← Terug naar "Protocolakkoord tussen de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake patiëntenvervoer "
| Protocolakkoord tussen de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake patiëntenvervoer | Protocolakkoord tussen de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake patiëntenvervoer |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE |
| VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU | VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU |
| 27 MAART 2017. - Protocolakkoord tussen de Federale Overheid en de | 27 MAART 2017. - Protocolakkoord tussen de Federale Overheid en de |
| Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake | Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake |
| patiëntenvervoer | patiëntenvervoer |
| Gelet op de specifieke bevoegdheden van de Overheden bedoeld in | Gelet op de specifieke bevoegdheden van de Overheden bedoeld in |
| artikel 128,130 en 135 van de Grondwet, hierna `de Gemeenschappen' | artikel 128,130 en 135 van de Grondwet, hierna `de Gemeenschappen' |
| en/of `de Gewesten' genoemd, zo ook de bevoegdheid op het gebied van | en/of `de Gewesten' genoemd, zo ook de bevoegdheid op het gebied van |
| gezondheidsbeleid en in het bijzonder voor wat ziekenvervoer betreft, | gezondheidsbeleid en in het bijzonder voor wat ziekenvervoer betreft, |
| overeenkomstig artikel 5, § 1, I, eerste lid, 6, gewijzigd bij de | overeenkomstig artikel 5, § 1, I, eerste lid, 6, gewijzigd bij de |
| Bijzondere Wet van 6 januari 2014, van de bijzondere wet van 8 | Bijzondere Wet van 6 januari 2014, van de bijzondere wet van 8 |
| augustus 1980 tot hervorming der instellingen; | augustus 1980 tot hervorming der instellingen; |
| Gelet op de bevoegdheid van de federale overheid inzake de dringende | Gelet op de bevoegdheid van de federale overheid inzake de dringende |
| geneeskundige hulpverlening krachtens de wet van 8 juli 1964 | geneeskundige hulpverlening krachtens de wet van 8 juli 1964 |
| betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH). | betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH). |
| Overwegende dat een doeltreffend en doelmatig georganiseerd | Overwegende dat een doeltreffend en doelmatig georganiseerd |
| patiëntenvervoer de gezondheid van de bevolking bevordert en aldus | patiëntenvervoer de gezondheid van de bevolking bevordert en aldus |
| bijdraagt tot de beheersing van de uitgaven ten laste van de | bijdraagt tot de beheersing van de uitgaven ten laste van de |
| verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging; | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging; |
| Overwegende het feit dat de ziekenhuisnormen een | Overwegende het feit dat de ziekenhuisnormen een |
| gemeenschapsbevoegdheid zijn en een aantal ziekenhuisfuncties reeds | gemeenschapsbevoegdheid zijn en een aantal ziekenhuisfuncties reeds |
| worden ingezet binnen de DGH, zoals de Mobiele UrgentieGroep (MUG) en | worden ingezet binnen de DGH, zoals de Mobiele UrgentieGroep (MUG) en |
| het pilootproject Paramedisch Interventie Team (PIT). | het pilootproject Paramedisch Interventie Team (PIT). |
| Overwegende dat de ziekenhuizen soms beroep doen op de middelen van de | Overwegende dat de ziekenhuizen soms beroep doen op de middelen van de |
| DGH ten behoeve van het inter-hospitaal-vervoer. | DGH ten behoeve van het inter-hospitaal-vervoer. |
| Overwegende dat door de federale overheid en de | Overwegende dat door de federale overheid en de |
| gemeenschappen/gewesten al beleidsinitiatieven genomen werden die niet | gemeenschappen/gewesten al beleidsinitiatieven genomen werden die niet |
| zijn vermeld in dit protocol, zijnde : | zijn vermeld in dit protocol, zijnde : |
| o Het Waals Gewest vaardigde op 29 april 2004 een decreet uit | o Het Waals Gewest vaardigde op 29 april 2004 een decreet uit |
| betreffende de organisatie van het medisch-sanitair vervoer; | betreffende de organisatie van het medisch-sanitair vervoer; |
| o De Duitstalige Gemeenschap heeft op 7 mei 2009 een besluit | o De Duitstalige Gemeenschap heeft op 7 mei 2009 een besluit |
| betreffende het niet-dringend ziekenvervoer gepubliceerd. | betreffende het niet-dringend ziekenvervoer gepubliceerd. |
| o Vlaamse Gemeenschap heeft op 30 april 2004 een decreet betreffende | o Vlaamse Gemeenschap heeft op 30 april 2004 een decreet betreffende |
| het niet-dringend liggend ziekenvervoer gepubliceerd. Dit decreet | het niet-dringend liggend ziekenvervoer gepubliceerd. Dit decreet |
| onderlijnt het principe van autoregulatie van de sector. Een | onderlijnt het principe van autoregulatie van de sector. Een |
| onafhankelijke commissie waarin alle actoren vertegenwoordigd zijn, | onafhankelijke commissie waarin alle actoren vertegenwoordigd zijn, |
| heeft op 27 juni 2016 een protocol ondertekend waarin de | heeft op 27 juni 2016 een protocol ondertekend waarin de |
| kwaliteitsnormen voor het niet dringend liggend ziekenvervoer opgesomd | kwaliteitsnormen voor het niet dringend liggend ziekenvervoer opgesomd |
| zijn. Op vraag van de sector zullen deze kwaliteitsvereisten decretaal | zijn. Op vraag van de sector zullen deze kwaliteitsvereisten decretaal |
| verankerd worden. | verankerd worden. |
| o Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat over tot het reglementeren | o Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat over tot het reglementeren |
| van de sector en heeft de nodige demarches opgestart. | van de sector en heeft de nodige demarches opgestart. |
| Overwegende dat dit protocol tot stand kwam na gezamenlijk overleg | Overwegende dat dit protocol tot stand kwam na gezamenlijk overleg |
| tussen de Federale Overheid en de Gemeenschappen/Gewesten; | tussen de Federale Overheid en de Gemeenschappen/Gewesten; |
| HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen |
| Voorliggend protocolakkoord is geen samenwerkingsakkoord zoals bedoeld | Voorliggend protocolakkoord is geen samenwerkingsakkoord zoals bedoeld |
| in art. 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming | in art. 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming |
| der instellingen. | der instellingen. |
| Het niet-dringend vervoer van patiënten is een bevoegdheid die behoort | Het niet-dringend vervoer van patiënten is een bevoegdheid die behoort |
| tot de Gemeenschappen/Gewesten. | tot de Gemeenschappen/Gewesten. |
| Het is de ambitie van de verschillende overheden om er voor te zorgen | Het is de ambitie van de verschillende overheden om er voor te zorgen |
| dat de meest adequate hulp geboden wordt, rekening houdend met de | dat de meest adequate hulp geboden wordt, rekening houdend met de |
| hulpvraag van de patiënt en de toestand van de patiënt zodat een | hulpvraag van de patiënt en de toestand van de patiënt zodat een |
| efficiënte toewijzing kan gebeuren van de hulpmiddelen op individueel | efficiënte toewijzing kan gebeuren van de hulpmiddelen op individueel |
| niveau met een gezondheidseconomische winst op bevolkingsniveau. Het | niveau met een gezondheidseconomische winst op bevolkingsniveau. Het |
| uniformiseren van de verschillende niveaus van hulpmiddelen laat een | uniformiseren van de verschillende niveaus van hulpmiddelen laat een |
| meer doorgedreven synergie tussen de verschillende hulpmiddelen toe. | meer doorgedreven synergie tussen de verschillende hulpmiddelen toe. |
| Bovendien zal een standaardisatie van de uiterlijke kenmerken van de | Bovendien zal een standaardisatie van de uiterlijke kenmerken van de |
| voertuigen en de interventiekledij de herkenbaarheid naar de bevolking | voertuigen en de interventiekledij de herkenbaarheid naar de bevolking |
| toe verhogen. Deze gezamenlijke doelstellingen kunnen efficiënter | toe verhogen. Deze gezamenlijke doelstellingen kunnen efficiënter |
| worden gerealiseerd door op de verschillende beleidsniveaus | worden gerealiseerd door op de verschillende beleidsniveaus |
| initiatieven te nemen die elkaars beleid versterken. | initiatieven te nemen die elkaars beleid versterken. |
| Dit protocolakkoord biedt een kader voor beleidsafstemming tussen de | Dit protocolakkoord biedt een kader voor beleidsafstemming tussen de |
| federale overheid en de Gemeenschappen/Gewesten voor wat betreft alle | federale overheid en de Gemeenschappen/Gewesten voor wat betreft alle |
| aspecten die betrekking hebben op het vervoer van patiënten, zowel | aspecten die betrekking hebben op het vervoer van patiënten, zowel |
| binnen de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH) als het | binnen de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH) als het |
| niet-dringend vervoer van patiënten. | niet-dringend vervoer van patiënten. |
| De leidraad hierbij is de gezondheidswinst voor de burgers en de | De leidraad hierbij is de gezondheidswinst voor de burgers en de |
| efficiëntiewinst voor alle overheden samen. | efficiëntiewinst voor alle overheden samen. |
| Bij de beleidsafstemming zal ook rekening gehouden worden met de | Bij de beleidsafstemming zal ook rekening gehouden worden met de |
| continuïteit in de zorg en het terugdringen van | continuïteit in de zorg en het terugdringen van |
| gezondheidsongelijkheid. | gezondheidsongelijkheid. |
| De federale overheid en de Gemeenschappen/Gewesten treden geregeld in | De federale overheid en de Gemeenschappen/Gewesten treden geregeld in |
| overleg met het oog op het realiseren van de hoger vermelde | overleg met het oog op het realiseren van de hoger vermelde |
| beleidsafstemming. | beleidsafstemming. |
| De uitvoering van dit protocol wordt opgevolgd en aangestuurd door de | De uitvoering van dit protocol wordt opgevolgd en aangestuurd door de |
| Interministeriële Conferentie Volksgezondheid via een werkgroep | Interministeriële Conferentie Volksgezondheid via een werkgroep |
| samengesteld uit ten minste vertegenwoordigers van de ministeriële | samengesteld uit ten minste vertegenwoordigers van de ministeriële |
| kabinetten en de betrokken administraties. Deze werkgroep kan zijn | kabinetten en de betrokken administraties. Deze werkgroep kan zijn |
| werkzaamheden laten ondersteunen door technische werkgroepen waar | werkzaamheden laten ondersteunen door technische werkgroepen waar |
| diverse relevante experten kunnen aan deelnemen. | diverse relevante experten kunnen aan deelnemen. |
| Voor het concretiseren van bepalingen uit dit protocol, of om | Voor het concretiseren van bepalingen uit dit protocol, of om |
| afspraken rond nieuwe thema's toe te voegen, kan de Interministeriële | afspraken rond nieuwe thema's toe te voegen, kan de Interministeriële |
| Conferentie Volksgezondheid dit protocol amenderen of bijkomende | Conferentie Volksgezondheid dit protocol amenderen of bijkomende |
| protocollen sluiten. | protocollen sluiten. |
| De prioriteit die bepaald wordt voor de verschillende domeinen | De prioriteit die bepaald wordt voor de verschillende domeinen |
| (afdelingen) en de timing voor de uitvoering zal voorwerp zijn van | (afdelingen) en de timing voor de uitvoering zal voorwerp zijn van |
| overleg, rekening houdend met de noden en middelen van de | overleg, rekening houdend met de noden en middelen van de |
| Gemeenschappen/Gewesten en van de federale overheid. | Gemeenschappen/Gewesten en van de federale overheid. |
| Voor de duidelijkheid wordt in onderstaande tekst met het `dringend | Voor de duidelijkheid wordt in onderstaande tekst met het `dringend |
| vervoer', het vervoer van patiënten bedoeld dat valt in het kader van | vervoer', het vervoer van patiënten bedoeld dat valt in het kader van |
| de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige | de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige |
| hulpverlening en zijn uitvoeringsbesluiten. | hulpverlening en zijn uitvoeringsbesluiten. |
| Met `niet-dringend vervoer' wordt gerefereerd naar het vervoer van | Met `niet-dringend vervoer' wordt gerefereerd naar het vervoer van |
| patiënten dat valt buiten het kader van de wet van 8 juli 1964 | patiënten dat valt buiten het kader van de wet van 8 juli 1964 |
| betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening en zijn | betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening en zijn |
| uitvoeringsbesluiten. | uitvoeringsbesluiten. |
| De voertuigen waarop de akkoorden uit hoofdstuk 2 van toepassing zijn, | De voertuigen waarop de akkoorden uit hoofdstuk 2 van toepassing zijn, |
| zijn deze voertuigen die voorzien in het liggend vervoer van | zijn deze voertuigen die voorzien in het liggend vervoer van |
| patiënten. | patiënten. |
| HOOFDSTUK 2. - Uiterlijke kenmerken | HOOFDSTUK 2. - Uiterlijke kenmerken |
| Afdeling 1. - Voertuigen dringende geneeskundige hulpverlening | Afdeling 1. - Voertuigen dringende geneeskundige hulpverlening |
| Doelstelling | Doelstelling |
| Het komen tot een uniform en duidelijk beleid met betrekking tot | Het komen tot een uniform en duidelijk beleid met betrekking tot |
| unieke uiterlijke kenmerken van de voertuigen ingeschakeld in de | unieke uiterlijke kenmerken van de voertuigen ingeschakeld in de |
| dringende geneeskundige hulpverlening zorgt voor herkenning en | dringende geneeskundige hulpverlening zorgt voor herkenning en |
| erkenning van de middelen door de gewone burger. Bovendien staan de | erkenning van de middelen door de gewone burger. Bovendien staan de |
| uiterlijke kenmerken mee in voor de kwaliteit van de hulpverlening en | uiterlijke kenmerken mee in voor de kwaliteit van de hulpverlening en |
| vooral in het terecht aanwezig zijn tijdens de hulpverlening in geval | vooral in het terecht aanwezig zijn tijdens de hulpverlening in geval |
| van grootschalige incidenten. | van grootschalige incidenten. |
| Uiterlijke kenmerken middelen DGH | Uiterlijke kenmerken middelen DGH |
| De Gemeenschappen/Gewesten verklaren zich akkoord om de regelgeving | De Gemeenschappen/Gewesten verklaren zich akkoord om de regelgeving |
| met betrekking tot de uiterlijke kenmerken van de hulpmiddelen die | met betrekking tot de uiterlijke kenmerken van de hulpmiddelen die |
| actief zijn binnen de DGH, integraal op te nemen in de | actief zijn binnen de DGH, integraal op te nemen in de |
| erkenningsnormen van de ziekenhuisfuncties die vallen onder hun | erkenningsnormen van de ziekenhuisfuncties die vallen onder hun |
| bevoegdheid maar deelnemen aan de DGH. | bevoegdheid maar deelnemen aan de DGH. |
| Overgangsperiode | Overgangsperiode |
| De Gemeenschappen/Gewesten verbinden zich er toe de uiterlijke | De Gemeenschappen/Gewesten verbinden zich er toe de uiterlijke |
| karakteristieken zo snel mogelijk te integreren in de erkenningsnormen | karakteristieken zo snel mogelijk te integreren in de erkenningsnormen |
| van de ziekenhuisfuncties die deelnemen aan de DGH. | van de ziekenhuisfuncties die deelnemen aan de DGH. |
| De federale overheid verbindt zich er toe de initiële omvorming van de | De federale overheid verbindt zich er toe de initiële omvorming van de |
| uiterlijke kenmerken van deze functies op zich te nemen voor wat | uiterlijke kenmerken van deze functies op zich te nemen voor wat |
| betreft de erkende én actieve functies in de DGH. | betreft de erkende én actieve functies in de DGH. |
| Afdeling 2. - Voertuigen niet-dringend vervoer van patiënten | Afdeling 2. - Voertuigen niet-dringend vervoer van patiënten |
| Doelstelling | Doelstelling |
| Het komen tot een uniform en duidelijk beleid met betrekking tot de | Het komen tot een uniform en duidelijk beleid met betrekking tot de |
| unieke uiterlijke kenmerken van de voertuigen ingeschakeld in het | unieke uiterlijke kenmerken van de voertuigen ingeschakeld in het |
| niet-dringend liggend vervoer van patiënten (ook wel "secundair | niet-dringend liggend vervoer van patiënten (ook wel "secundair |
| ziekenvervoer" genoemd), rekening houdend met het type van vervoer van | ziekenvervoer" genoemd), rekening houdend met het type van vervoer van |
| patiënten waarvoor het voertuig voorzien is. | patiënten waarvoor het voertuig voorzien is. |
| Bovendien zorgen dat er enerzijds een duidelijk verschil is tussen de | Bovendien zorgen dat er enerzijds een duidelijk verschil is tussen de |
| middelen DGH en de middelen voor het niet-dringend vervoer van | middelen DGH en de middelen voor het niet-dringend vervoer van |
| patiënten, dus elk systeem zijn eigenheid heeft, maar anderzijds | patiënten, dus elk systeem zijn eigenheid heeft, maar anderzijds |
| instaan dat er voldoende overeenkomsten zijn om synergiën mogelijk te | instaan dat er voldoende overeenkomsten zijn om synergiën mogelijk te |
| maken. | maken. |
| Bovendien staan de uiterlijke kenmerken mee in voor de kwaliteit van | Bovendien staan de uiterlijke kenmerken mee in voor de kwaliteit van |
| de hulpverlening en vooral in het al dan niet terecht aanwezig zijn | de hulpverlening en vooral in het al dan niet terecht aanwezig zijn |
| tijdens de hulpverlening in geval van grootschalige incidenten. | tijdens de hulpverlening in geval van grootschalige incidenten. |
| Algemene regels uiterlijke kenmerken | Algemene regels uiterlijke kenmerken |
| De voertuigen voor het niet-dringend vervoer van patiënten hebben als | De voertuigen voor het niet-dringend vervoer van patiënten hebben als |
| basiskleur `wit'. De inschakeling in de medische zorg wordt aangegeven | basiskleur `wit'. De inschakeling in de medische zorg wordt aangegeven |
| door de sectorale kleuren geel en groen. | door de sectorale kleuren geel en groen. |
| Specifieke uiterlijke kenmerken inzake voertuigen uitgerust voor het | Specifieke uiterlijke kenmerken inzake voertuigen uitgerust voor het |
| liggend vervoer van patiënten (categorie M, voertuigtype SC) | liggend vervoer van patiënten (categorie M, voertuigtype SC) |
| De sectorale kleuren geel en groen worden aangebracht in | De sectorale kleuren geel en groen worden aangebracht in |
| retroreflecterend materiaal (klasse 2) in een dubbele rij van | retroreflecterend materiaal (klasse 2) in een dubbele rij van |
| vierkante blokken (zijde 100 mm) afwisselend fluorescent geel/groen en | vierkante blokken (zijde 100 mm) afwisselend fluorescent geel/groen en |
| groen en dit evenwijdig aan het grondoppervlak op een hoogte waarbij | groen en dit evenwijdig aan het grondoppervlak op een hoogte waarbij |
| de bovenrand van de bovenste rij blokken overeenkomt met de gemiddelde | de bovenrand van de bovenste rij blokken overeenkomt met de gemiddelde |
| hoogte van de onderrand van het venster van de voordeur. | hoogte van de onderrand van het venster van de voordeur. |
| Langs beide zijkanten wordt de wagen voorzien van witte | Langs beide zijkanten wordt de wagen voorzien van witte |
| contourmarkering in retroreflecterend materiaal. | contourmarkering in retroreflecterend materiaal. |
| Op de achterzijde worden chevrons (visgraat) aangebracht van aan de | Op de achterzijde worden chevrons (visgraat) aangebracht van aan de |
| onderste rand van het voertuig tot een hoogte die overeenstemt met de | onderste rand van het voertuig tot een hoogte die overeenstemt met de |
| bovenste rand van de dubbele rij blokken. De chevrons worden | bovenste rand van de dubbele rij blokken. De chevrons worden |
| aangebracht in retroreflecterend materiaal van 100 mm breedte, | aangebracht in retroreflecterend materiaal van 100 mm breedte, |
| afwisselend in de kleuren fluorescent geel/groen en fluorescent | afwisselend in de kleuren fluorescent geel/groen en fluorescent |
| oranje. | oranje. |
| De aanduiding `ambulance' of `ziekenwagen' wordt aangebracht in rood | De aanduiding `ambulance' of `ziekenwagen' wordt aangebracht in rood |
| retroreflecterend materiaal op de achterzijde van het voertuig. | retroreflecterend materiaal op de achterzijde van het voertuig. |
| Op de achterzijde staat ook een uniek identificatienummer ter | Op de achterzijde staat ook een uniek identificatienummer ter |
| aanduiding van de erkenning door de verantwoordelijke overheid op een | aanduiding van de erkenning door de verantwoordelijke overheid op een |
| duidelijk aangegeven plaats. | duidelijk aangegeven plaats. |
| Deze nummering zal opgebouwd worden op een eenvormige manier voor alle | Deze nummering zal opgebouwd worden op een eenvormige manier voor alle |
| overheden. | overheden. |
| Optioneel kan : | Optioneel kan : |
| o op de zijkant : | o op de zijkant : |
| o net boven de dubbele rij blokken de naam van de dienst vermeld | o net boven de dubbele rij blokken de naam van de dienst vermeld |
| worden, | worden, |
| o binnen een vlak van 400 mm op 400 mm het logo van de dienst | o binnen een vlak van 400 mm op 400 mm het logo van de dienst |
| aangebracht worden, | aangebracht worden, |
| o zo bestaande, een logo voor het niet-dringend vervoer van patiënten | o zo bestaande, een logo voor het niet-dringend vervoer van patiënten |
| o op de achterzijde : | o op de achterzijde : |
| o het telefoonnummer van de dienst vermeld worden, | o het telefoonnummer van de dienst vermeld worden, |
| o op de voorzijde : | o op de voorzijde : |
| o het telefoonnummer van de dienst vermeld worden. | o het telefoonnummer van de dienst vermeld worden. |
| Specifieke uiterlijke kenmerken inzake voertuigen voor vervoer van | Specifieke uiterlijke kenmerken inzake voertuigen voor vervoer van |
| patiënten die occasioneel kunnen geïntegreerd worden binnen de DGH | patiënten die occasioneel kunnen geïntegreerd worden binnen de DGH |
| (categorie M, voertuigaard SC) | (categorie M, voertuigaard SC) |
| De sectorale kleuren geel en groen worden aangebracht in | De sectorale kleuren geel en groen worden aangebracht in |
| retroreflecterend materiaal (klasse 2) in een enkele rij van 7 blokken | retroreflecterend materiaal (klasse 2) in een enkele rij van 7 blokken |
| met een minimale lengte van 600 mm en een hoogte van 300 à 450 mm. De | met een minimale lengte van 600 mm en een hoogte van 300 à 450 mm. De |
| blokken worden aangebracht zodat het middelste blok groen van kleur is | blokken worden aangebracht zodat het middelste blok groen van kleur is |
| en de buitenste blokken geel. Indien nodig kunnen de buitenste blokken | en de buitenste blokken geel. Indien nodig kunnen de buitenste blokken |
| in lengte aangepast worden, maar ze zijn minimaal twee derde van de | in lengte aangepast worden, maar ze zijn minimaal twee derde van de |
| lengte van de andere blokken. De blokken worden aangebracht in een rij | lengte van de andere blokken. De blokken worden aangebracht in een rij |
| evenwijdig aan het grondoppervlak op een hoogte waarbij de bovenrand | evenwijdig aan het grondoppervlak op een hoogte waarbij de bovenrand |
| van de rij blokken overeenkomt met de gemiddelde hoogte van de | van de rij blokken overeenkomt met de gemiddelde hoogte van de |
| onderrand van het venster van de voordeur. | onderrand van het venster van de voordeur. |
| Langs beide zijkanten wordt de wagen voorzien van witte | Langs beide zijkanten wordt de wagen voorzien van witte |
| contourmarkering in retroreflecterend materiaal. | contourmarkering in retroreflecterend materiaal. |
| Op de achterzijde worden chevrons (visgraat) aangebracht van aan de | Op de achterzijde worden chevrons (visgraat) aangebracht van aan de |
| onderste rand van het voertuig tot een hoogte die overeenstemt met de | onderste rand van het voertuig tot een hoogte die overeenstemt met de |
| bovenste rand van de rij blokken. De chevrons worden aangebracht in | bovenste rand van de rij blokken. De chevrons worden aangebracht in |
| retroreflecterend materiaal van 100 mm breedte, afwisselend in de | retroreflecterend materiaal van 100 mm breedte, afwisselend in de |
| kleuren fluorescent geel/groen en fluorescent oranje. | kleuren fluorescent geel/groen en fluorescent oranje. |
| De aanduiding `ambulance' of `ziekenwagen'wordt aangebracht in rood | De aanduiding `ambulance' of `ziekenwagen'wordt aangebracht in rood |
| retroreflecterend materiaal op de achterzijde van het voertuig. | retroreflecterend materiaal op de achterzijde van het voertuig. |
| Op de achterzijde staat ook een uniek identificatienummer ter | Op de achterzijde staat ook een uniek identificatienummer ter |
| aanduiding van de erkenning door de verantwoordelijke overheid op een | aanduiding van de erkenning door de verantwoordelijke overheid op een |
| duidelijk aangegeven plaats. | duidelijk aangegeven plaats. |
| Deze nummering zal opgebouwd worden op een eenvormige manier voor alle | Deze nummering zal opgebouwd worden op een eenvormige manier voor alle |
| overheden. | overheden. |
| Deze voertuigen dienen uitgerust te zijn van prioritaire signalen, | Deze voertuigen dienen uitgerust te zijn van prioritaire signalen, |
| zijnde blauwe knipperlichten en geluidstoestel. Deze prioritaire | zijnde blauwe knipperlichten en geluidstoestel. Deze prioritaire |
| signalen mogen enkel gebruikt worden in het kader van een dringende | signalen mogen enkel gebruikt worden in het kader van een dringende |
| interventie, goedgekeurd door territoriaal bevoegde hulpcentrum | interventie, goedgekeurd door territoriaal bevoegde hulpcentrum |
| 112/100 of de medische dispatching. | 112/100 of de medische dispatching. |
| Optioneel kan : | Optioneel kan : |
| o op de zijkant : | o op de zijkant : |
| o net boven de dubbele rij blokken de naam van de dienst vermeld | o net boven de dubbele rij blokken de naam van de dienst vermeld |
| worden, | worden, |
| o binnen een vlak van 400 mm op 400 mm het logo van de dienst | o binnen een vlak van 400 mm op 400 mm het logo van de dienst |
| aangebracht worden, | aangebracht worden, |
| o zo bestaande, een logo voor het niet-dringend vervoer van patiënten | o zo bestaande, een logo voor het niet-dringend vervoer van patiënten |
| o op de achterzijde : | o op de achterzijde : |
| o het telefoonnummer van de dienst vermeld worden, | o het telefoonnummer van de dienst vermeld worden, |
| o op de voorzijde : | o op de voorzijde : |
| o het telefoonnummer van de dienst vermeld worden. | o het telefoonnummer van de dienst vermeld worden. |
| Ter informatie met betrekking tot de voertuigen voor vervoer van | Ter informatie met betrekking tot de voertuigen voor vervoer van |
| patiënten die occasioneel kunnen geïntegreerd worden binnen de DGH | patiënten die occasioneel kunnen geïntegreerd worden binnen de DGH |
| De inhoud van de ziekenwagen moet minimaal voldoen aan de voorwaarden | De inhoud van de ziekenwagen moet minimaal voldoen aan de voorwaarden |
| die opgelegd worden aan de middelen die routinematig actief zijn | die opgelegd worden aan de middelen die routinematig actief zijn |
| binnen de DGH. | binnen de DGH. |
| Bovendien moeten de personen die het voertuig bemannen minimaal in het | Bovendien moeten de personen die het voertuig bemannen minimaal in het |
| bezit zijn van een bekwaamheid die erkend is binnen de DGH. | bezit zijn van een bekwaamheid die erkend is binnen de DGH. |
| Bij het inschakelen van een dergelijk voertuig voor het vervoer van | Bij het inschakelen van een dergelijk voertuig voor het vervoer van |
| een patiënt met een tijdskritische pathologie, moet een melding | een patiënt met een tijdskritische pathologie, moet een melding |
| gebeuren aan het territoriaal bevoegde hulpcentrum 112/100 of de | gebeuren aan het territoriaal bevoegde hulpcentrum 112/100 of de |
| medische dispatching. De concrete regelgeving hieromtrent dient nog | medische dispatching. De concrete regelgeving hieromtrent dient nog |
| uitgewerkt te worden. | uitgewerkt te worden. |
| Nog te bepalen uiterlijke kenmerken | Nog te bepalen uiterlijke kenmerken |
| De uiterlijke kenmerken van de voertuigen die gebruikt worden voor het | De uiterlijke kenmerken van de voertuigen die gebruikt worden voor het |
| zittend patiëntenvervoer en voor het vervoer van patiënten in een | zittend patiëntenvervoer en voor het vervoer van patiënten in een |
| rolstoel, zijn momenteel niet opgenomen in dit protocolakkoord. | rolstoel, zijn momenteel niet opgenomen in dit protocolakkoord. |
| Na uitklaring van de definitie van een "patiënt" en het uitwerken van | Na uitklaring van de definitie van een "patiënt" en het uitwerken van |
| de nodige regelgeving, zal overgegaan worden tot het uitwerken van de | de nodige regelgeving, zal overgegaan worden tot het uitwerken van de |
| uiterlijke kenmerken voor de voertuigen die ingezet worden in het | uiterlijke kenmerken voor de voertuigen die ingezet worden in het |
| zittend en/of rolstoelvervoer. | zittend en/of rolstoelvervoer. |
| De uiterlijke kenmerken voor de voertuigen voor het zittend | De uiterlijke kenmerken voor de voertuigen voor het zittend |
| patiëntenvervoer en/of van patiënten in een rolstoel, zullen in lijn | patiëntenvervoer en/of van patiënten in een rolstoel, zullen in lijn |
| liggen met de hierboven beschreven uiterlijke kenmerken voor het | liggen met de hierboven beschreven uiterlijke kenmerken voor het |
| liggend patiëntenvervoer. | liggend patiëntenvervoer. |
| Overgangsperiode | Overgangsperiode |
| De Gemeenschappen/Gewesten verbinden zich er toe zo snel mogelijk een | De Gemeenschappen/Gewesten verbinden zich er toe zo snel mogelijk een |
| regelgeving uit te werken betreffende de uiterlijke kenmerken van de | regelgeving uit te werken betreffende de uiterlijke kenmerken van de |
| voertuigen voor het niet-dringend vervoer van patiënten (categorie M, | voertuigen voor het niet-dringend vervoer van patiënten (categorie M, |
| voertuigtype SC). | voertuigtype SC). |
| Deze regelgeving zal een overgangstermijn van 5 jaar includeren, | Deze regelgeving zal een overgangstermijn van 5 jaar includeren, |
| beginnend op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad. | beginnend op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad. |
| HOOFDSTUK 3. - Interventiekledij | HOOFDSTUK 3. - Interventiekledij |
| De interventiekledij voor de personen die actief zijn in het kader van | De interventiekledij voor de personen die actief zijn in het kader van |
| zowel het dringend als het niet-dringend vervoer van patiënten mag | zowel het dringend als het niet-dringend vervoer van patiënten mag |
| enkel bestaan uit volgende kleuren : geel, conform met EN 20471 en | enkel bestaan uit volgende kleuren : geel, conform met EN 20471 en |
| enamel blauw, pantone 18-4733 TCX. | enamel blauw, pantone 18-4733 TCX. |
| De interventiekledij bevat volgende onderdelen : parka met zomerjas, | De interventiekledij bevat volgende onderdelen : parka met zomerjas, |
| broek, T-shirt of polo en kazuifel. De drager van de interventiekledij | broek, T-shirt of polo en kazuifel. De drager van de interventiekledij |
| mag zelf bepalen welke combinatie hij draagt, zolang er voldaan wordt | mag zelf bepalen welke combinatie hij draagt, zolang er voldaan wordt |
| aan de zichtbaarheid klasse 3, zoals beschreven in EN 20471 | aan de zichtbaarheid klasse 3, zoals beschreven in EN 20471 |
| betreffende hoge zichtbaarheidskleding. | betreffende hoge zichtbaarheidskleding. |
| Het gebruik van de zilvergrijze "Star of Life", grootte van 75 mm * 75 | Het gebruik van de zilvergrijze "Star of Life", grootte van 75 mm * 75 |
| mm op de rechter borst en 150 mm * 150 mm centraal op de rugzijde, is | mm op de rechter borst en 150 mm * 150 mm centraal op de rugzijde, is |
| enkel toegelaten voor de personen die geslaagd zijn in de opleiding | enkel toegelaten voor de personen die geslaagd zijn in de opleiding |
| `ambulancier' zoals uitgewerkt door de bevoegde overheid. | `ambulancier' zoals uitgewerkt door de bevoegde overheid. |
| De blauwe `Star of Life' is voorbehouden voor de personen die geslaagd | De blauwe `Star of Life' is voorbehouden voor de personen die geslaagd |
| zijn in de opleiding hulpverlener-ambulancier (DGH). | zijn in de opleiding hulpverlener-ambulancier (DGH). |
| De groene `Star of Life' is voorbehouden voor de personen die houder | De groene `Star of Life' is voorbehouden voor de personen die houder |
| zijn van een visum van verpleegkundige. | zijn van een visum van verpleegkundige. |
| De rode `Star of Life' is voorbehouden voor de personen die houder | De rode `Star of Life' is voorbehouden voor de personen die houder |
| zijn van het visum van geneesheer. | zijn van het visum van geneesheer. |
| Overgangsperiode | Overgangsperiode |
| De Gemeenschappen/Gewesten verbinden zich er toe zo snel mogelijk de | De Gemeenschappen/Gewesten verbinden zich er toe zo snel mogelijk de |
| karakteristieken van de interventiekledij op te nemen in de | karakteristieken van de interventiekledij op te nemen in de |
| erkenningsnormen van de ziekenhuisfuncties die actief zijn in de DGH. | erkenningsnormen van de ziekenhuisfuncties die actief zijn in de DGH. |
| Zij werken ook een regelgeving uit betreffende de kenmerken van de | Zij werken ook een regelgeving uit betreffende de kenmerken van de |
| interventiekledij voor de medewerkers aan het niet-dringend vervoer | interventiekledij voor de medewerkers aan het niet-dringend vervoer |
| van patiënten. | van patiënten. |
| Voor beide zal een overgangstermijn van 5 jaar gelden, respectievelijk | Voor beide zal een overgangstermijn van 5 jaar gelden, respectievelijk |
| beginnend op de dag van opname in de erkenningsnormen en anderzijds de | beginnend op de dag van opname in de erkenningsnormen en anderzijds de |
| publicatie in het Belgisch Staatsblad. | publicatie in het Belgisch Staatsblad. |
| HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen |
| Dit protocolakkoord treedt voor onbepaalde duur in werking vanaf 27 | Dit protocolakkoord treedt voor onbepaalde duur in werking vanaf 27 |
| maart 2017 en kan op elk moment worden gewijzigd. | maart 2017 en kan op elk moment worden gewijzigd. |
| Het protocolakkoord kan ieder kalenderjaar worden beëindigd met ingang | Het protocolakkoord kan ieder kalenderjaar worden beëindigd met ingang |
| van 1 januari op voorwaarde dat hierover in consensus tussen alle | van 1 januari op voorwaarde dat hierover in consensus tussen alle |
| partijen is beslist op een Interministeriële Conferentie | partijen is beslist op een Interministeriële Conferentie |
| volksgezondheid. | volksgezondheid. |
| Elke partij kan dit protocolakkoord voor wat haar betreft beëindigen | Elke partij kan dit protocolakkoord voor wat haar betreft beëindigen |
| op 1 januari van ieder kalenderjaar op voorwaarde dat hierover overleg | op 1 januari van ieder kalenderjaar op voorwaarde dat hierover overleg |
| plaats vond in de interministeriële conferentie volksgezondheid met | plaats vond in de interministeriële conferentie volksgezondheid met |
| alle partijen. | alle partijen. |
| Aldus gesloten te Brussel op 27 maart 2017. | Aldus gesloten te Brussel op 27 maart 2017. |
| Voor de Federale Staat : | Voor de Federale Staat : |
| M. DE BLOCK, | M. DE BLOCK, |
| Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. | Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. |
| Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest : | Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest : |
| J. VANDEURZEN, | J. VANDEURZEN, |
| Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. | Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. |
| Pour la Région Wallonne : | Pour la Région Wallonne : |
| M. PREVOT, | M. PREVOT, |
| Ministre des Travaux publics, de la Santé, de l'Action sociale et du | Ministre des Travaux publics, de la Santé, de l'Action sociale et du |
| Patrimoine. | Patrimoine. |
| Pour la Communauté française : | Pour la Communauté française : |
| R. DEMOTTE, | R. DEMOTTE, |
| Ministre-Président de la Communauté française. | Ministre-Président de la Communauté française. |
| Pour la Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale : | Pour la Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale : |
| Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad | Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad |
| : | : |
| D. GOSUIN, | D. GOSUIN, |
| Ministre, Membre du Collège réuni, compétent pour la politique de la | Ministre, Membre du Collège réuni, compétent pour la politique de la |
| Santé, les Finances, le Budget, la Fonction publique, le Patrimoine et | Santé, les Finances, le Budget, la Fonction publique, le Patrimoine et |
| les Relations extérieures. | les Relations extérieures. |
| G. VANHENGEL, | G. VANHENGEL, |
| Minister, Lid van het Verenigd college, bevoegd voor het | Minister, Lid van het Verenigd college, bevoegd voor het |
| Gezondheidsbeleid, de Financiën, | Gezondheidsbeleid, de Financiën, |
| de Begroting, het Openbaar Ambt, het Patrimonium en de Externe | de Begroting, het Openbaar Ambt, het Patrimonium en de Externe |
| Betrekkingen. | Betrekkingen. |
| Pour le collège de la Commission communautaire française de | Pour le collège de la Commission communautaire française de |
| Bruxelles-Capitale : | Bruxelles-Capitale : |
| Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels | Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels |
| Hoofdstedelijk Gewest : | Hoofdstedelijk Gewest : |
| C. JODOGNE, | C. JODOGNE, |
| Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente | Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente |
| pour la Politique de Santé. | pour la Politique de Santé. |
| Pour le Gouvernement de la Fédération Wallonie - Bruxelles-Capitale : | Pour le Gouvernement de la Fédération Wallonie - Bruxelles-Capitale : |
| A. GREOLI, | A. GREOLI, |
| Vice-Présidente, Ministre de la Culture et de l'Enfance. | Vice-Présidente, Ministre de la Culture et de l'Enfance. |
| Für die Deutschsprachige Gemeinschaft: | Für die Deutschsprachige Gemeinschaft: |
| Pour la Communauté germanophone : | Pour la Communauté germanophone : |
| A. ANTONIADIS, | A. ANTONIADIS, |
| Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit | Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit |
| und Soziales | und Soziales |