn opgericht, krijgt de kiezer van de voorzitter slechts één stembiljet, naargelang van de categorie van werknemers waartoe hij behoort.
Wanneer een gemeenschappelijk kiescollege voor de bedienden en de arbeiders en een afzonderlijk kiescollege voor de kaderleden zijn opgericht, ontvangen de kiezers die behoren tot het gemeenschappelijk kiescollege voor de bedienden en de arbeiders een stembiljet met de naam van de kandidaten-bedienden en een ander met de naam van de kandidaten-arbeiders, terwijl de kiezers die behoren tot het afzonderlijk kiescollege voor de kaderleden een stembiljet ontvangen met de naam van de kandidaten-kaderleden.
Wanneer een afzonderlijk kiescollege voor jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar is opgericht, krijgen de kiezers jonger dan 25 jaar van de voorzitter slechts één stembiljet met de naam van de kandidaten-jeugdige werknemers.
De voorzitter moet een nieuw stembiljet overhandigen aan de kiezer die zijn stembiljet heeft beschadigd. De kiezer moet erover waken dat het stembiljet dat hij in de stembus steekt geen merk, scheur of vlek vertoont, die de ongeldigverklaring ervan kan meebrengen. 5.2.4. Geldige stemmen Als algemene regel geldt dat de kiezer niet meer stemmen mag uitbrengen dan er gewone mandaten te begeven zijn.
Wanneer hij zijn voorkeur wil geven aan één enkele voorgedragen lijst en met de orde van voordracht van de kandidaten van deze lijst akkoord gaat, stemt hij in het vakje boven een lijst.
Wanneer hij deze rangorde wil wijzigen, brengt hij één of meer naamstemmen uit in het vakje naast de naam van de kandida(a)t(en) van die lijst aan wie hij zijn voorkeurstem wil geven.
Bontstemmen is verboden. Onder bontstemmen wordt verstaan, het uitbrengen van een naamstem voor kandidaten van verschillende lijsten door naast de naam van die kandidaten te stemmen. Deze wijze van stemmen leidt tot een ongeldige stem. 5.2.5. Stemming Na zijn stem in het hiervoor bestemde gedeelte van het lokaal uitgebracht te hebben,steekt de kiezer zijn gevouwen stembiljet in de stembus. Wanneer slechts één kiescollege is opgericht en gelijktijdig voor kandidaten-bedienden en voor kandidaten-arbeiders wordt gekozen, worden twee stembussen gebruikt die respectievelijk voor beide categorieën zijn bestemd.
Wanneer de kiezer de voorafgaande bepalingen niet naleeft kan de voorzitter zijn stembiljet terugnemen en vernietigen, doch moet hij hem een ander geven. De voorzitter moet eveneens een nieuw biljet geven aan de kiezer die zijn stembiljet heeft beschadigd. Het is zijn taak erover te waken dat het biljet dat hij in de stembus steekt geen enkel merk, scheur of vlek bevat dat zou kunnen leiden tot vernietiging.
Wanneer de kiesverrichtingen verschillende dagen duren, neemt de voorzitter van het bureau alle nodige maatregelen ter bewaring van de stembussen, van de stembiljetten en van de documenten betreffende de kiesverrichtingen. Hierbij gedraagt hij zich naar de onderrichtingen van de sociaal inspecteur-districtshoofd of van de sociaal inspecteur die hij afvaardigt. De stembussen moeten op het einde van iedere kieszitting verzegeld worden.
De getuigen hebben het recht op de verzegelingsband een kenteken te plaatsen. 5.2.6. Afsluiting van de stemverrichtingen Voordat het bureau het proces-verbaal van de verkiezingen sluit, geeft de voorzitter aan het bureau de omslagen die hij van de per brief stemmende kiezers heeft ontvangen, maar zonder deze te openen.
De naam van ieder per brief stemmende kiezer wordt aangestipt op de kiezerslijst.
De voorzitter opent de buitenomslagen en steekt de binnenomslagen met stembiljetten in de daarvoor bestemde stembus, zonder dat deze binnenomslagen mogen geopend worden. 5.3. Stemopneming Na de afsluiting van de stemverrichtingen,gaat het bureau over tot de stemopneming. Indien het nodig blijkt, kan de voorzitter beslissen om de opnemingsverrichtingen te verdagen. In dat geval moet hij alle nodige maatregelen treffen ter bewaring van de stembussen, van de biljetten en van de voor de stemming gebruikte documenten.
Hierbij gedraagt hij zich naar de onderrichtingen van de sociaal inspecteur-districtshoofd of van de sociaal inspecteur die hij afvaardigt.
Het schikken van de biljetten bij reeksen moet met de grootste zorg worden uitgevoerd.
Een afzonderlijke reeks moet worden gevormd voor de blanco of ongeldige stembiljetten, een andere voor de verdachte stembiljetten. 5.3.1. Gemeenschappelijk kiescollege voor arbeiders en bedienden Indien in een kiescollege tegelijkertijd voor arbeiders en bedienden gestemd werd, gebeuren de stemopnemingsverrichtingen voor elke categorie afzonderlijk. 5.3.2. Opneming van de per brief uitgebrachte stemmen De voorzitter van het stembureau opent de stembus en haalt er de omslagen uit met de per brief uitgebrachte stemmen. Hij opent deze omslagen en haalt er de stembiljetten uit, zonder ze open te vouwen.
Wanneer één omslag meer dan één stembiljet bevat, worden deze ongeldig verklaard. De voorzitter doet de andere stembiljetten terug in de stembus en de inhoud ervan wordt gemengd. Daarna ledigt de voorzitter de stembus en telt de stembiljetten zonder ze open te vouwen. Hun aantal wordt opgetekend in het speciaal proces-verbaal, evenals de naam van de kiezers wier stembiljet binnengekomen is na de afsluiting van de stemming of die reeds hun stem hebben uitgebracht in het stembureau.
Wanneer een kiezer die voorkomt op de kiezerslijsten en die een biljet voor de stemming per brief ontvangen heeft, komt stemmen in het stembureau, wordt zijn stem als geldig beschouwd. De voorzitter van het stembureau zal zorgen voor de annulering van het biljet voor de stemming per brief van dezelfde kiezer. 5.3.3. Schikking van de stembiljetten Nu worden de stembiljetten opengevouwen en met de hulp van de bijzitters worden zij in volgende categorieën verdeeld : 1° de stembiljetten met geldige stemmen voor één enkele lijst of met naamstemmen voor één of meer kandidaten van deze lijst;een afzonderlijke categorie moet worden gevormd voor elke lijst in de volgorde van de lijstnummers.
De stembiljetten met een stem bovenaan de lijst en met een stem ten gunste van één of meer kandidaten van dezelfde lijst worden bij deze reeks geschikt, de stem bovenaan de lijst wordt dan als de enig geldige beschouwd. Hetzelfde geldt indien het stembiljet meer naamstemmen telt dan er gewone mandaten te begeven zijn. 2° de ongeldige stembiljetten Zijn ongeldig : - andere stembiljetten dan die welke aan de kiezer werden overhandigd; - stembiljetten waarop meer dan één stem bovenaan een lijst werd uitgebracht; - stembiljetten waarop de kiezer terzelfdertijd een lijststem en één of meerdere naamstemmen voor één of meerdere kandidaten van één of meerdere lijsten heeft uitgebracht, of stembiljetten waarbij de kiezer een stem gaf aan de kandidaten van verschillende lijsten (gepanacheerde stembiljetten); - stembiljetten waaraan de kiezer door een teken, een schrapping of een merk zou kunnen worden herkend;
In geval van stemming per brief, worden eveneens als ongeldig beschouwd : - de na de afsluiting van stemming binnengekomen stembiljetten; - de stembiljetten die teruggestuurd werden door een kiezer die reeds is komen stemmen in het stembureau; - de stembiljetten die teruggestuurd werden in eenzelfde omslag door een kiezer die per brief stemt. 3° de blanco stembiljetten Zijn blanco, de stembiljetten waarop niet gestemd is.4° de verdachte stembiljetten De voorzitter rangschikt bij de verdachte stembiljetten deze waarvan hij de geldigheid twijfelachtig vindt en deze waarover een lid van het bureau voorbehoud meent te moeten maken. Volgens de beslissing van de voorzitter worden ze gevoegd bij de reeks waartoe zij behoren. Indien één of meer leden van het bureau voorbehoud menen te moeten maken aangaande de beslissing van de voorzitter, wordt daarvan akte genomen in het proces-verbaal. In dat geval parafeert de voorzitter het betwiste stembiljet. 5.3.4. Beoordeling van de geldigheid van de stembiljetten.
Bij de beoordeling van de geldigheid van de stembiljetten moet een belangrijk onderscheid worden gemaakt tussen de tekens welke het gevolg kunnen zijn van de geringe handigheid van de kiezer bij het gebruik van het stempotlood en andere tekens.
In het eerste geval (onvolmaakt aangebrachte stemmingsmerk, niet volledig zwart maken van het wit middelpunt van het stemvakje) mag het bureau slechts dan het stembiljet ongeldig verklaren wanneer de kiezer zich klaarblijkelijk heeft willen kenbaar maken.
Wat de andere al dan niet opzettelijke tekens betreft (vlekken, scheuren, nagelkrabben, onregelmatige plooien, tekens met het potlood aangebracht buiten het stemvakje, enz.) geven deze aanleiding tot de ongeldigverklaring van het stembiljet zodra zij de kiezer doen kennen, zonder dat dient nagegaan of een bedrieglijk inzicht aan de basis ervan ligt.
De strikte toepassing van deze regel is noodzakelijk om het geheim van de stemming te waarborgen.
Het bureau dient evenwel ervan af te zien stembiljetten ongeldig te verklaren die lichte gebreken vertonen en klaarblijkelijk te wijten zijn aan het drukken of vervaardigen van het stembiljet of aan het snijden van het stempapier.
De kiesbureaus mogen stemmen aanvaarden die niet uitgebracht werden met het kiespotlood, voor zover de anonimiteit van de kiezer gewaarborgd blijft. 5.3.5. Opneming van de naamstemmen Om tot de aanwijzing van de effectief verkozenen en van de plaatsvervangers van elke lijst te kunnen overgaan, is het nodig een opnemingstabel te gebruiken die als titel draagt : "Opnemingstabel van de onvolledige lijststembiljetten"(naamstemmen).
Er wordt aanbevolen onderstaande modeltabel te gebruiken : Naam van de Aantal Totalen kandidaten stemmen Colvin ...................................... . . . . .
Delval ...................................... . . . . .
Geirts ...................................... . . . . . enz.
Bij het aflezen van de stembiljetten waarbij slechts aan enkele kandidaten van één lijst stemmen gegeven zijn, moet het lid van het bureau dat met het aanstippen belast is, naast de afgelezen namen, een streepje aanbrengen.
Op deze wijze zal deze telling zeer vlot verlopen en zal er een ernstige waarborg zijn tegen mogelijke vergissingen. 5.3.6. Tellen van de stemmen en opstellen van het proces-verbaal van de kiesverrichtingen.
De voorzitter verstrekt de op bijlagen A en B van deze omzendbrief gevraagde inlichtingen. De teruggenomen en de ongebruikte stembiljetten, alsmede de lijsten die voor het aanstippen hebben gediend, ondertekend door de leden van het bureau die ze aanstreepten en door de voorzitter, worden in een te verzegelen omslag gestoken.
De getuigen hebben het recht hun opmerkingen in het proces-verbaal te doen opnemen en een kenteken aan te brengen op de verzegelde omslagen.
Bij het opstellen van het proces-verbaal van de kiesverrichtingen berekent het bureau : - het aantal ongeldige stemmen; - het aantal blanco stemmen; - voor elke lijst, het aantal bovenaan de lijst uitgebrachte stemmen; - voor elke lijst, het aantal van de ten gunste van de kandidaten van de lijst uitgebrachte stemmen; - het aantal door ieder kandidaat bekomen naamstemmen.
Het bureau vermeldt de getallen op bijlagen C en D van het model van het proces-verbaal.
Wanneer deze verrichtingen zijn beëindigd, worden de stembiljetten, geschikt volgens hun reeks, in afzonderlijke en gesloten omslagen gedaan. De verdachte stembiljetten worden geviseerd door de voorzitter.
Hij zendt deze omslagen naar de voorzitter van het hoofdbureau; indien er geen hoofdbureau bestaat zendt hij ze onverwijld naar de werkgever. 5.3.7. Afsluiting van de opnemingsverrichtingen Wanneer deze verrichtingen zijn beëindigd, worden de stembiljetten, geschikt volgens hun reeks, in afzonderlijke en gesloten omslagen gedaan.
Indien er een hoofdbureau bestaat worden de processen-verbaal van de secundaire stembureaus aan het hoofdbureau gezonden, ten einde dit te laten overgaan tot de verrichtingen die vermeld zijn in de hiernavolgende punten. 5.4. Verdeling van de mandaten Het stembureau verdeelt de mandaten en wijst de gewone en plaatsvervangende gekozenen aan. Indien er een hoofdbureau is, gebeurt de verdeling en de aanwijzing door het hoofdbureau nadat het de processen-verbaal van stemopneming van de secundaire bureaus ontvangen heeft en nadat het de telresultaten van de verschillende secundaire bureaus heeft samengeteld. 5.4.1. Bepaling van het kiescijfer Ten einde de mandaten onder de verschillende lijsten te verdelen, stelt het bureau het kiescijfer van elke lijst vast, door de optelling van : - het aantal stembiljetten met een lijststem (volledige lijststembiljetten) en - het aantal stembiljetten met naamstemmen voor kandidaten van de lijst (onvolledige lijststembiljetten).
Voorbeeld : Aantal gewone mandaten : 6 Volledige lijststembiljetten : lijst 1 : 60 lijst 2 : 30 lijst 3 : 52 Onvolledige lijststembiljetten : lijst 1 : 22 lijst 2 : 65 lijst 3 : 47 Kiescijfer van lijst 1 : 60 + 22 = 82 Kiescijfer van lijst 2 : 30 + 65 = 95 Kiescijfer van lijst 3 : 52 + 47 = 99 5.4.2. Bepaling van de nuttige quotiënten Het kiescijfer van elke lijst moet achtereenvolgens gedeeld worden door de getallen 1, 2, 3, 4, 5 enz. (de delers). Hierdoor bekomt men een aantal quotiënten. Men houdt alleen rekening met een aantal van deze quotiënten (nuttige quotiënten geheten). Het aantal nuttige quotiënten is gelijk aan het aantal te verdelen mandaten.
De nuttige quotiënten plaatst men op volgorde van grootte, ongeacht de lijst waarop ze voorkomen en te beginnen vanaf het grootste quotiënt.
Nu kent men aan elke lijst zoveel mandaten toe, als deze lijst quotiënten heeft bekomen gelijk aan of hoger dan het laatste nuttige quotiënt.
Voorbeeld : Deler Lijst 1 Lijst 2 Lijst 3 1 82 (3) 95 (2) 99 (1) 2 41 (6) 47,5 (5) 49,56 (4) 3 27,33 31,66 33 Er zijn 6 mandaten te verdelen, dus in totaal 6 nuttige quotiënten.
Lijst 1 bekwam 2 nuttige quotiënten en krijgt dus 2 mandaten.
Lijst 2 bekwam 2 nuttige quotiënten en krijgt dus 2 mandaten.
Lijst 3 bekwam 2 nuttige quotiënten en krijgt dus 2 mandaten. 5.4.3. Bijzondere gevallen - Verschillende lijsten bekomen gelijke nuttige quotiënten Wanneer verschillende lijsten gelijke nuttige quotiënten bekomen, is er betwisting omtrent de toekenning van het mandaat.
Wanneer een mandaat met gelijk recht aan verschillende lijsten toekomt, wordt het toegekend aan de lijst met het hoogste kiescijfer.
In geval van gelijkheid van kiescijfers gaat het mandaat naar de lijst waarop de kandidaat die bij de aanwijzing van de gewone verkozenen (cf. punt 5.5.2.) zich het bijkomend mandaat toegekend zou zien dat aan zijn lijst toekomt en die het meeste aantal stemmen behaald heeft, rekening houdend met de lijststemmen en de naamstemmen, of in geval van gelijkheid, aan deze kandidaat die de grootste anciënniteit in de onderneming heeft. 5.4.3.1. Een mandaat met gelijk recht aan verschillende lijsten, bij ongelijke kiescijfers Wanneer een mandaat met gelijk recht aan verschillende lijsten toekomt, wordt het toegekend aan de lijst met het hoogste kiescijfer.
Voorbeeld : Deler Lijst 1 Lijst 2 Lijst 3 1 60 (1) 30 (3) 20 (5) 2 30 (2) 15 10 3 20 (4) 10 6,66 4 15 (6) Er zijn zes mandaten te verdelen.
Het eerste mandaat komt toe aan lijst 1.
Het tweede mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2. Het wordt in ieder geval toegekend aan lijst 1 met het hoogste kiescijfer (60). Het derde mandaat komt toe aan lijst 2.
Het vierde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 3. Het wordt in ieder geval toegekend aan lijst 1 met het hoogste kiescijfer (60). Het vijfde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 3.
Het zesde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2. Het wordt in ieder geval toegekend aan lijst 1 met het hoogste kiescijfer (60). Samengevat, lijst 1 bekomt 4 mandaten, lijst 2 bekomt 1 mandaat en lijst 3 bekomt 1 mandaat. 5.4.3.2. Een mandaat met gelijk recht komt toe aan verschillende lijsten, bij gelijke kiescijfers Bij gelijke kiescijfers, komt het mandaat toe aan de lijst waarop de kandidaat voorkomt die bij de aanwijzing van de gewone verkozenen (cf. punt 5.4.2.), zich het bijkomend zou zien toegewezen krijgen indien het mandaat naar zijn lijst ging en die de meeste stemmen behaald heeft, rekening houdend met de lijststemmen en de naamstemmen, of bij gelijkheid aan de kandidaat met de grootste anciënniteit in de onderneming.
Voorbeelden : I. - 3 toe te kennen mandaten; - 2 lijsten zijn aanwezig; - er is gelijkheid van kiescijfers tussen de twee lijsten : 24. 1° Eerste stap. Lijst 1 Lijst 2 24 - eerste mandaat 24 - tweede mandaat 12 12 8 8 - het derde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2. 2° Tweede stap : aanwijzing van de gewone gekozenen (fictief). Lijst 1 Lijst 2 Verkiesbaarheidscijfer 24 x 2/2 + 1 = 16 stemmen ten gunste van de orde van de voordracht (aantal lijststemmen) = 12 x 2 = 24 Kandidaten Kandidaten A 4 + 12 = 16 A 3 + 13 = 16 B 1 + 12 = 13 B 5 + 11 = 16 C 6 C 2 D 4 D 3 Kandidaat B van lijst 2 heeft de meeste stemmen behaald, rekening houdend met de lijststemmen en de naamstemmen. Het is dus aan lijst 2 dat het derde mandaat toekomt.
II. - 3 toe te kennen mandaten; - 2 lijsten zijn aanwezig; - er is gelijkheid van kiescijfers tussen de twee lijsten : 10. 1° Eerste stap. Lijst 1 heeft 5 naamstemmen bekomen en 5 stemmen bovenaan de lijst Lijst 2 heeft 3 naamstemmen bekomen en 7 stemmen bovenaan de lijst Lijst 1 Lijst 2 10 - eerste mandaat 10 - tweede mandaat 5 5 - het derde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2. 2° Tweede stap : aanwijzing van de gewone gekozenen (fictief) Verkiesbaarheidscijfer (geheel van nuttige stemmen = stemmen bovenaan de lijst + naamstemmen x het aantal aan de lijst toe te kennen zetels ) het aantal aan de lijst toe te kennen zetels + 1 10 x 2/3 = 6,6 stemmen ten gunste van de orde van de voordracht ( aantal stemmen bovenaan de lijst x het aantal aan de lijst toe te kennen zetels ) Lijst 1 Lijst 2 5 X 2 = 10 7 X 2 = 14 Lijst 1 Lijst 2 Kandidaten Kandidaten A 5 + 2 = 7 A 7 + 0 = 7 De kandidaat van lijst 1 heeft het verkiesbaarheidscijfer bereikt aangezien hij 5 naamstemmen heeft (5 + 2 = 7) evenals de kandidaat van lijst 2 aangezien hij 7 naamstemmen heeft (7 + 0 = 7). De twee kandidaten hebben het verkiesbaarheidscijfer bereikt en het overblijvend mandaat zal toegekend worden aan de lijst waarop de kandidaat met de grootste anciënniteit voorkomt. 5.4.3.3. Een lijst behaalt meer zetels dan zij kandidaten telt.
Indien een lijst meer zetels bekomt dan zij kandidaten telt, blijven de zetels die niet kunnen bezet worden, vacant. 5.5. Aanwijzing van de gekozenen 5.5.1. Berekening van het verkiesbaarheidscijfer Het bijzonder verkiesbaarheidscijfer, eigen aan elke lijst wordt verkregen door het totaal der nuttige stemmen te delen door het aantal aan de lijst toegekende zetels plus één. Wanneer hierin een decimaal voorkomt, wordt het cijfer naar beneden afgerond voor een decimaal van 1 tot 4 en naar boven voor een decimaal van 5 tot 9.
Het totaal van de nuttige stemmen wordt verkregen door het aantal volledige en onvolledige lijststembiljetten te vermenigvuldigen met het door de lijst bekomen aantal zetels.
Voorbeeld : Aantal aan de lijst toegekende zetels . . . . . 5 Volledige lijststembiljetten . . . . . 622 Onvolledige lijststembiljetten . . . . . 666 Vooreerst moet het aantal nuttige stemmen bepaald worden.
Te dien einde wordt het aantal volledige lijststembiljetten, gevoegd bij het aantal onvolledige lijststembiljetten (622 + 666 = 1.288). Dit resultaat wordt daarna vermenigvuldigd met het door de lijst bekomen aantal zetels (1.288 x 5 = 6.440).
Om het verkiesbaarheidscijfer te bekomen wordt het aantal nuttige stemmen gedeeld door het aantal aan de lijst toegekende zetels plus één (6.440 : 6 = 1.073). 5.5.2. Aanwijzing van de gewone gekozenen Zodra het aantal zetels, toe te kennen aan elk van de lijsten, definitief is vastgesteld, moet het bureau nog slechts de verkozenen uitroepen.
Wanneer het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan het aantal zetels, toegekend aan deze lijst, worden al de kandidaten zonder verdere verrichting verkozen verklaard.
Wanneer er meer kandidaten zijn dan het aantal mandaten, toegekend aan de lijst, worden zij ten belope van het aantal zetels dat aan de lijst toegewezen is, toegekend aan de kandidaten die in volgorde van hun voordracht het verkiesbaarheidscijfer bereiken.
Zijn er nog mandaten te begeven dan worden zij toegekend aan de kandidaten die de meeste naamstemmen hebben behaald. Bij gelijk stemmental is de volgorde van de voordracht beslissend.
Alvorens tot deze aanwijzing over te gaan, worden de bovenaan de lijst uitgebrachte stemmen en die dus de voordrachtsorde ten goede komen, individueel toegekend aan de kandidaten bij wijze van overdracht, nadat deze stemmen met het aan de lijst toekomend aantal zetels vermenigvuldigd werden.
De overdracht geschiedt volgens de orde van voordracht van de kandidaten, en voor elk van hen ten belope van het verkiesbaarheidscijfer van de lijst.
Voorbeeld : Wanneer dit verkiesbaarheidscijfer is vastgesteld, moet het totaal van de stemmen die aan de voordrachtsorde ten goede komen onder de kandidaten verdeeld worden.
Dit totaal wordt bekomen door het aantal lijststembiljetten waarop één stem bovenaan werd uitgebracht, te vermenigvuldigen met het aantal zetels, toegekend aan die lijst (622 x 5 = 3.110).
Het bureau hoeft dan nog slechts de 3.110 stemmen te verdelen onder de kandidaten, volgens de orde van voordracht. Deze verdeling geschiedt door bij het door elke kandidaat bekomen aantal naamstemmen het aantal stemmen te voegen nodig om het verkiesbaarheidscijfer te bereiken.
Hieronder deze verdeling voor het in punt 5.5.1. aangehaalde voorbeeld : Naam van deNaam Stemmen bij Totaal kandidaten stemmen wijze van overdracht Ackerman 202 + 871 = 1.073 Barbaix 166 + 907 = 1.073 Ceulemans 196 + 877 = 1.073 Danneels 176 + 455 = 631 Dewachter 48 Durieux 197 Goossens 171 Gysels 73 Puttemans 97 Roose 91 Thiel 160 Na deze verdeling wordt er vastgesteld dat de kandidaten Ackerman, Barbaix, Ceulemans, Danneels en Durieux het grootste aantal stemmen bekomen hebben en als titularissen dienen te worden aangewezen.
Er moet opgemerkt worden dat bij staking van stemmen, voorrang gegeven wordt aan de voordrachtsorde op de lijst. 5.5.3. Aanwijzing van de plaatsvervangers.
Onmiddellijk na de aanwijzing van de titularissen gaat het bureau over tot de aanwijzing van de plaatsvervangers.
Het aantal plaatsvervangers is gelijk aan het aantal effectief verkozenen.
Vooraleer de plaatsvervangers worden aangewezen, gaat het bureau over tot een nieuwe individuele toewijzing van de lijststemmen in de orde van voordracht; deze toewijzing geschiedt op dezelfde wijze als voor de titularissen, doch te beginnen met de eerste van de niet-verkozen kandidaten in de orde van voordracht.
In het hierboven aangehaalde voorbeeld geschiedt de verdeling der lijststemmen, in de orde van voordracht, en de aanwijzing van de plaatsvervangers als volgt : Het aantal te verdelen stemmen (3.110) en het verkiesbaarheidscijfer (1.073), zijn dezelfde als die welke gediend hebben bij de verdeling voor de aanwijzing der titularissen.
Naam van Naam Stemmen toegekend de kandidaten stemmen bij wijze van overdracht Dewachter 48 + 1025 = 1073 1e Goossens 171 + 902 = 1073 2e Gysels 73 + 1000 = 1073 3e Puttemans 97 + 183 = 280 4e Roose 91 Thiel 160 5e Bijgevolg worden op elke lijst waarvan één of meer kandidaten verkozen zijn, de niet-verkozen kandidaten plaatsvervangend verklaard volgens de regel voorzien voor de effectieven, zonder dat hun aantal hoger mag zijn dan het aantal verkozenen van de lijst. 5.6. Opmaken van het proces-verbaal en verzending van de resultaten van de stemming De uitslag van de algemene telling van de stemmen en de namen der effectieve en plaatsvervangende verkozen kandidaten worden opgetekend zoals bepaald op de bijlagen E tot J van het model proces-verbaal in bijlage. De getuigen hebben het recht om hun opmerkingen te laten opnemen in het proces-verbaal van de verkiezing.
Zodra de verrichtingen beëindigd zijn sluit het bureau, dat de mandaten heeft verdeeld en de verkozenen aangewezen, het proces-verbaal af, dat door al de leden van het bureau wordt ondertekend.
De resultaten van de stemming moeten aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg meegedeeld worden voor het opmaken van statistieken. Deze verzending gebeurt langs electronische weg overeenkomstig de nadere regelen vastgesteld door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en ter beschikking van de betrokkenen gesteld op een specifieke site van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, gewijd aan de sociale verkiezingen.
Bij ontstentenis zullen deze gegevens verzonden worden door middel van een statistische steekkaart verstrekt door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
De voorzitter zendt onmiddellijk, voor de raad of het comité : - het origineel van de processen-verbaal naar de sociaal inspecteur-districtshoofd; - een afschrift van de processen-verbaal naar de werkgever; - een afschrift, bij een ter post aangetekende brief, naar de betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties.
De statistische gegevens worden tegelijkertijd verzonden naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De verzending gebeurt overeenkomstig de nadere regelen vastgesteld door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Belangrijke opmerking : Wanneer de onderneming minder dan 100 werknemers tewerkstelt en er dus niet moet overgegaan worden tot verkiezingen voor de hernieuwing van de leden van de raad gezien het mandaat zal uitgeoefend worden door de verkozen leden van het comité, moet bij het invoeren van de resultaten van het comité, op de hiertoe bestemde plaats vermeld worden dat de onderneming een raad heeft die samengesteld is uit leden die verkozen werden bij de verkiezing van de leden van het comité.
Afdeling 6. - Electronisch stemmen Tot electronisch stemmen kan worden overgegaan onder de volgende voorwaarden : 1. Het informatica-systeem dat aangewend wordt, moet beantwoorden aan volgende voorwaarden : 1° in overeenstemming zijn met de wettelijke en reglementaire bepalingen die de verkiezing van de personeelsafgevaardigden in de raden en de comités regelen;2° volgende gegevens registreren die moeten opgenomen worden in het proces-verbaal : - de datum van de verkiezingen - het betrokken orgaan - het nummer van het stembureau - het betrokken kiescollege - het aantal kiezers die aan de stemming hebben deelgenomen (in geval van gemeenschappelijk kiescollege, brengt elke kiezer twee stemmen uit) - het aantal blanco stemmen - het aantal lijststemmen - het aantal uitgebrachte lijststemmen enkel ten voordele van kandidaten van de lijst - het aantal stemmen behaald door elke kandidaat - het aantal effectieve mandaten per lijst - de naam en de voornaam van de gewone verkozenen per lijst - de naam en de voornaam van de plaatsvervangende verkozenen per lijst 3° een beeldscherm tonen dat bij het begin van de kiesverrichting een overzicht geeft van alle lijstnummers en letterwoorden van de kandidatenlijsten;wanneer de kiezer een lijst kiest, moeten de namen van alle kandidaten verschijnen in de volgorde van hun voordracht; deze overzichten moeten een waarborg van neutraliteit bieden; 4° niet toelaten dat een ongeldige stem wordt geregistreerd;de kiezer moet uitgenodigd worden om zijn stem opnieuw uit te brengen. Wanneer meer naamstemmen worden uitgebracht op een lijst dan er toe te kennen zetels zijn of wanneer één of meerdere naamstemmen worden uitgebracht tegelijk met een lijststem, moet het beeldscherm een bericht tonen dat de kiezer erop wijst dat hij teveel naamstemmen heeft uitgebracht op een lijst of dat hij moet kiezen tussen een lijststem en één of meerdere naamstemmen zonder evenwel het aantal toe te kennen zetels te overschrijden. De kiezer moet vervolgens worden uitgenodigd om zijn stemming te herbeginnen; 5° de nodige waarborgen bieden inzake betrouwbaarheid en veiligheid en de onmogelijkheid verzekeren van elke manipulatie van de geregistreerde gegevens evenals het geheim der stemming;6° het gebruik opleggen van verschillende magnetische kaarten wanneer de stemming tegelijk plaatsvindt voor de raad en het comité;7° de bewaring verzekeren van de resultaten van de stemming en van de mogelijkheid tot controle van de stemverrichtingen en van de resultaten door de arbeidsgerechten. Een systeem van electronisch stemmen mag enkel worden gebruikt : - indien het vergezeld is van een attest van de fabrikant dat het systeem beantwoordt aan de voorafgaande voorwaarden; - indien de fabrikant ondersteuning kan waarborgen in geval van technische problemen die rijzen op het ogenblik van de verkiezingen; - indien het werd neergelegd bij de dienst inspraakorganen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Belliardstraat 51, te 1040 Brussel, alwaar een attest zal worden overhandigd. 2. De beslissing om over te gaan tot electronisch stemmen moet met unanimiteit genomen worden door elke betrokken raad of comité. De raad of het comité zal voorafgaandelijk ingelicht zijn van de bovenvermelde.
Deze beslissing is het voorwerp van een vermelding in het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. 3. Vorming De leden van de stembureaus, de plaatsvervangende voorzitters en secretarissen, de getuigen en de kiezers, moeten een passende opleiding krijgen.Elk kiescollege moet afzonderlijk stemmen. De getuigen van het hoofdbureau kunnen de encodering van de kandidatenlijsten bijwonen. 4. Electronisch stemmen en stemming per brief In geval van stemming per brief moeten de nodige waarborgen worden geboden om de geheimhouding te bewaren. Met het oog daarop mag bij het electronisch stemmen de stemming per brief enkel gebeuren via het hoofdstembureau. Van dat bureau moeten ook de eerste tien kiezers die zich aanmelden en niet de leden van dit stembureau mogen zijn, per brief stemmen. De regels betreffende de stemming per brief moeten ook hier nageleefd worden, hetgeen betekent dat de stembrieven van de genoemde kiezers, zoals voor de stemmers per brief, in blanco briefomslagen gestopt worden en gevoegd worden bij de omslagen met de stembrieven van de stemmers per brief.
De telling van de stemmen per brief zal daarna op electronische wijze gebeuren in het hoofdstembureau in aanwezigheid van de getuigen, hetgeen betekent dat elke omslag opengemaakt zal worden en de voorzitter een electronische stem zal uitbrengen overeenkomstig de voorkeur die op de stembrief aangeduid werd. Wanneer de stembrief meer naamstemmen telt dan er toe te kennen zetels zijn of in geval dat er tegelijkertijd één of meer naamstemmen en een lijststem uitgebracht werden, wordt deze stem beschouwd als een lijststem.
Wanneer electronisch gestemd en geteld wordt, dient de verdeling van de mandaten en de aanwijzing van de verkozenen niet noodzakelijk electronisch te geschieden.
Het moet mogelijk zijn bij elke betwisting van het resultaat van de verkiezingen een hertelling van de stemmen te laten plaatsvinden. Met het oog daarop moeten de electronische dragers die voor de verkiezingen hebben gediend, in de onderneming verzegeld bewaard blijven.
Afdeling 7. - Na dag Y 7.1. Y + 1 : Afsluiting van de kiesverrichtingen Uiterlijk daags na de sluiting van de verrichtingen overhandigt de voorzitter de documenten die voor de verkiezingen hebben gediend, in verzegelde omslagen aan de werkgever.
In geval dat de verkiezingen zich uitspreiden over meerdere opeenvolgende dagen, wordt de afsluiting van de kiesverrichtingen uitgevoerd op de laatste dag.
De werkgever bewaart de documenten gedurende een periode van 25 dagen die volgt op de dag van de sluiting van de kiesverrichtingen. In geval van beroep bezorgt de werkgever de documenten aan het bevoegde rechtsorgaan.
Als er geen beroep wordt ingesteld of nadat de definitieve beslissing van het rechtsorgaan van beroep is gevallen, mag de werkgever 25 dagen na het einde van de kiesverrichtingen de stembiljetten vernietigen. 7.2. Y + 2 : Aanplakking van de uitslagen van de verkiezingen samenstelling van de raad of het comité Uiterlijk twee dagen na de sluiting van de kiesverrichtingen wordt door de werkgever op dezelfde plaatsen waar het bericht met de datum van de verkiezingen hing, een bericht aangeplakt met de uitslag van de stemming en de samenstelling van de raad of het comité.
Dat bericht vermeldt duidelijk en nauwkeurig alle personeelsafgevaardigden en alle werkgeversafgevaardigden alsmede hun plaatsvervangers. Het moet aangeplakt blijven tot de vierentachtigste dag die volgt op deze van de stemming.
De werkgeversafgevaardigden en hun plaatsvervangers moeten een leidende functie uitoefenen zoals deze is bepaald in het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en dus over de bevoegdheid beschikken om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden. 7.3. Y + 15 : Beroep bij de arbeidsrechtbank Binnen de 13 dagen na de aanplakking van de uitslag van de stemming kunnen de werkgever, de werknemers, of de betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties beroep instellen bij de arbeidsrechtbank met een verzoek tot gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van de verkiezingen of van de beslissing de procedure stop te zetten of een verzoek tot verbetering van de verkiezingsuitslagen.
Een beroep wordt eveneens binnen dezelfde termijn ingesteld in het geval dat de leden van de werkgeversafvaardiging niet één van de leidinggevende functies, zoals omschreven tijdens de preëlectorale procedure, bekleden. 7.4. Y + 69 : Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt De arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, doet uitspraak uiterlijk binnen de 67 dagen na aanplakking van de uitslag der stemming. Zij kan inzage eisen van de processen-verbaal en van de stembiljetten.
Het vonnis wordt onmiddellijk ter kennis gebracht aan de werkgever, aan ieder der gewone en plaatsvervangende verkozenen, aan de betrokken representatieve werknemers-en kaderledenorganisaties, aan de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten en aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, belast met de inspraakorganen. 7.5. Y + 84 : Hoger beroep tegen deze beslissing bij het arbeidshof Het Arbeidshof neemt kennis van het hoger beroep tegen beslissingen in eerste aanleg van de arbeidsrechtbanken betreffende een verzoek tot gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van de verkiezingen of van de beslissing de procedure stop te zetten of een verzoek tot verbetering van de verkiezingsuitslagen of in het geval dat de leden van de werkgeversafvaardiging niet één van de leidinggevende functies zoals omschreven tijdens de preëlectorale procedure, bekleden.
De termijn om in hoger beroep te gaan bedraagt 15 dagen na de kennisgeving van het vonnis, dus ten laatste 84 dagen na het resultaat van de stemming. 7.6. Y + 86 : Verwijdering van de aangeplakte berichten Volgende berichten moeten aangeplakt blijven tot de 84e dag na het resultaat van de stemming : 1) de datum van de verkiezingen aangeplakt op dag X 2) de verkiezingskalender aangeplakt op dag X 3) de kiezerslijsten aangeplakt op dag X 4) de kandidatenlijsten aangeplakt op dag X + 40 5) de samenstelling en de verdeling van stembureaus aangeplakt op dag X + 60 6) de overhandiging van de oproepingsbrieven voor de verkiezing X + 80 7) het resultaat van de stemming aangeplakt op dag Y + 2 7.7. Y + 144 : Beslissing van het arbeidshof Het arbeidshof waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, doet uitspraak binnen de 75 dagen die volgen op de uitspraak van het vonnis van de arbeidsrechtbank, dus ten laatste 144 dagen na het resultaat van de stemming.
De nieuwe verkiezingsprocedure vangt aan binnen de 3 maanden die volgen op de definitieve nietigverklaring.
De kandidaten die werden voorgedragen voor verkiezingen die zijn nietig verklaard, genieten dezelfde bescherming als de overige kandidaten. 7.8. Eerste vergadering van de nieuwe raad of van het nieuwe comité Is geen beroep tot nietigverklaring van de verkiezingen of tot nietigverklaring van de aanwijzing van een werkgeversafgevaardigde ingesteld, dan wordt de eerste vergadering van de raad of van het comité gehouden uiterlijk binnen 30 dagen na het verstrijken van de door de Koning vastgestelde termijn van beroep of binnen 30 dagen na de gerechtelijke beslissing tot geldigverklaring van de verkiezingen.
De in het voorgaande lid bepaalde algemene regel is evenwel alleen dan van toepassing wanneer geen bijzondere bepalingen in de huishoudelijke reglementen voorkomen waarbij een kortere termijn wordt gesteld.
Indien een beroep tot nietigverklaring van de verkiezingen of tot nietigverklaring van de aanwijzing van een werkgeversafgevaardigde werd ingesteld, blijft de oude raad of het oude comité zijn taken uitvoeren tot de samenstelling van de nieuwe raad of het nieuwe comité definitief is geworden. 7.8.1. Wijze van aanduiding van een secretaris Bij ontstentenis van akkord over de aanwijzing van de sekretaris van de ondernemingsraad en bij ontstentenis van bijzondere bepalingen in het huishoudelijk reglement, wordt de secretaris aangeduid door de representatieve werknemersorganisatie of door de representatieve kaderledenorganisatie waarvan de lijst het grootste aantal stemmen heeft behaald.
Indien er verschillende huishoudelijke reglementen van toepassing zijn, wordt alleen datgene toegepast dat opgesteld is door het paritair orgaan waartoe het grootste aantal werknemers behoort die deel uitmaken van de onderneming.
Het secretariaat van het comité wordt verzekerd door de Interne Dienst, wanneer bij de werkgever één comité moet opgericht worden.
Wanneer een werkgever meerdere technische bedrijfseenheden heeft waarvoor een comité moet opgericht worden, wordt het secretariaat van het comité verzekerd door de afdeling van de Interne Dienst, die is opgericht voor de technische bedrijfseenheid waarvoor het desbetreffende comité is opgericht (artikel 23 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de comités voor preventie en bescherming op het werk). 7.8.2. Wijze van vervanging van een lid van de werkgevers- en de werknemersafvaardiging. 7.8.2.1. Vervanging van een lid van de werkgeversafvaardiging De lijst van de leidinggevende functies bepaald op dag X - 35 en eventueel gewijzigd door de arbeidsrechtbank, evenals bij wijze van aanduiding, de lijst met de leden van het leidinggevend personeel opgenomen in het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt of in de bijlage ervan, wordt bewaard tot de volgende verkiezingen op de plaats waar het arbeidsreglement van de onderneming wordt bewaard.
Wanneer de nieuwe leidinggevende functies gecreëerd worden na de datum van de aanplakking van het resultaat van de verkiezingen, kan de in het vorig lid bedoelde lijst aangepast worden.
In dit geval legt de werkgever schriftelijk een voorstel tot aanpassing van de lijst voor aan de raad of het comité. Hij vermeldt eveneens, bij wijze van aanduiding, de naam van de personen die deze leidinggevende functies uitoefenen. Deze raad of dit comité deelt zijn opmerkingen mee aan de werkgever binnen de maand volgend op de overlegging van het voorstel aan de raad of het comité. Vervolgens deelt de werkgever, schriftelijk, zijn beslissing mee aan de raad of het comité en plakt hij deze aan in de lokalen van de onderneming op de plaats waar het arbeidsreglement bewaard wordt. Binnen de zeven dagen volgend op de aanplakking van deze beslissing, is een beroep hiertegen mogelijk.
Wanneer een lid van de werkgeversafvaardiging zijn leidinggevende functie in de onderneming verliest, kan de werkgever de persoon aanduiden die dezelfde functies waarneemt en die dezelfde bevoegdheden heeft om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden.
Wanneer de functie van een lid van de werkgeversafvaardiging wordt afgeschaft, kan de werkgever een persoon aanduiden die één van de leidinggevende functies van de lijst der leidinggevende functies uitoefent.
Bij de vervanging van een gewoon lid van de werkgeversafvaardiging wordt voorrang gegeven aan de functie.
Dit houdt in dat het gewoon lid kan vervangen worden door een persoon die geen deel uitmaakte van de onderneming op het ogenblik van de vorige sociale verkiezingen of die geen leidinggevende functie uitoefende op dat ogenblik.
De aanduiding van een vervanger kan het voorwerp zijn van een beroep bij de arbeidsgerechten in de maand volgend op het ogenblik waarop de personeelsafgevaardigden kennis hebben genomen van de vervanging. Dit beroep is onderworpen aan de regels bepaald in de punten 7.3. 7.4. en 7.5. 7.8.2.2. Vervanging van een lid van de werknemersafvaardiging 7.8.2.2.1. Vervanging van een gewoon lid Wanneer het mandaat van één of meerdere gewone leden een einde neemt, worden dezen achtereenvolgens vervangen door : 1° de plaatsvervangers van dezelfde lijst in de volgorde waarin ze werden verkozen; 2° de niet-verkozen kandidaten van dezelfde lijst in de volgorde van het aantal stemmen dat zij behaalden en die van een bescherming van vier jaar genieten..
Indien er geen plaatsvervangende leden meer zijn en indien er geen niet-verkozen kandidaten die vier jaar beschermd worden meer zijn, wordt een gewoon lid wiens mandaat een einde neemt vervangen door de niet-verkozen kandidaat van dezelfde categorie en van dezelfde lijst die het grootste aantal stemmen heeft bekomen, die enkel van een bescherming van twee jaren geniet. Deze kandidaat voltooit het mandaat en geniet van een bescherming tot op de datum waarop de bij de volgende verkiezingen verkozen kandidaten worden aangesteld. 7.8.2.2.2. Vervanging van een plaatsvervangend lid Indien een plaatsvervangend lid gewoon lid wordt of indien zijn mandaat een einde neemt, vervangt de niet-verkozen kandidaat van dezelfde categorie en van dezelfde lijst die het grootste aantal stemmen heeft bekomen, deze in de hoedanigheid van plaatsvervangend lid en voltooit hij zijn mandaat.
Deze niet-verkozen kandidaat mag geen niet-verkozen kandidaat bij een opeenvolgende kandidaatstelling zijn die slechts geniet van een bescherming van twee jaar zelfs indien hij het grootste aantal stemmen heeft behaald. Dit betekent dat voor de vervanging van een plaatsvervangend lid, alleen de niet-verkozen kandidaten die van dezelfde bescherming genieten als de gewone en plaatsvervangende leden, in aanmerking mogen worden genomen.
HOOFDSTUK 3. - Samenvatting van de verkiezingskalender De verkiezingsprocedure duurt 150 dagen.
X = datum van de aanplakking van het bericht tot aankondiging van de datum van de verkiezingen.
Y = X + 90 dagen = datum van de verkiezingen.
X - 60 dagen 1. Schriftelijke mededeling door de werkgever aan de vakbondsafvaardiging over de aard, de gebieden en de graad van zelfstandigheid en afhankelijkheid van de zetel ten opzichte van de juridische entiteit.Wanneer reeds een orgaan werd opgericht, schriftelijke informatie door de werkgever aan de raad of aan het comité over de wijzigingen die zich in de structuur van de onderneming hebben voorgedaan en over de nieuwe criteria van zelfstandigheid of afhankelijkheid van de zetel ten opzichte van de juridische entiteit. 2. Schriftelijke mededeling door de werkgever aan de werknemers, aan de raad en aan het comité, of bij ontstentenis ervan aan de vakbondsafvaardiging van het aantal personeelsleden per categorie (arbeiders, bedienden met inbegrip van de kaderleden en het leidinggevend personeel, jeugdige werknemers), rekening houdend met het aantal personeelsleden dat op dat ogenblik in de onderneming wordt tewerkgesteld. Wanneer een raad moet worden opgericht in deze fase van de verkiezingsprocedure, is er nog geen beslissing betreffende het "kaderpersoneel", deze worden dus in de categorie van de bedienden geteld. 3. Schriftelijke mededeling door de werkgever aan de raad en het comité of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging van de functies van het leidinggevend personeel door hun benaming en inhoud te verduidelijken, alsmede, ter verduidelijking bij wijze van aanduiding, de lijst van personen die deze functies uitoefenen. In deze lijst worden de leidinggevende functies vermeld en de personen die ze uitoefenen en die niet tot de technische bedrijfseenheid behoren. 4. Schriftelijke mededeling door de werkgever aan de raad en het comité of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging van de datum van de aanplakking van het bericht waarbij de datum van de verkiezingen wordt aangekondigd en de beoogde datum voor de verkiezingen.5. Indien de onderneming ten minste 100 werknemers tewerkstelt en ten minste 30 bedienden telt, schriftelijke mededeling door de werkgever aan de raad of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging van de functies van de kaderleden en, bij wijze van aanduiding, van de lijst van personen die deze functies uitoefenen. N.B. De schriftelijke mededeling en inkennisstelling mag gebeuren in het proces-verbaal van de raad en het comité, of in een nota aan de leden van deze organen of, bij ontstentenis hiervan, in een nota aan de leden van de vakbondsafvaardiging. Een afschrift van al deze schriftelijke informatie moet gezonden worden naar de zetel van de representatieve werknemersorganisaties.
X - 60; X - 35 dagen 6. Raadpleging door de werkgever van de raad, het comité, of bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging over : a) het aantal technische bedrijfseenheden of juridische entiteiten waarvoor organen moeten worden opgericht en over hun beschrijving;b) de indeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen of de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen;c) de functies van het leidinggevend personeel, alsmede over de lijst van personen die deze functies uitoefenen.7. Indien de onderneming ten minste 100 werknemers tewerkstelt en ten minste 30 bedienden telt, raadpleging door de werkgever van de raad, of bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging over de functies van de kaderleden, alsmede over de lijst die, bij wijze van aanduiding, door de werkgever werd verstrekt. X - 35 dagen 8. Na raadpleging van de organen, die ingelicht werden : - schriftelijke inkennisstelling door de werkgever aan de raad, het comité of bij ontstentenis ervan aan de vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging aan de werknemers van zijn beslissing betreffende : a) het aantal technische bedrijfseenheden of juridische entiteiten waarvoor organen moeten worden opgericht, met hun beschrijving en hun grenzen;b) de functies van het leidinggevend personeel, alsmede bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen. - schriftelijke inkennisstelling door de werkgever aan de raad en het comité of, bij ontstentenis ervan, aan de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, aan de werknemers en aan de representatieve werknemersorganisaties van zijn beslissing betreffende de indeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen of de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen. - schriftelijke inkennisstelling door de werkgever aan de raad, of bij ontstentenis ervan aan de vakbondsafvaardiging, aan de werknemers van zijn beslissing betreffende de functies van de kaderleden, alsmede, bij wijze van aanduiding, betreffende de lijst van de personen die deze functies uitoefenen.
X - 28 dagen 9. Beroep door de betrokken werknemers, de betrokken representatieve werknemers en kaderledenorganisaties bij de bevoegde arbeidsrechtbank tegen de beslissing van de werkgever of tegen de ontstentenis van beslissing betreffende de punten vermeld in 8. X - 5 dagen 10. Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig werd gemaakt. X 11. Vaststelling van het aantal mandaten per orgaan, verdeling van de mandaten per categorie en eventuele verhoging van het aantal mandaten na akkoord tussen de werkgever en de betrokken representatieve organisaties van werknemers en van kaderleden die kandidaten hebben voorgedragen voor de betrokken categorie. Aanplakking door de raad of het comité, of bij ontstentenis hiervan door de werkgever van een bericht met de vermelding van de datum en de uurregeling van de verkiezingen, het adres en de benaming van de technische bedrijfseenhe(i)d(en) waar de raden of de comités moeten worden opgericht, het aantal mandaten per orgaan en per categorie, de voorlopige kiezerslijsten of de plaatsen waar zij kunnen worden geraadpleegd, de lijst van de leden van het leidinggevend personeel met vermelding van de benaming en de inhoud van de leidinggevende functies en de lijst van de kaderleden of de plaatsen waar deze lijsten kunnen worden geraadpleegd en de data die uit de verkiezingsprocedure voortvloeien, de persoon of de dienst door de werkgever belast met het versturen van de oproepingsbrieven voor de verkiezing.
Dit bericht moet gedagtekend worden.
Het aangeplakte bericht moet in overeenstemming zijn met het proces-verbaal van de raad of het comité, inzonderheid inzake de datum en het uurregeling van de verkiezingen.
Indien er in de raad of het comité geen akkoord wordt bereikt over de datum en de uurregeling van de verkiezingen, wordt deze datum en de uurregeling vastgesteld door de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied.
Een afschrift van dit bericht en van het akkoord betreffende de vermeerdering van het aantal leden van de personeelsafvaardiging wordt gezonden naar de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied van de onderneming en naar de representatieve werknemersorganisaties.
Een afschrift van de voorlopige kiezerslijsten wordt eveneens gezonden naar de representatieve werknemersorganisaties, wanneer er in de onderneming geen raad of comité bestaat. Dezelfde afschriften worden gezonden naar de representatieve kaderledenorganisaties indien er een raad moet worden opgericht.
Het afschrift van het bericht dat gezonden werd naar de representatieve werknemersorganisaties en/of naar de representatieve kaderledenorganisaties moet vergezeld zijn van een afschrift van de lijst van de leden van het leidinggevend personeel en van de lijst van het kaderpersoneel indien deze lijsten niet voorkomen in het bericht.
De werknemers kunnen bij hun vertegenwoordigers inzage krijgen van de documenten met de verschillende berichten die de werkgever hun moet bezorgen en tijdens de verkiezingsprocedure moet aanplakken in de onderneming.
X + 7 dagen 12. Bezwaar ingediend bij de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan bij de werkgever, in verband met de kiezerslijsten, de vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en per categorie, van de lijst van het leidinggevend personeel, van de lijst van de kaderleden. X + 14 dagen 13. Beslissing van de raad of van het comité, of bij ontstentenis ervan van de werkgever over de bezwaren ingediend over de onderwerpen bedoeld in 12.14. Aanplakking van een rechtzetting in geval van wijziging van de punten bedoeld in 12. X + 21 dagen 15. Beroep ingesteld door de betrokken werknemers of door de betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties bij de bevoegde arbeidsrechtbank tegen de kiezerslijsten, de vaststelling van het aantal mandaten en per orgaan en per categorie, de lijst van het leidinggevend personeel, de lijst van het kaderpersoneel. X + 28 dagen 16. Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij het beroep is ingesteld en kennisgeving van deze beslissing aan de raad of het comité, aan de werkgever, aan de betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties en aan de betrokken werknemers.17. Definitieve afsluiting van de kiezerslijsten, van de vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en per categorie, van de lijst van het leidinggevend personeel, van de lijst van het kaderpersoneel. N.B. De definitieve afsluiting van de kiezerslijsten, van de vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en per categorie, van de lijst van het leidinggevend personeel, van de lijst van het kaderpersoneel mag gebeuren : - bij het verstrijken van de bezwaartermijn indien geen enkele klacht werd ingediend (X + 8 dagen); - bij het verstrijken van de termijn voor beroep tegen de beslissing van de raad of het comité indien een klacht werd ingediend maar geen beroep werd ingesteld tegen de beslissing van de raad of het comité (X + 22 dagen); - op het ogenblik dat het arbeidsgerecht zijn vonnis velt aangaande een beroep tegen de beslissing van de raad of het comité (X + 28 dagen ).
X + 35 dagen 18. Indiening van de kandidatenlijsten door de representatieve werknemersorganisaties. In de ondernemingen die minstens 15 kaderleden tewerkstellen, indiening van de kandidatenlijsten tot verkiezing van de personeelsafgevaardigden die de kaderleden vertegenwoordigen door : - de representatieve organisaties van kaderleden; - ten minste 10 pct. van de kaderleden van de onderneming. 19. Beslissing door de werkgever om de kiesprocedure stop te zetten wanneer geen enkele kandidaat werd voorgedragen.Aanplakking van deze beslissing op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, en verzending van een afschrift van deze aanplakking naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
X + 40 dagen 20. Aanplakking door de werkgever of door zijn afgevaardigde van een bericht dat de namen van de kandidaten vermeldt. N.B. De lijsten moeten gerangschikt worden overeenkomstig de volgorde vastgesteld bij loting. De namen van de kandidaten worden er ingeschreven in de volgorde van hun voordracht. Dit bericht wordt aangeplakt op dezelfde plaatsen als het bericht dat dedatum van de verkiezingen aankondigt. 21. Aanwijzing van de voorzitter en van de plaatsvervangend voorzitter van elk stembureau door de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan door de werkgever in akkoord met de vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, door de werkgever in akkoord met de betrokken representatieve organisaties van werknemers en van kaderleden. N.B. De voorzitter mag niet onder de kandidaten gekozen worden.
X + 47 dagen 22. Klacht van de betrokken werknemers evenals van de betrokken representatieve organisaties van werknemers en van kaderleden met betrekking tot de kandidatenlijsten. X + 48 dagen 23. Verzending door de werkgever van de opmerkingen bedoeld in 22, naar de betrokken representatieve organisaties van werknemers en van kaderleden X + 54 dagen 24.Eventuele wijzigingen van de kandidatenlijsten door de betrokken representatieve organisaties van werknemers en van kaderleden of wijzigingen aan de namen van de kandidaten op schriftelijk verzoek van dezen aan de werkgever. Verzoek van de kandidaten om een verbetering aan hun naam of voornaam aan te brengen. 25. Bij gebrek aan akkoord over de aanwijzing van de voorzitters en van de plaatsvervangende voorzitters van de stembureaus, aanwijzing door de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten.26. Aanwijzing door de voorzitter van elk stembureau van zijn secretaris evenals van een plaatsvervangende secretaris.27. Aanwijzing door de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan door de voorzitter van elk stembureau, van 4 bijzitters. X + 56 dagen 28. Aanplakking door de werkgever of door zijn afgevaardigde van de kandidatenlijsten eventueel gewijzigd door de vrouwelijke en mannelijke kandidaten (gebruikelijke voornaam, verbetering van naam of voornaam) en door de representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties.29. Akkoord van de betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties over de stemming per brief.30. Verzending van een afschrift van het akkoord bedoeld in 29 aan de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten. X + 60 dagen 31. Aanplakking door de raad of het comité of bij ontstentenis, door de werkgever, van een bericht dat de samenstelling van de stembureaus en de indeling van de kiezers per bureau aankondigt. N.B. Een afschrift van dit bericht moet verzonden worden naar de organisaties die kandidaten hebben voorgedragen.
X + 61 dagen 32. Beroep door de betrokken werknemers, de betrokken werknemers- en kaderledenorganisaties, de werkgever tegen de kandidatenlijsten. N.B. In geval er geen klacht is, moet het beroep van de werkgever ingesteld worden binnen de 5 dagen volgend op de termijn voor het indienen van klachten (X + 52 dagen).
X + 70 dagen 33. Aanwijzing van de getuigen voor de representatieve organisaties die kandidaten hebben voorgedragen. X + 75 dagen 34. Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, inzake het beroep tegen de kandidatenlijsten.35. Beslissing door de werkgever om de kiesprocedure stop te zetten wanneer de arbeidsrechtbank alle kandidaturen geannuleerd heeft. Aanplakking van deze beslissing op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, en verzending van een afschrift van deze aanplakking naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
X + 76 dagen 36. Vervanging van de kandidaten, na raadpleging van de werkgever, door de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve kaderledenorganisaties of de kaderleden die kandidaten hebben voorgedragen in de volgende gevallen : - bij het overlijden van een kandidaat; - bij het ontslag gegeven door een kandidaat uit zijn betrekking in de onderneming; - wanneer een kandidaat ontslag neemt uit de representatieve werknemersorganisatie of de representatieve kaderledenorganisatie die hem heeft voorgedragen; - bij de intrekking door de kandidaat van zijn kandidatuur; - bij de wijziging van categorie van een kandidaat.
De kandidaten waarover de rechtbank geoordeeld heeft dat ze niet voldeden aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, mogen niet vervangen worden indien ze geen deel uitmaakten van de onderneming op de 30ste dag voorafgaand aan de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
De nieuwe kandidaat zal naar keuze van de organisatie die zijn kandidatuur heeft voorgedragen, op de lijst voorkomen hetzij op dezelfde plaats als de kandidaat die hij vervangt, hetzij als laatste kandidaat aan het einde van de lijst. 37. Aanplakking door de werkgever van de eventuele vervangingen bedoeld in 36. X + 77 dagen 38. Definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten. X + 79 dagen 39. Ten laatste aan de vooravond van het versturen van de oproepingsbrieven voor de verkiezing, schrapt de raad of het comité, bij een beslissing genomen met eenparigheid van stemmen, de werknemers die geen deel meer uitmaken van de onderneming op het ogenblik waarop de beslissing wordt genomen, van de kiezerslijsten. Bij ontstentenis van een raad of een comité, wordt deze beslissing genomen door de werkgever met het akkoord van alle leden van de vakbondsafvaardiging.
Deze beslissingen zijn niet vatbaar voor beroep. 40. De kiesprocedure wordt stopgezet aan de vooravond van het versturen of het overhandigen van de oproepingsbrieven voor de verkiezing : - wanner één enkele kandidatenlijst werd neergelegd met een kandidatenaantal dat gelijk is aan of lager dan het aantal toe te wijzen gewone mandaten.In dit geval moet een kiesbureau worden samengesteld voor de betrokken personeelscategorie. Het bureau sluit het het proces-verbaal af en vermeldt hierin de reden waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden. Deze kandidaten zijn automatisch verkozen; - geen enkele kandidatenlijst werd neergelegd voor één of meerdere personeelscategoriëen maar één of meerdere lijsten werden ingediend voor minstens één andere personeelscategorie. In dit geval sluit het kiesbureau dat samengesteld is voor de categorie die het grootste aantal kiezers telt, het proces-verbaal af en vermeldt hierin de reden waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden.
X + 80 dagen 41. Overhandiging of verzending van de oproepingsbrieven voor de verkiezing.42. Verzending door de voorzitters van de stembureaus van de oproepingsbrieven en de stembiljetten in geval van stemming per brief. X + 90 dagen = Y 43. Dag van de verkiezingen en van de stemopneming.44. Toezenden door de voorzitter voor de raad en voor het comité : - van het origineel van de processen-verbaal naar de sociaal inspecteur-districtshoofd; - van een afschrift van de processen-verbaal naar de werkgever; - van een afschrift van de processen-verbaal, bij een ter post aangetekende brief, naar de betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties;
De statistische gegevens worden tegelijkertijd verzonden naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De verzending gebeurt overeenkomstig de nadere regelen vastgesteld door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Y + 1 dag 45. Overhandiging, door de voorzitter aan de werkgever, in verzegelde omslagen, van de documenten die voor de verkiezingen hebben gediend. Y + 2 dagen 46. Aanplakking van de samenstelling van het orgaan door de werkgever : - personeelsafvaardiging : resultaat van de stemming; - werkgeversafvaardiging : gewone en plaatsvervangende afgevaardigden.
Y + 15 dagen 47. Beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de verkiezingen of van de beslissing de procedure stop te zetten of een verzoek tot verbetering van de resultaten van de verkiezingen, of tegen de afvaardiging van de werkgever. Y + 25 dagen 48. Bewaring door de werkgever van de documenten die gediend hebben voor de verkiezingen.In geval van beroep, wordt de bevoegde rechtbank in kennis gesteld van de documenten. Bij ontstentenis van beroep of nadat de definitieve beslissing van het rechtsorgaan van beroep is gevallen, mag de werkgever de stembiljetten vernietigen.
Y + 69 dagen 49. Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt. Y + 84 dagen 50. Beroep. Y + 86 dagen 51. Einde van de verplichte aanplakking van de verschillende berichten. Y + 144 dagen 52. Beslissing van het Arbeidshof. N.B. In geval van nietigverklaring van de verkiezingen vangt de nieuwe verkiezingsprocedure aan binnen de 3 maanden die volgen op de definitieve nietigverklaring.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Brussel, 6 juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX