MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

4 APRIL 2001. - Omzendbrief GPI 5 betreffende de nieuwe legitimatiekaart van de politieambtenaren en de hulpagenten van politie praktische regeling

Aan de Dames en Heren Gouverneurs, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Ter informatie aan : De heer Voorzitter van de Vaste commissie voor de gemeentepolitie Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Art 41 van de wet op het politieambt stelt dat bij de uitvoering van hun interventies, « de politieambtenaren hun hoedanigheid laten blijken door middel van het legitimatiebewijs waarvan zij houder zijn ». Het betreft de legitimatiekaart doorgaans « dienstkaart » genoemd, die momenteel verschilt per politiedienst.

Als gevolg van de politiehervorming werd beslist dat deze verschillende legitimatiebewijzen voortaan identiek zouden zijn voor alle politieambtenaren wat ook hun korps van oorsprong was.

Om in het raam van de inwerkingstelling van de wet van 7 december 1998, tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de verschillende mogelijke technieken te onderzoeken, werd een technische werkgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van de gemeentepolitie, de gerechtelijke politie en de rijkswacht, belast met de studie van een nieuwe dienstkaart. Er werd dan ook beslist om de realisatie en de opvolging van de nieuwe legitimatiekaart (van de leden van het operationeel kader) toe te vertrouwen aan de vroegere Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (IDPB) van de rijkswacht, momenteel « DPP » genoemd van de federale politie.

De beschrijving en de details betreffende de nieuwe kaart (algemene aspecten/model) zullen het voorwerp uitmaken van een specifiek koninklijk besluit.

Momenteel past de directie DPP, in het raam van de voorbereiding en de praktische uitvoering van het project, zijn databanken aan. Om dit te kunnen doen moet zij eerst de « persoonlijke gegevens » verzamelen van de betrokken personeelsleden en overgaan tot het nemen van de foto's van de personeelsleden die nog niet gefotografeerd zijn.

Meerdere ploegen werden in plaats gesteld om de gegevens te verzamelen en een foto te nemen. Eén « vaste post » is geïnstalleerd in de lokalen van DPP te Brussel en « twee mobiele ploegen » zullen zich begeven naar de zetel van de zonale politiekorpsen.

Deze mobiele ploegen van DPP belast met het nemen van de foto's, zullen zich minimum tweemaal aanbieden in elke zone volgens een planning die u rechtstreeks zal overgezonden worden door de betrokken directie. De piloot politiezones (PPZ) zullen de eerste zones zijn die aan de beurt komen vanaf midden april 2001.

Personeelsleden die zich in de onmogelijkheid zouden bevinden om zich op de voorziene dagen en uren aan te bieden, beschikken over de mogelijkheid zich te laten fotograferen op de zetel van DPP te Brussel.

Het personeel van de lokale politiediensten behorende tot de politiezone's binnen Brussel-Hoofdstad zal zich kunnen aanbieden vanaf midden april op de zetel van DPP. Bovendien zijn een tiental weken voorbehouden om de mobiele ploegen toe te laten zich te begeven naar de zetel van die zone's om er de foto's te nemen van de personeelsleden die zich tot dan toe nog niet aangeboden hebben op de zetel van DPP. De leden van de lokale politie beschikken ook over de mogelijkheid zich aan te bieden op de zetel van de politiezone van hun woonplaats op de voorziene dagen voor die zones.

Gelet op de belangrijkheid en de hoogdringendheid van dit project vraag ik aan de verantwoordelijken voor het personeel van de korpsen bedoeld bij deze, erop toe te zien dat al de politieambtenaren en de hulpagenten van politie zich aanbieden op de geplande dagen.

Voor zover er in de toekomst ook een specifieke kaart zou toegekend worden aan de leden van het administratief en logistieke kader, raden wij deze personeelsleden aan zich eveneens te laten fotograferen.

De praktische modaliteiten van organisatie (precieze planning, plaatsen van de fotoname, coördinaten van de directie,..) zullen het voorwerp uitmaken van een specifieke instructie, uitgaande van de hoger genoemde directie DPP, die zal opgesteld worden in samenspraak met de Vaste Commissie voor de Gemeentepolitie.

Ik verzoek u, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, om alle betrokken politiekorpsen die tot uw bevoegdheid behoren te willen informeren over het voorgaande.

De Minister, A. Duquesne