Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Beschikking van 03/04/2014
← Terug naar "Ordonnantie betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeersteken "
Ordonnantie betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeersteken Ordonnantie betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeersteken
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
3 APRIL 2014. - Ordonnantie betreffende de aanvullende reglementen op 3 APRIL 2014. - Ordonnantie betreffende de aanvullende reglementen op
het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeersteken het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeersteken
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij,
Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in

artikel 39 van de Grondwet. artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder :

Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder :

1° Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering; 1° Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
2° Aanvullende reglementen : reglementen die ertoe strekken om de 2° Aanvullende reglementen : reglementen die ertoe strekken om de
verkeersreglementering aan te passen aan de plaatselijke of bijzondere verkeersreglementering aan te passen aan de plaatselijke of bijzondere
omstandigheden die een periodiek of permanent karakter hebben. omstandigheden die een periodiek of permanent karakter hebben.
HOOFDSTUK 2. - Aanvullende reglementen HOOFDSTUK 2. - Aanvullende reglementen

Art. 3.Onder voorbehoud van artikel 5 van deze ordonnantie en van de

Art. 3.Onder voorbehoud van artikel 5 van deze ordonnantie en van de

artikelen 2 en 3 van de wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het artikelen 2 en 3 van de wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het
statuut der autosnelwegen, stellen de gemeenteraden de aanvullende statuut der autosnelwegen, stellen de gemeenteraden de aanvullende
reglementen betreffende de politie over het wegverkeer vast voor alle reglementen betreffende de politie over het wegverkeer vast voor alle
openbare wegen gelegen op hun grondgebied. openbare wegen gelegen op hun grondgebied.
Die reglementen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister van Die reglementen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister van
Vervoer, na advies van de raadgevende commissie, ingesteld met Vervoer, na advies van de raadgevende commissie, ingesteld met
toepassing van artikel 7. toepassing van artikel 7.
Heeft de Minister geen uitspraak gedaan binnen vijfenveertig dagen Heeft de Minister geen uitspraak gedaan binnen vijfenveertig dagen
nadat het aanvullend reglement werd ontvangen, dan kan het in werking nadat het aanvullend reglement werd ontvangen, dan kan het in werking
gesteld worden. gesteld worden.

Art. 4.Om de exploitatiekosten van de maatschappijen voor openbaar

Art. 4.Om de exploitatiekosten van de maatschappijen voor openbaar

vervoer te beheersen en om de doorstroming van het openbaar vervoer te vervoer te beheersen en om de doorstroming van het openbaar vervoer te
garanderen, kan de Minister bevoegd voor het Vervoer de gemeenteraden garanderen, kan de Minister bevoegd voor het Vervoer de gemeenteraden
verzoeken te beraadslagen over de maatregelen die hij voorstelt om het verzoeken te beraadslagen over de maatregelen die hij voorstelt om het
verkeer van het openbaar vervoer op het grondgebied van de gemeente te verkeer van het openbaar vervoer op het grondgebied van de gemeente te
vergemakkelijken. vergemakkelijken.
De aanvullende reglementen die door de gemeenteraden worden De aanvullende reglementen die door de gemeenteraden worden
vastgesteld op verzoek van de Minister behoeven de goedkeuring van vastgesteld op verzoek van de Minister behoeven de goedkeuring van
deze laatste, die het advies van de in artikel 7 opgerichte deze laatste, die het advies van de in artikel 7 opgerichte
raadgevende commissie inwint. Heeft de raadgevende commissie geen raadgevende commissie inwint. Heeft de raadgevende commissie geen
advies gegeven binnen vijfenveertig dagen na de ontvangst van het advies gegeven binnen vijfenveertig dagen na de ontvangst van het
aanvullend reglement, dan kan de Minister dat reglement goedkeuren. aanvullend reglement, dan kan de Minister dat reglement goedkeuren.
Indien de gemeenteraden aan het verzoek van de Minister geen gevolg Indien de gemeenteraden aan het verzoek van de Minister geen gevolg
hebben gegeven binnen de door hem gestelde termijn of indien de hebben gegeven binnen de door hem gestelde termijn of indien de
Minister niet kan instemmen met het door de gemeenteraden vastgestelde Minister niet kan instemmen met het door de gemeenteraden vastgestelde
aanvullend reglement, kan hij het aanvullend reglement vaststellen na aanvullend reglement, kan hij het aanvullend reglement vaststellen na
het advies van de betrokken raadgevende commissie te hebben het advies van de betrokken raadgevende commissie te hebben
ingewonnen. ingewonnen.
Indien de raadgevende commissie geen advies heeft gegeven binnen Indien de raadgevende commissie geen advies heeft gegeven binnen
vijfenveertig dagen na de ontvangst van het aanvullend reglement, kan vijfenveertig dagen na de ontvangst van het aanvullend reglement, kan
het reglement in werking worden gesteld. het reglement in werking worden gesteld.

Art. 5.De Minister van Vervoer stelt de aanvullende reglementen vast

Art. 5.De Minister van Vervoer stelt de aanvullende reglementen vast

die betrekking hebben op : die betrekking hebben op :
1° de gewestwegen en op de kruispunten waarvan een van die openbare 1° de gewestwegen en op de kruispunten waarvan een van die openbare
wegen deel uitmaakt; wegen deel uitmaakt;
2° de aanwijzing van de bebouwde kommen bedoeld in het algemeen 2° de aanwijzing van de bebouwde kommen bedoeld in het algemeen
reglement op de politie over het wegverkeer; reglement op de politie over het wegverkeer;
3° de verkeersmaatregelen die zich over meer dan een gemeente 3° de verkeersmaatregelen die zich over meer dan een gemeente
uitstrekken. uitstrekken.
Die reglementen worden vastgesteld na advies van de raadgevende Die reglementen worden vastgesteld na advies van de raadgevende
commissie bedoeld in artikel 7. commissie bedoeld in artikel 7.
Is dat advies binnen vijfenveertig dagen na de aanvraag niet Is dat advies binnen vijfenveertig dagen na de aanvraag niet
toegekomen, dan kan de Minister bevoegd voor het Vervoer het reglement toegekomen, dan kan de Minister bevoegd voor het Vervoer het reglement
ambtshalve vaststellen. ambtshalve vaststellen.
De gemeenteraden stellen de in het 1° bedoelde aanvullende reglementen De gemeenteraden stellen de in het 1° bedoelde aanvullende reglementen
vast indien de bevoegde Minister dat niet heeft gedaan. Die vast indien de bevoegde Minister dat niet heeft gedaan. Die
reglementen worden hem ter goedkeuring voorgelegd na advies van de reglementen worden hem ter goedkeuring voorgelegd na advies van de
raadgevende commissie bedoeld in artikel 7. raadgevende commissie bedoeld in artikel 7.
Heeft de raadgevende commissie geen advies uitgebracht binnen Heeft de raadgevende commissie geen advies uitgebracht binnen
vijfenveertig dagen nadat het aanvullend reglement is toegekomen, dan vijfenveertig dagen nadat het aanvullend reglement is toegekomen, dan
kunnen de gemeenteraden het rechtstreeks aan de Minister voorleggen. kunnen de gemeenteraden het rechtstreeks aan de Minister voorleggen.
Heeft de Minister geen uitspraak gedaan binnen vijfenveertig dagen Heeft de Minister geen uitspraak gedaan binnen vijfenveertig dagen
nadat het aanvullend reglement of, in voorkomend geval, het advies van nadat het aanvullend reglement of, in voorkomend geval, het advies van
de raadgevende commissies is toegekomen, dan kan het in werking de raadgevende commissies is toegekomen, dan kan het in werking
gesteld worden. gesteld worden.

Art. 6.De gemeenteraad kan de bevoegdheid om aanvullende reglementen

Art. 6.De gemeenteraad kan de bevoegdheid om aanvullende reglementen

te nemen toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen. te nemen toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
HOOFDSTUK 3. - Raadgevende commissie HOOFDSTUK 3. - Raadgevende commissie

Art. 7.Er wordt een raadgevende commissie ingesteld, die advies geeft

Art. 7.Er wordt een raadgevende commissie ingesteld, die advies geeft

over de te nemen maatregelen betreffende het wegverkeer en het over de te nemen maatregelen betreffende het wegverkeer en het
parkeren van voertuigen. parkeren van voertuigen.
De raadgevende commissie stelt een vast secretariaat in, waarvan de De raadgevende commissie stelt een vast secretariaat in, waarvan de
werkingskosten door de Minister bevoegd voor het Vervoer worden werkingskosten door de Minister bevoegd voor het Vervoer worden
bepaald. bepaald.
HOOFDSTUK 4. - Verkeersbordendatabank HOOFDSTUK 4. - Verkeersbordendatabank

Art. 8.De aanvullende reglementen en de locaties van de

Art. 8.De aanvullende reglementen en de locaties van de

verkeersborden worden opgenomen in een gegevensbank die beheerd wordt verkeersborden worden opgenomen in een gegevensbank die beheerd wordt
door Mobiel Brussel. door Mobiel Brussel.
De Minister bevoegd voor het Vervoer bepaalt de nadere regels met De Minister bevoegd voor het Vervoer bepaalt de nadere regels met
betrekking tot het beheer, de werking en de toegang tot de betrekking tot het beheer, de werking en de toegang tot de
gegevensbank. gegevensbank.
HOOFDSTUK 5. - Openbaarmaking HOOFDSTUK 5. - Openbaarmaking

Art. 9.De maatregelen tot regeling van het verkeer, genomen krachtens

Art. 9.De maatregelen tot regeling van het verkeer, genomen krachtens

deze ordonnantie of krachtens de artikelen 2 en 3 van de wet van 12 deze ordonnantie of krachtens de artikelen 2 en 3 van de wet van 12
juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen, moeten, juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen, moeten,
om bindend te zijn, ter kennis van de belanghebbenden worden gebracht om bindend te zijn, ter kennis van de belanghebbenden worden gebracht
door personen die de kentekens van hun ambt dragen en ter plaatse door personen die de kentekens van hun ambt dragen en ter plaatse
opgesteld zijn of door passende verkeerstekens. opgesteld zijn of door passende verkeerstekens.
HOOFDSTUK 6. - Plaatsing van verkeerstekens HOOFDSTUK 6. - Plaatsing van verkeerstekens

Art. 10.Tekens die een gebod of een verbod inhouden worden geplaatst

Art. 10.Tekens die een gebod of een verbod inhouden worden geplaatst

door de overheid die de maatregel heeft genomen. Het plaatsen van alle door de overheid die de maatregel heeft genomen. Het plaatsen van alle
andere tekens op de openbare weg berust bij de overheid die het beheer andere tekens op de openbare weg berust bij de overheid die het beheer
over die weg heeft. over die weg heeft.
HOOFDSTUK 7. - Verkeersbelemmeringen en werken HOOFDSTUK 7. - Verkeersbelemmeringen en werken

Art. 11.In afwijking van artikel 10, moeten de verkeersbelemmeringen

Art. 11.In afwijking van artikel 10, moeten de verkeersbelemmeringen

aangeduid worden door degene die ze heeft doen ontstaan. Ingeval hij aangeduid worden door degene die ze heeft doen ontstaan. Ingeval hij
hierin tekortschiet, neemt de overheid die het beheer over de openbare hierin tekortschiet, neemt de overheid die het beheer over de openbare
weg heeft die verplichting op zich. weg heeft die verplichting op zich.
Werken in uitvoering op de openbare weg worden aangeduid door degene Werken in uitvoering op de openbare weg worden aangeduid door degene
die de werken uitvoert. die de werken uitvoert.
HOOFDSTUK 8. - Overwegen en kruisingen met spoorwegen HOOFDSTUK 8. - Overwegen en kruisingen met spoorwegen

Art. 12.Overeenkomstig artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 16

Art. 12.Overeenkomstig artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 16

maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, worden de maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, worden de
verkeerstekens met betrekking tot overwegen en kruisingen met verkeerstekens met betrekking tot overwegen en kruisingen met
spoorwegen ter hoogte van deze overwegen en kruisingen geplaatst door spoorwegen ter hoogte van deze overwegen en kruisingen geplaatst door
de exploitant van de spoorweg. Op een afstand van deze overwegen en de exploitant van de spoorweg. Op een afstand van deze overwegen en
kruisingen, worden deze verkeerstekens geplaatst door de overheid die kruisingen, worden deze verkeerstekens geplaatst door de overheid die
het beheer over de weg heeft. het beheer over de weg heeft.
HOOFDSTUK 9. - Bekostiging van de verkeerstekens HOOFDSTUK 9. - Bekostiging van de verkeerstekens

Art. 13.De kosten, verbonden aan het plaatsen, onderhouden en

Art. 13.De kosten, verbonden aan het plaatsen, onderhouden en

vernieuwen van de verkeerstekens worden gedragen door degenen die ze vernieuwen van de verkeerstekens worden gedragen door degenen die ze
heeft geplaatst. heeft geplaatst.
Evenwel : Evenwel :
1° de kosten, verbonden aan het plaatsen van de inrichtingen voor het 1° de kosten, verbonden aan het plaatsen van de inrichtingen voor het
op afstand bedienen van de verkeerslichten door de voertuigen van het op afstand bedienen van de verkeerslichten door de voertuigen van het
openbaar vervoer worden gedragen door de Minister van Openbare Werken; openbaar vervoer worden gedragen door de Minister van Openbare Werken;
de kosten verbonden aan het onderhouden en vernieuwen van die de kosten verbonden aan het onderhouden en vernieuwen van die
inrichtingen worden gedragen door de maatschappij voor openbaar inrichtingen worden gedragen door de maatschappij voor openbaar
vervoer aangeduid door de Minister bevoegd voor het Vervoer; vervoer aangeduid door de Minister bevoegd voor het Vervoer;
2° de kosten verbonden aan de werking, het onderhouden en vernieuwen 2° de kosten verbonden aan de werking, het onderhouden en vernieuwen
van de verkeerstekens geplaatst krachtens een door de Minister met van de verkeerstekens geplaatst krachtens een door de Minister met
toepassing van artikel 4 vastgesteld aanvullend reglement worden toepassing van artikel 4 vastgesteld aanvullend reglement worden
gedragen door de gemeente op wier grondgebied de verkeerstekens gedragen door de gemeente op wier grondgebied de verkeerstekens
geplaatst zijn; geplaatst zijn;
3° de kosten van de aanduiding van verkeersbelemmeringen door de 3° de kosten van de aanduiding van verkeersbelemmeringen door de
overheid die het beheer over de openbare weg heeft gedaan ingeval overheid die het beheer over de openbare weg heeft gedaan ingeval
degene die de hindernis heeft doen ontstaan dit nalaat worden door degene die de hindernis heeft doen ontstaan dit nalaat worden door
deze laatste gedragen. deze laatste gedragen.
HOOFDSTUK 1 0. - Toezicht op de verkeerstekens enambtshalve uitvoering HOOFDSTUK 1 0. - Toezicht op de verkeerstekens enambtshalve uitvoering

Art. 14.§ 1. Indien de bij deze ordonnantie bedoelde verkeerstekens

Art. 14.§ 1. Indien de bij deze ordonnantie bedoelde verkeerstekens

niet aangebracht of onderhouden worden door de overheid op wie die niet aangebracht of onderhouden worden door de overheid op wie die
verplichting rust, kan de Minister van Vervoer, nadat de overheid door verplichting rust, kan de Minister van Vervoer, nadat de overheid door
de Minister twee achtereenvolgende malen schriftelijk verzocht werd de Minister twee achtereenvolgende malen schriftelijk verzocht werd
haar verplichting na te komen, bevelen dat de nodige werken ambtshalve haar verplichting na te komen, bevelen dat de nodige werken ambtshalve
worden uitgevoerd. worden uitgevoerd.
Dit geldt mede wanneer de aangebrachte verkeerstekens niet aan de bij Dit geldt mede wanneer de aangebrachte verkeerstekens niet aan de bij
de algemene reglementen bepaalde voorwaarden voldoen. de algemene reglementen bepaalde voorwaarden voldoen.
§ 2. De Minister van Vervoer kan de uitgave, waartoe de uitvoering van § 2. De Minister van Vervoer kan de uitgave, waartoe de uitvoering van
ambtswege van de signalisatiewerken aanleiding heeft gegeven, ambtswege van de signalisatiewerken aanleiding heeft gegeven,
voorschieten. In dat geval, kan het bedrag ervan op de in gebreke voorschieten. In dat geval, kan het bedrag ervan op de in gebreke
gebleven overheid worden verhaald door bemiddeling van de Minister van gebleven overheid worden verhaald door bemiddeling van de Minister van
Begroting. Begroting.
HOOFDSTUK 1 1. - Parkeren HOOFDSTUK 1 1. - Parkeren

Art. 15.Wanneer de Minister van Vervoer of de gemeente een aanvullend

Art. 15.Wanneer de Minister van Vervoer of de gemeente een aanvullend

reglement vaststellen dat betrekking heeft op het parkeren voor een reglement vaststellen dat betrekking heeft op het parkeren voor een
beperkte tijd, het betalend parkeren en het parkeren op plaatsen beperkte tijd, het betalend parkeren en het parkeren op plaatsen
voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart, kunnen voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart, kunnen
zij parkeerretributies bepalen, overeenkomstig de ordonnantie van 22 zij parkeerretributies bepalen, overeenkomstig de ordonnantie van 22
januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de
oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap. oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap.
Deze bepaling geldt niet voor het halfmaandelijks beurtelings parkeren Deze bepaling geldt niet voor het halfmaandelijks beurtelings parkeren
en de beperking van het langdurig parkeren. en de beperking van het langdurig parkeren.

Art. 16.Met het oog op het innen van de parkeerretributies zoals

Art. 16.Met het oog op het innen van de parkeerretributies zoals

bedoeld in artikel 15, zijn de bevoegde Minister, de gemeenten en het bedoeld in artikel 15, zijn de bevoegde Minister, de gemeenten en het
Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemachtigd om Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemachtigd om
de identiteit van de houder van de nummerplaat op te vragen bij de de identiteit van de houder van de nummerplaat op te vragen bij de
overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen, in overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen, in
overeenstemming met de wet tot bescherming van de persoonlijke overeenstemming met de wet tot bescherming van de persoonlijke
levenssfeer. levenssfeer.

Art. 17.De in artikel 15 bedoelde retributies worden ten laste gelegd

Art. 17.De in artikel 15 bedoelde retributies worden ten laste gelegd

van de houder van de nummerplaat. van de houder van de nummerplaat.
HOOFDSTUK 1 2. - Opheffingsbepalingen HOOFDSTUK 1 2. - Opheffingsbepalingen

Art. 18.De wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt

Art. 18.De wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt

toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren wordt opgeheven toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren wordt opgeheven
voor wat betreft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. voor wat betreft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 19.In de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de

Art. 19.In de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de

politie over het wegverkeer, worden, voor wat betreft het Brussels politie over het wegverkeer, worden, voor wat betreft het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, de volgende artikelen opgeheven : Hoofdstedelijk Gewest, de volgende artikelen opgeheven :
- Artikel 2 - Artikel 2
- Artikel 2bis - Artikel 2bis
- Artikel 3 - Artikel 3
- Artikel 7 - Artikel 7
- Artikel 12, eerste lid - Artikel 12, eerste lid
- Artikel 13 - Artikel 13
- Artikel 14 - Artikel 14
- Artikel 17 - Artikel 17
- Artikel 19 - Artikel 19
- Artikel 20. - Artikel 20.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch
Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 3 april 2014. Brussel, 3 april 2014.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en
Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
R. VERVOORT R. VERVOORT
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met
Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
G. VANHENGEL G. VANHENGEL
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met
Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding
en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, en Dringende Medische Hulp en Huisvesting,
Mevr. E. HUYTEBROECK Mevr. E. HUYTEBROECK
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
belast met Openbare Werken en Vervoer, belast met Openbare Werken en Vervoer,
Mevr. B. GROUWELS Mevr. B. GROUWELS
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met
Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
Mevr. C. FREMAULT Mevr. C. FREMAULT
_______ _______
Nota Nota
Documenten van het Parlement : Documenten van het Parlement :
Gewone zitting 2013/2014. Gewone zitting 2013/2014.
A-513/1 Ontwerp van ordonnantie. A-513/1 Ontwerp van ordonnantie.
A-513/2 Verslag. A-513/2 Verslag.
Integraal verslag : Integraal verslag :
Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 28 maart 2014. Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 28 maart 2014.
^