Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Wet van 22/12/2009
← Terug naar "Wet tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt "
Wet tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt Wet tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
22 DECEMBER 2009. - Wet tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de 22 DECEMBER 2009. - Wet tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de
Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad
betreffende diensten op de interne markt (1) betreffende diensten op de interne markt (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Voorafgaande bepalingen HOOFDSTUK 1. - Voorafgaande bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel
78 van de Grondwet. 78 van de Grondwet.
Zij voert gedeeltelijk de bepalingen uit van de Richtlijn 2006/123/EG Zij voert gedeeltelijk de bepalingen uit van de Richtlijn 2006/123/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende
diensten op de interne markt. diensten op de interne markt.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 9 maart 1993 ertoe strekkende HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 9 maart 1993 ertoe strekkende
de exploitatie van huwelijksbureaus te regelen en te controleren de exploitatie van huwelijksbureaus te regelen en te controleren

Art. 2.In de wet van 9 maart 1993 ertoe strekkende de exploitatie van

Art. 2.In de wet van 9 maart 1993 ertoe strekkende de exploitatie van
huwelijksbureaus te regelen en te controleren wordt het opschrift van huwelijksbureaus te regelen en te controleren wordt het opschrift van
hoofdstuk II vervangen als volgt : hoofdstuk II vervangen als volgt :
« HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied ». « HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied ».

Art. 3.Artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 14

Art. 3.Artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 14
december 2005, wordt vervangen als volgt : december 2005, wordt vervangen als volgt :
«

Art. 2.Deze wet is van toepassing op alle natuurlijke personen en

 «

Art. 2.Deze wet is van toepassing op alle natuurlijke personen en
rechtspersonen die in België een activiteit inzake rechtspersonen die in België een activiteit inzake
huwelijksbemiddeling uitoefenen. » huwelijksbemiddeling uitoefenen. »

Art. 4.In dezelfde wet wordt hoofdstuk Vbis, dat het artikel 16bis

Art. 4.In dezelfde wet wordt hoofdstuk Vbis, dat het artikel 16bis
bevat, ingevoegd bij de wet van 11 april 1999, opgeheven. bevat, ingevoegd bij de wet van 11 april 1999, opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Opheffing van het koninklijk besluit van 17 februari HOOFDSTUK 3. - Opheffing van het koninklijk besluit van 17 februari
2006 tot regeling van de registratie van huwelijksbemiddeling 2006 tot regeling van de registratie van huwelijksbemiddeling

Art. 5.Het koninklijk besluit van 17 februari 2006 tot regeling van

Art. 5.Het koninklijk besluit van 17 februari 2006 tot regeling van
de registratie van huwelijksbemiddeling wordt opgeheven. de registratie van huwelijksbemiddeling wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 11 april 1999 betreffende de HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 11 april 1999 betreffende de
overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds
gebruik van onroerende goederen gebruik van onroerende goederen

Art. 6.In de wet van 11 april 1999 betreffende de overeenkomsten

Art. 6.In de wet van 11 april 1999 betreffende de overeenkomsten
inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van
onroerende goederen gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001 en bij de onroerende goederen gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001 en bij de
programmawet van 24 december 2002 worden opgeheven : programmawet van 24 december 2002 worden opgeheven :
1° hoofdstuk IV, dat het artikel 12 bevat, gewijzigd bij de wet van 19 1° hoofdstuk IV, dat het artikel 12 bevat, gewijzigd bij de wet van 19
januari 2001; januari 2001;
2° artikel 15, 3°; 2° artikel 15, 3°;
3° in hoofdstuk V, afdeling 4, die het artikel 18 bevat. 3° in hoofdstuk V, afdeling 4, die het artikel 18 bevat.

Art. 7.In artikel 17, § 1, 1°, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet

Art. 7.In artikel 17, § 1, 1°, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet
van 19 januari 2001, worden de woorden « 4 tot 12 » vervangen door de van 19 januari 2001, worden de woorden « 4 tot 12 » vervangen door de
woorden « 4 tot 11 ». woorden « 4 tot 11 ».
HOOFDSTUK 5. - Opheffing van het koninklijk besluit van 5 oktober 2000 HOOFDSTUK 5. - Opheffing van het koninklijk besluit van 5 oktober 2000
betreffende de inschrijving van de verkopers van een recht van betreffende de inschrijving van de verkopers van een recht van
deeltijds gebruik van onroerende goederen deeltijds gebruik van onroerende goederen

Art. 8.Het koninklijk besluit van 5 oktober 2000 betreffende de

Art. 8.Het koninklijk besluit van 5 oktober 2000 betreffende de
inschrijving van de verkopers van een recht van deeltijds gebruik van inschrijving van de verkopers van een recht van deeltijds gebruik van
onroerende goederen wordt opgeheven. onroerende goederen wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 6. - Maalderij HOOFDSTUK 6. - Maalderij

Art. 9.Worden opgeheven :

Art. 9.Worden opgeheven :
1° de wet van 23 december 1969 houdende sanering van de 1° de wet van 23 december 1969 houdende sanering van de
nijverheidsmaalderij; nijverheidsmaalderij;
2° het koninklijk besluit van 15 januari 1971 waarbij bepaalde 2° het koninklijk besluit van 15 januari 1971 waarbij bepaalde
categorieën nijverheidsmaalderijen buiten de toepassing van de wet van categorieën nijverheidsmaalderijen buiten de toepassing van de wet van
23 december 1969 houdende sanering van de nijverheidsmaalderij gesteld 23 december 1969 houdende sanering van de nijverheidsmaalderij gesteld
worden; worden;
3° het koninklijk besluit van 13 maart 1986 waarbij bepaalde 3° het koninklijk besluit van 13 maart 1986 waarbij bepaalde
categorieën nijverheidsmaalderijen buiten de toepassing van de wet van categorieën nijverheidsmaalderijen buiten de toepassing van de wet van
23 december 1969 houdende sanering van de nijverheidsmaalderij gesteld 23 december 1969 houdende sanering van de nijverheidsmaalderij gesteld
worden, gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 april 1996; worden, gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 april 1996;
4° het ministerieel besluit van 19 januari 1970 waarbij bepaalde 4° het ministerieel besluit van 19 januari 1970 waarbij bepaalde
ambtenaren aangewezen worden om overtreding op te sporen van de wet ambtenaren aangewezen worden om overtreding op te sporen van de wet
van 23 december 1969 houdende sanering van de nijverheidsmaalderij; van 23 december 1969 houdende sanering van de nijverheidsmaalderij;
5° wet van 10 juli 1956 betreffende de inmenging van inlandse tarwe en 5° wet van 10 juli 1956 betreffende de inmenging van inlandse tarwe en
de bedrijvigheid der nijverheidsmaalderijen, der handelaars in de bedrijvigheid der nijverheidsmaalderijen, der handelaars in
inlandse tarwe en der gebruikers van tarwebloem. inlandse tarwe en der gebruikers van tarwebloem.
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffende de HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffende de
uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

Art. 10.In artikel 9, § 4, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de

Art. 10.In artikel 9, § 4, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de
uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten,
gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005, worden de woorden « of indien de gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005, worden de woorden « of indien de
activiteit van aard is om het bestaande commercieel- of kermisaanbod activiteit van aard is om het bestaande commercieel- of kermisaanbod
in gevaar te brengen » geschrapt. in gevaar te brengen » geschrapt.

Art. 11.In artikel 10bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4

Art. 11.In artikel 10bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4
juli 2005, worden de woorden « of indien de activiteit waarvoor zij juli 2005, worden de woorden « of indien de activiteit waarvoor zij
werd aangevraagd van aard is om het bestaande commercieel- of werd aangevraagd van aard is om het bestaande commercieel- of
kermisaanbod in gevaar te brengen » geschrapt. kermisaanbod in gevaar te brengen » geschrapt.
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van de wet van 10 november 2006 betreffende HOOFDSTUK 8. - Wijziging van de wet van 10 november 2006 betreffende
de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening

Art. 12.In artikel 18, § 1, van de wet van 10 november 2006

Art. 12.In artikel 18, § 1, van de wet van 10 november 2006
betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening
wordt het tweede lid vervangen als volgt : wordt het tweede lid vervangen als volgt :
« Deze vergunning kan worden geweigerd op basis van criteria : « Deze vergunning kan worden geweigerd op basis van criteria :
- die niet-discriminatoir zijn; - die niet-discriminatoir zijn;
- die gerechtvaardigd zijn om een dwingende reden van algemeen belang, - die gerechtvaardigd zijn om een dwingende reden van algemeen belang,
namelijk de ruimtelijke ligging van de vestigingseenheid, de namelijk de ruimtelijke ligging van de vestigingseenheid, de
handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust; handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust;
- die duidelijk, ondubbelzinnig en objectief zijn; - die duidelijk, ondubbelzinnig en objectief zijn;
- die vooraf openbaar bekendgemaakt worden; - die vooraf openbaar bekendgemaakt worden;
- en die transparant en toegankelijk zijn. - en die transparant en toegankelijk zijn.
Deze criteria worden verduidelijkt in een gemeentelijk reglement. » Deze criteria worden verduidelijkt in een gemeentelijk reglement. »
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de wet van 26 juni 1963 tot instelling HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de wet van 26 juni 1963 tot instelling
van de Orde van architecten van de Orde van architecten

Art. 13.In artikel 52 van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van

Art. 13.In artikel 52 van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van
de Orde van architecten wordt de inleidende zin van het eerste lid van de Orde van architecten wordt de inleidende zin van het eerste lid van
artikel 52 vervangen als volgt : artikel 52 vervangen als volgt :
« De raden van de Orde verlenen gehele of gedeeltelijke vrijstelling « De raden van de Orde verlenen gehele of gedeeltelijke vrijstelling
van stage, volgens de voorwaarden bepaald door de Koning : » van stage, volgens de voorwaarden bepaald door de Koning : »
HOOFDSTUK 1 0. - Wijziging van de wet van 8 november 1993 tot HOOFDSTUK 1 0. - Wijziging van de wet van 8 november 1993 tot
bescherming van de titel van psycholoog bescherming van de titel van psycholoog

Art. 14.In artikel 2, § 2, eerste lid, van de wet van 8 november 1993

Art. 14.In artikel 2, § 2, eerste lid, van de wet van 8 november 1993
tot bescherming van de titel van psycholoog worden de woorden « voor tot bescherming van de titel van psycholoog worden de woorden « voor
echt verklaard » geschrapt. echt verklaard » geschrapt.
HOOFDSTUK 1 1. - Wijziging van de wet van 11 mei 2003 tot bescherming HOOFDSTUK 1 1. - Wijziging van de wet van 11 mei 2003 tot bescherming
van de titel en het beroep van landmeter-expert van de titel en het beroep van landmeter-expert

Art. 15.In artikel 4, § 2, van de wet van 11 mei 2003 tot bescherming

Art. 15.In artikel 4, § 2, van de wet van 11 mei 2003 tot bescherming
van de titel en het beroep van landmeter-expert worden de woorden « van de titel en het beroep van landmeter-expert worden de woorden «
voor echt verklaard » geschrapt. voor echt verklaard » geschrapt.

Art. 16.In artikel 7, § 2, eerste lid, van dezelfde wet worden de

Art. 16.In artikel 7, § 2, eerste lid, van dezelfde wet worden de
woorden « voor echt verklaard » geschrapt. woorden « voor echt verklaard » geschrapt.

Art. 17.In artikel 9, § 1, van dezelfde wet worden de woorden « voor

Art. 17.In artikel 9, § 1, van dezelfde wet worden de woorden « voor
echt verklaarde » geschrapt. echt verklaarde » geschrapt.
HOOFDSTUK 1 2. - Wijziging van de wet van 13 augustus 2004 betreffende HOOFDSTUK 1 2. - Wijziging van de wet van 13 augustus 2004 betreffende
de vergunning vanhandelsvestigingen de vergunning vanhandelsvestigingen

Art. 18.In artikel 7, § 2, van de wet van 13 augustus 2004

Art. 18.In artikel 7, § 2, van de wet van 13 augustus 2004
betreffende de vergunning van handelsvestigingen wordt het eerste lid betreffende de vergunning van handelsvestigingen wordt het eerste lid
vervangen als volgt : vervangen als volgt :
« Bij het opstellen van het advies moet de ruimtelijke ligging van de « Bij het opstellen van het advies moet de ruimtelijke ligging van de
handelsvestiging, de bescherming van het stedelijk milieu en de handelsvestiging, de bescherming van het stedelijk milieu en de
bescherming van de consument, alsook het respect voor de sociale bescherming van de consument, alsook het respect voor de sociale
wetgeving en het arbeidsrecht in aanmerking worden genomen. » wetgeving en het arbeidsrecht in aanmerking worden genomen. »
HOOFDSTUK 1 3. - Inwerkingtreding HOOFDSTUK 1 3. - Inwerkingtreding

Art. 19.Deze wet treedt in werking op 28 december 2009.

Art. 19.Deze wet treedt in werking op 28 december 2009.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 22 december 2009. Gegeven te Brussel, 22 december 2009.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De minister van KMO's, Zelfstandigen, De minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid, Landbouw en Wetenschapsbeleid,
Mevr. S. LARUELLE Mevr. S. LARUELLE
De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen,
V. VAN QUICKENBORNE V. VAN QUICKENBORNE
Met 's Lands zegel gezegeld : Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK S. DE CLERCK
Nota Nota
(1) Gewone zitting 2009-2010. (1) Gewone zitting 2009-2010.
Kamer van volksvertegenwoordigers. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp, nr. 2275/1. - Amendement, nr. Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp, nr. 2275/1. - Amendement, nr.
2275/2. - Verslag namens de Commissie, nr. 2275/3. - Tekst aangenomen 2275/2. - Verslag namens de Commissie, nr. 2275/3. - Tekst aangenomen
door de Commissie, nr. 2275/4. - Tekst aangenomen in plenaire door de Commissie, nr. 2275/4. - Tekst aangenomen in plenaire
vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 2275/5. vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 2275/5.
Integraal Verslag. 10 december 2009. Integraal Verslag. 10 december 2009.
Senaat. Senaat.
Parlementaire bescheiden. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, nr. Parlementaire bescheiden. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, nr.
4-1539/1. - Verslag namens de commissie, 4-1539/2. - Beslissing om 4-1539/1. - Verslag namens de commissie, 4-1539/2. - Beslissing om
niet te amenderen, 4-1539/3. niet te amenderen, 4-1539/3.
^