← Terug naar "Oproep tot kandidaatstelling voor één van de twee mandaten van adjunct-inspecteur-generaal van de algemene
inspectie van de federale politie en van de lokale politie REFERENTIES - Wet van 26
april 2002 houdende de essentiële elementen van het - Wet
van 15 mei 2007 op de algemene inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechts(...)"
Oproep tot kandidaatstelling voor één van de twee mandaten van adjunct-inspecteur-generaal van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie REFERENTIES - Wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het - Wet van 15 mei 2007 op de algemene inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechts(...) | Oproep tot kandidaatstelling voor één van de twee mandaten van adjunct-inspecteur-generaal van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie REFERENTIES - Wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het - Wet van 15 mei 2007 op de algemene inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechts(...) |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN |
Oproep tot kandidaatstelling voor één van de twee mandaten van | Oproep tot kandidaatstelling voor één van de twee mandaten van |
adjunct-inspecteur-generaal van de algemene inspectie van de federale | adjunct-inspecteur-generaal van de algemene inspectie van de federale |
politie en van de lokale politie | politie en van de lokale politie |
REFERENTIES | REFERENTIES |
- Wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het | - Wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het |
statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende | statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende |
diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten | diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten |
(Exodus). | (Exodus). |
- Wet van 15 mei 2007 op de algemene inspectie en houdende diverse | - Wet van 15 mei 2007 op de algemene inspectie en houdende diverse |
bepalingen betreffende de rechtspolitie van sommige leden van de | bepalingen betreffende de rechtspolitie van sommige leden van de |
politiediensten. | politiediensten. |
- Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de | - Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de |
rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol). | rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol). |
- Koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het | - Koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het |
personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de | personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de |
lokale politie. | lokale politie. |
- Koninklijk besluit van 6 februari 2007 tot vaststelling van de | - Koninklijk besluit van 6 februari 2007 tot vaststelling van de |
eerste taaltrap van de centrale diensten van de algemene inspectie van | eerste taaltrap van de centrale diensten van de algemene inspectie van |
de federale politie en van de lokale politie en het controleorgaan | de federale politie en van de lokale politie en het controleorgaan |
bedoeld in artikel 44/7 van de wet van 5 augustus 1992 op het | bedoeld in artikel 44/7 van de wet van 5 augustus 1992 op het |
politieambt, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten | politieambt, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten |
op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli | op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli |
1966. | 1966. |
- Koninklijk besluit van 29 januari 2014 tot vaststelling van de | - Koninklijk besluit van 29 januari 2014 tot vaststelling van de |
taalkaders van de eerste taaltrap van de centrale diensten van de | taalkaders van de eerste taaltrap van de centrale diensten van de |
algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie en | algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie en |
van het controleorgaan bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het | van het controleorgaan bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het |
politieambt. | politieambt. |
- Koninklijk besluit van 23 mei 2013 betreffende de nadere regels voor | - Koninklijk besluit van 23 mei 2013 betreffende de nadere regels voor |
de aanwijzing in de mandaten van inspecteur-generaal en van | de aanwijzing in de mandaten van inspecteur-generaal en van |
adjunct-inspecteur-generaal en houdende diverse statutaire bepalingen | adjunct-inspecteur-generaal en houdende diverse statutaire bepalingen |
hieromtrent. | hieromtrent. |
- Ministerieel besluit van 30 maart 2012 tot vaststelling van de | - Ministerieel besluit van 30 maart 2012 tot vaststelling van de |
functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van | functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van |
de inspecteur-generaal en van de adjunct-inspecteur-generaal van de | de inspecteur-generaal en van de adjunct-inspecteur-generaal van de |
federale politie en van de lokale politie. | federale politie en van de lokale politie. |
DE ALGEMENE INSPECTIE VAN DE FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE | DE ALGEMENE INSPECTIE VAN DE FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE |
1. Krachtlijnen van de controle op de politieactiviteit | 1. Krachtlijnen van de controle op de politieactiviteit |
De controle op de uitoefening van de politiefunctie door de | De controle op de uitoefening van de politiefunctie door de |
politiediensten en -ambtenaren vormt een fundamenteel element voor | politiediensten en -ambtenaren vormt een fundamenteel element voor |
elke Rechtsstaat. Het respect voor en de bescherming van de | elke Rechtsstaat. Het respect voor en de bescherming van de |
individuele rechten en vrijheden evenals de democratische ontwikkeling | individuele rechten en vrijheden evenals de democratische ontwikkeling |
van de maatschappij vormen de doeleinden van de politiefunctie en | van de maatschappij vormen de doeleinden van de politiefunctie en |
moeten als leidraad dienen voor het optreden van de politiediensten. | moeten als leidraad dienen voor het optreden van de politiediensten. |
In dat opzicht is de aan de politie toegewezen bevoegdheid geen doel | In dat opzicht is de aan de politie toegewezen bevoegdheid geen doel |
op zich, maar één van de middelen ter beschikking gesteld aan de | op zich, maar één van de middelen ter beschikking gesteld aan de |
bevoegde overheden om de maatschappelijke orde te handhaven. | bevoegde overheden om de maatschappelijke orde te handhaven. |
De politiediensten voeren hun opdrachten immers steeds uit onder het | De politiediensten voeren hun opdrachten immers steeds uit onder het |
gezag en de verantwoordelijkheid van specifieke overheden aangewezen | gezag en de verantwoordelijkheid van specifieke overheden aangewezen |
door of krachtens de wet. De wetgever heeft het accent gelegd zowel op | door of krachtens de wet. De wetgever heeft het accent gelegd zowel op |
de rol van de overheden in de aanwending van de politiefunctie als op | de rol van de overheden in de aanwending van de politiefunctie als op |
de verantwoordelijkheid die hier mee samengaat. De minister van | de verantwoordelijkheid die hier mee samengaat. De minister van |
Veiligheid en Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie hebben op | Veiligheid en Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie hebben op |
dat vlak specifieke verantwoordelijkheden wanneer het gaat om erop toe | dat vlak specifieke verantwoordelijkheden wanneer het gaat om erop toe |
te zien dat het optreden van de politiediensten binnen de grenzen van | te zien dat het optreden van de politiediensten binnen de grenzen van |
de wettelijkheid en de hen toevertrouwde opdrachten en bevoegdheden | de wettelijkheid en de hen toevertrouwde opdrachten en bevoegdheden |
blijft, meer in het bijzonder wanneer de maatschappelijke orde | blijft, meer in het bijzonder wanneer de maatschappelijke orde |
verantwoordt dat er afgeweken wordt van de fundamentele vrijheden van | verantwoordt dat er afgeweken wordt van de fundamentele vrijheden van |
de burger. | de burger. |
2. Externe controle-instantie | 2. Externe controle-instantie |
Om de goede uitoefening van die verantwoordelijkheid van de politieke | Om de goede uitoefening van die verantwoordelijkheid van de politieke |
overheid ten opzichte van de politiestructuur te verzekeren, is het | overheid ten opzichte van de politiestructuur te verzekeren, is het |
voor de wetgever aanbevolen gebleken om de federale politie en de | voor de wetgever aanbevolen gebleken om de federale politie en de |
lokale politie te voorzien van een eigen algemene inspectie. Als | lokale politie te voorzien van een eigen algemene inspectie. Als |
instrument onder het rechtstreekse gezag van de twee verantwoordelijke | instrument onder het rechtstreekse gezag van de twee verantwoordelijke |
ministers, is de algemene inspectie een dienst van interne inspectie | ministers, is de algemene inspectie een dienst van interne inspectie |
onder de uitvoerende macht die autonoom en onafhankelijk van de | onder de uitvoerende macht die autonoom en onafhankelijk van de |
politiediensten functioneert. | politiediensten functioneert. |
De algemene inspectie strekt ertoe de ministers bij te staan in de | De algemene inspectie strekt ertoe de ministers bij te staan in de |
follow-up van de werking van de politiediensten, zowel betreffende de | follow-up van de werking van de politiediensten, zowel betreffende de |
correcte toepassing van wetten, verordeningen, bevelen, | correcte toepassing van wetten, verordeningen, bevelen, |
onderrichtingen en richtlijnen die de interventie van de | onderrichtingen en richtlijnen die de interventie van de |
politiediensten regelen, als betreffende de efficiënte en | politiediensten regelen, als betreffende de efficiënte en |
doeltreffende aanwending door die diensten van het veiligheids- en | doeltreffende aanwending door die diensten van het veiligheids- en |
politiebeleid. De wetgever heeft de minister van Veiligheid en | politiebeleid. De wetgever heeft de minister van Veiligheid en |
Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie immers belast met het | Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie immers belast met het |
coördineren van het algemeen politiebeleid en in het raam van de hen | coördineren van het algemeen politiebeleid en in het raam van de hen |
toegekende bevoegdheden moeten zij er bovendien over waken de | toegekende bevoegdheden moeten zij er bovendien over waken de |
politiediensten op zodanige wijze te organiseren dat een doeltreffende | politiediensten op zodanige wijze te organiseren dat een doeltreffende |
operationele samenwerking en een geïntegreerde politiezorg gewaarborgd | operationele samenwerking en een geïntegreerde politiezorg gewaarborgd |
worden. | worden. |
3. Instantie onder ministerieel gezag | 3. Instantie onder ministerieel gezag |
In tegenstelling tot het vast comité van toezicht op de | In tegenstelling tot het vast comité van toezicht op de |
politiediensten dat een instrument onder het rechtstreekse gezag van | politiediensten dat een instrument onder het rechtstreekse gezag van |
het Parlement is en deelneemt aan het algemene mandaat van | het Parlement is en deelneemt aan het algemene mandaat van |
parlementaire controle, functioneert de algemene inspectie onder het | parlementaire controle, functioneert de algemene inspectie onder het |
gezag van de uitvoerende macht. De minister van Veiligheid en | gezag van de uitvoerende macht. De minister van Veiligheid en |
Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie zijn gezamenlijk | Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie zijn gezamenlijk |
bevoegd om de algemene principes inzake haar organisatie, haar werking | bevoegd om de algemene principes inzake haar organisatie, haar werking |
en haar algemeen beheer vast te leggen. Zo wordt het dagelijks beheer | en haar algemeen beheer vast te leggen. Zo wordt het dagelijks beheer |
toevertrouwd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, die | toevertrouwd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, die |
de minister van Justitie betrekt, wanneer de behandeling van die | de minister van Justitie betrekt, wanneer de behandeling van die |
dossiers de algemene directie van de gerechtelijke politie, de | dossiers de algemene directie van de gerechtelijke politie, de |
gerechtelijke diensten of het informatiebeheer rechtstreeks | gerechtelijke diensten of het informatiebeheer rechtstreeks |
beïnvloedt. | beïnvloedt. |
De wet op de algemene inspectie machtigt de minister van Veiligheid en | De wet op de algemene inspectie machtigt de minister van Veiligheid en |
Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie bovendien om | Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie bovendien om |
instructies te geven aan de algemene inspectie voor de uitoefening van | instructies te geven aan de algemene inspectie voor de uitoefening van |
haar activiteiten zonder dat deze laatste de uitvoering ervan kan | haar activiteiten zonder dat deze laatste de uitvoering ervan kan |
betwisten. Daarnaast worden alle resultaten van de opdrachten die zij | betwisten. Daarnaast worden alle resultaten van de opdrachten die zij |
uitvoert, voorgelegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse | uitvoert, voorgelegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse |
Zaken, ongeacht de instantie die de opdrachten aangevraagd heeft. | Zaken, ongeacht de instantie die de opdrachten aangevraagd heeft. |
4. Opdrachten en bevoegdheden van de algemene inspectie | 4. Opdrachten en bevoegdheden van de algemene inspectie |
De algemene inspectie waakt over het optimaliseren van het | De algemene inspectie waakt over het optimaliseren van het |
functioneren van de federale politie en de lokale politie evenals van | functioneren van de federale politie en de lokale politie evenals van |
hun componenten, en dit met respect voor de democratie en de | hun componenten, en dit met respect voor de democratie en de |
bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden. | bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden. |
De algemene inspectie onderzoekt de werking, de activiteiten en de | De algemene inspectie onderzoekt de werking, de activiteiten en de |
werkwijzen van de politiediensten. Zij gaat in het bijzonder de | werkwijzen van de politiediensten. Zij gaat in het bijzonder de |
toepassing na van de wetten, verordeningen, bevelen, onderrichtingen | toepassing na van de wetten, verordeningen, bevelen, onderrichtingen |
en richtlijnen, alsook van de normen en standaarden. Zij neemt deel | en richtlijnen, alsook van de normen en standaarden. Zij neemt deel |
aan de definiëring, het naleven en de actualisering van de politionele | aan de definiëring, het naleven en de actualisering van de politionele |
deontologie. Zij onderzoekt regelmatig de efficiëntie en de | deontologie. Zij onderzoekt regelmatig de efficiëntie en de |
doeltreffendheid van de federale politie en van de korpsen van de | doeltreffendheid van de federale politie en van de korpsen van de |
lokale politie. | lokale politie. |
Onverminderd eventuele gerechtelijke stappen, geeft de algemene | Onverminderd eventuele gerechtelijke stappen, geeft de algemene |
inspectie gevolg aan de klachten en aangiften die zij ontvangt. Zij | inspectie gevolg aan de klachten en aangiften die zij ontvangt. Zij |
zorgt voor de vereiste bemiddeling ten opzichte van de klachten die | zorgt voor de vereiste bemiddeling ten opzichte van de klachten die |
feiten betreffen die geen inbreuk vormen wanneer een geschil, tussen | feiten betreffen die geen inbreuk vormen wanneer een geschil, tussen |
een burger en een lid van de politiediensten naar aanleiding van de | een burger en een lid van de politiediensten naar aanleiding van de |
uitoefening van één van zijn opdrachten of zelfs tussen de | uitoefening van één van zijn opdrachten of zelfs tussen de |
personeelsleden van de politiediensten, lijkt opgelost te kunnen | personeelsleden van de politiediensten, lijkt opgelost te kunnen |
worden met een verzoening. Zodoende draagt zij bij tot het herstel van | worden met een verzoening. Zodoende draagt zij bij tot het herstel van |
het vertrouwen tussen de bevolking en de politieambtenaren. | het vertrouwen tussen de bevolking en de politieambtenaren. |
De algemene inspectie oefent bepaalde opdrachten uit inzake het | De algemene inspectie oefent bepaalde opdrachten uit inzake het |
statuut van het personeel van de geïntegreerde politie. | statuut van het personeel van de geïntegreerde politie. |
De algemene inspectie handelt hetzij ambtshalve, hetzij op bevel van | De algemene inspectie handelt hetzij ambtshalve, hetzij op bevel van |
de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken of de minister van | de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken of de minister van |
Justitie, hetzij op verzoek van de gerechtelijke of bestuurlijke | Justitie, hetzij op verzoek van de gerechtelijke of bestuurlijke |
overheden, ieder in het raam van hun bevoegdheden. | overheden, ieder in het raam van hun bevoegdheden. |
De commissaris-generaal, evenals de directeurs-generaal van de | De commissaris-generaal, evenals de directeurs-generaal van de |
federale politie, kunnen om een inspectie of een audit binnen de | federale politie, kunnen om een inspectie of een audit binnen de |
federale politie verzoeken. De korpschef van een zone van de lokale | federale politie verzoeken. De korpschef van een zone van de lokale |
politie kan dit eveneens doen voor zijn eigen korps. | politie kan dit eveneens doen voor zijn eigen korps. |
Voor de uitvoering van hun opdrachten beschikken de leden van de | Voor de uitvoering van hun opdrachten beschikken de leden van de |
algemene inspectie over een algemeen en permanent recht tot inspectie | algemene inspectie over een algemeen en permanent recht tot inspectie |
binnen de federale politie en de lokale politie. Zo kunnen zij | binnen de federale politie en de lokale politie. Zo kunnen zij |
bijgevolg de leden van de federale politie en de lokale politie vrij | bijgevolg de leden van de federale politie en de lokale politie vrij |
horen, de lokalen betreden waarin en gedurende de tijd dat deze | horen, de lokalen betreden waarin en gedurende de tijd dat deze |
politieambtenaren hun ambt uitoefenen en alle documenten en stukken | politieambtenaren hun ambt uitoefenen en alle documenten en stukken |
die nodig zijn voor hun inspectie ter plaatse raadplegen en, indien | die nodig zijn voor hun inspectie ter plaatse raadplegen en, indien |
nodig, een kopie ervan maken. | nodig, een kopie ervan maken. |
AMBT VAN ADJUNCT-INSPECTEUR-GENERAAL VAN DE ALGEMENE INSPECTIE VAN DE | AMBT VAN ADJUNCT-INSPECTEUR-GENERAAL VAN DE ALGEMENE INSPECTIE VAN DE |
FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE | FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE |
1. Aanwijzing | 1. Aanwijzing |
De adjunct-inspecteur-generaal wordt aangewezen door de Koning voor | De adjunct-inspecteur-generaal wordt aangewezen door de Koning voor |
een hernieuwbare termijn van vijf jaar, op gezamenlijke voordracht van | een hernieuwbare termijn van vijf jaar, op gezamenlijke voordracht van |
de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en de minister van | de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en de minister van |
Justitie. | Justitie. |
2. Inhoud van de functie | 2. Inhoud van de functie |
2.1. Wettelijk en reglementair kader | 2.1. Wettelijk en reglementair kader |
Artikel 4, § 2, van de wet van 15 mei 2007 op de algemene inspectie | Artikel 4, § 2, van de wet van 15 mei 2007 op de algemene inspectie |
bepaalt het volgende : « De algemene inspectie staat onder leiding van | bepaalt het volgende : « De algemene inspectie staat onder leiding van |
en wordt georganiseerd door de inspecteur-generaal en de | en wordt georganiseerd door de inspecteur-generaal en de |
adjuncten-inspecteur-generaal ». | adjuncten-inspecteur-generaal ». |
De inspecteur-generaal of de adjunct-inspecteur-generaal is voorzitter | De inspecteur-generaal of de adjunct-inspecteur-generaal is voorzitter |
van de raad van beroep (art. VII.I.21 RPPol), de evaluatiecommissie | van de raad van beroep (art. VII.I.21 RPPol), de evaluatiecommissie |
voor het ambt van bestuurlijk directeur-coördinator (art. VII.III.74 | voor het ambt van bestuurlijk directeur-coördinator (art. VII.III.74 |
RPPol) en de evaluatiecommissie voor het ambt van gerechtelijk | RPPol) en de evaluatiecommissie voor het ambt van gerechtelijk |
directeur (art. VII.III.75 RPPol). | directeur (art. VII.III.75 RPPol). |
De inspecteur-generaal of de adjunct-inspecteur-generaal is lid van de | De inspecteur-generaal of de adjunct-inspecteur-generaal is lid van de |
plaatselijke selectiecommissie voor het ambt van korpschef (art. | plaatselijke selectiecommissie voor het ambt van korpschef (art. |
VII.III.58 RPPol), de selectiecommissie voor het ambt van directeur | VII.III.58 RPPol), de selectiecommissie voor het ambt van directeur |
(art. VII.III.67 RPPol), de evaluatiecommissie voor het ambt van | (art. VII.III.67 RPPol), de evaluatiecommissie voor het ambt van |
korpschef (art. VII.III.71 RPPol) en de evaluatiecommissie voor het | korpschef (art. VII.III.71 RPPol) en de evaluatiecommissie voor het |
ambt van directeur (art. VII.III.76 RPPol). | ambt van directeur (art. VII.III.76 RPPol). |
In het kader van de procedure tot het verkrijgen van het | In het kader van de procedure tot het verkrijgen van het |
directiebrevet bedoeld in artikel 32, 3°, van de wet van 26 april | directiebrevet bedoeld in artikel 32, 3°, van de wet van 26 april |
2002, wordt de jury voorgezeten door de inspecteur-generaal of één van | 2002, wordt de jury voorgezeten door de inspecteur-generaal of één van |
de door hem aangewezen adjuncten inspecteur-generaal (art. 6 KB 12 | de door hem aangewezen adjuncten inspecteur-generaal (art. 6 KB 12 |
oktober 2006 tot bepaling van het directiebrevet). | oktober 2006 tot bepaling van het directiebrevet). |
2.2. Resultaatsgebieden van de functie van adjunct-inspecteur-generaal | 2.2. Resultaatsgebieden van de functie van adjunct-inspecteur-generaal |
van de federale politie en van de lokale politie | van de federale politie en van de lokale politie |
De adjunct-inspecteur-generaal van de federale politie en van de | De adjunct-inspecteur-generaal van de federale politie en van de |
lokale politie : | lokale politie : |
o zet het door de inspecteur-generaal gedefinieerde beleidsplan om in | o zet het door de inspecteur-generaal gedefinieerde beleidsplan om in |
operationele doelstellingen en actieplannen voor de directies en | operationele doelstellingen en actieplannen voor de directies en |
diensten van de algemene inspectie; | diensten van de algemene inspectie; |
o verzekert de follow-up van de coördinatie van de directies, de | o verzekert de follow-up van de coördinatie van de directies, de |
gedeconcentreerde posten en de diensten van de algemene inspectie en | gedeconcentreerde posten en de diensten van de algemene inspectie en |
van de verwezenlijking in hun midden van de operationele | van de verwezenlijking in hun midden van de operationele |
doelstellingen en van de uitvoering van de hen toevertrouwde | doelstellingen en van de uitvoering van de hen toevertrouwde |
opdrachten door de totstandbrenging van de geschikte procedures; | opdrachten door de totstandbrenging van de geschikte procedures; |
o waakt over de ontwikkeling van de expertise die nodig is voor de | o waakt over de ontwikkeling van de expertise die nodig is voor de |
uitvoering van de opdrachten van de algemene inspectie door de | uitvoering van de opdrachten van de algemene inspectie door de |
uitwisseling van nuttige informatie tussen haar directies, haar | uitwisseling van nuttige informatie tussen haar directies, haar |
gedeconcentreerde posten en haar diensten te bevorderen; | gedeconcentreerde posten en haar diensten te bevorderen; |
o ontwikkelt, in overleg met de directeurs en diensthoofden, een human | o ontwikkelt, in overleg met de directeurs en diensthoofden, een human |
resources management dat de strategische en operationele | resources management dat de strategische en operationele |
doelstellingen ondersteunt; | doelstellingen ondersteunt; |
o optimaliseert het gebruik van de human resources, de logistieke en | o optimaliseert het gebruik van de human resources, de logistieke en |
budgettaire middelen in overleg met de algemene beleidsadviseurs van | budgettaire middelen in overleg met de algemene beleidsadviseurs van |
de betrokken domeinen; | de betrokken domeinen; |
o leidt, motiveert, evalueert en ontwikkelt de competenties van de | o leidt, motiveert, evalueert en ontwikkelt de competenties van de |
medewerkers met het oog op de verwezenlijking van de operationele en | medewerkers met het oog op de verwezenlijking van de operationele en |
individuele doelstellingen; | individuele doelstellingen; |
o vervangt de inspecteur-generaal tijdens zijn afwezigheid om de | o vervangt de inspecteur-generaal tijdens zijn afwezigheid om de |
continuïteit van de dienst te verzekeren; | continuïteit van de dienst te verzekeren; |
o heeft de permanente zorg om de samenhang en de goede geïntegreerde | o heeft de permanente zorg om de samenhang en de goede geïntegreerde |
werking tussen de verschillende politiediensten te verzekeren en ligt | werking tussen de verschillende politiediensten te verzekeren en ligt |
in de lijn van het concept van de gemeenschapsgerichte politiezorg. | in de lijn van het concept van de gemeenschapsgerichte politiezorg. |
3. Profielvereisten | 3. Profielvereisten |
3.1. Generieke competenties van de inspecteur-generaal en van de | 3.1. Generieke competenties van de inspecteur-generaal en van de |
adjunct-inspecteur-generaal van de federale politie en van de lokale | adjunct-inspecteur-generaal van de federale politie en van de lokale |
politie | politie |
Denkwijze : | Denkwijze : |
o Analytisch denkvermogen; | o Analytisch denkvermogen; |
o Flexibele, vernieuwende en oplossingsgerichte ingesteldheid. | o Flexibele, vernieuwende en oplossingsgerichte ingesteldheid. |
Human resources management : | Human resources management : |
o Coaching, motivatie en ontwikkeling van het personeel; | o Coaching, motivatie en ontwikkeling van het personeel; |
o Leiden; | o Leiden; |
o Zich omringen met bekwame medewerkers en delegeren. | o Zich omringen met bekwame medewerkers en delegeren. |
Interactie met de omgeving : | Interactie met de omgeving : |
o Samenwerken en een netwerk van professionele contacten ontwikkelen; | o Samenwerken en een netwerk van professionele contacten ontwikkelen; |
o Toegankelijk zijn voor en gericht zijn naar burgers en overheden; | o Toegankelijk zijn voor en gericht zijn naar burgers en overheden; |
o Er zorg voor dragen dat in volkomen transparantie rekenschap wordt | o Er zorg voor dragen dat in volkomen transparantie rekenschap wordt |
afgelegd aan de overheid. | afgelegd aan de overheid. |
Doelstellingen : | Doelstellingen : |
o Een visie overbrengen (opdrachten, waarden); | o Een visie overbrengen (opdrachten, waarden); |
o De voorkeur geven aan rationele werkwijzen; | o De voorkeur geven aan rationele werkwijzen; |
o De doelstellingen verwezenlijken door de middelen inzake personeel | o De doelstellingen verwezenlijken door de middelen inzake personeel |
en materieel in te zetten; | en materieel in te zetten; |
o Onderhandeling aanmoedigen of bevoorrechten. | o Onderhandeling aanmoedigen of bevoorrechten. |
Persoonlijk functioneren : | Persoonlijk functioneren : |
o Loyaliteit, transparantie, integriteit en voorbeeldfunctie; | o Loyaliteit, transparantie, integriteit en voorbeeldfunctie; |
o Duidelijk en transparant communiceren en kunnen overtuigen; | o Duidelijk en transparant communiceren en kunnen overtuigen; |
o Zijn verantwoordelijkheden kunnen opnemen; | o Zijn verantwoordelijkheden kunnen opnemen; |
o Autonoom beslissen zonder de problemen aan de kant te schuiven of op | o Autonoom beslissen zonder de problemen aan de kant te schuiven of op |
anderen af te schuiven; | anderen af te schuiven; |
o Leiderschap en gezag; | o Leiderschap en gezag; |
o Stressbestendigheid en aanpassingsvermogen; | o Stressbestendigheid en aanpassingsvermogen; |
o Zich ontwikkelen (opleiding - cognitief engagement); | o Zich ontwikkelen (opleiding - cognitief engagement); |
o Praktische ervaring hebben in een leidinggevende functie. | o Praktische ervaring hebben in een leidinggevende functie. |
3.2. Specifieke competenties van de adjunct-inspecteur-generaal van de | 3.2. Specifieke competenties van de adjunct-inspecteur-generaal van de |
federale politie en van de lokale politie | federale politie en van de lokale politie |
o Grondige kennis van de organisatie, de werking, de structuren en de | o Grondige kennis van de organisatie, de werking, de structuren en de |
bevoegdheden van de politiediensten en van de regelgeving die relevant | bevoegdheden van de politiediensten en van de regelgeving die relevant |
is voor de uitoefening van de functie; | is voor de uitoefening van de functie; |
o Grondig inzicht in de uitdagingen en de context van de controle van | o Grondig inzicht in de uitdagingen en de context van de controle van |
de politiediensten; | de politiediensten; |
o Inzicht in de technieken inzake audit, inspectie, onderzoeken | o Inzicht in de technieken inzake audit, inspectie, onderzoeken |
(gerechtelijke, tuchtrechtelijke en bestuurlijke) en bemiddeling; | (gerechtelijke, tuchtrechtelijke en bestuurlijke) en bemiddeling; |
o Coherent inzicht in de functie en de functievereisten; | o Coherent inzicht in de functie en de functievereisten; |
o Voldoende en overtuigende motivatie op professioneel vlak; | o Voldoende en overtuigende motivatie op professioneel vlak; |
o De bevoegdheden van de leden van de algemene inspectie in acht nemen | o De bevoegdheden van de leden van de algemene inspectie in acht nemen |
wanneer het gaat over het verzekeren van hun coördinatie en de | wanneer het gaat over het verzekeren van hun coördinatie en de |
follow-up van hun activiteiten; | follow-up van hun activiteiten; |
o De betrokkenheid van de medewerkers kunnen opwekken; | o De betrokkenheid van de medewerkers kunnen opwekken; |
o Kennis van het algemene organisatiebeheer en het projectbeheer | o Kennis van het algemene organisatiebeheer en het projectbeheer |
binnen een overheidsdienst; | binnen een overheidsdienst; |
o Functionele kennis van de tweede landstaal. | o Functionele kennis van de tweede landstaal. |
4. Aanwijzingsvoorwaarden | 4. Aanwijzingsvoorwaarden |
4.1. Aanwijzingsvoorwaarden voor een kandidaat die personeelslid van | 4.1. Aanwijzingsvoorwaarden voor een kandidaat die personeelslid van |
de politiediensten is (operationeel kader of administratief en | de politiediensten is (operationeel kader of administratief en |
logistiek kader) | logistiek kader) |
Voor de aanwijzing in het mandaat van adjunct-inspecteur-generaal van | Voor de aanwijzing in het mandaat van adjunct-inspecteur-generaal van |
de federale politie en van de lokale politie komt uitsluitend in | de federale politie en van de lokale politie komt uitsluitend in |
aanmerking de kandidaat die personeelslid is van het operationeel | aanmerking de kandidaat die personeelslid is van het operationeel |
kader of van het administratief en logistiek kader van de | kader of van het administratief en logistiek kader van de |
politiediensten en die aan de volgende voorwaarden voldoet : | politiediensten en die aan de volgende voorwaarden voldoet : |
1. Ten minste tien jaar dienstanciënniteit tellen (artikelen 10, § 2 | 1. Ten minste tien jaar dienstanciënniteit tellen (artikelen 10, § 2 |
Wet van 15 mei 2007 en 44, 1° KB van 20 juli 2001); | Wet van 15 mei 2007 en 44, 1° KB van 20 juli 2001); |
2. Bekleed zijn met de graad van hoofdcommissaris van politie of | 2. Bekleed zijn met de graad van hoofdcommissaris van politie of |
houder zijn van het directiebrevet of zich in klasse A4 bevinden; | houder zijn van het directiebrevet of zich in klasse A4 bevinden; |
3. Geen evaluatie hebben verkregen met de eindvermelding « onvoldoende | 3. Geen evaluatie hebben verkregen met de eindvermelding « onvoldoende |
»; | »; |
4. Zich in een administratieve stand bevinden waar hij zijn aanspraken | 4. Zich in een administratieve stand bevinden waar hij zijn aanspraken |
op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden; | op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden; |
5. Geen niet-uitgewiste zware tuchtstraf, in de zin van artikel 5 van | 5. Geen niet-uitgewiste zware tuchtstraf, in de zin van artikel 5 van |
de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de | de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de |
personeelsleden van de politiediensten, hebben opgelopen; | personeelsleden van de politiediensten, hebben opgelopen; |
6. De leeftijd van 60 jaar niet hebben bereikt; | 6. De leeftijd van 60 jaar niet hebben bereikt; |
7. Minimum 35 jaar oud zijn; | 7. Minimum 35 jaar oud zijn; |
8. Beantwoorden aan de profielvereisten van het te begeven ambt van | 8. Beantwoorden aan de profielvereisten van het te begeven ambt van |
adjunct-inspecteur-generaal; | adjunct-inspecteur-generaal; |
9. Geschikt bevonden zijn door de selectiecommissie voor het ambt van | 9. Geschikt bevonden zijn door de selectiecommissie voor het ambt van |
adjunct-inspecteur-generaal. | adjunct-inspecteur-generaal. |
Op de uiterste datum voor indiening van de kandidaturen dient voldaan | Op de uiterste datum voor indiening van de kandidaturen dient voldaan |
te zijn aan de voorwaarden bedoeld in de punten 1 tot 7. | te zijn aan de voorwaarden bedoeld in de punten 1 tot 7. |
4.2. Aanwijzingsvoorwaarden voor een kandidaat die geen personeelslid | 4.2. Aanwijzingsvoorwaarden voor een kandidaat die geen personeelslid |
is van de politiediensten | is van de politiediensten |
Voor de aanwijzing in het mandaat van adjunct-inspecteur-generaal van | Voor de aanwijzing in het mandaat van adjunct-inspecteur-generaal van |
de federale politie en van de lokale politie komt uitsluitend in | de federale politie en van de lokale politie komt uitsluitend in |
aanmerking de kandidaat die geen personeelslid is van de | aanmerking de kandidaat die geen personeelslid is van de |
politiediensten en die aan de volgende voorwaarden voldoet : | politiediensten en die aan de volgende voorwaarden voldoet : |
1. Belg zijn (art. 10, § 1, 1° Wet van 15 mei 2007); | 1. Belg zijn (art. 10, § 1, 1° Wet van 15 mei 2007); |
2. De burgerlijke en politieke rechten genieten; | 2. De burgerlijke en politieke rechten genieten; |
3. Van onberispelijk gedrag zijn; | 3. Van onberispelijk gedrag zijn; |
4. Voor de mannelijke kandidaten, aan de dienstplichtwetten hebben | 4. Voor de mannelijke kandidaten, aan de dienstplichtwetten hebben |
voldaan; | voldaan; |
5. Ten minste 35 jaar zijn en de leeftijd van 60 jaar niet hebben | 5. Ten minste 35 jaar zijn en de leeftijd van 60 jaar niet hebben |
bereikt; | bereikt; |
6. Houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat ten minste | 6. Houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat ten minste |
evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de | evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de |
aanwerving in de betrekkingen van niveau A bij de federale | aanwerving in de betrekkingen van niveau A bij de federale |
Rijksbesturen, zoals opgenomen in de bijlage I van het koninklijk | Rijksbesturen, zoals opgenomen in de bijlage I van het koninklijk |
besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het |
Rijkspersoneel; | Rijkspersoneel; |
7. Over een managementervaring van minstens zes jaar beschikken of | 7. Over een managementervaring van minstens zes jaar beschikken of |
minimaal tien jaar nuttige professionele ervaring hebben in het licht | minimaal tien jaar nuttige professionele ervaring hebben in het licht |
van de functiebeschrijving; | van de functiebeschrijving; |
8. Geschikt bevonden zijn voor het mandaat van | 8. Geschikt bevonden zijn voor het mandaat van |
adjunct-inspecteur-generaal door de selectiecommissie op grond van het | adjunct-inspecteur-generaal door de selectiecommissie op grond van het |
profiel van de toe te kennen functie; | profiel van de toe te kennen functie; |
9. Beantwoorden aan de profielvereisten van het ambt van | 9. Beantwoorden aan de profielvereisten van het ambt van |
adjunct-inspecteur-generaal. | adjunct-inspecteur-generaal. |
Op de uiterste datum voor indiening van de kandidaturen dient voldaan | Op de uiterste datum voor indiening van de kandidaturen dient voldaan |
te zijn aan de voorwaarden bedoeld in de punten 1, 2, 4, 5, 6 en 7. | te zijn aan de voorwaarden bedoeld in de punten 1, 2, 4, 5, 6 en 7. |
De voorwaarde bedoeld in punt 3 vloeit voort uit een uittreksel uit | De voorwaarde bedoeld in punt 3 vloeit voort uit een uittreksel uit |
het strafregister dat minder dan drie maanden oud is op de datum van | het strafregister dat minder dan drie maanden oud is op de datum van |
indiening van de kandidatuur en uit een onderzoek van de omgeving en | indiening van de kandidatuur en uit een onderzoek van de omgeving en |
de antecedenten. | de antecedenten. |
5. Gewone plaats van het werk | 5. Gewone plaats van het werk |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
6. Selectie van de kandidaten | 6. Selectie van de kandidaten |
6.1. Procedure voor de selectiecommissie | 6.1. Procedure voor de selectiecommissie |
De selectiecommissie voor het ambt van adjunct-inspecteur-generaal | De selectiecommissie voor het ambt van adjunct-inspecteur-generaal |
onderzoekt de ontvankelijkheid van de kandidaatstellingen en | onderzoekt de ontvankelijkheid van de kandidaatstellingen en |
vergelijkt met het oog op de beoordeling van de geschiktheid, de | vergelijkt met het oog op de beoordeling van de geschiktheid, de |
aanspraken en verdiensten van de kandidaten. | aanspraken en verdiensten van de kandidaten. |
De selectiecommissie kan de kandidaten horen. Indien één kandidaat | De selectiecommissie kan de kandidaten horen. Indien één kandidaat |
wordt gehoord, worden alle kandidaten uitgenodigd om gehoord te | wordt gehoord, worden alle kandidaten uitgenodigd om gehoord te |
worden. | worden. |
De selectiecommissie gaat over tot het horen van de kandidaten waarvan | De selectiecommissie gaat over tot het horen van de kandidaten waarvan |
zij de kandidatuur ontvankelijk verklaart indien tenminste één van hen | zij de kandidatuur ontvankelijk verklaart indien tenminste één van hen |
geen personeelslid is van de politiediensten. | geen personeelslid is van de politiediensten. |
6.2. Samenstelling van de selectiecommissie | 6.2. Samenstelling van de selectiecommissie |
De samenstelling van de selectiecommissie voor het ambt van | De samenstelling van de selectiecommissie voor het ambt van |
adjunct-inspecteur-generaal is de volgende : | adjunct-inspecteur-generaal is de volgende : |
Voorzitter | Voorzitter |
Willem DEBEUCKELAERE | Willem DEBEUCKELAERE |
Voorzitter van de commissie voor de bescherming van de persoonlijke | Voorzitter van de commissie voor de bescherming van de persoonlijke |
levenssfeer | levenssfeer |
Effectieve bijzitters | Effectieve bijzitters |
Ignacio de la SERNA | Ignacio de la SERNA |
Lid van het College van procureurs-generaal | Lid van het College van procureurs-generaal |
Jack VISSERS | Jack VISSERS |
Lid van het vast comité van toezicht op de politiediensten | Lid van het vast comité van toezicht op de politiediensten |
Plaatsvervangende bijzitters | Plaatsvervangende bijzitters |
Christian DE VALKENEER | Christian DE VALKENEER |
Lid van het College van procureurs-generaal | Lid van het College van procureurs-generaal |
Koen VERLINDEN | Koen VERLINDEN |
Gedelegeerd bestuurder a.i. van SELOR | Gedelegeerd bestuurder a.i. van SELOR |
6.3. Wraking | 6.3. Wraking |
De kandidaat die meent dat hij een reden van wraking in de zin van | De kandidaat die meent dat hij een reden van wraking in de zin van |
artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek kan doen gelden tegen de | artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek kan doen gelden tegen de |
voorzitter of een bijzitter, of die meent dat de voorzitter of een | voorzitter of een bijzitter, of die meent dat de voorzitter of een |
bijzitter hem onmogelijk onpartijdig kan beoordelen, moet de betrokken | bijzitter hem onmogelijk onpartijdig kan beoordelen, moet de betrokken |
voorzitter of bijzitter op straffe van niet-ontvankelijkheid wraken | voorzitter of bijzitter op straffe van niet-ontvankelijkheid wraken |
vóór het verstrijken van de termijn van 30 dagen waarbinnen de | vóór het verstrijken van de termijn van 30 dagen waarbinnen de |
kandidaatstelling moet worden ingediend. | kandidaatstelling moet worden ingediend. |
De wraking wordt, op straffe van niet-ontvankelijkheid, bij | De wraking wordt, op straffe van niet-ontvankelijkheid, bij |
gemotiveerd verzoekschrift gevraagd aan de minister van Veiligheid en | gemotiveerd verzoekschrift gevraagd aan de minister van Veiligheid en |
Binnenlandse Zaken en moet worden verzonden aan de Algemene Directie | Binnenlandse Zaken en moet worden verzonden aan de Algemene Directie |
Veiligheid en Preventie, Waterloolaan 76 te 1000 BRUSSEL. | Veiligheid en Preventie, Waterloolaan 76 te 1000 BRUSSEL. |
De minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken spreekt zicht uit | De minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken spreekt zicht uit |
over de wrakingsgronden en vervangt, in voorkomend geval, de gewraakte | over de wrakingsgronden en vervangt, in voorkomend geval, de gewraakte |
voorzitter of bijzitter door een plaatsvervanger die voldoet aan de | voorzitter of bijzitter door een plaatsvervanger die voldoet aan de |
aanwijzingsvoorwaarden van de gewraakte voorzitter of bijzitter. De | aanwijzingsvoorwaarden van de gewraakte voorzitter of bijzitter. De |
voorzitter, de gewraakte bijzitter en de betrokken kandidaat worden in | voorzitter, de gewraakte bijzitter en de betrokken kandidaat worden in |
kennis gesteld van die met redenen omklede beslissing. | kennis gesteld van die met redenen omklede beslissing. |
7. Kandidaatstelling | 7. Kandidaatstelling |
7.1. Geldigheid | 7.1. Geldigheid |
Om geldig te zijn, moet de kandidaatstelling worden ingediend binnen | Om geldig te zijn, moet de kandidaatstelling worden ingediend binnen |
een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag van publicatie van de | een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag van publicatie van de |
huidige oproep in het Belgisch Staatsblad. | huidige oproep in het Belgisch Staatsblad. |
De kandidaturen moeten, op straffe van niet-ontvankelijkheid, worden | De kandidaturen moeten, op straffe van niet-ontvankelijkheid, worden |
ingediend volgens één van de hierna vermelde modaliteiten : | ingediend volgens één van de hierna vermelde modaliteiten : |
o Opgestuurd per aangetekend schrijven aan de minister van Veiligheid | o Opgestuurd per aangetekend schrijven aan de minister van Veiligheid |
en Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie, | en Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie, |
Waterloolaan 76 te 1000 BRUSSEL; | Waterloolaan 76 te 1000 BRUSSEL; |
o Door overhandiging van het document tegen ontvangstbewijs bij de | o Door overhandiging van het document tegen ontvangstbewijs bij de |
Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Waterloolaan 76 te 1000 | Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Waterloolaan 76 te 1000 |
BRUSSEL, alle werkdagen tussen 8.30 uur en 17.00 uur. | BRUSSEL, alle werkdagen tussen 8.30 uur en 17.00 uur. |
7.2. Voor een kandidaat die personeelslid is van het operationeel | 7.2. Voor een kandidaat die personeelslid is van het operationeel |
kader of van het administratief en logistiek kader van de | kader of van het administratief en logistiek kader van de |
politiediensten | politiediensten |
Voor een kandidaat die personeelslid is van het operationeel kader of | Voor een kandidaat die personeelslid is van het operationeel kader of |
van het administratief en logistiek kader van de politiediensten, | van het administratief en logistiek kader van de politiediensten, |
dient de kandidatuur te worden vergezeld van de volgende documenten : | dient de kandidatuur te worden vergezeld van de volgende documenten : |
1. Een kopie van de identiteitskaart; | 1. Een kopie van de identiteitskaart; |
2. Een attest waaruit blijkt dat de kandidaat over minstens 10 jaar | 2. Een attest waaruit blijkt dat de kandidaat over minstens 10 jaar |
dienstanciënniteit beschikt; | dienstanciënniteit beschikt; |
3. Een attest of een kopie van het benoemingsbesluit waaruit blijkt | 3. Een attest of een kopie van het benoemingsbesluit waaruit blijkt |
dat de kandidaat aan de vereiste voldoet van punt 2; | dat de kandidaat aan de vereiste voldoet van punt 2; |
4. Voor de niet-mandaathouders, de evaluatie zoals bedoeld in titel | 4. Voor de niet-mandaathouders, de evaluatie zoals bedoeld in titel |
VII.I RPPol of een verklaring afgeleverd door de functionele overste | VII.I RPPol of een verklaring afgeleverd door de functionele overste |
waaruit blijkt dat kandidaat geen evaluatie met eindvermelding « | waaruit blijkt dat kandidaat geen evaluatie met eindvermelding « |
onvoldoende » kreeg; | onvoldoende » kreeg; |
5. Voor de mandaathouders, een kopie van het besluit houdende | 5. Voor de mandaathouders, een kopie van het besluit houdende |
aanwijzing in hun ambt en een door de bevoegde overheid afgeleverd | aanwijzing in hun ambt en een door de bevoegde overheid afgeleverd |
attest waaruit blijkt dat er geen tussentijdse evaluatieprocedure | attest waaruit blijkt dat er geen tussentijdse evaluatieprocedure |
lopende is op uitgiftedatum van deze oproep; | lopende is op uitgiftedatum van deze oproep; |
6. Een verklaring afgeleverd door de functionele overste waaruit | 6. Een verklaring afgeleverd door de functionele overste waaruit |
blijkt dat betrokkene geen evaluatie met eindvermelding « onvoldoende | blijkt dat betrokkene geen evaluatie met eindvermelding « onvoldoende |
» kreeg in de loop van de 5 jaren die de indiening van de kandidatuur | » kreeg in de loop van de 5 jaren die de indiening van de kandidatuur |
voorafgingen; | voorafgingen; |
7. Een verklaring afgeleverd door de overheid waaruit blijkt dat de | 7. Een verklaring afgeleverd door de overheid waaruit blijkt dat de |
kandidaat zich bevindt in een administratieve stand waar het zijn | kandidaat zich bevindt in een administratieve stand waar het zijn |
aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden; | aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden; |
8. Een verklaring afgeleverd door de functionele overste waaruit de | 8. Een verklaring afgeleverd door de functionele overste waaruit de |
afwezigheid blijkt van een niet-uitgewiste zware tuchtstraf; | afwezigheid blijkt van een niet-uitgewiste zware tuchtstraf; |
9.Een getuigschrift van talenkennis afgeleverd door SELOR | 9.Een getuigschrift van talenkennis afgeleverd door SELOR |
(Selectiebureau van de Overheid) tot bewijs van het slagen in het | (Selectiebureau van de Overheid) tot bewijs van het slagen in het |
taalexamen bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 | taalexamen bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 |
maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van | maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van |
de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de | de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de |
wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 | wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 |
juli 1966; | juli 1966; |
Bij ontstentenis zal de aangewezen kandidaat onverwijld het bewijs | Bij ontstentenis zal de aangewezen kandidaat onverwijld het bewijs |
moeten bezorgen van het slagen in het voormelde taalexamen; | moeten bezorgen van het slagen in het voormelde taalexamen; |
10. Een curriculum vitae vergezeld van een nota waarin de kandidaat de | 10. Een curriculum vitae vergezeld van een nota waarin de kandidaat de |
aanspraken en verdiensten uiteenzet die hij meent te kunnen doen | aanspraken en verdiensten uiteenzet die hij meent te kunnen doen |
gelden voor de uitoefening van het te begeven mandaat alsook zijn | gelden voor de uitoefening van het te begeven mandaat alsook zijn |
motivatie; | motivatie; |
11. Telefoonnummer(s) waarop de kandidaat bereikbaar is. | 11. Telefoonnummer(s) waarop de kandidaat bereikbaar is. |
De documenten met betrekking tot de punten 1 tot 8 en 10 moeten, op | De documenten met betrekking tot de punten 1 tot 8 en 10 moeten, op |
straffe van niet-ontvankelijkheid, ten laatste worden medegedeeld op | straffe van niet-ontvankelijkheid, ten laatste worden medegedeeld op |
de uiterste datum van indiening van kandidaturen. | de uiterste datum van indiening van kandidaturen. |
7.3. Voor een kandidaat die geen personeelslid van de politiediensten | 7.3. Voor een kandidaat die geen personeelslid van de politiediensten |
is | is |
Voor een kandidaat die geen personeelslid van de politiediensten is, | Voor een kandidaat die geen personeelslid van de politiediensten is, |
dient de kandidatuur te worden vergezeld van de volgende documenten : | dient de kandidatuur te worden vergezeld van de volgende documenten : |
1. Een kopie van de identiteitskaart; | 1. Een kopie van de identiteitskaart; |
2. Een uittreksel uit het strafregister dat minder dan drie maanden | 2. Een uittreksel uit het strafregister dat minder dan drie maanden |
oud is op de datum van indiening van de kandidatuur; | oud is op de datum van indiening van de kandidatuur; |
3. Een militiegetuigschrift afgeleverd door de gemeente waar de | 3. Een militiegetuigschrift afgeleverd door de gemeente waar de |
kandidaat woont; | kandidaat woont; |
4. Een kopie van het diploma of van het studiegetuigschrift dat ten | 4. Een kopie van het diploma of van het studiegetuigschrift dat ten |
minste evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor | minste evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor |
de aanwerving in de betrekkingen van niveau A bij de federale | de aanwerving in de betrekkingen van niveau A bij de federale |
Rijksbesturen; | Rijksbesturen; |
5. Elk nuttig document waaruit blijkt dat hij voldoet aan de vereiste | 5. Elk nuttig document waaruit blijkt dat hij voldoet aan de vereiste |
om over een managementervaring van minstens zes jaar te beschikken, in | om over een managementervaring van minstens zes jaar te beschikken, in |
het bijzonder de referenties of de aanbevelingen van zijn vorige | het bijzonder de referenties of de aanbevelingen van zijn vorige |
werkgevers, of minimaal tien jaar nuttige professionele ervaring | werkgevers, of minimaal tien jaar nuttige professionele ervaring |
hebben in het licht van de functiebeschrijving; | hebben in het licht van de functiebeschrijving; |
Onder managementervaring dient te worden verstaan, een beleidservaring | Onder managementervaring dient te worden verstaan, een beleidservaring |
binnen een overheidsdienst of in de privésector; | binnen een overheidsdienst of in de privésector; |
6. Een getuigschrift van talenkennis afgeleverd door SELOR | 6. Een getuigschrift van talenkennis afgeleverd door SELOR |
(Selectiebureau van de Overheid) tot bewijs van het slagen in het | (Selectiebureau van de Overheid) tot bewijs van het slagen in het |
taalexamen bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 | taalexamen bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 |
maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van | maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van |
de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de | de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de |
wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 | wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 |
juli 1966; | juli 1966; |
Bij ontstentenis zal de aangewezen kandidaat onverwijld het bewijs | Bij ontstentenis zal de aangewezen kandidaat onverwijld het bewijs |
moeten bezorgen van het slagen in het voormelde taalexamen; | moeten bezorgen van het slagen in het voormelde taalexamen; |
7. Een curriculum vitae vergezeld van een nota waarin de kandidaat de | 7. Een curriculum vitae vergezeld van een nota waarin de kandidaat de |
aanspraken en verdiensten uiteenzet die hij meent te kunnen doen | aanspraken en verdiensten uiteenzet die hij meent te kunnen doen |
gelden voor de uitoefening van het te begeven mandaat alsook zijn | gelden voor de uitoefening van het te begeven mandaat alsook zijn |
motivatie; | motivatie; |
8. Telefoonnummer(s) waarop de kandidaat bereikbaar is. | 8. Telefoonnummer(s) waarop de kandidaat bereikbaar is. |
De documenten met betrekking tot de punten 1 tot 5, en 7 moeten, op | De documenten met betrekking tot de punten 1 tot 5, en 7 moeten, op |
straffe van niet-ontvankelijkheid, ten laatste worden medegedeeld op | straffe van niet-ontvankelijkheid, ten laatste worden medegedeeld op |
de uiterste datum van indiening van kandidaturen. | de uiterste datum van indiening van kandidaturen. |
8. Bijkomende inlichtingen | 8. Bijkomende inlichtingen |
Bijkomende inlichtingen betreffende deze oproep tot kandidaatstelling | Bijkomende inlichtingen betreffende deze oproep tot kandidaatstelling |
kunnen bekomen worden bij de heer Jan KERREMANS, Attaché, Algemene | kunnen bekomen worden bij de heer Jan KERREMANS, Attaché, Algemene |
Directie Veiligheid en Preventie, FOD Binnenlandse Zaken, Waterloolaan | Directie Veiligheid en Preventie, FOD Binnenlandse Zaken, Waterloolaan |
76 te 1000 Brussel. | 76 te 1000 Brussel. |
Tel: 02-557 34 25 | Tel: 02-557 34 25 |
Fax: 02-557 33 27 | Fax: 02-557 33 27 |
Email: jan.kerremans@ibz.fgov.be | Email: jan.kerremans@ibz.fgov.be |
Brussel, 24 januari 2017. | Brussel, 24 januari 2017. |
De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, | De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, |
J. JAMBON | J. JAMBON |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |