← Terug naar "Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende de samenwerking op het vlak van defensie en veiligheid, gedaan te Brussel op 5 februari 2015 (2) "
| Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende de samenwerking op het vlak van defensie en veiligheid, gedaan te Brussel op 5 februari 2015 (2) | Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende de samenwerking op het vlak van defensie en veiligheid, gedaan te Brussel op 5 februari 2015 (2) |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN |
| ONTWIKKELINGSSAMENWERKING | ONTWIKKELINGSSAMENWERKING |
| 30 AUGUSTUS 2017. - Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het | 30 AUGUSTUS 2017. - Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het |
| Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende de | Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende de |
| samenwerking op het vlak van defensie en veiligheid, gedaan te Brussel | samenwerking op het vlak van defensie en veiligheid, gedaan te Brussel |
| op 5 februari 2015 (1) (2) | op 5 februari 2015 (1) (2) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij | De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij |
| bekrachtigen, hetgeen volgt : | bekrachtigen, hetgeen volgt : |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
| 74 van de Grondwet. | 74 van de Grondwet. |
Art. 2.Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom |
Art. 2.Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom |
| Luxemburg betreffende de samenwerking op het vlak van defensie en | Luxemburg betreffende de samenwerking op het vlak van defensie en |
| veiligheid, gedaan te Brussel op 5 februari 2015, zal volkomen gevolg | veiligheid, gedaan te Brussel op 5 februari 2015, zal volkomen gevolg |
| hebben. | hebben. |
Art. 3.De samenwerkingsovereenkomsten die zullen worden aangenomen op |
Art. 3.De samenwerkingsovereenkomsten die zullen worden aangenomen op |
| basis van artikel 3 van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en | basis van artikel 3 van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en |
| het Groothertogdom Luxemburg betreffende de samenwerking op het vlak | het Groothertogdom Luxemburg betreffende de samenwerking op het vlak |
| van defensie en veiligheid zullen meteen na hun ondertekening aan het | van defensie en veiligheid zullen meteen na hun ondertekening aan het |
| Parlement meegedeeld worden en zullen volkomen gevolg hebben op de | Parlement meegedeeld worden en zullen volkomen gevolg hebben op de |
| datum die zij zullen bepalen. | datum die zij zullen bepalen. |
Art. 4.De beslissingen die de regeringen na onderling akkoord nemen |
Art. 4.De beslissingen die de regeringen na onderling akkoord nemen |
| met toepassing van artikel 2.16 zullen volkomen gevolg hebben. Deze | met toepassing van artikel 2.16 zullen volkomen gevolg hebben. Deze |
| beslissingen zullen meteen na hun ondertekening aan het Parlement | beslissingen zullen meteen na hun ondertekening aan het Parlement |
| meegedeeld worden. | meegedeeld worden. |
| Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden |
| bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
| Gegeven te Brussel, 30 augustus 2017. | Gegeven te Brussel, 30 augustus 2017. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Buitenlandse Zaken, | De Minister van Buitenlandse Zaken, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| De Minister van Defensie, | De Minister van Defensie, |
| S. VANDEPUT | S. VANDEPUT |
| Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| K. GEENS | K. GEENS |
| _______ | _______ |
| Nota's | Nota's |
| (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): | (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): |
| Stukken: 54-2458 | Stukken: 54-2458 |
| Integraal verslag: 22/06/2017 | Integraal verslag: 22/06/2017 |
| (2) Inwerkingtreding : 07/11/2017 | (2) Inwerkingtreding : 07/11/2017 |
| VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG | VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG |
| BETREFFENDE DE SAMENWERKING OP HET VLAK VAN DEFENSIE EN VEILIGHEID | BETREFFENDE DE SAMENWERKING OP HET VLAK VAN DEFENSIE EN VEILIGHEID |
| HET KONINKRIJK BELGI" EN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, | HET KONINKRIJK BELGI" EN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, |
| Hierna Verdragsluitende Partijen genoemd, | Hierna Verdragsluitende Partijen genoemd, |
| Overwegende het Handvest van de Verenigde Naties ondertekend in San | Overwegende het Handvest van de Verenigde Naties ondertekend in San |
| Francisco op 26 april 1945; | Francisco op 26 april 1945; |
| Overwegende het Noord-Atlantisch Verdrag ondertekend in Washington op | Overwegende het Noord-Atlantisch Verdrag ondertekend in Washington op |
| 4 april 1949; | 4 april 1949; |
| Overwegende de Verdragen betreffende de Europese Unie en betreffende | Overwegende de Verdragen betreffende de Europese Unie en betreffende |
| de werking van de Europese Unie ondertekend respectievelijk in | de werking van de Europese Unie ondertekend respectievelijk in |
| Maastricht op 7 februari 1992, in het bijzonder titel V ervan, en in | Maastricht op 7 februari 1992, in het bijzonder titel V ervan, en in |
| Rome op 25 maart 1957, in het bijzonder titel VII ervan, en ieder | Rome op 25 maart 1957, in het bijzonder titel VII ervan, en ieder |
| volgend instrument; | volgend instrument; |
| Overwegende de Slotakte van de Conferentie voor Veiligheid en | Overwegende de Slotakte van de Conferentie voor Veiligheid en |
| Samenwerking in Europa, ondertekend in Helsinki op 1 augustus 1975; | Samenwerking in Europa, ondertekend in Helsinki op 1 augustus 1975; |
| Overwegende het Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het | Overwegende het Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het |
| Noord-Atlantisch Verdrag, nopens de rechtspositie van hun | Noord-Atlantisch Verdrag, nopens de rechtspositie van hun |
| krijgsmachten (NAVO-SOFA), ondertekend in Londen op 19 juni 1951; | krijgsmachten (NAVO-SOFA), ondertekend in Londen op 19 juni 1951; |
| In gedachten hebbend de vriendschapsbanden die bestaan tussen het | In gedachten hebbend de vriendschapsbanden die bestaan tussen het |
| Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg; | Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg; |
| Zich verheugend over de successen van de samenwerking die de voorbije | Zich verheugend over de successen van de samenwerking die de voorbije |
| decennia in een groot aantal sectoren van defensie en veiligheid op | decennia in een groot aantal sectoren van defensie en veiligheid op |
| touw werd gezet; | touw werd gezet; |
| Vaststellend dat de kwaliteit van die samenwerking getuigt van het | Vaststellend dat de kwaliteit van die samenwerking getuigt van het |
| vertrouwen dat is opgebouwd tijdens de gemeenschappelijke vormingen en | vertrouwen dat is opgebouwd tijdens de gemeenschappelijke vormingen en |
| trainingen en ook tijdens de talloze opdrachten die zij aan zij, in | trainingen en ook tijdens de talloze opdrachten die zij aan zij, in |
| het kader van vredeshandhavingsoperaties, en in het bijzonder onder | het kader van vredeshandhavingsoperaties, en in het bijzonder onder |
| VN-vlag, werden uitgevoerd; | VN-vlag, werden uitgevoerd; |
| De wens koesterend om te dienen als concreet en geloofwaardig | De wens koesterend om te dienen als concreet en geloofwaardig |
| voorbeeld voor de uitvoering van de concepten van de NAVO en de | voorbeeld voor de uitvoering van de concepten van de NAVO en de |
| Europese Unie ter bevordering van sterkere multinationale | Europese Unie ter bevordering van sterkere multinationale |
| samenwerking; | samenwerking; |
| In het bijzonder in gedachten hebbend de inzet van de A400M-vloot; | In het bijzonder in gedachten hebbend de inzet van de A400M-vloot; |
| De wens koesterend om via het afsluiten van een verdrag op het vlak | De wens koesterend om via het afsluiten van een verdrag op het vlak |
| van defensie en veiligheid een stevige juridische basis te bieden die | van defensie en veiligheid een stevige juridische basis te bieden die |
| gemeenschappelijk is voor de talrijke bestaande en toekomstige | gemeenschappelijk is voor de talrijke bestaande en toekomstige |
| samenwerkingsverbanden op het vlak van defensie en veiligheid tussen | samenwerkingsverbanden op het vlak van defensie en veiligheid tussen |
| de beide landen, teneinde hun strategisch partnerschap te bezegelen; | de beide landen, teneinde hun strategisch partnerschap te bezegelen; |
| Zijn de volgende bepalingen overeengekomen: | Zijn de volgende bepalingen overeengekomen: |
| Artikel 1 | Artikel 1 |
| Voorwerp van dit Verdrag | Voorwerp van dit Verdrag |
| Het voorwerp van dit Verdrag is de door het Verdrag bestreken | Het voorwerp van dit Verdrag is de door het Verdrag bestreken |
| samenwerkingsgebieden op het vlak van defensie en veiligheid te | samenwerkingsgebieden op het vlak van defensie en veiligheid te |
| omschrijven en de algemene modaliteiten te bepalen, welke van | omschrijven en de algemene modaliteiten te bepalen, welke van |
| toepassing zijn op deze samenwerking. | toepassing zijn op deze samenwerking. |
| Artikel 2 | Artikel 2 |
| Samenwerkingsgebieden | Samenwerkingsgebieden |
| In het kader van dit Verdrag kunnen de Verdragsluitende Partijen | In het kader van dit Verdrag kunnen de Verdragsluitende Partijen |
| samenwerken op de volgende gebieden: | samenwerken op de volgende gebieden: |
| 1. Uitwisseling van standpunten op het vlak van defensie- en | 1. Uitwisseling van standpunten op het vlak van defensie- en |
| veiligheidsbeleid, in het bijzonder binnen de internationale | veiligheidsbeleid, in het bijzonder binnen de internationale |
| instanties, zijnde de Organisatie van de Verenigde Naties, de | instanties, zijnde de Organisatie van de Verenigde Naties, de |
| Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de Europese Unie en de OVSE, | Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de Europese Unie en de OVSE, |
| zowel wat betreft de bepaling, de uitvoering als de evaluatie van dat | zowel wat betreft de bepaling, de uitvoering als de evaluatie van dat |
| beleid; | beleid; |
| 2. Personeelsbeheer en -administratie; | 2. Personeelsbeheer en -administratie; |
| 3. Vorming en training van het personeel, in het bijzonder via | 3. Vorming en training van het personeel, in het bijzonder via |
| complete vormingen of occasionele deelname aan cursussen, stages en | complete vormingen of occasionele deelname aan cursussen, stages en |
| seminaries, alsook door de uitwisseling van lesgevers, instructeurs en | seminaries, alsook door de uitwisseling van lesgevers, instructeurs en |
| stagiairs tussen vormings- en instructie-instellingen; | stagiairs tussen vormings- en instructie-instellingen; |
| 4. Onderlinge steun of gezamenlijke ontplooiingen tijdens militaire | 4. Onderlinge steun of gezamenlijke ontplooiingen tijdens militaire |
| operaties en oefeningen van welke aard dan ook, in het bijzonder door | operaties en oefeningen van welke aard dan ook, in het bijzonder door |
| de uitwisseling van officieren en de integratie van personeel of van | de uitwisseling van officieren en de integratie van personeel of van |
| materieel van de ene Verdragsluitende Partij in de Krijgsmacht van de | materieel van de ene Verdragsluitende Partij in de Krijgsmacht van de |
| andere Verdragsluitende Partij; | andere Verdragsluitende Partij; |
| 5. Capaciteitenontwikkeling, daaronder begrepen de ontwikkeling, de | 5. Capaciteitenontwikkeling, daaronder begrepen de ontwikkeling, de |
| productie, de aanschaf, het gebruik en de verwijdering van materieel | productie, de aanschaf, het gebruik en de verwijdering van materieel |
| en diensten; | en diensten; |
| 6. Communicatie- en informatiesystemen, met inbegrip van | 6. Communicatie- en informatiesystemen, met inbegrip van |
| satellietsystemen, infrastructuur en logistiek; | satellietsystemen, infrastructuur en logistiek; |
| 7. Militaire inlichtingen en veiligheid; | 7. Militaire inlichtingen en veiligheid; |
| 8. Militaire luchtvaart; | 8. Militaire luchtvaart; |
| 9. Militaire geneeskunde; | 9. Militaire geneeskunde; |
| 10. Welzijn op het werk, met inbegrip van, maar niet beperkt tot het | 10. Welzijn op het werk, met inbegrip van, maar niet beperkt tot het |
| aspect welzijn tijdens operaties; | aspect welzijn tijdens operaties; |
| 11. Juridische steun aan de activiteiten van de Krijgsmacht; | 11. Juridische steun aan de activiteiten van de Krijgsmacht; |
| 12. Budget en financiën, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de | 12. Budget en financiën, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de |
| financiële en budgettaire administratie, de administratieve en | financiële en budgettaire administratie, de administratieve en |
| budgettaire controle en de interne audit; | budgettaire controle en de interne audit; |
| 13. Wetenschappelijk en technologisch onderzoek, inclusief in het | 13. Wetenschappelijk en technologisch onderzoek, inclusief in het |
| kader van nationale en internationale programma's; | kader van nationale en internationale programma's; |
| 14. Interne en externe communicatie; | 14. Interne en externe communicatie; |
| 15. Onderlinge bijstand in geval van rampen en zware ongevallen; | 15. Onderlinge bijstand in geval van rampen en zware ongevallen; |
| 16. En ieder ander gebied op het vlak van defensie en veiligheid dat | 16. En ieder ander gebied op het vlak van defensie en veiligheid dat |
| de Verdragsluitende Partijen in onderling overleg zullen bepalen. | de Verdragsluitende Partijen in onderling overleg zullen bepalen. |
| Artikel 3 | Artikel 3 |
| Toepassingsmodaliteiten | Toepassingsmodaliteiten |
| 1. De samenwerking op het vlak van defensie en veiligheid, ingesteld | 1. De samenwerking op het vlak van defensie en veiligheid, ingesteld |
| door dit Verdrag, wordt ten uitvoer gebracht door | door dit Verdrag, wordt ten uitvoer gebracht door |
| Samenwerkingsovereenkomsten die de bevoegde autoriteiten van de | Samenwerkingsovereenkomsten die de bevoegde autoriteiten van de |
| Verdragsluitende Partijen dienen af te sluiten. | Verdragsluitende Partijen dienen af te sluiten. |
| 2. Deze Samenwerkingsovereenkomsten bepalen de specifieke modaliteiten | 2. Deze Samenwerkingsovereenkomsten bepalen de specifieke modaliteiten |
| van de activiteiten die de Verdragsluitende Partijen gezamenlijk | van de activiteiten die de Verdragsluitende Partijen gezamenlijk |
| beslissen op de toepassingsgebieden van dit Verdrag, zoals bepaald in | beslissen op de toepassingsgebieden van dit Verdrag, zoals bepaald in |
| bovenstaand artikel 2, met inbegrip van de financiële aspecten met | bovenstaand artikel 2, met inbegrip van de financiële aspecten met |
| betrekking tot die activiteiten. | betrekking tot die activiteiten. |
| 3. Geen enkele van de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomsten, | 3. Geen enkele van de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomsten, |
| die krachtens dit Verdrag worden afgesloten, mag in strijd zijn met de | die krachtens dit Verdrag worden afgesloten, mag in strijd zijn met de |
| bepalingen van dit Verdrag. In geval van een conflict tussen de | bepalingen van dit Verdrag. In geval van een conflict tussen de |
| bepalingen van dit Verdrag en de bepalingen van een | bepalingen van dit Verdrag en de bepalingen van een |
| Samenwerkingsovereenkomst hebben de bepalingen van dit Verdrag | Samenwerkingsovereenkomst hebben de bepalingen van dit Verdrag |
| voorrang. | voorrang. |
| 4. De Overeenkomsten die vóór de inwerkingtreding van dit Verdrag | 4. De Overeenkomsten die vóór de inwerkingtreding van dit Verdrag |
| tussen de departementen van Defensie van de Verdragsluitende Partijen | tussen de departementen van Defensie van de Verdragsluitende Partijen |
| werden afgesloten, worden onderworpen aan de bepalingen van dit | werden afgesloten, worden onderworpen aan de bepalingen van dit |
| Verdrag. | Verdrag. |
| Artikel 4 | Artikel 4 |
| Rechtspositie van het personeel en schaderegeling | Rechtspositie van het personeel en schaderegeling |
| 1. De rechtspositie van het personeel van een Verdragsluitende Partij | 1. De rechtspositie van het personeel van een Verdragsluitende Partij |
| dat zich in het kader van dit Verdrag op het grondgebied van de andere | dat zich in het kader van dit Verdrag op het grondgebied van de andere |
| Verdragsluitende Partij bevindt, wordt geregeld door iedere | Verdragsluitende Partij bevindt, wordt geregeld door iedere |
| internationale bepaling die de Verdragsluitende Partijen bindt en, | internationale bepaling die de Verdragsluitende Partijen bindt en, |
| voor het overige, door het NAVO-SOFA. De Samenwerkingsovereenkomsten | voor het overige, door het NAVO-SOFA. De Samenwerkingsovereenkomsten |
| afgesloten krachtens artikel 3 van dit Verdrag bepalen daarvan, in | afgesloten krachtens artikel 3 van dit Verdrag bepalen daarvan, in |
| voorkomend geval, de specifieke modaliteiten. | voorkomend geval, de specifieke modaliteiten. |
| 2. De vorderingen tot schadevergoeding voor schade geleden in het | 2. De vorderingen tot schadevergoeding voor schade geleden in het |
| kader van dit Verdrag worden tussen de Verdragsluitende Partijen | kader van dit Verdrag worden tussen de Verdragsluitende Partijen |
| geregeld overeenkomstig de bepalingen van het NAVO-SOFA. | geregeld overeenkomstig de bepalingen van het NAVO-SOFA. |
| Artikel 5 | Artikel 5 |
| Overvliegen van de grondgebieden | Overvliegen van de grondgebieden |
| De Verdragsluitende Partijen geven onderling toestemming tot het | De Verdragsluitende Partijen geven onderling toestemming tot het |
| overvliegen van hun respectieve grondgebieden en van de Belgische | overvliegen van hun respectieve grondgebieden en van de Belgische |
| territoriale zee door de militaire luchtvaartuigen van elk van de | territoriale zee door de militaire luchtvaartuigen van elk van de |
| Verdragsluitende Partijen. De Verdragsluitende Partijen houden zich | Verdragsluitende Partijen. De Verdragsluitende Partijen houden zich |
| echter op de hoogte van de aldus uitgevoerde vluchten over hun | echter op de hoogte van de aldus uitgevoerde vluchten over hun |
| respectieve grondgebieden via hun bevoegde autoriteiten. | respectieve grondgebieden via hun bevoegde autoriteiten. |
| Artikel 6 | Artikel 6 |
| Veiligheid | Veiligheid |
| De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom | De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom |
| Luxemburg inzake de uitwisseling en wederzijdse bescherming van | Luxemburg inzake de uitwisseling en wederzijdse bescherming van |
| geclassificeerde informatie, gedaan te Luxemburg op 9 februari 2012, | geclassificeerde informatie, gedaan te Luxemburg op 9 februari 2012, |
| is van toepassing in het kader van dit Verdrag. | is van toepassing in het kader van dit Verdrag. |
| Artikel 7 | Artikel 7 |
| Regeling van geschillen | Regeling van geschillen |
| Ieder geschil met betrekking tot de toepassing of de interpretatie van | Ieder geschil met betrekking tot de toepassing of de interpretatie van |
| dit Verdrag wordt uitsluitend via overleg tussen de Verdragsluitende | dit Verdrag wordt uitsluitend via overleg tussen de Verdragsluitende |
| Partijen geregeld. | Partijen geregeld. |
| Artikel 8 | Artikel 8 |
| Slotclausules | Slotclausules |
| 1. Dit Verdrag wordt voor onbepaalde termijn afgesloten. | 1. Dit Verdrag wordt voor onbepaalde termijn afgesloten. |
| 2. Dit Verdrag treedt in werking op de datum van de laatste van de | 2. Dit Verdrag treedt in werking op de datum van de laatste van de |
| langs diplomatieke weg gestuurde schriftelijke notificaties, waarmee | langs diplomatieke weg gestuurde schriftelijke notificaties, waarmee |
| de Verdragsluitende Partijen elkaar onderling op de hoogte brengen van | de Verdragsluitende Partijen elkaar onderling op de hoogte brengen van |
| het feit dat al hun nationale procedures die noodzakelijk zijn voor de | het feit dat al hun nationale procedures die noodzakelijk zijn voor de |
| inwerkingtreding van dit Verdrag werden vervuld. | inwerkingtreding van dit Verdrag werden vervuld. |
| 3. Dit Verdrag kan te allen tijde schriftelijk worden gewijzigd in | 3. Dit Verdrag kan te allen tijde schriftelijk worden gewijzigd in |
| onderling overleg tussen de Verdragsluitende Partijen. De wijzigingen | onderling overleg tussen de Verdragsluitende Partijen. De wijzigingen |
| in dit Verdrag treden in werking op de datum van de laatste van de | in dit Verdrag treden in werking op de datum van de laatste van de |
| langs diplomatieke weg gestuurde schriftelijke notificaties, waarmee | langs diplomatieke weg gestuurde schriftelijke notificaties, waarmee |
| de Verdragsluitende Partijen elkaar onderling op de hoogte brengen van | de Verdragsluitende Partijen elkaar onderling op de hoogte brengen van |
| het feit dat al hun nationale procedures die noodzakelijk zijn voor de | het feit dat al hun nationale procedures die noodzakelijk zijn voor de |
| inwerkingtreding van de wijziging werden vervuld. | inwerkingtreding van de wijziging werden vervuld. |
| 4. Iedere Verdragsluitende Partij kan dit Verdrag te allen tijde | 4. Iedere Verdragsluitende Partij kan dit Verdrag te allen tijde |
| beëindigen, mits een schriftelijke opzegging van één jaar aan de | beëindigen, mits een schriftelijke opzegging van één jaar aan de |
| andere Verdragsluitende Partij in acht wordt genomen. | andere Verdragsluitende Partij in acht wordt genomen. |
| 5. De Verdragsluitende Partijen kunnen dit Verdrag ook te allen tijde | 5. De Verdragsluitende Partijen kunnen dit Verdrag ook te allen tijde |
| in onderling overleg beëindigen. | in onderling overleg beëindigen. |
| 6. In geval van intrekking of opzegging van dit Verdrag bepalen de | 6. In geval van intrekking of opzegging van dit Verdrag bepalen de |
| Verdragsluitende Partijen geval per geval het lot dat is weggelegd | Verdragsluitende Partijen geval per geval het lot dat is weggelegd |
| voor de Samenwerkingsovereenkomsten die krachtens dit Verdrag werden | voor de Samenwerkingsovereenkomsten die krachtens dit Verdrag werden |
| afgesloten. In het geval dat de Verdragsluitende Partijen zouden | afgesloten. In het geval dat de Verdragsluitende Partijen zouden |
| beslissen om een Samenwerkingsovereenkomst die krachtens dit Verdrag | beslissen om een Samenwerkingsovereenkomst die krachtens dit Verdrag |
| werd afgesloten niet te beëindigen, dienen de Verdragsluitende | werd afgesloten niet te beëindigen, dienen de Verdragsluitende |
| Partijen overeen te komen tot het wijzigen van de bewuste | Partijen overeen te komen tot het wijzigen van de bewuste |
| Samenwerkingsovereenkomst om daarin iedere vereiste bepaling, met | Samenwerkingsovereenkomst om daarin iedere vereiste bepaling, met |
| strikte inachtneming van het toepasselijke internationale en nationale | strikte inachtneming van het toepasselijke internationale en nationale |
| recht, aan te brengen. | recht, aan te brengen. |
| Ten blijke waarvan de ondergetekenden, die behoorlijk gemachtigd zijn | Ten blijke waarvan de ondergetekenden, die behoorlijk gemachtigd zijn |
| door hun respectieve regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend. | door hun respectieve regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend. |
| Gedaan te Brussel op 5 februari 2015 in twee originele exemplaren die | Gedaan te Brussel op 5 februari 2015 in twee originele exemplaren die |
| in de Franse taal zijn opgemaakt. | in de Franse taal zijn opgemaakt. |