Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Wet van 24/06/2013
← Terug naar "Wet houdende diverse bepalingen inzake pensioenen "
Wet houdende diverse bepalingen inzake pensioenen Wet houdende diverse bepalingen inzake pensioenen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
24 JUNI 2013. - Wet houdende diverse bepalingen inzake pensioenen 24 JUNI 2013. - Wet houdende diverse bepalingen inzake pensioenen
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel

78 van de Grondwet. 78 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Vervroegd pensioen HOOFDSTUK 2. - Vervroegd pensioen

Art. 2.Artikel 4, § 3ter, van het koninklijk besluit van 23 december

Art. 2.Artikel 4, § 3ter, van het koninklijk besluit van 23 december

1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26
juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring
van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenen, ingevoegd bij de wet van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenen, ingevoegd bij de wet
van 20 juli 2012, wordt aangevuld met twee leden, luidende : van 20 juli 2012, wordt aangevuld met twee leden, luidende :
« In afwijking van paragraaf 3, 2° wordt de vereiste « In afwijking van paragraaf 3, 2° wordt de vereiste
loopbaanvoorwaarde voor de pensioenen die ingaan in de maand januari loopbaanvoorwaarde voor de pensioenen die ingaan in de maand januari
2015 vastgesteld overeenkomstig paragraaf 3, 1°. 2015 vastgesteld overeenkomstig paragraaf 3, 1°.
In afwijking van paragraaf 3, 3° worden de vereiste leeftijds- en In afwijking van paragraaf 3, 3° worden de vereiste leeftijds- en
loopbaanvoorwaarden voor de pensioenen die ingaan in de maand januari loopbaanvoorwaarden voor de pensioenen die ingaan in de maand januari
2016 vastgesteld overeenkomstig paragraaf 3, 2°. » 2016 vastgesteld overeenkomstig paragraaf 3, 2°. »

Art. 3.In artikel 108 van de wet van 28 december 2011 houdende

Art. 3.In artikel 108 van de wet van 28 december 2011 houdende

diverse bepalingen, vervangen bij de wet van 20 juli 2012, wordt de diverse bepalingen, vervangen bij de wet van 20 juli 2012, wordt de
bepaling onder 2° vervangen als volgt : bepaling onder 2° vervangen als volgt :
« 2° de werknemers die, buiten het kader van een conventioneel « 2° de werknemers die, buiten het kader van een conventioneel
brugpensioen, brugpensioen,
a) voor 28 november 2011, in onderling overleg met hun werkgever, een a) voor 28 november 2011, in onderling overleg met hun werkgever, een
overeenkomst van vervroegde uittreding hebben afgesloten die ten overeenkomst van vervroegde uittreding hebben afgesloten die ten
vroegste vervalt op de leeftijd van 60 jaar voor zover deze werknemers vroegste vervalt op de leeftijd van 60 jaar voor zover deze werknemers
op dat ogenblik een loopbaan bewijzen van minstens 35 jaar in de zin op dat ogenblik een loopbaan bewijzen van minstens 35 jaar in de zin
van artikel 4, § 2, van het voormeld koninklijk besluit van 23 van artikel 4, § 2, van het voormeld koninklijk besluit van 23
december 1996; december 1996;
b) ontslag hebben genomen, voor 1 januari 2010 en ten vroegste op de b) ontslag hebben genomen, voor 1 januari 2010 en ten vroegste op de
leeftijd van 55 jaar, of, in onderling overleg met hun werkgever, voor leeftijd van 55 jaar, of, in onderling overleg met hun werkgever, voor
diezelfde datum een overeenkomst van vervroegde uittreding hebben diezelfde datum een overeenkomst van vervroegde uittreding hebben
afgesloten die ten vroegste vervalt op de leeftijd van 55 jaar, om te afgesloten die ten vroegste vervalt op de leeftijd van 55 jaar, om te
kunnen genieten van de bepalingen van artikel 61, § 1, van de wet van kunnen genieten van de bepalingen van artikel 61, § 1, van de wet van
28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het
belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende
voordelen inzake sociale zekerheid en voor zover deze werknemers ten voordelen inzake sociale zekerheid en voor zover deze werknemers ten
laatste op de leeftijd van 60 jaar een loopbaan bewijzen van minstens laatste op de leeftijd van 60 jaar een loopbaan bewijzen van minstens
35 jaar in de zin van artikel 4, § 2, van het voormeld koninklijk 35 jaar in de zin van artikel 4, § 2, van het voormeld koninklijk
besluit van 23 december 1996; besluit van 23 december 1996;
c) ontslag hebben genomen, voor 1 januari 2010 en na een loopbaan van c) ontslag hebben genomen, voor 1 januari 2010 en na een loopbaan van
35 jaar in de zin van artikel 4, § 2, tweede lid, van het voormeld 35 jaar in de zin van artikel 4, § 2, tweede lid, van het voormeld
koninklijk besluit van 23 december 1996, of, in onderling overleg met koninklijk besluit van 23 december 1996, of, in onderling overleg met
hun werkgever, voor diezelfde datum een overeenkomst van vervroegde hun werkgever, voor diezelfde datum een overeenkomst van vervroegde
uittreding hebben afgesloten na een loopbaan van 35 jaar in de zin van uittreding hebben afgesloten na een loopbaan van 35 jaar in de zin van
artikel 4, § 2, tweede lid, van het voormeld koninklijk besluit van 23 artikel 4, § 2, tweede lid, van het voormeld koninklijk besluit van 23
december 1996, om te kunnen genieten van de bepalingen van artikel 61, december 1996, om te kunnen genieten van de bepalingen van artikel 61,
§ 1, van voormelde wet van 28 april 2003; ». § 1, van voormelde wet van 28 april 2003; ».

Art. 4.De bepalingen van artikelen 2 en 3 zijn van toepassing op de

Art. 4.De bepalingen van artikelen 2 en 3 zijn van toepassing op de

pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1
januari 2013 ingaan. januari 2013 ingaan.

Art. 5.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.

Art. 5.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.

HOOFDSTUK 3. - Loonplafond HOOFDSTUK 3. - Loonplafond

Art. 6.In artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober

Art. 6.In artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober

1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, het 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, het
laatst gewijzigd bij de wet van 23 december 2005, worden de volgende laatst gewijzigd bij de wet van 23 december 2005, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin : 1° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin :
« In voornoemd totaal der werkelijke, fictieve en forfaitaire lonen « In voornoemd totaal der werkelijke, fictieve en forfaitaire lonen
wordt geen rekening gehouden met de fictieve lonen die beperkt worden wordt geen rekening gehouden met de fictieve lonen die beperkt worden
tot het loon bedoeld bij artikel 8, § 1, eerste lid, van het tot het loon bedoeld bij artikel 8, § 1, eerste lid, van het
koninklijk besluit van 23 december 1996. »; koninklijk besluit van 23 december 1996. »;
2° het vijfde lid wordt vervangen als volgt : 2° het vijfde lid wordt vervangen als volgt :
« Het aldus vastgestelde bedrag wordt vermenigvuldigd met een breuk « Het aldus vastgestelde bedrag wordt vermenigvuldigd met een breuk
waarvan de teller bestaat uit het aantal dagen dat voor de berekening waarvan de teller bestaat uit het aantal dagen dat voor de berekening
van het pensioen in aanmerking werd genomen, met uitzondering van de van het pensioen in aanmerking werd genomen, met uitzondering van de
gelijkgestelde dagen waarvoor het loon beperkt wordt tot het loon gelijkgestelde dagen waarvoor het loon beperkt wordt tot het loon
bedoeld bij artikel 8, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van bedoeld bij artikel 8, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van
23 december 1996, en de noemer uit het getal 312. ». 23 december 1996, en de noemer uit het getal 312. ».

Art. 7.Artikel 6 is van toepassing op de rustpensioenen die

Art. 7.Artikel 6 is van toepassing op de rustpensioenen die

daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2013 daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2013
ingaan, voor de kalenderjaren na 31 december 2011. ingaan, voor de kalenderjaren na 31 december 2011.

Art. 8.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

Art. 8.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 24 juni 2013. Gegeven te Brussel, 24 juni 2013.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen, De Minister van Pensioenen,
A. DE CROO A. DE CROO
Met 's Lands zegel gezegeld : Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM Mevr. A. TURTELBOOM
_______ _______
Nota Nota
Doc 53 2823/(2012/2013) : Doc 53 2823/(2012/2013) :
001 : Wetsontwerp. - 002 : Verslag. - 003 : Tekst verbeterd door de 001 : Wetsontwerp. - 002 : Verslag. - 003 : Tekst verbeterd door de
commissie. commissie.
Zie ook : Zie ook :
Integraal verslag : 12 en 13 juni 2013. Integraal verslag : 12 en 13 juni 2013.
^