Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 05 juli 2013
gepubliceerd op 24 juli 2013

Circulaire over de toepassing van artikel 18, § 2 van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2013031606
pub.
24/07/2013
prom.
05/07/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


5 JULI 2013. - Circulaire over de toepassing van artikel 18, § 2 van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen


Aan de Algemene Directie van het Brussels Instituut voor Milieubeheer;

Aan de controleurs, door de leidende ambtenaren aangewezen krachtens artikel 4 van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu;

Mevrouwen, Mijne heren, Deze circulaire heeft tot doel het preciseren van het toepassingsveld van artikel 18, § 2 van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen (hierna « de ordonnantie » genoemd) met uitsluiting van de akte van transactie waarvoor de EPB-certificatie geen belang heeft ten aanzien van haar doelstelling die is van de toekomstige verkrijger van het zakelijk recht of het recht van genot te informeren over de energieprestatie van het goed in kwestie.

De volgende gevallen zijn dus niet onderworpen aan de verplichting een EPB-certificaat op te stellen voorafgaand aan de akte van transactie: A. Gevallen van onteigening Aangezien de onteigening een handeling is die een overheidsinstantie om redenen van openbaar nut stelt op een onroerend goed, heeft de doelstelling van het EPB-certificaat om de toekomstige begunstigde van dit goed te informeren geen nut in de context van een onteigening.

B. Gevallen waarin de toekomstige begunstigde het te certificeren goed kent B.1 de verkoop van een onverdeeld deel tussen personen die samen het onverdeelde goed hebben verworven B.2 de verlenging van een huurovereenkomst C. Geval van een individuele woning in slechte staat of in staat van werken, d.w.z. de individuele woning waarvan de technische installaties onbestaand of onvolledig zijn of waarvan de bouw of renovatie onvoltooid is, op voorwaarde dat een positief technisch advies van het Brussels Instituut voor Milieubeheer over de betrokken individuele woning werd bezorgd aan de aanvrager van het EPB-certificaat.

Brussel, 5 juli 2013.

De Minister belast met Energie, Mevr. E. HUYTEBROECK

^