Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Wet van 26/05/2019
← Terug naar "Wet tot uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020 "
Wet tot uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020 Wet tot uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
26 JUNI 2019. - Wet tot uitvoering van het ontwerp van 26 JUNI 2019. - Wet tot uitvoering van het ontwerp van
interprofessioneel akkoord 2019-2020 interprofessioneel akkoord 2019-2020
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij
bekrachtigen, hetgeen volgt : bekrachtigen, hetgeen volgt :
TITEL 1. - Algemene bepaling TITEL 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74

van de Grondwet. van de Grondwet.
TITEL 2. - Werk TITEL 2. - Werk
HOOFDSTUK 1. - Bevorderen van de inzetbaarheid HOOFDSTUK 1. - Bevorderen van de inzetbaarheid

Art. 2.In artikel 39ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de

Art. 2.In artikel 39ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de

arbeidsovereenkomsten, ingevoegd bij de wet van 26 december 2013, arbeidsovereenkomsten, ingevoegd bij de wet van 26 december 2013,
wordt het eerste lid vervangen als volgt : wordt het eerste lid vervangen als volgt :
"Per bedrijfstak dient tegen uiterlijk 30 september 2019 in het "Per bedrijfstak dient tegen uiterlijk 30 september 2019 in het
paritair comité of paritair subcomité een collectieve paritair comité of paritair subcomité een collectieve
arbeidsovereenkomst, erin te voorzien dat een werknemer wiens arbeidsovereenkomst, erin te voorzien dat een werknemer wiens
arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd door middel van arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd door middel van
een opzeggingstermijn, berekend overeenkomstig de bepalingen van deze een opzeggingstermijn, berekend overeenkomstig de bepalingen van deze
wet, van minstens 30 weken, of een vergoeding die gelijk is aan het wet, van minstens 30 weken, of een vergoeding die gelijk is aan het
lopend loon dat overeenstemt hetzij met de duur van een lopend loon dat overeenstemt hetzij met de duur van een
opzeggingstermijn van minstens 30 weken, hetzij met het resterende opzeggingstermijn van minstens 30 weken, hetzij met het resterende
gedeelte van die termijn, recht heeft op een ontslagpakket bestaande gedeelte van die termijn, recht heeft op een ontslagpakket bestaande
uit een te presteren opzeggingstermijn of een opzeggingsvergoeding, uit een te presteren opzeggingstermijn of een opzeggingsvergoeding,
overeenstemmende met de opzeggingstermijn die twee derden van het overeenstemmende met de opzeggingstermijn die twee derden van het
ontslagpakket beloopt en, voor het resterende derde, maatregelen die ontslagpakket beloopt en, voor het resterende derde, maatregelen die
de inzetbaarheid van de werknemer op de arbeidsmarkt verhogen. De de inzetbaarheid van de werknemer op de arbeidsmarkt verhogen. De
Koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad Koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad
de datum van 30 september 2019 wijzigen in een latere datum die de datum van 30 september 2019 wijzigen in een latere datum die
evenwel niet verder mag liggen dan 1 januari 2021.". evenwel niet verder mag liggen dan 1 januari 2021.".

Art. 3.In artikel 38, § 3quaterdecies van de wet van 29 juni 1981

Art. 3.In artikel 38, § 3quaterdecies van de wet van 29 juni 1981

houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor
werknemers, ingevoegd bij de wet van 26 december 2013, wordt het werknemers, ingevoegd bij de wet van 26 december 2013, wordt het
eerste lid vervangen als volgt : eerste lid vervangen als volgt :
"Wanneer na 30 september 2019 een werknemer die is ontslagen en die "Wanneer na 30 september 2019 een werknemer die is ontslagen en die
voldoet aan de voorwaarden om recht te hebben op een ontslagpakket dat voldoet aan de voorwaarden om recht te hebben op een ontslagpakket dat
inzetbaarheidsverhogende maatregelen omvat zoals bedoeld in artikel inzetbaarheidsverhogende maatregelen omvat zoals bedoeld in artikel
39ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, 39ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten,
het hele ontslagpakket als opzeggingstermijn presteert of een het hele ontslagpakket als opzeggingstermijn presteert of een
opzeggingsvergoeding krijgt uitbetaald voor het geheel van die opzeggingsvergoeding krijgt uitbetaald voor het geheel van die
opzeggingstermijn of het nog te lopen deel na onmiddellijke opzeggingstermijn of het nog te lopen deel na onmiddellijke
beëindiging tijdens de duurtijd van de opzeggingstermijn, is op het beëindiging tijdens de duurtijd van de opzeggingstermijn, is op het
loon betaald tijdens het deel van de opzeggingstermijn dat één derde loon betaald tijdens het deel van de opzeggingstermijn dat één derde
van het ontslagpakket vertegenwoordigt en dat alleszins 26 weken van het ontslagpakket vertegenwoordigt en dat alleszins 26 weken
overschrijdt of op het corresponderende deel van de vervangende overschrijdt of op het corresponderende deel van de vervangende
opzeggingsvergoeding een bijzondere bijdrage verschuldigd van 1 % ten opzeggingsvergoeding een bijzondere bijdrage verschuldigd van 1 % ten
laste van de werknemer en 3 % ten laste van de werkgever. De Koning laste van de werknemer en 3 % ten laste van de werkgever. De Koning
kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de datum kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de datum
van 30 september 2019 wijzigen in een latere datum die evenwel niet van 30 september 2019 wijzigen in een latere datum die evenwel niet
verder mag liggen dan 1 januari 2021.". verder mag liggen dan 1 januari 2021.".
HOOFDSTUK 2. - Verlenging van de innovatiepremies HOOFDSTUK 2. - Verlenging van de innovatiepremies

Art. 4.In artikel 31, eerste en tweede lid, van de wet van 3 juli

Art. 4.In artikel 31, eerste en tweede lid, van de wet van 3 juli

2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg,
gewijzigd bij de wetten van 17 augustus 2013, 10 augustus 2015 en 30 gewijzigd bij de wetten van 17 augustus 2013, 10 augustus 2015 en 30
september 2017, worden de woorden "1 januari 2019" telkens vervangen september 2017, worden de woorden "1 januari 2019" telkens vervangen
door de woorden "1 januari 2021". door de woorden "1 januari 2021".
HOOFDSTUK 3.- Activering van de inspanningen ten voordele van personen HOOFDSTUK 3.- Activering van de inspanningen ten voordele van personen
die behoren tot de risicogroepen die behoren tot de risicogroepen

Art. 5.Artikel 195 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse

Art. 5.Artikel 195 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse

bepalingen (I) waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, bepalingen (I) waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen,
wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende :
" § 2. In afwijking van de bepalingen van § 1, gelden de bepalingen " § 2. In afwijking van de bepalingen van § 1, gelden de bepalingen
inzake de inspanning ten voordele van de personen die behoren tot de inzake de inspanning ten voordele van de personen die behoren tot de
risicogroepen in de periode van 1 januari 2019 tot 31 december 2020.". risicogroepen in de periode van 1 januari 2019 tot 31 december 2020.".

Art. 6.De hoofdstukken 1 en 3 treden in werking de dag waarop deze

Art. 6.De hoofdstukken 1 en 3 treden in werking de dag waarop deze

wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Hoofdstuk 2 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019. Hoofdstuk 2 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.
TITEL 3. - Sociale zaken TITEL 3. - Sociale zaken
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971

Art. 7.Artikel 39, eerste lid, van de arbeidsongevallenwet van 10

Art. 7.Artikel 39, eerste lid, van de arbeidsongevallenwet van 10

april 1971, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 2004, 27 december 2006, april 1971, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 2004, 27 december 2006,
27 maart 2009, 29 maart 2012, 28 juni 2013, 23 april 2015 en 30 27 maart 2009, 29 maart 2012, 28 juni 2013, 23 april 2015 en 30
september 2017 wordt aangevuld met de bepaling onder 10°, luidende : september 2017 wordt aangevuld met de bepaling onder 10°, luidende :
"10° vanaf 1 januari 2020 : 36 044,63 EUR (index 102,10; basis 2004 = "10° vanaf 1 januari 2020 : 36 044,63 EUR (index 102,10; basis 2004 =
100).". 100).".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van artikel 40 van de wet van 27 juni 1969, HOOFDSTUK 2. - Wijziging van artikel 40 van de wet van 27 juni 1969,
tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, wat betreft de invordering maatschappelijke zekerheid der arbeiders, wat betreft de invordering
door middel van dwangbevel door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid door middel van dwangbevel door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

Art. 8.In artikel 40 van de wet van 27 juni 1969, tot herziening van

Art. 8.In artikel 40 van de wet van 27 juni 1969, tot herziening van

de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders, vervangen bij de wet van 1 december 2016 en zekerheid der arbeiders, vervangen bij de wet van 1 december 2016 en
gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt de volgende gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt de volgende
aanpassingen aangebracht : aanpassingen aangebracht :
1° de eerste paragraaf wordt aangevuld met vier leden, luidende : 1° de eerste paragraaf wordt aangevuld met vier leden, luidende :
"Alvorens over te gaan tot gerechtelijke invordering of invordering "Alvorens over te gaan tot gerechtelijke invordering of invordering
via dwangbevel, verzendt de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de via dwangbevel, verzendt de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de
schuldenaar een laatste ingebrekestelling met een boekhoudkundige schuldenaar een laatste ingebrekestelling met een boekhoudkundige
verantwoording van de bedragen waarop de invordering betrekking heeft, verantwoording van de bedragen waarop de invordering betrekking heeft,
bij aangetekend schrijven of door middel van een elektronische bij aangetekend schrijven of door middel van een elektronische
techniek zoals bedoeld in artikel 4/2 van de wet van 24 februari 2003 techniek zoals bedoeld in artikel 4/2 van de wet van 24 februari 2003
betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid
en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en
de federale overheid. de federale overheid.
Deze ingebrekestelling moet, op straffe van nietigheid, vermelden dat Deze ingebrekestelling moet, op straffe van nietigheid, vermelden dat
de Rijksdienst, indien de schuldenaar niet overgaat tot betwisting van de Rijksdienst, indien de schuldenaar niet overgaat tot betwisting van
de verschuldigde bedragen en geen afbetalingstermijnen vraagt en de verschuldigde bedragen en geen afbetalingstermijnen vraagt en
verkrijgt, per aangetekende zending, binnen de maand te rekenen vanaf verkrijgt, per aangetekende zending, binnen de maand te rekenen vanaf
de datum van kennisgeving van de ingebrekestelling, kan overgaan tot de datum van kennisgeving van de ingebrekestelling, kan overgaan tot
de invordering van deze bedragen door middel van een dwangbevel. de invordering van deze bedragen door middel van een dwangbevel.
De ingebrekestelling moet de mogelijkheden vermelden waarover de De ingebrekestelling moet de mogelijkheden vermelden waarover de
schuldenaar beschikt om de schuldvordering te betwisten alsook de schuldenaar beschikt om de schuldvordering te betwisten alsook de
nadere regels voor de betwisting. De ingebrekestelling moet eveneens nadere regels voor de betwisting. De ingebrekestelling moet eveneens
de mogelijkheid vermelden om afbetalingstermijnen te vragen. de mogelijkheid vermelden om afbetalingstermijnen te vragen.
Het toestaan van afbetalingstermijnen door de Rijksdienst voor Sociale Het toestaan van afbetalingstermijnen door de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid schorst de uitvaardiging van een eventueel dwangbevel alsook Zekerheid schorst de uitvaardiging van een eventueel dwangbevel alsook
de invordering via gerechtelijke weg, en dit in zoverre de toegekende de invordering via gerechtelijke weg, en dit in zoverre de toegekende
afbetalingstermijnen strikt worden nageleefd."; afbetalingstermijnen strikt worden nageleefd.";
2° in de tweede paragraaf, eerste lid, worden de woorden ", indien zij 2° in de tweede paragraaf, eerste lid, worden de woorden ", indien zij
niet het voorwerp uitmaken van betwisting," ingevoegd tussen de niet het voorwerp uitmaken van betwisting," ingevoegd tussen de
woorden "kunnen" en de woorden "worden ingevorderd"; woorden "kunnen" en de woorden "worden ingevorderd";
3° in paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "door middel van een 3° in paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "door middel van een
dagvaarding aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bij dagvaarding aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bij
deurwaardersexploot betekend binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de deurwaardersexploot betekend binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de
betekening van het dwangbevel" vervangen door de woorden "hetzij door betekening van het dwangbevel" vervangen door de woorden "hetzij door
middel van een dagvaarding aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid middel van een dagvaarding aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
bij deurwaardersexploot betekend, hetzij door middel van een bij deurwaardersexploot betekend, hetzij door middel van een
verzoekschrift op tegenspraak, en dit binnen een termijn van één maand verzoekschrift op tegenspraak, en dit binnen een termijn van één maand
te rekenen vanaf de betekening van het dwangbevel". te rekenen vanaf de betekening van het dwangbevel".

Art. 9.Dit hoofdstuk treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 9.Dit hoofdstuk treedt in werking de dag waarop het in het

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
TITEL 4. - Pensioenen TITEL 4. - Pensioenen
HOOFDSTUK 1. - Aanpassing aan de welvaart van het gewaarborgd inkomen HOOFDSTUK 1. - Aanpassing aan de welvaart van het gewaarborgd inkomen
voor bejaarden en het gewaarborgd minimumpensioen voor een onvolledige voor bejaarden en het gewaarborgd minimumpensioen voor een onvolledige
loopbaan in de werknemersregeling loopbaan in de werknemersregeling
Afdeling 1. - Verhoging van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden Afdeling 1. - Verhoging van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden

Art. 10.Artikel 18 van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van

Art. 10.Artikel 18 van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van

een inkomensgarantie voor ouderen, vervangen bij de wet van 22 een inkomensgarantie voor ouderen, vervangen bij de wet van 22
december 2008 en gewijzigd bij de wetten van 18 december 2015 en 21 december 2008 en gewijzigd bij de wetten van 18 december 2015 en 21
juli 2017, wordt aangevuld met de paragrafen 5 en 6, luidende : juli 2017, wordt aangevuld met de paragrafen 5 en 6, luidende :
" § 5. In afwijking van de paragrafen 1 en 2 en onverminderd de " § 5. In afwijking van de paragrafen 1 en 2 en onverminderd de
paragrafen 3 en 4, wordt het betaalde bedrag van het gewaarborgd paragrafen 3 en 4, wordt het betaalde bedrag van het gewaarborgd
inkomen met ingang van 1 juli 2019 vermenigvuldigd met 1,003. inkomen met ingang van 1 juli 2019 vermenigvuldigd met 1,003.
§ 6. In afwijking van de paragrafen 1 en 2 en onverminderd de § 6. In afwijking van de paragrafen 1 en 2 en onverminderd de
paragrafen 3 tot 5, wordt het betaalde bedrag van het gewaarborgd paragrafen 3 tot 5, wordt het betaalde bedrag van het gewaarborgd
inkomen met ingang van 1 januari 2020 vermenigvuldigd met 1,008973.". inkomen met ingang van 1 januari 2020 vermenigvuldigd met 1,008973.".
Afdeling 2. -Verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen voor een Afdeling 2. -Verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen voor een
onvolledige loopbaan in de werknemersregeling onvolledige loopbaan in de werknemersregeling

Art. 11.In artikel 33 van de herstelwet van 10 februari 1981 inzake

Art. 11.In artikel 33 van de herstelwet van 10 februari 1981 inzake

de pensioenen van de sociale sector, laatst gewijzigd bij de wet van de pensioenen van de sociale sector, laatst gewijzigd bij de wet van
21 juli 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 21 juli 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, worden de woorden "13 242,67 euro" en de woorden 1° in het eerste lid, worden de woorden "13 242,67 euro" en de woorden
"10 597,48 euro" respectievelijk vervangen door de woorden "13 561,98 "10 597,48 euro" respectievelijk vervangen door de woorden "13 561,98
euro" en de woorden "10 853,01 euro"; euro" en de woorden "10 853,01 euro";
2° het wordt aangevuld met een lid, luidende : 2° het wordt aangevuld met een lid, luidende :
"De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de "De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de
Ministerraad, de in het eerste lid bedoelde bedragen verhogen.". Ministerraad, de in het eerste lid bedoelde bedragen verhogen.".

Art. 12.In artikel 34 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet

Art. 12.In artikel 34 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet

van 21 juli 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht : van 21 juli 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "10 455,85 euro" vervangen door 1° in het eerste lid worden de woorden "10 455,85 euro" vervangen door
de woorden "10 707,96 euro"; de woorden "10 707,96 euro";
2° het wordt aangevuld met een lid luidende : 2° het wordt aangevuld met een lid luidende :
"De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de "De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de
Ministerraad, de in het eerste lid bedoelde bedragen verhogen.". Ministerraad, de in het eerste lid bedoelde bedragen verhogen.".
Afdeling 3. - Inwerkingtreding Afdeling 3. - Inwerkingtreding

Art. 13.Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 juli 2019.

Art. 13.Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 juli 2019.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari
1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing
van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1,
4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de
budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en
Monetaire Unie, voor wat betreft de welvaartsaanpassingen Monetaire Unie, voor wat betreft de welvaartsaanpassingen

Art. 14.In artikel 5, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 30

Art. 14.In artikel 5, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 30

januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met
toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1,
4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de
budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en
Monetaire Unie, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van Monetaire Unie, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van
13 juli 2001, worden de woorden "forfaitaire bedrijfsinkomsten van 8 13 juli 2001, worden de woorden "forfaitaire bedrijfsinkomsten van 8
133,63 EUR" vervangen door de woorden "forfaitaire bedrijfsinkomsten 133,63 EUR" vervangen door de woorden "forfaitaire bedrijfsinkomsten
van 8 329,75 EUR". van 8 329,75 EUR".

Art. 15.In artikel 6 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij

Art. 15.In artikel 6 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij

de wet van 26 april 2019 tot wijziging van diverse bepalingen inzake de wet van 26 april 2019 tot wijziging van diverse bepalingen inzake
het pensioenstelsel van de zelfstandigen, wat de cumulatie van een het pensioenstelsel van de zelfstandigen, wat de cumulatie van een
gezinspensioen met een pensioen in hoofde van de andere echtgenoot gezinspensioen met een pensioen in hoofde van de andere echtgenoot
betreft, worden de volgende wijzigingen aangebracht : betreft, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
" § 1. Met het oog op de berekening van het rustpensioen wordt de " § 1. Met het oog op de berekening van het rustpensioen wordt de
teller van de breuk die de loopbaan uitdrukt, bedoeld in artikel 4, § teller van de breuk die de loopbaan uitdrukt, bedoeld in artikel 4, §
1, in zes delen opgesplitst : 1, in zes delen opgesplitst :
1° een eerste deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 1° een eerste deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 2018 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25; december 2018 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;
2° een tweede deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 2° een tweede deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 2002 en vóór 1 januari 2019 uitdrukt, waarbij elk kwartaal december 2002 en vóór 1 januari 2019 uitdrukt, waarbij elk kwartaal
geldt voor 0,25; geldt voor 0,25;
3° een derde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 3° een derde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 1996 en vóór 1 januari 2003 uitdrukt, waarbij elk kwartaal december 1996 en vóór 1 januari 2003 uitdrukt, waarbij elk kwartaal
geldt voor 0,25; geldt voor 0,25;
4° een vierde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 4° een vierde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 1983 en vóór 1 januari 1997 uitdrukt, waarbij elk kwartaal december 1983 en vóór 1 januari 1997 uitdrukt, waarbij elk kwartaal
geldt voor 0,25; geldt voor 0,25;
5° een vijfde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen vóór 1 5° een vijfde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen vóór 1
januari 1984 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25; januari 1984 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;
6° een zesde deel dat de in toepassing van artikel 33 van het 6° een zesde deel dat de in toepassing van artikel 33 van het
bovenvermelde koninklijk besluit van 22 december 1967 gelijkgestelde bovenvermelde koninklijk besluit van 22 december 1967 gelijkgestelde
periodes uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25."; periodes uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25.";
2° een nieuwe paragraaf wordt ingevoegd tussen de paragrafen 1 en 2, 2° een nieuwe paragraaf wordt ingevoegd tussen de paragrafen 1 en 2,
luidende : luidende :
" § 2. Per kalenderjaar wordt het pensioen dat overeenstemt met de " § 2. Per kalenderjaar wordt het pensioen dat overeenstemt met de
loopbaan bedoeld in § 1, 1°, verkregen door de bedrijfsinkomsten loopbaan bedoeld in § 1, 1°, verkregen door de bedrijfsinkomsten
achtereenvolgens te vermenigvuldigen met : achtereenvolgens te vermenigvuldigen met :
1° een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze die is bedoeld 1° een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze die is bedoeld
in artikel 4, § 2. Wanneer het betrokken jaar niet volledig in in artikel 4, § 2. Wanneer het betrokken jaar niet volledig in
aanmerking komt, wordt de teller van deze breuk teruggebracht tot aanmerking komt, wordt de teller van deze breuk teruggebracht tot
0,25, 0,50 of 0,75 naargelang 1, 2 of 3 kwartalen konden in aanmerking 0,25, 0,50 of 0,75 naargelang 1, 2 of 3 kwartalen konden in aanmerking
genomen worden; genomen worden;
2° 75 pct. of 60 pct., naargelang de betrokkene al dan niet 2° 75 pct. of 60 pct., naargelang de betrokkene al dan niet
beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 9, § 1, 1°, of § 2 beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 9, § 1, 1°, of § 2
van het koninklijk besluit nr. 72; van het koninklijk besluit nr. 72;
3° 0,691542."; 3° 0,691542.";
3° In paragraaf 2, eerste lid, die paragraaf 3, eerste lid, wordt, 3° In paragraaf 2, eerste lid, die paragraaf 3, eerste lid, wordt,
worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 1°" vervangen door de worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 1°" vervangen door de
woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 2°"; woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 2°";
4° In paragraaf 2bis, eerste lid, die paragraaf 4, eerste lid, wordt, 4° In paragraaf 2bis, eerste lid, die paragraaf 4, eerste lid, wordt,
worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 2°" vervangen door de worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 2°" vervangen door de
woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 3°"; woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 3°";
5° in paragraaf 3, eerste lid, die paragraaf 5, eerste lid, wordt, 5° in paragraaf 3, eerste lid, die paragraaf 5, eerste lid, wordt,
worden de volgende wijzigingen aangebracht : worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 3°" worden vervangen door 1° de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 3°" worden vervangen door
de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 4°"; de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 4°";
2° in de bepaling onder 1° worden de woorden "bedoeld in § 2, 1°" 2° in de bepaling onder 1° worden de woorden "bedoeld in § 2, 1°"
vervangen door de woorden "bedoeld in § 3, 1°"; vervangen door de woorden "bedoeld in § 3, 1°";
6° paragraaf 4, die paragraaf 6 wordt, wordt vervangen als volgt : 6° paragraaf 4, die paragraaf 6 wordt, wordt vervangen als volgt :
" § 6. Het gedeelte van het pensioen bedoeld in § 1, 5° en 6°, wordt " § 6. Het gedeelte van het pensioen bedoeld in § 1, 5° en 6°, wordt
berekend overeenkomstig de bepalingen van § 5, 1° en 2°."; berekend overeenkomstig de bepalingen van § 5, 1° en 2°.";
7° paragraaf 5 wordt paragraaf 7; 7° paragraaf 5 wordt paragraaf 7;
8° paragraaf 6 wordt paragraaf 8. 8° paragraaf 6 wordt paragraaf 8.

Art. 16.In artikel 9 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij

Art. 16.In artikel 9 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij

de wet van 5 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht de wet van 5 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht
: :
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
" § 1. Met het oog op de berekening van het overlevingspensioen wordt " § 1. Met het oog op de berekening van het overlevingspensioen wordt
de teller van de breuk die de loopbaan van de overleden echtgenoot de teller van de breuk die de loopbaan van de overleden echtgenoot
uitdrukt, bedoeld in artikel 7, § 1, in zes delen opgesplitst : uitdrukt, bedoeld in artikel 7, § 1, in zes delen opgesplitst :
1° een eerste deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 1° een eerste deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 2018 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25; december 2018 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;
2° een tweede deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 2° een tweede deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 2002 en vóór 1 januari 2019 uitdrukt, waarbij elk kwartaal december 2002 en vóór 1 januari 2019 uitdrukt, waarbij elk kwartaal
geldt voor 0,25; geldt voor 0,25;
3° een derde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 3° een derde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 1996 en vóór 1 januari 2003 uitdrukt, waarbij elk kwartaal december 1996 en vóór 1 januari 2003 uitdrukt, waarbij elk kwartaal
geldt voor 0,25; geldt voor 0,25;
4° een vierde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 4° een vierde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 1983 en vóór 1 januari 1997 uitdrukt, waarbij elk kwartaal december 1983 en vóór 1 januari 1997 uitdrukt, waarbij elk kwartaal
geldt voor 0,25; geldt voor 0,25;
5° een vijfde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen vóór 1 5° een vijfde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen vóór 1
januari 1984 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25; januari 1984 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;
6° een zesde deel dat de in toepassing van artikel 33 van het 6° een zesde deel dat de in toepassing van artikel 33 van het
bovenvermelde koninklijk besluit van 22 december 1967 gelijkgestelde bovenvermelde koninklijk besluit van 22 december 1967 gelijkgestelde
periodes uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25."; periodes uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25.";
2° een nieuwe paragraaf wordt ingevoegd tussen de paragrafen 1 en 2, 2° een nieuwe paragraaf wordt ingevoegd tussen de paragrafen 1 en 2,
luidende : luidende :
" § 2. Per kalenderjaar wordt het pensioen dat overeenstemt met de " § 2. Per kalenderjaar wordt het pensioen dat overeenstemt met de
loopbaan bedoeld in § 1, 1°, verkregen door de bedrijfsinkomsten loopbaan bedoeld in § 1, 1°, verkregen door de bedrijfsinkomsten
achtereenvolgens te vermenigvuldigen met : achtereenvolgens te vermenigvuldigen met :
1° een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze is bedoeld in 1° een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze is bedoeld in
artikel 7, § 2, of § 3. Wanneer het betrokken jaar niet volledig in artikel 7, § 2, of § 3. Wanneer het betrokken jaar niet volledig in
aanmerking komt, wordt de teller van deze breuk teruggebracht tot aanmerking komt, wordt de teller van deze breuk teruggebracht tot
0,25, 0,50 of 0,75 naargelang 1, 2 of 3 kwartalen konden in aanmerking 0,25, 0,50 of 0,75 naargelang 1, 2 of 3 kwartalen konden in aanmerking
genomen worden; genomen worden;
2° 60 pct.; 2° 60 pct.;
3° 0,691542."; 3° 0,691542.";
3° in paragraaf 2, die paragraaf 3 wordt, worden volgende wijzigingen 3° in paragraaf 2, die paragraaf 3 wordt, worden volgende wijzigingen
aangebracht : aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 1° in het eerste lid worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1,
1°" vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 2°"; 1°" vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 2°";
2° in het tweede lid worden de woorden "in artikel 6, § 2, tweede tot 2° in het tweede lid worden de woorden "in artikel 6, § 2, tweede tot
vierde lid" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 3, tweede tot vierde lid" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 3, tweede tot
vierde lid"."; vierde lid".";
4° in paragraaf 2bis, die paragraaf 4 wordt, worden volgende 4° in paragraaf 2bis, die paragraaf 4 wordt, worden volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 1° in het eerste lid worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1,
2°," vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 3°"; 2°," vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 3°";
2° in het tweede lid worden de woorden "in artikel 6, § 2bis, tweede 2° in het tweede lid worden de woorden "in artikel 6, § 2bis, tweede
en derde lid" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 4, tweede en en derde lid" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 4, tweede en
derde lid"."; derde lid".";
5° paragraaf 3, die paragraaf 5 wordt, wordt vervangen als volgt : 5° paragraaf 3, die paragraaf 5 wordt, wordt vervangen als volgt :
" § 5. Per kalenderjaar wordt het pensioen dat overeenstemt met de " § 5. Per kalenderjaar wordt het pensioen dat overeenstemt met de
loopbaan van de overleden echtgenoot bedoeld in § 1, 4°, verkregen loopbaan van de overleden echtgenoot bedoeld in § 1, 4°, verkregen
door de bedrijfsinkomsten achtereenvolgens te vermenigvuldigen met : door de bedrijfsinkomsten achtereenvolgens te vermenigvuldigen met :
1° dezelfde breuk als die bedoeld in § 3, 1°; 1° dezelfde breuk als die bedoeld in § 3, 1°;
2° 60 pct.; 2° 60 pct.;
3° de breuk bedoeld in artikel 6, § 5, 3°."; 3° de breuk bedoeld in artikel 6, § 5, 3°.";
6° paragraaf 4, die paragraaf 6 wordt, wordt vervangen als volgt : 6° paragraaf 4, die paragraaf 6 wordt, wordt vervangen als volgt :
" § 6. Het gedeelte van het pensioen bedoeld in § 1, 5° en 6°, wordt " § 6. Het gedeelte van het pensioen bedoeld in § 1, 5° en 6°, wordt
berekend overeenkomstig de bepalingen van § 5, 1° en 2°."; berekend overeenkomstig de bepalingen van § 5, 1° en 2°.";
7° paragraaf vijf wordt paragraaf 7. 7° paragraaf vijf wordt paragraaf 7.

Art. 17.In artikel 9bis van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd

Art. 17.In artikel 9bis van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd

bij de wet van 5 december 2017, worden de volgende wijzigingen bij de wet van 5 december 2017, worden de volgende wijzigingen
aangebracht : aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
" § 1. Met het oog op de berekening van de overgangsuitkering wordt de " § 1. Met het oog op de berekening van de overgangsuitkering wordt de
teller van de breuk die de loopbaan van de overleden echtgenoot teller van de breuk die de loopbaan van de overleden echtgenoot
uitdrukt, bedoeld in artikel 7bis, § 1, in zes delen opgesplitst : uitdrukt, bedoeld in artikel 7bis, § 1, in zes delen opgesplitst :
1° een eerste deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 1° een eerste deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 2018 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25; december 2018 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;
2° een tweede deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 2° een tweede deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 2002 en vóór 1 januari 2019 uitdrukt, waarbij elk kwartaal december 2002 en vóór 1 januari 2019 uitdrukt, waarbij elk kwartaal
geldt voor 0,25; geldt voor 0,25;
3° een derde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 3° een derde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 1996 en vóór 1 januari 2003 uitdrukt, waarbij elk kwartaal december 1996 en vóór 1 januari 2003 uitdrukt, waarbij elk kwartaal
geldt voor 0,25; geldt voor 0,25;
4° een vierde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 4° een vierde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31
december 1983 en vóór 1 januari 1997 uitdrukt, waarbij elk kwartaal december 1983 en vóór 1 januari 1997 uitdrukt, waarbij elk kwartaal
geldt voor 0,25; geldt voor 0,25;
5° een vijfde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen vóór 1 5° een vijfde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen vóór 1
januari 1984 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25; januari 1984 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;
6° een zesde deel dat de in toepassing van artikel 33 van het 6° een zesde deel dat de in toepassing van artikel 33 van het
bovenvermelde koninklijk besluit van 22 december 1967 gelijkgestelde bovenvermelde koninklijk besluit van 22 december 1967 gelijkgestelde
periodes uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25."; periodes uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25.";
2° een nieuwe paragraaf wordt ingevoegd tussen de paragrafen 1 en 2, 2° een nieuwe paragraaf wordt ingevoegd tussen de paragrafen 1 en 2,
luidende : luidende :
" § 2. Per kalenderjaar wordt de overgangsuitkering die overeenstemt " § 2. Per kalenderjaar wordt de overgangsuitkering die overeenstemt
met de loopbaan bedoeld in § 1, 1°, verkregen door de met de loopbaan bedoeld in § 1, 1°, verkregen door de
bedrijfsinkomsten achtereenvolgens te vermenigvuldigen met: bedrijfsinkomsten achtereenvolgens te vermenigvuldigen met:
1° een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze is van de breuk 1° een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze is van de breuk
bedoeld in artikel 7, § 2, of § 3. Wanneer het betrokken jaar niet bedoeld in artikel 7, § 2, of § 3. Wanneer het betrokken jaar niet
volledig in aanmerking komt, wordt de teller van deze breuk volledig in aanmerking komt, wordt de teller van deze breuk
teruggebracht tot 0,25, 0,50 of 0,75 naargelang 1, 2 of 3 kwartalen teruggebracht tot 0,25, 0,50 of 0,75 naargelang 1, 2 of 3 kwartalen
konden in aanmerking genomen worden; konden in aanmerking genomen worden;
2° 60 pct.; 2° 60 pct.;
3° 0,691542."; 3° 0,691542.";
3° in paragraaf 2, die paragraaf 3 wordt, worden de volgende 3° in paragraaf 2, die paragraaf 3 wordt, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 1° in het eerste lid worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1,
1°," vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 2°"; 1°," vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 2°";
2° in het tweede lid worden de woorden "in artikel 6, § 2, tweede en 2° in het tweede lid worden de woorden "in artikel 6, § 2, tweede en
derde lid" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 3, tweede en derde lid" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 3, tweede en
derde lid"."; derde lid".";
4° in paragraaf 3, die paragraaf 4 wordt, worden de volgende 4° in paragraaf 3, die paragraaf 4 wordt, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 1° in het eerste lid worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1,
2°," vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 3°"; 2°," vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 3°";
2° in het tweede lid worden de woorden "in artikel 6, § 2bis, tweede 2° in het tweede lid worden de woorden "in artikel 6, § 2bis, tweede
en derde lid" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 4, tweede en en derde lid" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 4, tweede en
derde lid"."; derde lid".";
5° in paragraaf 4, die paragraaf 5 wordt, worden de volgende 5° in paragraaf 4, die paragraaf 5 wordt, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in de eerste zin worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 1° in de eerste zin worden de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1,
3°," vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 4°"; 3°," vervangen door de woorden "de loopbaan bedoeld in § 1, 4°";
2° in punt 3° worden de woorden "de breuk bedoeld in artikel 6, § 3, 2° in punt 3° worden de woorden "de breuk bedoeld in artikel 6, § 3,
3°, vervangen door de woorden "de breuk bedoeld in artikel 6, § 5, 3°, vervangen door de woorden "de breuk bedoeld in artikel 6, § 5,
3°."; 3°.";
6° paragraaf 5, die paragraaf 6 wordt, wordt vervangen als volgt : 6° paragraaf 5, die paragraaf 6 wordt, wordt vervangen als volgt :
"Het gedeelte van de overgangsuitkering bedoeld in § 1, 5° en 6°, "Het gedeelte van de overgangsuitkering bedoeld in § 1, 5° en 6°,
wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van § 5, 1° en 2°."; wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van § 5, 1° en 2°.";
7° in paragraaf 6, die paragraaf 7 wordt, wordt het tweede lid 7° in paragraaf 6, die paragraaf 7 wordt, wordt het tweede lid
vervangen als volgt : vervangen als volgt :
"De verwijdering van de overtollige dagen wordt uitgevoerd "De verwijdering van de overtollige dagen wordt uitgevoerd
overeenkomstig artikel 9, § 7."; overeenkomstig artikel 9, § 7.";
8° in paragraaf 7, die paragraaf 8 wordt, worden de volgende 8° in paragraaf 7, die paragraaf 8 wordt, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014 en 1° in het tweede lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014 en
vervangen bij de wet van 10 augustus 2015, worden de woorden "bedrag vervangen bij de wet van 10 augustus 2015, worden de woorden "bedrag
van 9 648,47 euro" vervangen door de woorden "bedrag van 9 648,57 van 9 648,47 euro" vervangen door de woorden "bedrag van 9 648,57
euro"; euro";
2° in het derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2018, worden de 2° in het derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2018, worden de
woorden "het bedoelde bedrag van 9 648,47 euro" vervangen door de woorden "het bedoelde bedrag van 9 648,47 euro" vervangen door de
woorden "het bedoelde bedrag van 9 648,57 euro"; woorden "het bedoelde bedrag van 9 648,57 euro";
9° paragraaf 8 wordt paragraaf 9. 9° paragraaf 8 wordt paragraaf 9.

Art. 18.Artikel 10 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij

Art. 18.Artikel 10 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij

de wet van 22 december 2003, wordt vervangen als volgt : de wet van 22 december 2003, wordt vervangen als volgt :
"

Art. 10.§ 1. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg

"

Art. 10.§ 1. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg

in de Ministerraad, de eerste coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 3, in de Ministerraad, de eerste coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 3,
eerste lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°, in artikel 9, § 3, eerste lid, eerste lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°, in artikel 9, § 3, eerste lid,
3° en § 4, eerste lid, 3° en in artikel 9bis, § 3, eerste lid, 3° en § 3° en § 4, eerste lid, 3° en in artikel 9bis, § 3, eerste lid, 3° en §
4, eerste lid, 3° aanpassen in functie van de evolutie van de uitgaven 4, eerste lid, 3° aanpassen in functie van de evolutie van de uitgaven
voor de pensioenuitkeringen, met uitzondering van de uitgaven voor de voor de pensioenuitkeringen, met uitzondering van de uitgaven voor de
pensioenbijslag bedoeld in artikel 14, in de totaliteit van de pensioenbijslag bedoeld in artikel 14, in de totaliteit van de
uitgaven in het sociaal statuut der zelfstandigen. uitgaven in het sociaal statuut der zelfstandigen.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de
Ministerraad, de tweede coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 3, eerste Ministerraad, de tweede coëfficiënt bedoeld in artikel 6, § 3, eerste
lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°, in artikel 9, § 3, eerste lid, 3° en § lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°, in artikel 9, § 3, eerste lid, 3° en §
4, eerste lid, 3° en in artikel 9bis, § 3, eerste lid, 3° en § 4, 4, eerste lid, 3° en in artikel 9bis, § 3, eerste lid, 3° en § 4,
eerste lid, 3° aanpassen in functie van de aanpassingen van de eerste lid, 3° aanpassen in functie van de aanpassingen van de
bedragen bedoeld in artikel 6, § 3, eerste lid, 3° en § 4, eerste lid, bedragen bedoeld in artikel 6, § 3, eerste lid, 3° en § 4, eerste lid,
3°, in artikel 9, § 3, eerste lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°, in 3°, in artikel 9, § 3, eerste lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°, in
artikel 9bis, § 3, eerste lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°en in artikel artikel 9bis, § 3, eerste lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°en in artikel
5, § 2, tweede lid. 5, § 2, tweede lid.
De in de voorgaande leden bedoelde aanpassingen mogen evenwel geen De in de voorgaande leden bedoelde aanpassingen mogen evenwel geen
weerslag hebben op de pensioenberekening voor loopbaanjaren die weerslag hebben op de pensioenberekening voor loopbaanjaren die
gelegen zijn vóór het jaar waarin deze aanpassingen gebeuren. gelegen zijn vóór het jaar waarin deze aanpassingen gebeuren.
§ 2. De Koning kan, om de twee jaar, bij een besluit vastgesteld na § 2. De Koning kan, om de twee jaar, bij een besluit vastgesteld na
overleg in de Ministerraad, het bedrag bedoeld in artikel 6, § 3, overleg in de Ministerraad, het bedrag bedoeld in artikel 6, § 3,
eerste lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°, in artikel 9, § 3, eerste lid, eerste lid, 3° en § 4, eerste lid, 3°, in artikel 9, § 3, eerste lid,
3° en § 4, eerste lid, 3° en in artikel 9bis, § 3, eerste lid, 3° en § 3° en § 4, eerste lid, 3° en in artikel 9bis, § 3, eerste lid, 3° en §
4, eerste lid, 3° verhogen door toepassing van een 4, eerste lid, 3° verhogen door toepassing van een
verhogingscoëfficiënt die gelijk dient te zijn aan de verhogingscoëfficiënt die gelijk dient te zijn aan de
verhogingscoëfficiënt vastgesteld in uitvoering van artikel 7 van het verhogingscoëfficiënt vastgesteld in uitvoering van artikel 7 van het
koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en
overlevingspensioen voor werknemers.". overlevingspensioen voor werknemers.".

Art. 19.Met uitzondering van artikel 14 dat van toepassing is op de

Art. 19.Met uitzondering van artikel 14 dat van toepassing is op de

pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste
ingaan vanaf 1 juli 2019 en van artikel 17, 8°, dat van toepassing is ingaan vanaf 1 juli 2019 en van artikel 17, 8°, dat van toepassing is
op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste
ingaan vanaf 1 januari 2015 is dit hoofdstuk van toepassing op de ingaan vanaf 1 januari 2015 is dit hoofdstuk van toepassing op de
pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste
ingaan vanaf 1 januari 2020. ingaan vanaf 1 januari 2020.

Art. 20.Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 januari 2020, met

Art. 20.Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 januari 2020, met

uitzondering van artikel 14, dat in werking treedt op 1 juli 2019, en uitzondering van artikel 14, dat in werking treedt op 1 juli 2019, en
van artikel 17, 8°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari van artikel 17, 8°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari
2015. 2015.
TITEL 5. - Federale gezondheidszorgen TITEL 5. - Federale gezondheidszorgen

Art. 21.In artikel 55 van de programmawet van 20 juli 2006, laatst

Art. 21.In artikel 55 van de programmawet van 20 juli 2006, laatst

gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de volgende gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het negende lid worden de woorden "ln 2018" vervangen door de 1° in het negende lid worden de woorden "ln 2018" vervangen door de
woorden "Vanaf 2018"; woorden "Vanaf 2018";
2° het volgende lid wordt ingevoegd tussen het tiende en het elfde lid 2° het volgende lid wordt ingevoegd tussen het tiende en het elfde lid
: :
"In 2019 wordt een bedrag van 4 646 336 euro en een bedrag van 13 792 "In 2019 wordt een bedrag van 4 646 336 euro en een bedrag van 13 792
390 euro van het Rijksinstituut voor ziekte- en 390 euro van het Rijksinstituut voor ziekte- en
invaliditeitsverzekering overgedragen naar het Sectoraal Spaarfonds invaliditeitsverzekering overgedragen naar het Sectoraal Spaarfonds
van de federale sectoren, ten gunste van de werknemers met een van de federale sectoren, ten gunste van de werknemers met een
arbeidsovereenkomst bij een werkgever van de publieke sector. Het arbeidsovereenkomst bij een werkgever van de publieke sector. Het
bedrag van 13. 792 390 euro valt ten laste van de begroting 2018 van bedrag van 13. 792 390 euro valt ten laste van de begroting 2018 van
het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering."; het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.";
3° in het vroegere elfde lid, dat het twaalfde lid wordt, worden de 3° in het vroegere elfde lid, dat het twaalfde lid wordt, worden de
woorden "Een bedrag van 12 000 000 euro wordt" vervangen door de woorden "Een bedrag van 12 000 000 euro wordt" vervangen door de
woorden "Vanaf 2019 wordt een bedrag van 12 000 000 euro"; woorden "Vanaf 2019 wordt een bedrag van 12 000 000 euro";
4° het artikel wordt aangevuld met drie leden, luidende: 4° het artikel wordt aangevuld met drie leden, luidende:
"Op een door de Koning te bepalen tijdstip en meer bepaald na "Op een door de Koning te bepalen tijdstip en meer bepaald na
oprichting van het pensioenfonds voor de werknemers met een oprichting van het pensioenfonds voor de werknemers met een
arbeidsovereenkomst bij een werkgever van de publieke sector, worden arbeidsovereenkomst bij een werkgever van de publieke sector, worden
de in uitvoering van de vorige leden gedane stortingen ten behoeve van de in uitvoering van de vorige leden gedane stortingen ten behoeve van
de werknemers met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever van de de werknemers met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever van de
publieke sector door het Sectoraal Spaarfonds van de federale sectoren publieke sector door het Sectoraal Spaarfonds van de federale sectoren
overgedragen aan dit nog op te richten pensioenfonds. overgedragen aan dit nog op te richten pensioenfonds.
Op dat ogenblik zullen alle in de vorige leden voorziene stortingen Op dat ogenblik zullen alle in de vorige leden voorziene stortingen
ten behoeve van de werknemers met een arbeidsovereenkomst bij een ten behoeve van de werknemers met een arbeidsovereenkomst bij een
werkgever van de publieke sector niet langer aan het Sectoraal werkgever van de publieke sector niet langer aan het Sectoraal
Spaarfonds van de federale sectoren maar wel aan dit nieuw op te Spaarfonds van de federale sectoren maar wel aan dit nieuw op te
richten fonds voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst bij een richten fonds voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst bij een
werkgever van de publieke sector gebeuren. werkgever van de publieke sector gebeuren.
Een overeenkomst opgesteld tussen de Federale Staat en het Sectoraal Een overeenkomst opgesteld tussen de Federale Staat en het Sectoraal
Spaarfonds van de federale sectoren zal de modaliteiten organiseren Spaarfonds van de federale sectoren zal de modaliteiten organiseren
van de overhevelingen bedoeld in de vorige leden met betrekking tot de van de overhevelingen bedoeld in de vorige leden met betrekking tot de
werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst met een werkgever werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst met een werkgever
van de publieke sector.". van de publieke sector.".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 26 juni 2019, Brussel, 26 juni 2019,
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk en van Economie De Minister van Werk en van Economie
K. PEETERS K. PEETERS
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
M. DE BLOCK M. DE BLOCK
De Minister van Pensioenen De Minister van Pensioenen
D. BACQUELAINE D. BACQUELAINE
Met 's Lands zegel gezegeld : Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
K. GEENS K. GEENS
_______ _______
Nota Nota
(1) De Kamer van vertegenwoordigers (www.dekamer.be) (1) De Kamer van vertegenwoordigers (www.dekamer.be)
Doc 54 3712/ (2018/2019) Doc 54 3712/ (2018/2019)
Integraal verslag : 25 april 2019 Integraal verslag : 25 april 2019
^