FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE

4 NOVEMBER 2003. - Omzendbrief nr. 539. - Het gezondheidstoezicht op personeelsleden van het federaal openbaar ambt

Aan de federale besturen, de Federale Overheidsdiensten en de instellingen van openbaar nut onderworpen aan het gezag, de controle of het toezicht van de Staat.

Mevr. de Minister, Mijnheer de Minister, Mevr. de Staatssecretaris, Mijnheer de Staatssecretaris, Ik zou het op prijs stellen indien u de inhoud van deze omzendbrief zou meedelen aan alle personeelsleden van de diensten, besturen en instellingen waarover u gezag, toezicht of voogdij uitoefent.

De wet van 28 januari 2003 betreffende de medische onderzoeken die binnen het kader van de arbeidsverhoudingen worden uitgevoerd en het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers hebben ook gevolgen voor de personeelsleden van het federaal openbaar ambt en de organisatie van het gezondheidstoezicht op die personeelsleden.

In de eerste plaats heeft de wet van 28 januari 2003 tot gevolg dat biologische tests, medische onderzoeken of informatievergaring met het oog op het verkrijgen van medische informatie over de gezondheidstoestand of stamboominformatie van een personeelslid of kandidaat-personeelslid, niet meer mogen verricht worden om andere redenen dan redenen die verband houden met de huidige geschiktheid van het personeelslid voor de betrekking waarover het gaat. Bovendien zijn aidstesten of voorspellende genetische tests verboden, omdat zij enkel aanduiden of een persoon in de toekomst door ziekte minder productief zou kunnen worden. De lijst van verboden onderzoeken kan bij koninklijk besluit nog worden uitgebreid. De bedoeling is in feite dat selectiegeneeskunde wordt verboden.

In de tweede plaats stelt de nieuwe wet (artikel 3, § 3) en ook het nieuwe koninklijk besluit (artikel 14) dat de medische onderzoeken nog enkel mogen uitgevoerd worden door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, die verbonden is aan de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk of aan de afdeling belast met het medisch toezicht van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarop de werkgever een beroep doet.

Als men deze bepaling beschouwt ten opzichte van bv. de statutaire geneeskunde, levert dit problemen op voor de wettigheid van de onderzoeken die gevoerd worden door de artsen van de Administratieve Gezondheidsdienst (AGD). Niet alleen bezitten de artsen van de AGD niet de hoedanigheid van preventieadviseur-arbeidsgeneesheer zoals de wet het hier verplicht voorschrijft, maar bovendien houden de door hen uitgevoerde onderzoeken geen enkel verband met de arbeidsgeneeskunde.

Hieruit volgt dan ook dat de medische aannemings- en geschiktheidsonderzoeken door de artsen van de AGD vanaf de tiende dag na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad , in casu op 19 april 2003, onmogelijk zijn geworden.

Ik wil er u wel op wijzen dat de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de Dienst Arbeidsgeneeskunde van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg (FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu) momenteel aan een koninklijk besluit werken om een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk te installeren. Deze laatste dienst staat trouwens nu al ter beschikking van de diensten van het federaal openbaar ambt voor medische onderzoeken voor federale ambtenaren overeenkomstig de bepalingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en het daarbij aansluitend koninklijk besluit van 28 mei 2003.

Voor inlichtingen daaromtrent kan u contact opnemen met Dr. Bran, geneesheer-directeur, tel. : 02-287 05 03, e-mail : claude.bran@health.fgov.be.

De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. M. ARENA