Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken | Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
28 FEBRUARI 2022. - Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale | 28 FEBRUARI 2022. - Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale |
zaken (1) | zaken (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij | De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij |
bekrachtigen, hetgeen volgt : | bekrachtigen, hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
74 van de Grondwet. | 74 van de Grondwet. |
HOOFDSTUK 2. - Certificering van dejaarrekeningen van de openbare | HOOFDSTUK 2. - Certificering van dejaarrekeningen van de openbare |
instellingen van sociale zekerheid | instellingen van sociale zekerheid |
Art. 2.Artikel 17 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 |
Art. 2.Artikel 17 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 |
houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de | houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de |
openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van | openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van |
artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de | artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de |
sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de |
wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de wet van 12 december | wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de wet van 12 december |
1997, wordt vervangen als volgt: | 1997, wordt vervangen als volgt: |
" Art. 17.§ 1. Het beheersorgaan maakt, uiterlijk op de datum |
" Art. 17.§ 1. Het beheersorgaan maakt, uiterlijk op de datum |
vastgesteld door de Koning, de jaarrekeningen op vastgelegd in het | vastgesteld door de Koning, de jaarrekeningen op vastgelegd in het |
genormaliseerd boekhoudplan. | genormaliseerd boekhoudplan. |
§ 2. Daarna maken de openbare instellingen van sociale zekerheid de | § 2. Daarna maken de openbare instellingen van sociale zekerheid de |
elektronisch ondertekende jaarrekeningen en een jaarverslag over hun | elektronisch ondertekende jaarrekeningen en een jaarverslag over hun |
werkzaamheden onverwijld en elektronisch aan de voogdijministers en | werkzaamheden onverwijld en elektronisch aan de voogdijministers en |
aan de minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort over. | aan de minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort over. |
De jaarrekeningen worden elektronisch getekend door de minister tot | De jaarrekeningen worden elektronisch getekend door de minister tot |
wiens bevoegdheid de begroting behoort, die ze vervolgens langs | wiens bevoegdheid de begroting behoort, die ze vervolgens langs |
elektronische weg overmaakt aan het Rekenhof. | elektronische weg overmaakt aan het Rekenhof. |
De instellingen verstrekken aan voornoemde ministers alle andere | De instellingen verstrekken aan voornoemde ministers alle andere |
inlichtingen die ze hen vragen. | inlichtingen die ze hen vragen. |
Een exemplaar van deze jaarrekeningen wordt door de openbare | Een exemplaar van deze jaarrekeningen wordt door de openbare |
instellingen van sociale zekerheid ook elektronisch overgemaakt aan de | instellingen van sociale zekerheid ook elektronisch overgemaakt aan de |
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid met het oog op de | Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid met het oog op de |
consolidatie van de rekeningen van de sociale zekerheid en aan het | consolidatie van de rekeningen van de sociale zekerheid en aan het |
Rekenhof met het oog op de certificering. | Rekenhof met het oog op de certificering. |
§ 3. Het Rekenhof richt een toezicht ter plaatse in op de boekhouding, | § 3. Het Rekenhof richt een toezicht ter plaatse in op de boekhouding, |
de verrichtingen en de afsluiting van de rekeningen van de openbare | de verrichtingen en de afsluiting van de rekeningen van de openbare |
instellingen van sociale zekerheid. | instellingen van sociale zekerheid. |
Het Rekenhof kan de rekeningen van de openbare instellingen van de | Het Rekenhof kan de rekeningen van de openbare instellingen van de |
sociale zekerheid in zijn opmerkingenboeken bekendmaken.". | sociale zekerheid in zijn opmerkingenboeken bekendmaken.". |
Art. 3.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: |
Art. 3.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: |
" Art. 25.§ 1. De openbare instellingen van sociale zekerheid leggen |
" Art. 25.§ 1. De openbare instellingen van sociale zekerheid leggen |
hun jaarrekeningen voor certificering aan het Rekenhof voor. | hun jaarrekeningen voor certificering aan het Rekenhof voor. |
Het Rekenhof levert zijn certificering van de jaarrekeningen af binnen | Het Rekenhof levert zijn certificering van de jaarrekeningen af binnen |
een termijn van veertien weken die ingaat op de dag waarop zij van de | een termijn van veertien weken die ingaat op de dag waarop zij van de |
instelling de door het beheersorgaan opgestelde jaarrekeningen | instelling de door het beheersorgaan opgestelde jaarrekeningen |
ontvangt. | ontvangt. |
§ 2. De Koning regelt de uitoefening van de opdracht van de financiële | § 2. De Koning regelt de uitoefening van de opdracht van de financiële |
controle bij de openbare instellingen van sociale zekerheid. | controle bij de openbare instellingen van sociale zekerheid. |
§ 3. De Koning bepaalt onder welke voorwaarden de openbare | § 3. De Koning bepaalt onder welke voorwaarden de openbare |
instellingen van sociale zekerheid hiervoor beroep kunnen doen op | instellingen van sociale zekerheid hiervoor beroep kunnen doen op |
bedrijfsrevisoren.". | bedrijfsrevisoren.". |
Art. 4.De Koning bepaalt vanaf welk boekjaar en voor welke openbare |
Art. 4.De Koning bepaalt vanaf welk boekjaar en voor welke openbare |
instellingen van sociale zekerheid dit hoofdstuk in werking treedt. | instellingen van sociale zekerheid dit hoofdstuk in werking treedt. |
De controle van de jaarrekeningen van de voorgaande boekjaren wordt | De controle van de jaarrekeningen van de voorgaande boekjaren wordt |
uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen die van toepassing waren voor | uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen die van toepassing waren voor |
de inwerkingtreding van dit hoofdstuk. | de inwerkingtreding van dit hoofdstuk. |
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan de arbeidsongevallenwet van 10 april | HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan de arbeidsongevallenwet van 10 april |
1971 | 1971 |
Afdeling 1. - Kleine statuten | Afdeling 1. - Kleine statuten |
Art. 5.In artikel 1/1, vijfde lid, van de Arbeidsongevallenwet van 10 |
Art. 5.In artikel 1/1, vijfde lid, van de Arbeidsongevallenwet van 10 |
april 1971, ingevoegd bij de wet van 21 december 2018, worden de | april 1971, ingevoegd bij de wet van 21 december 2018, worden de |
woorden "publiceert Fedris de lijst van de personen die arbeid | woorden "publiceert Fedris de lijst van de personen die arbeid |
verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid, en van | verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid, en van |
hun werkgevers," vervangen door "publiceert Fedris op haar website de | hun werkgevers," vervangen door "publiceert Fedris op haar website de |
lijst van de categorieën van contracten". | lijst van de categorieën van contracten". |
Afdeling 2. - Telewerk | Afdeling 2. - Telewerk |
Art. 6.In artikel 7, vierde lid, 1°, van dezelfde wet, ingevoegd bij |
Art. 6.In artikel 7, vierde lid, 1°, van dezelfde wet, ingevoegd bij |
de wet van 6 mei 2009 en vervangen bij de wet van 21 december 2018 | de wet van 6 mei 2009 en vervangen bij de wet van 21 december 2018 |
worden de woorden "de woonplaats" vervangen door de woorden "de | worden de woorden "de woonplaats" vervangen door de woorden "de |
verblijfplaats". | verblijfplaats". |
Afdeling 3. - Rente kinderen - gezinsbijslag | Afdeling 3. - Rente kinderen - gezinsbijslag |
Art. 7.In artikel 16, zesde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de |
Art. 7.In artikel 16, zesde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de |
wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 11 mei 2007, worden | wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 11 mei 2007, worden |
de woorden "uit hoofde van de prestaties van de getroffene of van de | de woorden "uit hoofde van de prestaties van de getroffene of van de |
echtgenoot of van de wettelijk samenwonende partner" opgeheven. | echtgenoot of van de wettelijk samenwonende partner" opgeheven. |
Afdeling 4. - Verzwaarde risico's | Afdeling 4. - Verzwaarde risico's |
Art. 8.In artikel 49bis, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij |
Art. 8.In artikel 49bis, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij |
de wet van 13 juli 2006 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, | de wet van 13 juli 2006 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, |
wordt de zin "De preventiedienst brengt dit ter kennis van de | wordt de zin "De preventiedienst brengt dit ter kennis van de |
werkgever en int onmiddellijk en zonder tussenpersoon ten laste van | werkgever en int onmiddellijk en zonder tussenpersoon ten laste van |
deze werkgever een forfaitaire preventiecontributie." vervangen als | deze werkgever een forfaitaire preventiecontributie." vervangen als |
volgt: "De preventiedienst brengt dit ter kennis van de werkgever. | volgt: "De preventiedienst brengt dit ter kennis van de werkgever. |
Wanneer een preventie-instituut werd aangesteld, int Fedris onverwijld | Wanneer een preventie-instituut werd aangesteld, int Fedris onverwijld |
en zonder tussenpersoon ten laste van deze werkgever een forfaitaire | en zonder tussenpersoon ten laste van deze werkgever een forfaitaire |
preventiecontributie. Indien er geen preventie-instituut werd | preventiecontributie. Indien er geen preventie-instituut werd |
aangesteld, int de verzekeringsonderneming zelf deze contributie, | aangesteld, int de verzekeringsonderneming zelf deze contributie, |
onder dezelfde voorwaarden. Indien Fedris belast is met de inning van | onder dezelfde voorwaarden. Indien Fedris belast is met de inning van |
de forfaitaire contributie, maakt het dit bedrag over aan het | de forfaitaire contributie, maakt het dit bedrag over aan het |
preventie-instituut.". | preventie-instituut.". |
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wetten betreffende de preventie van | HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wetten betreffende de preventie van |
beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten | beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten |
voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970 | voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970 |
Art. 9.In artikel 2, § 1, eerste lid, van de wetten betreffende de |
Art. 9.In artikel 2, § 1, eerste lid, van de wetten betreffende de |
preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit | preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit |
die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, laatstelijk | die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, laatstelijk |
gewijzigd bij de wet van 13 juli 2006, worden de volgende wijzigingen | gewijzigd bij de wet van 13 juli 2006, worden de volgende wijzigingen |
aangebracht: | aangebracht: |
1° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt: | 1° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt: |
"5° aan de personen die arbeid verrichten in het kader van een | "5° aan de personen die arbeid verrichten in het kader van een |
opleiding tot betaalde arbeid op voorwaarde dat de opleiding binnen | opleiding tot betaalde arbeid op voorwaarde dat de opleiding binnen |
een wettelijk kader wordt ingericht."; | een wettelijk kader wordt ingericht."; |
2° de bepaling onder 6° wordt opgeheven. | 2° de bepaling onder 6° wordt opgeheven. |
Art. 10.In artikel 2, § 2, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd |
Art. 10.In artikel 2, § 2, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd |
bij de wet van 21 december 2018, wordt een lid toegevoegd luidende als | bij de wet van 21 december 2018, wordt een lid toegevoegd luidende als |
volgt: | volgt: |
"Fedris publiceert op haar website de lijst van de categorieën van | "Fedris publiceert op haar website de lijst van de categorieën van |
contracten die onder het toepassingsgebied van deze wet vallen.". | contracten die onder het toepassingsgebied van deze wet vallen.". |
Art. 11.In artikel 50 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 |
Art. 11.In artikel 50 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 |
december 2018, wordt het eerste lid vervangen als volgt: | december 2018, wordt het eerste lid vervangen als volgt: |
"Het basisloon der personen bedoeld in artikel 2, § 1, 7°, wordt | "Het basisloon der personen bedoeld in artikel 2, § 1, 7°, wordt |
berekend volgens de wijze bedoeld in artikel 38 van de | berekend volgens de wijze bedoeld in artikel 38 van de |
Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.". | Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.". |
Art. 12.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020, |
Art. 12.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020, |
voor de aanvragen tot schadeloosstelling wegens beroepsziekten | voor de aanvragen tot schadeloosstelling wegens beroepsziekten |
ingediend vanaf deze datum. | ingediend vanaf deze datum. |
HOOFDSTUK 5. - Diverse bepalingen inzake inning en invordering van | HOOFDSTUK 5. - Diverse bepalingen inzake inning en invordering van |
bijdragen | bijdragen |
Afdeling 1. - Beroepsjournalisten - bijzondere pensioenbijdrage | Afdeling 1. - Beroepsjournalisten - bijzondere pensioenbijdrage |
Onderafdeling 1. - Wijzigingsbepalingen | Onderafdeling 1. - Wijzigingsbepalingen |
Art. 13.In de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet |
Art. 13.In de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet |
van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der | van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der |
arbeiders, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 2020, | arbeiders, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 2020, |
wordt een artikel 5/4 ingevoegd, luidende: | wordt een artikel 5/4 ingevoegd, luidende: |
" Art. 5/4.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid staat ook in voor de |
" Art. 5/4.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid staat ook in voor de |
inning en de invordering van de bijdragen bedoeld in artikel 8 van het | inning en de invordering van de bijdragen bedoeld in artikel 8 van het |
koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de | koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de |
beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan | beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan |
van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten | van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten |
van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het | van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het |
rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli | rust- en overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli |
1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers | 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers |
en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het | en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het |
algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 | algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 |
tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli | tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli |
1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van | 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van |
de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. | de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. |
Voor de toepassing van dit artikel zijn zowel voor de bijdragen als | Voor de toepassing van dit artikel zijn zowel voor de bijdragen als |
voor de bijdrageopslagen en de verwijlinteresten de wijzen van inning | voor de bijdrageopslagen en de verwijlinteresten de wijzen van inning |
en van invordering dezelfde als bij onderhavige wet vastgesteld.". | en van invordering dezelfde als bij onderhavige wet vastgesteld.". |
Art. 14.In artikel 119/1, tweede lid, van de wet van 28 december 2011 |
Art. 14.In artikel 119/1, tweede lid, van de wet van 28 december 2011 |
houdende diverse bepalingen, ingevoegd door de wet van 20 juli 2012 en | houdende diverse bepalingen, ingevoegd door de wet van 20 juli 2012 en |
gewijzigd door de wet van 18 maart 2016, worden de woorden "en achtste | gewijzigd door de wet van 18 maart 2016, worden de woorden "en achtste |
lid" vervangen door de woorden "lid en 8". | lid" vervangen door de woorden "lid en 8". |
Onderafdeling 2. - Diverse bepalingen | Onderafdeling 2. - Diverse bepalingen |
Art. 15.De Federale Pensioendienst blijft belast met de inning en |
Art. 15.De Federale Pensioendienst blijft belast met de inning en |
invordering van de bijdragen, bedoeld in artikel 8 van het koninklijk | invordering van de bijdragen, bedoeld in artikel 8 van het koninklijk |
besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, | besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, |
van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op | van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op |
pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het | pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het |
koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en | koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en |
overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990 tot | overlevingspensioen voor werknemers, van de wet van 20 juli 1990 tot |
instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot | instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot |
aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het | aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het |
algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 | algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 |
tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli | tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli |
1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van | 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van |
de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, verschuldigd voor | de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, verschuldigd voor |
de trimesters voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze afdeling. | de trimesters voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze afdeling. |
Art. 16.De gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures met |
Art. 16.De gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures met |
betrekking tot de naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid | betrekking tot de naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid |
overgedragen opdracht van inning en invordering van de bijdragen, | overgedragen opdracht van inning en invordering van de bijdragen, |
bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971, die | bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971, die |
lopende zijn op de datum van inwerkingtreding van deze afdeling of die | lopende zijn op de datum van inwerkingtreding van deze afdeling of die |
betrekking hebben op de trimesters, te innen voorafgaand aan de | betrekking hebben op de trimesters, te innen voorafgaand aan de |
inwerkingtreding van deze afdeling, worden voortgezet door de Federale | inwerkingtreding van deze afdeling, worden voortgezet door de Federale |
Pensioendienst. | Pensioendienst. |
Art. 17.De werkings- en gerechtskosten die voortvloeien uit de |
Art. 17.De werkings- en gerechtskosten die voortvloeien uit de |
uitvoering van de naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid | uitvoering van de naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid |
overgedragen opdracht van inning en invordering van de bijdragen, | overgedragen opdracht van inning en invordering van de bijdragen, |
bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971, zijn | bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 juli 1971, zijn |
ten laste van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. | ten laste van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. |
Art. 18.De Koning kan de wettelijke en reglementaire bepalingen |
Art. 18.De Koning kan de wettelijke en reglementaire bepalingen |
opheffen, wijzigen, aanvullen of vervangen om ze in overeenstemming te | opheffen, wijzigen, aanvullen of vervangen om ze in overeenstemming te |
brengen met de bepalingen van deze afdeling. | brengen met de bepalingen van deze afdeling. |
Onderafdeling 3. - Inwerkingtreding | Onderafdeling 3. - Inwerkingtreding |
Art. 19.Deze afdeling treedt in werking op een door de Koning te |
Art. 19.Deze afdeling treedt in werking op een door de Koning te |
bepalen datum, met uitzondering van artikel 16 dat uitwerking heeft | bepalen datum, met uitzondering van artikel 16 dat uitwerking heeft |
met ingang van 1 januari 2013. | met ingang van 1 januari 2013. |
Afdeling 2. - Betaling door een hoofdelijk aansprakelijke | Afdeling 2. - Betaling door een hoofdelijk aansprakelijke |
Onderafdeling 1. - Wijzigingsbepalingen | Onderafdeling 1. - Wijzigingsbepalingen |
Art. 20.In artikel 30bis, § 5, van de wet van 27 juni 1969 tot |
Art. 20.In artikel 30bis, § 5, van de wet van 27 juni 1969 tot |
herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 4 | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 4 |
augustus 1978, vervangen bij de wet van 27 april 2007, en laatstelijk | augustus 1978, vervangen bij de wet van 27 april 2007, en laatstelijk |
gewijzigd bij de wet van 20 juli 2015, wordt het derde lid vervangen | gewijzigd bij de wet van 20 juli 2015, wordt het derde lid vervangen |
als volgt: | als volgt: |
"De opdrachtgever bedoeld in het eerste lid of de aannemer bedoeld in | "De opdrachtgever bedoeld in het eerste lid of de aannemer bedoeld in |
het tweede lid kan zijn verweermiddelen indienen binnen dertig dagen | het tweede lid kan zijn verweermiddelen indienen binnen dertig dagen |
na de kennisgeving van de beslissing. | na de kennisgeving van de beslissing. |
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan in functie van de elementen | De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan in functie van de elementen |
van het dossier een vermindering tot 20 procent van het | van het dossier een vermindering tot 20 procent van het |
oorspronkelijke bedrag van de bijslag verlenen. | oorspronkelijke bedrag van de bijslag verlenen. |
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan gehele vrijstelling van de | De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan gehele vrijstelling van de |
bijslag verlenen ingeval van overmacht of wanneer de opdrachtgever en | bijslag verlenen ingeval van overmacht of wanneer de opdrachtgever en |
de aannemer of de aannemer en de onderaannemer geen sociale schulden | de aannemer of de aannemer en de onderaannemer geen sociale schulden |
hebben op het ogenblik van de toepassing van de bijslag. | hebben op het ogenblik van de toepassing van de bijslag. |
Het beroep tegen de beslissing van de Rijksdienst voor Sociale | Het beroep tegen de beslissing van de Rijksdienst voor Sociale |
Zekerheid dient, op straffe van verval, te worden ingesteld binnen | Zekerheid dient, op straffe van verval, te worden ingesteld binnen |
drie maanden na de kennisgeving van de beslissing.". | drie maanden na de kennisgeving van de beslissing.". |
Art. 21.In artikel 30ter, § 5, van dezelfde wet, hersteld bij de wet |
Art. 21.In artikel 30ter, § 5, van dezelfde wet, hersteld bij de wet |
van 29 maart 2012 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli | van 29 maart 2012 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli |
2015, wordt het vierde lid vervangen als volgt: | 2015, wordt het vierde lid vervangen als volgt: |
"De opdrachtgever bedoeld in het eerste lid of de aannemer bedoeld in | "De opdrachtgever bedoeld in het eerste lid of de aannemer bedoeld in |
het tweede lid kan zijn verweermiddelen indienen binnen dertig dagen | het tweede lid kan zijn verweermiddelen indienen binnen dertig dagen |
na de kennisgeving van de beslissing. | na de kennisgeving van de beslissing. |
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan in functie van de elementen | De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan in functie van de elementen |
van het dossier een vermindering tot 20 procent van het | van het dossier een vermindering tot 20 procent van het |
oorspronkelijke bedrag van de bijslag verlenen. | oorspronkelijke bedrag van de bijslag verlenen. |
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan gehele vrijstelling van de | De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan gehele vrijstelling van de |
bijslag verlenen ingeval van overmacht of wanneer de opdrachtgever en | bijslag verlenen ingeval van overmacht of wanneer de opdrachtgever en |
de aannemer of de aannemer en de onderaannemer geen sociale schulden | de aannemer of de aannemer en de onderaannemer geen sociale schulden |
hebben op het ogenblik van de toepassing van de bijslag. | hebben op het ogenblik van de toepassing van de bijslag. |
Het beroep tegen de beslissing van de Rijksdienst voor Sociale | Het beroep tegen de beslissing van de Rijksdienst voor Sociale |
Zekerheid dient, op straffe van verval, te worden ingesteld binnen | Zekerheid dient, op straffe van verval, te worden ingesteld binnen |
drie maanden na de kennisgeving van de beslissing.". | drie maanden na de kennisgeving van de beslissing.". |
Onderafdeling 2. - Opheffingsbepaling | Onderafdeling 2. - Opheffingsbepaling |
Art. 22.Artikel 28 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 |
Art. 22.Artikel 28 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 |
tot uitvoering van het artikel 53 van het Wetboek van de minnelijke en | tot uitvoering van het artikel 53 van het Wetboek van de minnelijke en |
gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en | gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en |
van de artikelen 12, 30bis en 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot | van de artikelen 12, 30bis en 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot |
herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders en van artikel 6ter van de | maatschappelijke zekerheid der arbeiders en van artikel 6ter van de |
wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij | wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij |
de uitvoering van hun werk, gewijzigd bij het koninklijk besluit van | de uitvoering van hun werk, gewijzigd bij het koninklijk besluit van |
17 juli 2013, wordt opgeheven. | 17 juli 2013, wordt opgeheven. |
Onderafdeling 3. - Inwerkingtreding | Onderafdeling 3. - Inwerkingtreding |
Art. 23.Deze afdeling heeft uitwerking met ingang van 12 november |
Art. 23.Deze afdeling heeft uitwerking met ingang van 12 november |
2020. | 2020. |
Afdeling 3. - Uniformisering van de "DmfA" | Afdeling 3. - Uniformisering van de "DmfA" |
Art. 24.In artikel 22 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van |
Art. 24.In artikel 22 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van |
de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juli | zekerheid der arbeiders, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juli |
2016, worden het zevende, achtste en negende lid opgeheven. | 2016, worden het zevende, achtste en negende lid opgeheven. |
Art. 25.In artikel 27, § 3, van dezelfde wet, vervangen bij de wet |
Art. 25.In artikel 27, § 3, van dezelfde wet, vervangen bij de wet |
van 30 december 2009, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 | van 30 december 2009, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 |
september 2017, worden het vierde en vijfde lid opgeheven. | september 2017, worden het vierde en vijfde lid opgeheven. |
Art. 26.Artikel 41bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 3 |
Art. 26.Artikel 41bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 3 |
juli 2005, wordt vervangen als volgt: | juli 2005, wordt vervangen als volgt: |
"In de zin van onderhavige sectie, wordt verstaan onder | "In de zin van onderhavige sectie, wordt verstaan onder |
inningsinstelling van sociale zekerheidsbijdragen: de Rijksdienst voor | inningsinstelling van sociale zekerheidsbijdragen: de Rijksdienst voor |
Sociale Zekerheid.". | Sociale Zekerheid.". |
Art. 27.De bepalingen van deze afdeling treden in werking op 1 |
Art. 27.De bepalingen van deze afdeling treden in werking op 1 |
januari 2022. | januari 2022. |
HOOFDSTUK 6. - Mantelzorgers - wijziging van de wet van 12 mei 2014 | HOOFDSTUK 6. - Mantelzorgers - wijziging van de wet van 12 mei 2014 |
betreffende de erkenning van de mantelzorger | betreffende de erkenning van de mantelzorger |
Art. 28.In artikel 4/4, eerste lid, van de wet van 12 mei 2014 |
Art. 28.In artikel 4/4, eerste lid, van de wet van 12 mei 2014 |
betreffende de erkenning van de mantelzorger, ingevoegd bij de wet van | betreffende de erkenning van de mantelzorger, ingevoegd bij de wet van |
17 mei 2019, worden de woorden "de persoon die minstens 21 jaar oud | 17 mei 2019, worden de woorden "de persoon die minstens 21 jaar oud |
is" vervangen door de woorden "de persoon die minstens 18 jaar oud | is" vervangen door de woorden "de persoon die minstens 18 jaar oud |
is". | is". |
Art. 29.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 augustus |
Art. 29.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 augustus |
2020. | 2020. |
HOOFDSTUK 7. - Asbestfonds - Wijziging van de programmawet (i) van 27 | HOOFDSTUK 7. - Asbestfonds - Wijziging van de programmawet (i) van 27 |
december 2006 | december 2006 |
Art. 30.In artikel 119, § 1, van de programmawet (I) van 27 december |
Art. 30.In artikel 119, § 1, van de programmawet (I) van 27 december |
2006, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2017, | 2006, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2017, |
worden de volgende wijzigingen aangebracht: | worden de volgende wijzigingen aangebracht: |
1° in het eerste lid worden de woorden "alsmede over iedere aanvraag | 1° in het eerste lid worden de woorden "alsmede over iedere aanvraag |
om herziening van reeds toegekende vergoedingen" ingevoegd tussen de | om herziening van reeds toegekende vergoedingen" ingevoegd tussen de |
woorden "iedere aanvraag om vergoeding" en de woorden "ingediend door | woorden "iedere aanvraag om vergoeding" en de woorden "ingediend door |
de personen bedoeld in artikel 118"; | de personen bedoeld in artikel 118"; |
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt: | 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt: |
"De Koning stelt de nadere regels vast volgens dewelke de aanvragen om | "De Koning stelt de nadere regels vast volgens dewelke de aanvragen om |
vergoeding of herziening worden ingediend en onderzocht, alsmede de | vergoeding of herziening worden ingediend en onderzocht, alsmede de |
nadere regels volgens dewelke Fedris de herziening ambtshalve kan | nadere regels volgens dewelke Fedris de herziening ambtshalve kan |
uitvoeren.". | uitvoeren.". |
HOOFDSTUK 8. - RIZIV - Dienst voor uitkeringen | HOOFDSTUK 8. - RIZIV - Dienst voor uitkeringen |
Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet betreffende de verplichte | Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet betreffende de verplichte |
verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
gecoördineerd op 14 juli 1994 | gecoördineerd op 14 juli 1994 |
Onderafdeling 1. - Weigering van de uitkeringen - Bepaling van de | Onderafdeling 1. - Weigering van de uitkeringen - Bepaling van de |
periode gedekt door de niet in arbeidstijd uitgedrukte vergoeding | periode gedekt door de niet in arbeidstijd uitgedrukte vergoeding |
toegekend in geval van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst | toegekend in geval van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst |
Art. 31.In artikel 103, § 1, 1°, van de wet betreffende de verplichte |
Art. 31.In artikel 103, § 1, 1°, van de wet betreffende de verplichte |
verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd | verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd |
op 14 juli 1994, wordt het tweede lid vervangen als volgt: | op 14 juli 1994, wordt het tweede lid vervangen als volgt: |
"De Koning kan het loonbegrip bedoeld in het eerste lid uitbreiden of | "De Koning kan het loonbegrip bedoeld in het eerste lid uitbreiden of |
beperken, evenals bepalen op welke wijze de periode wordt vastgesteld | beperken, evenals bepalen op welke wijze de periode wordt vastgesteld |
die gedekt wordt door de niet in arbeidstijd uitgedrukte vergoeding | die gedekt wordt door de niet in arbeidstijd uitgedrukte vergoeding |
toegekend wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.". | toegekend wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.". |
Onderafdeling 2 Vergoeding van het vaderschapsverlof of | Onderafdeling 2 Vergoeding van het vaderschapsverlof of |
geboorteverlof, het adoptieverlof en het pleegouderverlof opgenomen | geboorteverlof, het adoptieverlof en het pleegouderverlof opgenomen |
door een gerechtigde die niet verbonden is door een | door een gerechtigde die niet verbonden is door een |
arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 betreffende | arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 betreffende |
de arbeidsovereenkomsten | de arbeidsovereenkomsten |
Art. 32.In dezelfde wet wordt een artikel 116/6 ingevoegd, luidende: |
Art. 32.In dezelfde wet wordt een artikel 116/6 ingevoegd, luidende: |
" Art. 116/6.De Koning bepaalt het bedrag van de uitkering toegekend |
" Art. 116/6.De Koning bepaalt het bedrag van de uitkering toegekend |
aan de gerechtigden bedoeld in artikel 112 die niet verbonden zijn | aan de gerechtigden bedoeld in artikel 112 die niet verbonden zijn |
door een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 | door een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 |
betreffende de arbeidsovereenkomsten wanneer: | betreffende de arbeidsovereenkomsten wanneer: |
1° zij een vaderschapsverlof of geboorteverlof genieten overeenkomstig | 1° zij een vaderschapsverlof of geboorteverlof genieten overeenkomstig |
de op hen van toepassing zijnde arbeidsreglementering die een | de op hen van toepassing zijnde arbeidsreglementering die een |
dergelijk verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30, § 2, | dergelijk verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30, § 2, |
van de voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt; | van de voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt; |
2° zij een adoptieverlof genieten overeenkomstig de op hen van | 2° zij een adoptieverlof genieten overeenkomstig de op hen van |
toepassing zijnde arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder | toepassing zijnde arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder |
dezelfde voorwaarden als in artikel 30ter van de voormelde wet van 3 | dezelfde voorwaarden als in artikel 30ter van de voormelde wet van 3 |
juli 1978 bepaalt; | juli 1978 bepaalt; |
3° zij een pleegouderverlof genieten overeenkomstig de op hen van | 3° zij een pleegouderverlof genieten overeenkomstig de op hen van |
toepassing zijnde arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder | toepassing zijnde arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder |
dezelfde voorwaarden als in artikel 30sexies van de voormelde wet van | dezelfde voorwaarden als in artikel 30sexies van de voormelde wet van |
3 juli 1978 bepaalt.". | 3 juli 1978 bepaalt.". |
Art. 33.Deze onderafdeling heeft uitwerking met ingang van 1 januari |
Art. 33.Deze onderafdeling heeft uitwerking met ingang van 1 januari |
2021. | 2021. |
Onderafdeling 3. - Formele wijzigingen van de wet betreffende de | Onderafdeling 3. - Formele wijzigingen van de wet betreffende de |
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
gecoördineerd op 14 juli 1994 | gecoördineerd op 14 juli 1994 |
Art. 34.In artikel 87, zevende lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij |
Art. 34.In artikel 87, zevende lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij |
de wet van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 27 december | de wet van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 27 december |
2006, worden de woorden "artikelen 93, 93bis en 93ter" vervangen door | 2006, worden de woorden "artikelen 93, 93bis en 93ter" vervangen door |
de woorden "artikelen 93 en 93bis". | de woorden "artikelen 93 en 93bis". |
Art. 35.In artikel 114, zevende lid, van dezelfde wet, vervangen bij |
Art. 35.In artikel 114, zevende lid, van dezelfde wet, vervangen bij |
de wet van 13 april 2011 en gewijzigd bij de wetten van 25 april 2014 | de wet van 13 april 2011 en gewijzigd bij de wetten van 25 april 2014 |
en 19 december 2014, worden de woorden "eerst tot vijfde lid" | en 19 december 2014, worden de woorden "eerst tot vijfde lid" |
vervangen door de woorden "eerste tot zesde lid". | vervangen door de woorden "eerste tot zesde lid". |
Art. 36.In het opschrift van hoofdstuk V van titel V van dezelfde wet |
Art. 36.In het opschrift van hoofdstuk V van titel V van dezelfde wet |
worden de woorden "Bijzondere bepaling" vervangen door de woorden | worden de woorden "Bijzondere bepaling" vervangen door de woorden |
"Bijzondere bepalingen". | "Bijzondere bepalingen". |
Art. 37.De artikelen 34 en 35 hebben uitwerking met ingang van 1 |
Art. 37.De artikelen 34 en 35 hebben uitwerking met ingang van 1 |
januari 2021. | januari 2021. |
Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 | Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 |
tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot | tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot |
arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met | arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met |
toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot | toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de Sociale Zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de Sociale Zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels |
Art. 38.In artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot |
Art. 38.In artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot |
eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot | eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot |
arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met | arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met |
toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot | toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de |
wet van 24 februari 2003, vervangen bij de wet van 16 mei 2016, worden | wet van 24 februari 2003, vervangen bij de wet van 16 mei 2016, worden |
de woorden "zevende lid" vervangen door de woorden "zesde lid". | de woorden "zevende lid" vervangen door de woorden "zesde lid". |
Art. 39.In artikel 34bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 39.In artikel 34bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 5 november 2002 en vervangen bij de wet van 16 | koninklijk besluit van 5 november 2002 en vervangen bij de wet van 16 |
mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: | mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: |
1° het huidige enige lid, dat het eerste lid wordt, wordt aangevuld | 1° het huidige enige lid, dat het eerste lid wordt, wordt aangevuld |
met de woorden "of elke andere arbeidsreglementering die een dergelijk | met de woorden "of elke andere arbeidsreglementering die een dergelijk |
verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30, § 2, van de | verlof onder dezelfde voorwaarden als in artikel 30, § 2, van de |
voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt."; | voormelde wet van 3 juli 1978 bepaalt."; |
2° het wordt aangevuld met een lid, luidende: | 2° het wordt aangevuld met een lid, luidende: |
"De periode van tien dagen bedoeld in het vorige lid wordt als volgt | "De periode van tien dagen bedoeld in het vorige lid wordt als volgt |
opgetrokken: | opgetrokken: |
1° tot vijftien dagen als de geboorte ten vroegste vanaf 1 januari | 1° tot vijftien dagen als de geboorte ten vroegste vanaf 1 januari |
2021 plaatsvindt; | 2021 plaatsvindt; |
2° tot twintig dagen als de geboorte ten vroegste vanaf 1 januari 2023 | 2° tot twintig dagen als de geboorte ten vroegste vanaf 1 januari 2023 |
plaatsvindt.". | plaatsvindt.". |
Art. 40.Artikel 34ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 40.Artikel 34ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij de wet van 16 | koninklijk besluit van 5 november 2002 en gewijzigd bij de wet van 16 |
mei 2016, wordt aangevuld met de woorden "of elke andere | mei 2016, wordt aangevuld met de woorden "of elke andere |
arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde | arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde |
voorwaarden als in artikel 30ter van de voormelde wet van 3 juli 1978 | voorwaarden als in artikel 30ter van de voormelde wet van 3 juli 1978 |
bepaalt.". | bepaalt.". |
Art. 41.Artikel 34quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet |
Art. 41.Artikel 34quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet |
van 6 september 2018, wordt aangevuld met de woorden "of elke andere | van 6 september 2018, wordt aangevuld met de woorden "of elke andere |
arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde | arbeidsreglementering die een dergelijk verlof onder dezelfde |
voorwaarden als in artikel 30sexies van de voormelde wet van 3 juli | voorwaarden als in artikel 30sexies van de voormelde wet van 3 juli |
1978 bepaalt.". | 1978 bepaalt.". |
Art. 42.Artikel 38 heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020. De |
Art. 42.Artikel 38 heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020. De |
artikelen 39, 40 en 41 hebben uitwerking met ingang van 1 januari | artikelen 39, 40 en 41 hebben uitwerking met ingang van 1 januari |
2021. | 2021. |
Afdeling 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 | Afdeling 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 |
waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot | waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip |
"gemiddeld dagloon "wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen | "gemiddeld dagloon "wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen |
in overeenstemming worden gebracht | in overeenstemming worden gebracht |
Art. 43.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, |
Art. 43.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, |
met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot | met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip |
"gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen | "gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen |
in overeenstemming worden gebracht, bekrachtigd bij de wet van 24 | in overeenstemming worden gebracht, bekrachtigd bij de wet van 24 |
februari 2003, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december | februari 2003, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december |
2016 en de wet van 21 december 2018, wordt aangevuld met een paragraaf | 2016 en de wet van 21 december 2018, wordt aangevuld met een paragraaf |
3, luidende: | 3, luidende: |
" § 3. Wat de sector verplichte verzekering voor geneeskundige | " § 3. Wat de sector verplichte verzekering voor geneeskundige |
verzorging en uitkeringen betreft, wordt het loon dat betrekking heeft | verzorging en uitkeringen betreft, wordt het loon dat betrekking heeft |
op overwerk zoals bepaald in artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart | op overwerk zoals bepaald in artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart |
1971 of in artikel 8 van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling | 1971 of in artikel 8 van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling |
van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de | van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de |
openbare sector, voor de toepassing van de voorgaande paragrafen | openbare sector, voor de toepassing van de voorgaande paragrafen |
echter geacht deel uit te maken van de in artikel 2, derde lid | echter geacht deel uit te maken van de in artikel 2, derde lid |
bedoelde bedragen en voordelen, op voorwaarde dat het minstens 10 % | bedoelde bedragen en voordelen, op voorwaarde dat het minstens 10 % |
van deze bedragen en voordelen vertegenwoordigt gedurende de | van deze bedragen en voordelen vertegenwoordigt gedurende de |
referteperiode vastgesteld overeenkomstig, al naargelang het geval, | referteperiode vastgesteld overeenkomstig, al naargelang het geval, |
paragraaf 1 of paragraaf 2.". | paragraaf 1 of paragraaf 2.". |
Art. 44.Deze afdeling heeft uitwerking met ingang van 29 maart 2019. |
Art. 44.Deze afdeling heeft uitwerking met ingang van 29 maart 2019. |
Afdeling 4. - Wijziging van de wet van 17 mei 2019 tot erkenning van | Afdeling 4. - Wijziging van de wet van 17 mei 2019 tot erkenning van |
de mantelzorgers | de mantelzorgers |
Art. 45.. In artikel 32 van de wet van 17 mei 2019 tot erkenning van |
Art. 45.. In artikel 32 van de wet van 17 mei 2019 tot erkenning van |
de mantelzorgers worden de woorden "artikel 18" vervangen door de | de mantelzorgers worden de woorden "artikel 18" vervangen door de |
woorden "artikel 31". | woorden "artikel 31". |
HOOFDSTUK 9. - Opheffing van het koninklijk besluit van 21 december | HOOFDSTUK 9. - Opheffing van het koninklijk besluit van 21 december |
2018 tot uitvoering van artikel 12, § 3, tweede lid, van de wet van 18 | 2018 tot uitvoering van artikel 12, § 3, tweede lid, van de wet van 18 |
juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de | juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de |
sociale cohesie | sociale cohesie |
Art. 46.Het koninklijk besluit van 21 december 2018 tot uitvoering |
Art. 46.Het koninklijk besluit van 21 december 2018 tot uitvoering |
van artikel 12, § 3, tweede lid, van de wet van 18 juli 2018 | van artikel 12, § 3, tweede lid, van de wet van 18 juli 2018 |
betreffende de economische relance en de versterking van de sociale | betreffende de economische relance en de versterking van de sociale |
cohesie, bekrachtigd bij de wet van 28 april 2019, wordt opgeheven. | cohesie, bekrachtigd bij de wet van 28 april 2019, wordt opgeheven. |
Art. 47.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 |
Art. 47.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Gegeven te Ciergnon, 28 februari 2022. | Gegeven te Ciergnon, 28 februari 2022. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P-Y DERMAGNE | P-Y DERMAGNE |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
De Minister van Zelfstandigen, | De Minister van Zelfstandigen, |
D. CLARINVAL | D. CLARINVAL |
De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
K. LALIEUX | K. LALIEUX |
Met 's Lands zegel gezegeld: | Met 's Lands zegel gezegeld: |
Voor de Minister van Justitie, afwezig, | Voor de Minister van Justitie, afwezig, |
De Minister van Middenstand en Zelfstandigen, | De Minister van Middenstand en Zelfstandigen, |
D. CLARINVAL | D. CLARINVAL |