| Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2018 | Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2018 |
|---|---|
| BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
| 15 DECEMBER 2017. - Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het | 15 DECEMBER 2017. - Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het |
| Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2018 (1) | Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2018 (1) |
| Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, | Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, |
| Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : | Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : |
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in |
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in |
| artikel 39 van de Grondwet. | artikel 39 van de Grondwet. |
Art. 2.Voor het begrotingsjaar 2018 : |
Art. 2.Voor het begrotingsjaar 2018 : |
| § 1. Worden de algemene ontvangsten geraamd op : 5.135.561.000 euro, | § 1. Worden de algemene ontvangsten geraamd op : 5.135.561.000 euro, |
| overeenkomstig Opdracht 01 van de bijgevoegde tabel. | overeenkomstig Opdracht 01 van de bijgevoegde tabel. |
| § 2. Worden de specifieke ontvangsten geraamd op : 372.252.000 euro, | § 2. Worden de specifieke ontvangsten geraamd op : 372.252.000 euro, |
| overeenkomstig Opdracht 02 van de bijgevoegde tabel. | overeenkomstig Opdracht 02 van de bijgevoegde tabel. |
| Hetzij samen : 5.507.813.000 euro. | Hetzij samen : 5.507.813.000 euro. |
Art. 3.De op 31 december 2017 bestaande belastingen ten behoeve van |
Art. 3.De op 31 december 2017 bestaande belastingen ten behoeve van |
| het Gewest worden tijdens het jaar 2018 ingevorderd volgens de wetten, | het Gewest worden tijdens het jaar 2018 ingevorderd volgens de wetten, |
| ordonnanties, besluiten en tarieven die er de zetting en invordering | ordonnanties, besluiten en tarieven die er de zetting en invordering |
| van regelen. | van regelen. |
Art. 4.De Regering wordt gemachtigd om het overschot van de uitgaven |
Art. 4.De Regering wordt gemachtigd om het overschot van de uitgaven |
| op de ontvangsten van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk | op de ontvangsten van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk |
| Gewest voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 2018 door leningen te | Gewest voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 2018 door leningen te |
| dekken. | dekken. |
Art. 5.De Regering wordt gemachtigd om elke financiële |
Art. 5.De Regering wordt gemachtigd om elke financiële |
| beheersverrichting in het algemeen belang van de gewestelijke | beheersverrichting in het algemeen belang van de gewestelijke |
| thesaurie en elke beheersverrichting met betrekking tot de | thesaurie en elke beheersverrichting met betrekking tot de |
| gewestschuld uit te voeren. | gewestschuld uit te voeren. |
Art. 6.De Regering wordt gemachtigd om de vervroegde terugbetaling |
Art. 6.De Regering wordt gemachtigd om de vervroegde terugbetaling |
| van leningen, overeenkomstig de bepalingen van de | van leningen, overeenkomstig de bepalingen van de |
| leningovereenkomsten, de in het algemeen belang van de gewestelijke | leningovereenkomsten, de in het algemeen belang van de gewestelijke |
| thesaurie gerealiseerde verrichtingen inzake financieel beheer en de | thesaurie gerealiseerde verrichtingen inzake financieel beheer en de |
| uitgaven die voortvloeien uit verrichtingen inzake het beheer van de | uitgaven die voortvloeien uit verrichtingen inzake het beheer van de |
| gewestschuld via leningen te dekken. | gewestschuld via leningen te dekken. |
Art. 7.De Regering wordt gemachtigd om rentedragende |
Art. 7.De Regering wordt gemachtigd om rentedragende |
| financieringsmiddelen te creëren met inbegrip van de thesauriebewijzen | financieringsmiddelen te creëren met inbegrip van de thesauriebewijzen |
| zoals bedoeld door de wet van 22 juli 1991 betreffende de | zoals bedoeld door de wet van 22 juli 1991 betreffende de |
| thesauriebewijzen en de depositobewijzen. | thesauriebewijzen en de depositobewijzen. |
Art. 8.In afwijking van artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke |
Art. 8.In afwijking van artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke |
| ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van | ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van |
| toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, | toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, |
| blijven alle op basis van de gecoördineerde wetten op de | blijven alle op basis van de gecoördineerde wetten op de |
| Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 aangestelde titelvoerende en/of | Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 aangestelde titelvoerende en/of |
| plaatsvervangende rekenplichtigen van de ontvangsten (contractueel of | plaatsvervangende rekenplichtigen van de ontvangsten (contractueel of |
| statutair) in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of | statutair) in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of |
| nieuwe beslissing een einde maakt aan hun huidige aanstelling. Zij | nieuwe beslissing een einde maakt aan hun huidige aanstelling. Zij |
| blijven hun functie eveneens uitoefenen in het geval van de creatie | blijven hun functie eveneens uitoefenen in het geval van de creatie |
| van nieuwe basisallocaties inzake ontvangsten die bestaande | van nieuwe basisallocaties inzake ontvangsten die bestaande |
| basisallocaties die zij beheren en die niet meer geschikt zijn | basisallocaties die zij beheren en die niet meer geschikt zijn |
| (bijvoorbeeld ingevolge een foutieve economische code) vervangen of in | (bijvoorbeeld ingevolge een foutieve economische code) vervangen of in |
| het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake ontvangsten | het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake ontvangsten |
| die toegevoegd worden aan de door de rekenplichtige beheerde bestaande | die toegevoegd worden aan de door de rekenplichtige beheerde bestaande |
| basisallocaties indien deze binnen hetzelfde beheersdomein blijven. In | basisallocaties indien deze binnen hetzelfde beheersdomein blijven. In |
| voorkomend geval kan hiertoe een nieuw benoemingsbesluit genomen | voorkomend geval kan hiertoe een nieuw benoemingsbesluit genomen |
| worden. | worden. |
| In afwijking van artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke | In afwijking van artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke |
| ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van | ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van |
| toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden | toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden |
| de titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van de | de titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van de |
| ontvangsten niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan | ontvangsten niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan |
| het statuut. | het statuut. |
| De plaatsvervangende centraliserende rekenplichtige van de | De plaatsvervangende centraliserende rekenplichtige van de |
| ontvangsten, de rekenplichtige van de geschillen en de rekenplichtige | ontvangsten, de rekenplichtige van de geschillen en de rekenplichtige |
| van de liggende gelden worden niet verplicht gekozen uit de ambtenaren | van de liggende gelden worden niet verplicht gekozen uit de ambtenaren |
| van niveau A onderworpen aan het statuut. | van niveau A onderworpen aan het statuut. |
| In afwijking van artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke | In afwijking van artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke |
| ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van | ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van |
| toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kan de | toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kan de |
| Minister van Financiën, overeenkomstig artikel 16, tweede lid, van het | Minister van Financiën, overeenkomstig artikel 16, tweede lid, van het |
| besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 | besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 |
| betreffende de financiële actoren, op voordracht van de functioneel | betreffende de financiële actoren, op voordracht van de functioneel |
| bevoegde Minister, een contractueel personeelslid van de MIVB, | bevoegde Minister, een contractueel personeelslid van de MIVB, |
| gedetacheerd bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB), | gedetacheerd bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB), |
| aanstellen in de functie van titelvoerende en/of plaatsvervangende | aanstellen in de functie van titelvoerende en/of plaatsvervangende |
| rekenplichtige van de ontvangsten belast met de uitoefening van de | rekenplichtige van de ontvangsten belast met de uitoefening van de |
| bevoegdheden inzake vervoer en openbare werken, waaronder de | bevoegdheden inzake vervoer en openbare werken, waaronder de |
| ontvangsten toe te wijzen aan het fonds voor uitrusting en | ontvangsten toe te wijzen aan het fonds voor uitrusting en |
| verplaatsingen en het verkeersveiligheidsfonds, zoals bedoeld in | verplaatsingen en het verkeersveiligheidsfonds, zoals bedoeld in |
| hetzelfde artikel. | hetzelfde artikel. |
| In afwijking van artikel 69, § 1, van de organieke ordonnantie van 23 | In afwijking van artikel 69, § 1, van de organieke ordonnantie van 23 |
| februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, kan de door de Minister van | begroting, de boekhouding en de controle, kan de door de Minister van |
| Financiën en Begroting aangewezen rekenplichtige | Financiën en Begroting aangewezen rekenplichtige |
| ontvangstverrichtingen voor rekening van derden uitvoeren in het kader | ontvangstverrichtingen voor rekening van derden uitvoeren in het kader |
| van de door de Minister van Financiën en Begroting gespecifieerde | van de door de Minister van Financiën en Begroting gespecifieerde |
| activiteiten, op voorwaarde dat die financiële stromen geen | activiteiten, op voorwaarde dat die financiële stromen geen |
| budgettaire weerslag hebben en de door Brussel Financiën en Begroting | budgettaire weerslag hebben en de door Brussel Financiën en Begroting |
| vastgestelde procedures eerbiedigen. De gedelegeerde ordonnateur voor | vastgestelde procedures eerbiedigen. De gedelegeerde ordonnateur voor |
| bovenvermelde verrichtingen is de door de Minister van Financiën en | bovenvermelde verrichtingen is de door de Minister van Financiën en |
| Begroting aangewezen gedelegeerde ordonnateur. | Begroting aangewezen gedelegeerde ordonnateur. |
Art. 9.In afwijking van artikel 13, § 4, 3°, van het besluit van de |
Art. 9.In afwijking van artikel 13, § 4, 3°, van het besluit van de |
| Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007 met betrekking | Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007 met betrekking |
| tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne | tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne |
| controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede | controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede |
| financiële beheer, wordt het ontwerp van controleverslag enkel | financiële beheer, wordt het ontwerp van controleverslag enkel |
| overgemaakt aan de gecontroleerde entiteit en mag de tegensprekelijke | overgemaakt aan de gecontroleerde entiteit en mag de tegensprekelijke |
| procedure niet langer duren dan vijftien werkdagen. | procedure niet langer duren dan vijftien werkdagen. |
Art. 10.Het « Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit », |
Art. 10.Het « Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit », |
| opgericht door artikel 16, § 1, van de ordonnantie van 17 juli 2003 | opgericht door artikel 16, § 1, van de ordonnantie van 17 juli 2003 |
| houdende de Brusselse Huisvestingscode, gewijzigd door artikel 11, § | houdende de Brusselse Huisvestingscode, gewijzigd door artikel 11, § |
| 1, van de ordonnantie van 11 juli 2013, is een organiek | 1, van de ordonnantie van 11 juli 2013, is een organiek |
| begrotingsfonds zoals bedoeld in artikel 8 van de organieke | begrotingsfonds zoals bedoeld in artikel 8 van de organieke |
| ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van | ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van |
| toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle. | toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle. |
Art. 11.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 11.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van | begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van |
| hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de | hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de |
| oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten uit de verkoop | oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten uit de verkoop |
| van boeken en uit de terugbetalingen van ten onrechte ontvangen | van boeken en uit de terugbetalingen van ten onrechte ontvangen |
| subsidies in verband met stedenbouw en planning eveneens toegewezen | subsidies in verband met stedenbouw en planning eveneens toegewezen |
| aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer. | aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer. |
Art. 12.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 12.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van | begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van |
| hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende | hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende |
| oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten uit | oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten uit |
| terugbetalingen van kosten en de verkoopopbrengsten die resulteren uit | terugbetalingen van kosten en de verkoopopbrengsten die resulteren uit |
| ambtshalve uitvoeringsmaatregelen, genomen in uitvoering van artikel | ambtshalve uitvoeringsmaatregelen, genomen in uitvoering van artikel |
| 305 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), eveneens | 305 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), eveneens |
| toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer. | toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer. |
Art. 13.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 13.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van | begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van |
| hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende | hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende |
| oprichting van begrotingsfondsen, worden de terugbetalingen door de | oprichting van begrotingsfondsen, worden de terugbetalingen door de |
| gemeenten en OCMW's van ten onrechte ontvangen subsidies voor | gemeenten en OCMW's van ten onrechte ontvangen subsidies voor |
| stadsvernieuwing eveneens toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en | stadsvernieuwing eveneens toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en |
| grondbeheer. | grondbeheer. |
Art. 14.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 14.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van | begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van |
| hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende | hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende |
| oprichting van begrotingsfondsen, worden het bedrag van de | oprichting van begrotingsfondsen, worden het bedrag van de |
| administratieve dadingen en elk ander bedrag dat het Gewest int naar | administratieve dadingen en elk ander bedrag dat het Gewest int naar |
| aanleiding van beslissingen van hoven en rechtbanken ten laste van | aanleiding van beslissingen van hoven en rechtbanken ten laste van |
| overtreders van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, evenals | overtreders van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, evenals |
| het bedrag van administratieve boetes opgelegd aan overtreders wegens | het bedrag van administratieve boetes opgelegd aan overtreders wegens |
| misdrijven opgesomd in artikel 300 van voornoemd Wetboek, op grond van | misdrijven opgesomd in artikel 300 van voornoemd Wetboek, op grond van |
| een beslissing genomen vóór 1 januari 2016, eveneens toegewezen aan | een beslissing genomen vóór 1 januari 2016, eveneens toegewezen aan |
| het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer. | het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer. |
Art. 15.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 15.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 6°, 4de | begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 6°, 4de |
| streepje, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 | streepje, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 |
| houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens | houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens |
| toegewezen aan het Fonds voor investeringen en aflossing van de | toegewezen aan het Fonds voor investeringen en aflossing van de |
| schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw : « Alle andere | schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw : « Alle andere |
| inkomsten inzake sociale huisvesting, met inbegrip van terugbetalingen | inkomsten inzake sociale huisvesting, met inbegrip van terugbetalingen |
| en toevallige ontvangsten ». | en toevallige ontvangsten ». |
Art. 16.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 16.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 9°, van | begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 9°, van |
| hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de | hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de |
| oprichting van begrotingsfondsen, wordt de forfaitaire bijdrage van « | oprichting van begrotingsfondsen, wordt de forfaitaire bijdrage van « |
| Fost Plus » tot de financiering van het beleid van het Brussels | Fost Plus » tot de financiering van het beleid van het Brussels |
| Hoofdstedelijk Gewest inzake de preventie en het beheer van | Hoofdstedelijk Gewest inzake de preventie en het beheer van |
| verpakkingsafval, eveneens toegewezen aan het Fonds voor de | verpakkingsafval, eveneens toegewezen aan het Fonds voor de |
| bescherming van het milieu. | bescherming van het milieu. |
Art. 17.In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari |
Art. 17.In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari |
| 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, | 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, |
| de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 12°, van hoofdstuk II | de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 12°, van hoofdstuk II |
| van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van | van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van |
| begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van de « fees » die | begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van de « fees » die |
| door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevraagd worden aan de | door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevraagd worden aan de |
| instanties die financiële operaties wensen aan te gaan waarvoor ze de | instanties die financiële operaties wensen aan te gaan waarvoor ze de |
| gewestwaarborg vragen, eveneens toegewezen aan het Fonds voor het | gewestwaarborg vragen, eveneens toegewezen aan het Fonds voor het |
| beheer van de gewestschuld. | beheer van de gewestschuld. |
| De waarborgfees worden binnen het Fonds voor het beheer van de | De waarborgfees worden binnen het Fonds voor het beheer van de |
| gewestschuld opgenomen in een afzonderlijk compartiment. | gewestschuld opgenomen in een afzonderlijk compartiment. |
Art. 18.In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari |
Art. 18.In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari |
| 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, | 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, |
| de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 13°, van hoofdstuk II | de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 13°, van hoofdstuk II |
| van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van | van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van |
| begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van subsidies die door | begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van subsidies die door |
| Europese of internationale instellingen gestort worden aan het | Europese of internationale instellingen gestort worden aan het |
| Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn hoedanigheid van projectleider | Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn hoedanigheid van projectleider |
| of partner eveneens toegewezen aan het Fonds van het onroerend | of partner eveneens toegewezen aan het Fonds van het onroerend |
| erfgoed. | erfgoed. |
Art. 19.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 19.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 14°, 3de | begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 14°, 3de |
| streepje, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 | streepje, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 |
| houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens | houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens |
| toegewezen aan het Fonds openbaar beheersrecht : « Alle andere | toegewezen aan het Fonds openbaar beheersrecht : « Alle andere |
| inkomsten inzake openbaar beheersrecht, met inbegrip van | inkomsten inzake openbaar beheersrecht, met inbegrip van |
| terugbetalingen en toevallige ontvangsten ». | terugbetalingen en toevallige ontvangsten ». |
Art. 20.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 20.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 16°, van | begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 16°, van |
| hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de | hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de |
| oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het | oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het |
| Fonds voor energiebeleid, de ontvangsten voortvloeiend uit de | Fonds voor energiebeleid, de ontvangsten voortvloeiend uit de |
| terugbetaling van leningen in het kader van het Fonds ter Reductie van | terugbetaling van leningen in het kader van het Fonds ter Reductie van |
| de Globale Energiekost (FRGE) dat geregionaliseerd is sinds de 6de | de Globale Energiekost (FRGE) dat geregionaliseerd is sinds de 6de |
| Staatshervorming (opdracht 02, programma 240). | Staatshervorming (opdracht 02, programma 240). |
Art. 21.In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari |
Art. 21.In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari |
| 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, | 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, |
| de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 18°, van hoofdstuk II | de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 18°, van hoofdstuk II |
| van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van | van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van |
| begrotingsfondsen, worden de ontvangsten afkomstig van de verkoop van | begrotingsfondsen, worden de ontvangsten afkomstig van de verkoop van |
| groenestroomcertificaten ter dekking van de productie van zonnepanelen | groenestroomcertificaten ter dekking van de productie van zonnepanelen |
| toebehorend aan Leefmilieu Brussel krachtens punt 9° van artikel 24bis | toebehorend aan Leefmilieu Brussel krachtens punt 9° van artikel 24bis |
| van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de | van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de |
| elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, eveneens | elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, eveneens |
| toegewezen aan het Klimaatfonds. | toegewezen aan het Klimaatfonds. |
Art. 22.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 22.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 21°, van | begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 21°, van |
| hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende | hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende |
| oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten ingevolge de | oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten ingevolge de |
| vereffening van de vzw « Fonds voor Inspectie van Automobielen » in | vereffening van de vzw « Fonds voor Inspectie van Automobielen » in |
| het kader van de 6de Staatshervorming eveneens toegewezen aan het | het kader van de 6de Staatshervorming eveneens toegewezen aan het |
| Verkeersveiligheidsfonds. | Verkeersveiligheidsfonds. |
Art. 23.In toepassing van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
Art. 23.In toepassing van artikel 8 van de organieke ordonnantie van |
| 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de | 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| begroting, de boekhouding en de controle, wordt het organiek | begroting, de boekhouding en de controle, wordt het organiek |
| begrotingsfonds « Fonds voor grondinvesteringen » opgericht. | begrotingsfonds « Fonds voor grondinvesteringen » opgericht. |
| Een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 12 | Een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 12 |
| december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen zal in 2018 | december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen zal in 2018 |
| bij het Parlement ingediend worden teneinde het voortbestaan van het | bij het Parlement ingediend worden teneinde het voortbestaan van het |
| Fonds na 2018 te verzekeren. | Fonds na 2018 te verzekeren. |
| Aan het Fonds worden de ontvangsten toegewezen voortkomend uit de | Aan het Fonds worden de ontvangsten toegewezen voortkomend uit de |
| verkopen van de onroerende goederen van de Grondregie (basisallocaties | verkopen van de onroerende goederen van de Grondregie (basisallocaties |
| 02.170.06.01.76.11, 02.170.06.02.76.12, 02.170.06.03.76.31, | 02.170.06.01.76.11, 02.170.06.02.76.12, 02.170.06.03.76.31, |
| 02.170.06.04.76.32). | 02.170.06.04.76.32). |
Art. 24.Onverminderd afwijkende wettelijke of regelgevende bepalingen |
Art. 24.Onverminderd afwijkende wettelijke of regelgevende bepalingen |
| kan elke vordering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van een | kan elke vordering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van een |
| van de instellingen bedoeld in artikel 85 van de organieke ordonnantie | van de instellingen bedoeld in artikel 85 van de organieke ordonnantie |
| van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op | van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op |
| de begroting, de boekhouding en de controle, bij ontstentenis van | de begroting, de boekhouding en de controle, bij ontstentenis van |
| betaling binnen de termijn die is opgelegd in het kader van de | betaling binnen de termijn die is opgelegd in het kader van de |
| invorderingsprocedure, aanleiding geven tot een dwangbevel dat door de | invorderingsprocedure, aanleiding geven tot een dwangbevel dat door de |
| bevoegde ordonnateur wordt ondertekend en uitvoerbaar verklaard. | bevoegde ordonnateur wordt ondertekend en uitvoerbaar verklaard. |
| Onverminderd afwijkende wettelijke of regelgevende bepalingen kan | Onverminderd afwijkende wettelijke of regelgevende bepalingen kan |
| tegen elk dwangbevel dat wordt uitgevaardigd krachtens het vorige lid | tegen elk dwangbevel dat wordt uitgevaardigd krachtens het vorige lid |
| schorsend beroep worden aangetekend bij de Brusselse Hoofdstedelijke | schorsend beroep worden aangetekend bij de Brusselse Hoofdstedelijke |
| Regering binnen de 60 dagen na de kennisgeving ervan. | Regering binnen de 60 dagen na de kennisgeving ervan. |
| De Regering spreekt zich uit binnen de 90 dagen na ontvangst van het | De Regering spreekt zich uit binnen de 90 dagen na ontvangst van het |
| beroep. Bij ontstentenis van een beslissing binnen die termijn mag het | beroep. Bij ontstentenis van een beslissing binnen die termijn mag het |
| dwangbevel worden uitgevoerd. De Regering bepaalt de procedure voor | dwangbevel worden uitgevoerd. De Regering bepaalt de procedure voor |
| het in het vorige lid bedoelde beroep. | het in het vorige lid bedoelde beroep. |
Art. 25.Het Gewestelijk Agentschap voor Netheid stort aan het Gewest |
Art. 25.Het Gewestelijk Agentschap voor Netheid stort aan het Gewest |
| een bedrag gelijk aan de inkomsten, exclusief btw, die het heeft geïnd | een bedrag gelijk aan de inkomsten, exclusief btw, die het heeft geïnd |
| ingevolge de verkoop van de toegekende groenestroomcertificaten, in | ingevolge de verkoop van de toegekende groenestroomcertificaten, in |
| toepassing van artikel 28 van de ordonnantie van 19 juli 2001 | toepassing van artikel 28 van de ordonnantie van 19 juli 2001 |
| betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels | betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels |
| Hoofdstedelijk Gewest, in ruil voor de productie van groene | Hoofdstedelijk Gewest, in ruil voor de productie van groene |
| elektriciteit voortvloeiend uit de omzetting van thermische energie | elektriciteit voortvloeiend uit de omzetting van thermische energie |
| gegenereerd door zijn energievalorisatie-installatie. | gegenereerd door zijn energievalorisatie-installatie. |
Art. 26.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2018. |
Art. 26.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2018. |
| Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch | Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch |
| Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
| Brussel, 15 december 2017. | Brussel, 15 december 2017. |
| De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk | belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk |
| Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, | Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, |
| Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare | Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare |
| Netheid, | Netheid, |
| R. VERVOORT | R. VERVOORT |
| De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
| Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en | Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en |
| Ontwikkelingssamenwerking, | Ontwikkelingssamenwerking, |
| G. VANHENGEL | G. VANHENGEL |
| De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
| Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische | Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische |
| Hulp, | Hulp, |
| D. GOSUIN | D. GOSUIN |
| De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
| Mobiliteit en Openbare Werken, | Mobiliteit en Openbare Werken, |
| P. SMET | P. SMET |
| De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
| Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, | Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, |
| C. FREMAULT | C. FREMAULT |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Gewone zitting 2017-2018. | (1) Gewone zitting 2017-2018. |
| Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, A-591/1. - | Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, A-591/1. - |
| Verslag (verwijzing), A-591/2. | Verslag (verwijzing), A-591/2. |
| Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag | Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag |
| 15 december 2017. | 15 december 2017. |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |