Wet houdende diverse bepalingen met het oog op de oprichting van de ombudsdienst voor de postsector en tot wijziging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie | Wet houdende diverse bepalingen met het oog op de oprichting van de ombudsdienst voor de postsector en tot wijziging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE |
21 DECEMBER 2006. - Wet houdende diverse bepalingen met het oog op de | 21 DECEMBER 2006. - Wet houdende diverse bepalingen met het oog op de |
oprichting van de ombudsdienst voor de postsector en tot wijziging van | oprichting van de ombudsdienst voor de postsector en tot wijziging van |
de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie (1) | de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling | HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling |
Artikel 1.1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in |
Artikel 1.1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in |
artikel 78 van de Grondwet | artikel 78 van de Grondwet |
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 21 maart 1991 betreffende | HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 21 maart 1991 betreffende |
de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven | de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven |
Art. 2.In artikel 43, § 1, eerste lid, van de wet van 21 maart 1991 |
Art. 2.In artikel 43, § 1, eerste lid, van de wet van 21 maart 1991 |
betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, | betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, |
gewijzigd bij de wet van 19 december 1997, worden de woorden « en DE | gewijzigd bij de wet van 19 december 1997, worden de woorden « en DE |
POST » ingevoegd tussen de woorden « met uitzondering van Belgacom » | POST » ingevoegd tussen de woorden « met uitzondering van Belgacom » |
en de woorden « of, in voorkomend geval ». | en de woorden « of, in voorkomend geval ». |
Art. 3.Artikel 43bis van dezelfde wet wordt als volgt gewijzigd : |
Art. 3.Artikel 43bis van dezelfde wet wordt als volgt gewijzigd : |
1° § 2 wordt aangevuld met een derde lid als volgt : | 1° § 2 wordt aangevuld met een derde lid als volgt : |
« De leden van de ombudsdienst voor telecommunicatie sluiten met de | « De leden van de ombudsdienst voor telecommunicatie sluiten met de |
Raad van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie | Raad van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie |
een overeenkomst af waarin de praktische en organisatorische regels | een overeenkomst af waarin de praktische en organisatorische regels |
van het functioneren van de ombudsdienst binnen het Instituut en van | van het functioneren van de ombudsdienst binnen het Instituut en van |
de uitoefening van de door de wet aan de ombudsdienst opgedragen taken | de uitoefening van de door de wet aan de ombudsdienst opgedragen taken |
en bevoegdheden, worden opgenomen. In deze overeenkomst worden | en bevoegdheden, worden opgenomen. In deze overeenkomst worden |
minstens de nadere regels opgenomen inzake : | minstens de nadere regels opgenomen inzake : |
- de oprichting en de werking van een contactcomité tussen de leden | - de oprichting en de werking van een contactcomité tussen de leden |
van de ombudsdienst en de Raad van het Belgisch Instituut voor | van de ombudsdienst en de Raad van het Belgisch Instituut voor |
postdiensten en telecommunicatie; | postdiensten en telecommunicatie; |
- de beslechting van bevoegdheidsgeschillen; | - de beslechting van bevoegdheidsgeschillen; |
- de logistieke aspecten; | - de logistieke aspecten; |
- het beleid ten aanzien van het ter beschikking gestelde personeel; | - het beleid ten aanzien van het ter beschikking gestelde personeel; |
- financiële controle en begroting. » | - financiële controle en begroting. » |
2° § 3, 1°, tweede lid, wordt aangevuld met de woorden : « of wanneer | 2° § 3, 1°, tweede lid, wordt aangevuld met de woorden : « of wanneer |
de klacht duidelijk vexatoir is ». | de klacht duidelijk vexatoir is ». |
3° § 3, 4° wordt opgeheven. | 3° § 3, 4° wordt opgeheven. |
4° in § 3, 6°, worden de woorden « , van de minister bevoegd voor | 4° in § 3, 6°, worden de woorden « , van de minister bevoegd voor |
consumentenzaken » ingevoegd tussen de woorden « van de minister die | consumentenzaken » ingevoegd tussen de woorden « van de minister die |
bevoegd is voor de telecommunicatie » en de woorden « of van het | bevoegd is voor de telecommunicatie » en de woorden « of van het |
Belgisch Instituut ». | Belgisch Instituut ». |
Art. 4.In dezelfde wet wordt een artikel 43ter ingevoegd, luidende : |
Art. 4.In dezelfde wet wordt een artikel 43ter ingevoegd, luidende : |
« Art. 43ter.- § 1. Bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
« Art. 43ter.- § 1. Bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
telecommunicatie wordt een ombudsdienst voor de postsector opgericht | telecommunicatie wordt een ombudsdienst voor de postsector opgericht |
die bevoegd is voor gebruikersaangelegenheden inzake volgende | die bevoegd is voor gebruikersaangelegenheden inzake volgende |
ondernemingen : | ondernemingen : |
1° DE POST; | 1° DE POST; |
2° de ondernemingen die postdiensten aanbieden in de zin van artikel | 2° de ondernemingen die postdiensten aanbieden in de zin van artikel |
131, 1° van deze wet en waarvan de aanbieding krachtens artikel | 131, 1° van deze wet en waarvan de aanbieding krachtens artikel |
148sexies van deze wet een vergunning vereist; | 148sexies van deze wet een vergunning vereist; |
3° de ondernemingen die postdiensten aanbieden in de zin van artikel | 3° de ondernemingen die postdiensten aanbieden in de zin van artikel |
131, 1° van deze wet en waarvan de aanbieding krachtens artikel 148bis | 131, 1° van deze wet en waarvan de aanbieding krachtens artikel 148bis |
van deze wet een aangifte vereist. | van deze wet een aangifte vereist. |
Gebruikersaangelegenheden zijn aangelegenheden die de belangen van | Gebruikersaangelegenheden zijn aangelegenheden die de belangen van |
gebruikers betreffen die zelf geen postdiensten aanbieden. | gebruikers betreffen die zelf geen postdiensten aanbieden. |
§ 2. De ombudsdienst voor de postsector bestaat uit twee leden die | § 2. De ombudsdienst voor de postsector bestaat uit twee leden die |
behoren tot een verschillende taalrol. | behoren tot een verschillende taalrol. |
De ombudsdienst treedt op als college. Niettemin mogen de ombudsmannen | De ombudsdienst treedt op als college. Niettemin mogen de ombudsmannen |
elkaar onderling delegaties verlenen via een collegiale beslissing | elkaar onderling delegaties verlenen via een collegiale beslissing |
goedgekeurd door de minister die bevoegd is voor aangelegenheden die | goedgekeurd door de minister die bevoegd is voor aangelegenheden die |
de postdiensten betreffen. | de postdiensten betreffen. |
De leden van de ombudsdienst voor de postsector sluiten met de Raad | De leden van de ombudsdienst voor de postsector sluiten met de Raad |
van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie een | van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie een |
overeenkomst af waarin de praktische en organisatorische regels van | overeenkomst af waarin de praktische en organisatorische regels van |
het functioneren van de ombudsdienst binnen het Instituut en van de | het functioneren van de ombudsdienst binnen het Instituut en van de |
uitoefening van de door de wet aan de ombudsdienst opgedragen taken en | uitoefening van de door de wet aan de ombudsdienst opgedragen taken en |
bevoegdheden, worden opgenomen. In deze overeenkomst worden minstens | bevoegdheden, worden opgenomen. In deze overeenkomst worden minstens |
de regels opgenomen inzake : | de regels opgenomen inzake : |
- de oprichting en de werking van een contactcomité tussen de leden | - de oprichting en de werking van een contactcomité tussen de leden |
van de ombudsdienst en de Raad van het Belgisch Instituut voor | van de ombudsdienst en de Raad van het Belgisch Instituut voor |
postdiensten en telecommunicatie; | postdiensten en telecommunicatie; |
- de beslechting van bevoegdheidsgeschillen; | - de beslechting van bevoegdheidsgeschillen; |
- de logistieke aspecten; | - de logistieke aspecten; |
- het beleid ten aanzien van het ter beschikking gestelde personeel; | - het beleid ten aanzien van het ter beschikking gestelde personeel; |
- financiële controle en begroting. | - financiële controle en begroting. |
§ 3. De ombudsdienst voor de postsector heeft volgende opdrachten : | § 3. De ombudsdienst voor de postsector heeft volgende opdrachten : |
1° alle klachten van de gebruikers onderzoeken die verband houden met | 1° alle klachten van de gebruikers onderzoeken die verband houden met |
: | : |
a) de activiteiten van DE POST, met uitzondering van : | a) de activiteiten van DE POST, met uitzondering van : |
- klachten waarvoor een andere onafhankelijke sectoriële | - klachten waarvoor een andere onafhankelijke sectoriële |
geschillencommissie of onafhankelijke bemiddelaar bevoegd is; | geschillencommissie of onafhankelijke bemiddelaar bevoegd is; |
- klachten die producten en diensten betreffen die door De Post | - klachten die producten en diensten betreffen die door De Post |
aangeboden worden in onderaanneming van derden. | aangeboden worden in onderaanneming van derden. |
b) de postale activiteiten van de in § 1, 2° en 3°, van dit artikel | b) de postale activiteiten van de in § 1, 2° en 3°, van dit artikel |
bedoelde ondernemingen. | bedoelde ondernemingen. |
2° Onder postale activiteiten wordt voor de toepassing van dit | 2° Onder postale activiteiten wordt voor de toepassing van dit |
hoofdstuk verstaan : | hoofdstuk verstaan : |
a) de activiteiten die bestaan uit het leveren van postdiensten in de | a) de activiteiten die bestaan uit het leveren van postdiensten in de |
zin van artikel 131, 1° van deze wet, met inbegrip van postdiensten | zin van artikel 131, 1° van deze wet, met inbegrip van postdiensten |
die gekenmerkt worden door één of meer bijkomende prestaties; | die gekenmerkt worden door één of meer bijkomende prestaties; |
b) de diensten die bijkomend geleverd worden door de ondernemingen | b) de diensten die bijkomend geleverd worden door de ondernemingen |
waarnaar verwezen wordt in § 1, 2° en 3°, van dit artikel daar zij | waarnaar verwezen wordt in § 1, 2° en 3°, van dit artikel daar zij |
noodzakelijk zijn voor hun postdiensten in de zin van artikel 131, 1°, | noodzakelijk zijn voor hun postdiensten in de zin van artikel 131, 1°, |
van deze wet en die betrekking hebben op de infrastructuur van de | van deze wet en die betrekking hebben op de infrastructuur van de |
desbetreffende onderneming of de mogelijke betaalwijzen voor hun | desbetreffende onderneming of de mogelijke betaalwijzen voor hun |
postdiensten in de zin van artikel 131, 1°, van deze wet. | postdiensten in de zin van artikel 131, 1°, van deze wet. |
3° bemiddelen om een minnelijke schikking te vergemakkelijken voor | 3° bemiddelen om een minnelijke schikking te vergemakkelijken voor |
geschillen tussen de in § 1 van dit artikel bedoelde ondernemingen en | geschillen tussen de in § 1 van dit artikel bedoelde ondernemingen en |
de gebruikers; | de gebruikers; |
4° een aanbeveling richten tot de in § 1 van dit artikel bedoelde | 4° een aanbeveling richten tot de in § 1 van dit artikel bedoelde |
ondernemingen indien geen minnelijke schikking kan worden bereikt. Een | ondernemingen indien geen minnelijke schikking kan worden bereikt. Een |
afschrift van aanbeveling wordt aan de klager toegezonden; | afschrift van aanbeveling wordt aan de klager toegezonden; |
5° de gebruikers die zich schriftelijk of mondeling tot de dienst | 5° de gebruikers die zich schriftelijk of mondeling tot de dienst |
richten zo goed mogelijk voorlichten over hun rechten en belangen; | richten zo goed mogelijk voorlichten over hun rechten en belangen; |
6° op verzoek van de minister die bevoegd is voor de postsector, of | 6° op verzoek van de minister die bevoegd is voor de postsector, of |
van de minister bevoegd voor consumentenzaken, of van het Belgisch | van de minister bevoegd voor consumentenzaken, of van het Belgisch |
Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, of van het raadgevend | Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, of van het raadgevend |
comité voor de postdiensten adviezen uitbrengen in het kader van zijn | comité voor de postdiensten adviezen uitbrengen in het kader van zijn |
opdrachten; | opdrachten; |
7° samenwerken met : | 7° samenwerken met : |
a) andere onafhankelijke sectoriële geschillencommissies of | a) andere onafhankelijke sectoriële geschillencommissies of |
onafhankelijke bemiddelaars, onder meer door het doorsturen van | onafhankelijke bemiddelaars, onder meer door het doorsturen van |
klachten die niet ressorteren onder de bevoegdheid van de ombudsdienst | klachten die niet ressorteren onder de bevoegdheid van de ombudsdienst |
voor de postsector naar de bevoegde geschillencommissie of | voor de postsector naar de bevoegde geschillencommissie of |
bemiddelaar; | bemiddelaar; |
b) de buitenlandse ombudsmannen of hiermee functioneel gelijkgestelde | b) de buitenlandse ombudsmannen of hiermee functioneel gelijkgestelde |
instanties die opereren als beroepsinstantie voor de behandeling van | instanties die opereren als beroepsinstantie voor de behandeling van |
klachten waarvoor de ombudsdienst voor de postsector bevoegd is. | klachten waarvoor de ombudsdienst voor de postsector bevoegd is. |
In voorkomend geval kunnen hiervoor door de minister bevoegd voor | In voorkomend geval kunnen hiervoor door de minister bevoegd voor |
consumentenzaken samenwerkingsprotocollen afgesloten worden. | consumentenzaken samenwerkingsprotocollen afgesloten worden. |
§ 4. De klachten van de eindgebruikers zijn slechts ontvankelijk | § 4. De klachten van de eindgebruikers zijn slechts ontvankelijk |
wanneer de klager voorafgaandelijk bij de betrokken onderneming een | wanneer de klager voorafgaandelijk bij de betrokken onderneming een |
klacht heeft ingediend volgens de interne procedure van de betrokken | klacht heeft ingediend volgens de interne procedure van de betrokken |
onderneming. De klachten van de eindgebruikers zijn onontvankelijk | onderneming. De klachten van de eindgebruikers zijn onontvankelijk |
wanneer deze anoniem of niet schriftelijk werden ingediend bij de | wanneer deze anoniem of niet schriftelijk werden ingediend bij de |
ombudsdienst voor de postsector. | ombudsdienst voor de postsector. |
De ombudsdienst voor de postsector mag op gemotiveerde wijze weigeren | De ombudsdienst voor de postsector mag op gemotiveerde wijze weigeren |
een klacht te behandelen wanneer die klacht meer dan een jaar geleden | een klacht te behandelen wanneer die klacht meer dan een jaar geleden |
werd ingediend bij de betrokken onderneming of wanneer de klacht | werd ingediend bij de betrokken onderneming of wanneer de klacht |
duidelijk vexatoir is. | duidelijk vexatoir is. |
Verschillende klachten ingediend door eenzelfde gebruiker tegen | Verschillende klachten ingediend door eenzelfde gebruiker tegen |
eenzelfde operator met eenzelfde voorwerp kunnen door de ombudsdienst | eenzelfde operator met eenzelfde voorwerp kunnen door de ombudsdienst |
als één klacht behandeld worden. | als één klacht behandeld worden. |
§ 5. De ombudsdienst voor de postsector mag in het kader van een | § 5. De ombudsdienst voor de postsector mag in het kader van een |
klacht die bij hem is ingediend ter plaatse kennis nemen van boeken, | klacht die bij hem is ingediend ter plaatse kennis nemen van boeken, |
briefwisseling, processen-verbaal en in het algemeen van alle | briefwisseling, processen-verbaal en in het algemeen van alle |
documenten en alle geschriften van de betrokken onderneming of | documenten en alle geschriften van de betrokken onderneming of |
ondernemingen die rechtstreeks betrekking hebben op het voorwerp van | ondernemingen die rechtstreeks betrekking hebben op het voorwerp van |
de klacht met uitzondering van de stukken die onder het briefgeheim | de klacht met uitzondering van de stukken die onder het briefgeheim |
vallen. Hij mag van de beheersorganen en van het personeel van de | vallen. Hij mag van de beheersorganen en van het personeel van de |
betrokken ondernemingen alle uitleg of informatie vragen en alle | betrokken ondernemingen alle uitleg of informatie vragen en alle |
verificaties uitvoeren die nodig zijn voor het onderzoek. | verificaties uitvoeren die nodig zijn voor het onderzoek. |
De aldus verkregen informatie wordt vertrouwelijk behandeld wanneer de | De aldus verkregen informatie wordt vertrouwelijk behandeld wanneer de |
verspreiding de onderneming op algemeen vlak kan schaden. | verspreiding de onderneming op algemeen vlak kan schaden. |
Binnen de grenzen van zijn bevoegdheden krijgt de ombudsdienst van | Binnen de grenzen van zijn bevoegdheden krijgt de ombudsdienst van |
geen enkele overheid instructies. | geen enkele overheid instructies. |
Het onderzoek van een klacht wordt beëindigd wanneer daartegen | Het onderzoek van een klacht wordt beëindigd wanneer daartegen |
jurisdictioneel beroep is aangetekend. | jurisdictioneel beroep is aangetekend. |
§ 6. De betrokken onderneming beschikt over een termijn van twintig | § 6. De betrokken onderneming beschikt over een termijn van twintig |
werkdagen om haar beslissing te motiveren indien zij de in § 3, 4° van | werkdagen om haar beslissing te motiveren indien zij de in § 3, 4° van |
dit artikel bedoelde aanbeveling niet volgt. De met reden omklede | dit artikel bedoelde aanbeveling niet volgt. De met reden omklede |
beslissing wordt naar de klager en naar de ombudsdienst gestuurd. | beslissing wordt naar de klager en naar de ombudsdienst gestuurd. |
Na het verstrijken van de in het vorige lid bedoelde termijn, | Na het verstrijken van de in het vorige lid bedoelde termijn, |
verstuurt de ombudsdienst een herinnering aan de betrokken | verstuurt de ombudsdienst een herinnering aan de betrokken |
onderneming. Deze beschikt over een nieuwe termijn van twintig | onderneming. Deze beschikt over een nieuwe termijn van twintig |
werkdagen om haar beslissing alsnog te motiveren indien zij de in § 3, | werkdagen om haar beslissing alsnog te motiveren indien zij de in § 3, |
4° van dit artikel bedoelde aanbeveling niet volgt. De met redenen | 4° van dit artikel bedoelde aanbeveling niet volgt. De met redenen |
omklede beslissing wordt naar de klager en naar de ombudsdienst | omklede beslissing wordt naar de klager en naar de ombudsdienst |
gestuurd. | gestuurd. |
Door de niet naleving van de bedoelde termijn verbindt de betrokken | Door de niet naleving van de bedoelde termijn verbindt de betrokken |
onderneming er zich toe het advies uit te voeren voor wat betreft de | onderneming er zich toe het advies uit te voeren voor wat betreft de |
specifieke en persoonlijke tegemoetkoming aan de betrokken klager. | specifieke en persoonlijke tegemoetkoming aan de betrokken klager. |
§ 7. Indien de klacht van een gebruiker door de ombudsdienst voor de | § 7. Indien de klacht van een gebruiker door de ombudsdienst voor de |
postsector ontvankelijk wordt verklaard, wordt de inningsprocedure | postsector ontvankelijk wordt verklaard, wordt de inningsprocedure |
door de operator opgeschort tot een maximale periode van 4 maanden | door de operator opgeschort tot een maximale periode van 4 maanden |
vanaf de indiening van de klacht bij de ombudsdienst of totdat de | vanaf de indiening van de klacht bij de ombudsdienst of totdat de |
ombudsdienst voor de postsector een aanbeveling heeft geformuleerd of | ombudsdienst voor de postsector een aanbeveling heeft geformuleerd of |
totdat een minnelijke schikking kan worden bereikt. | totdat een minnelijke schikking kan worden bereikt. |
Art. 5.In artikel 44 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 |
Art. 5.In artikel 44 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 |
december 1997 worden volgende wijzigingen aangebracht : | december 1997 worden volgende wijzigingen aangebracht : |
a) § 2, 4°, wordt aangevuld als volgt : « c) een onderneming, bedoeld | a) § 2, 4°, wordt aangevuld als volgt : « c) een onderneming, bedoeld |
in § 1 van artikel 43ter van deze wet of een ermee verbonden | in § 1 van artikel 43ter van deze wet of een ermee verbonden |
onderneming voor wat betreft de leden van de ombudsdienst voor de | onderneming voor wat betreft de leden van de ombudsdienst voor de |
postsector »; | postsector »; |
b) § 3, 5°, wordt aangevuld als volgt : « c) een onderneming, bedoeld | b) § 3, 5°, wordt aangevuld als volgt : « c) een onderneming, bedoeld |
in § 1 van artikel 43ter van deze wet of een ermee verbonden | in § 1 van artikel 43ter van deze wet of een ermee verbonden |
onderneming voor wat betreft de leden van de ombudsdienst voor de | onderneming voor wat betreft de leden van de ombudsdienst voor de |
postsector ». | postsector ». |
Art. 6.In artikel 44bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 6 |
Art. 6.In artikel 44bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 6 |
augustus 1993 en gewijzigd bij de wet van 19 december 1997 worden | augustus 1993 en gewijzigd bij de wet van 19 december 1997 worden |
volgende wijzigingen aangebracht : | volgende wijzigingen aangebracht : |
a) In § 4, eerste lid, worden de woorden « en op de leden van de | a) In § 4, eerste lid, worden de woorden « en op de leden van de |
ombudsdienst voor telecommunicatie » vervangen door de woorden « | ombudsdienst voor telecommunicatie » vervangen door de woorden « |
alsook op de leden van de ombudsdienst voor telecommunicatie en de | alsook op de leden van de ombudsdienst voor telecommunicatie en de |
ombudsdienst voor de postsector »; | ombudsdienst voor de postsector »; |
b) In § 4, tweede lid, worden de woorden « de ombudsdienst voor | b) In § 4, tweede lid, worden de woorden « de ombudsdienst voor |
telecommunicatie » vervangen door de woorden « de ombudsdiensten voor | telecommunicatie » vervangen door de woorden « de ombudsdiensten voor |
telecommunicatie en de postsector »; | telecommunicatie en de postsector »; |
c) In § 5 worden de woorden « de ombudsdienst voor telecommunicatie » | c) In § 5 worden de woorden « de ombudsdienst voor telecommunicatie » |
vervangen door de woorden « de ombudsdiensten voor telecommunicatie en | vervangen door de woorden « de ombudsdiensten voor telecommunicatie en |
de postsector ». | de postsector ». |
Art. 7.Artikel 44ter, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd |
Art. 7.Artikel 44ter, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd |
bij de wet van 19 december 1997 wordt vervangen als volgt : | bij de wet van 19 december 1997 wordt vervangen als volgt : |
« Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie draagt | « Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie draagt |
de lasten van de pensioenen die zijn toegekend aan de leden van de | de lasten van de pensioenen die zijn toegekend aan de leden van de |
ombudsdienst voor telecommunicatie en de ombudsdienst voor de | ombudsdienst voor telecommunicatie en de ombudsdienst voor de |
postsector enkel voor de jaren die bij deze ombudsdiensten zijn | postsector enkel voor de jaren die bij deze ombudsdiensten zijn |
gepresteerd. » | gepresteerd. » |
Art. 8.In dezelfde wet wordt een artikel 45ter ingevoegd, luidende : |
Art. 8.In dezelfde wet wordt een artikel 45ter ingevoegd, luidende : |
« Art. 45ter - § 1. De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na | « Art. 45ter - § 1. De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na |
overleg in de Ministerraad, na advies van het Instituut, de menselijke | overleg in de Ministerraad, na advies van het Instituut, de menselijke |
en materiële middelen die het Belgisch Instituut voor postdiensten en | en materiële middelen die het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
telecommunicatie ter beschikking van de ombudsdienst voor de | telecommunicatie ter beschikking van de ombudsdienst voor de |
postsector moet stellen. | postsector moet stellen. |
§ 2. Om de dienstverlening van de Ombudsdienst voor de postsector te | § 2. Om de dienstverlening van de Ombudsdienst voor de postsector te |
financieren, betalen de in artikel 43ter, § 1, van deze wet bedoelde | financieren, betalen de in artikel 43ter, § 1, van deze wet bedoelde |
ondernemingen jaarlijks aan het Belgisch Instituut voor postdiensten | ondernemingen jaarlijks aan het Belgisch Instituut voor postdiensten |
en telecommunicatie een bijdrage die vastgesteld is op grond van de | en telecommunicatie een bijdrage die vastgesteld is op grond van de |
kosten voor de financiering van de ombudsdienst voor de postsector, « | kosten voor de financiering van de ombudsdienst voor de postsector, « |
ombudsbijdrage » genoemd. | ombudsbijdrage » genoemd. |
§ 3. Jaarlijks bepaalt het Belgisch Instituut voor postdiensten en | § 3. Jaarlijks bepaalt het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
telecommunicatie het bedrag van de ombudsbijdrage verschuldigd door | telecommunicatie het bedrag van de ombudsbijdrage verschuldigd door |
elke in artikel 43ter van deze wet bedoelde onderneming. | elke in artikel 43ter van deze wet bedoelde onderneming. |
§ 4. De in artikel 43ter, § 1 van deze wet bedoelde ondernemingen | § 4. De in artikel 43ter, § 1 van deze wet bedoelde ondernemingen |
delen elk jaar uiterlijk op 30 juni aan het Belgisch Instituut voor | delen elk jaar uiterlijk op 30 juni aan het Belgisch Instituut voor |
postdiensten en telecommunicatie de omzet mee die het voorgaande jaar | postdiensten en telecommunicatie de omzet mee die het voorgaande jaar |
behaald is voor de activiteiten die onder de bevoegdheid van de | behaald is voor de activiteiten die onder de bevoegdheid van de |
ombudsdienst vallen. | ombudsdienst vallen. |
§ 5. Het bedrag van de ombudsbijdrage komt overeen met het bedrag van | § 5. Het bedrag van de ombudsbijdrage komt overeen met het bedrag van |
de financiële middelen die nodig zijn voor de werking van de | de financiële middelen die nodig zijn voor de werking van de |
ombudsdienst dat ingeschreven is op de begroting van het Belgisch | ombudsdienst dat ingeschreven is op de begroting van het Belgisch |
Instituut voor postdiensten en telecommunicatie voor het lopende jaar, | Instituut voor postdiensten en telecommunicatie voor het lopende jaar, |
na advies van de Inspectie van Financiën en van het raadgevend comité | na advies van de Inspectie van Financiën en van het raadgevend comité |
voor de postdiensten. | voor de postdiensten. |
Het voormelde bedrag, X genaamd, bestaat uit 2 componenten, nl. Y en | Het voormelde bedrag, X genaamd, bestaat uit 2 componenten, nl. Y en |
Z. | Z. |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Voor de toepassing van deze formules worden bovenstaande elementen als | Voor de toepassing van deze formules worden bovenstaande elementen als |
volgt gedefinieerd : | volgt gedefinieerd : |
- A = het aantal telefonische vragen om inlichtingen (onmiddellijke | - A = het aantal telefonische vragen om inlichtingen (onmiddellijke |
dienstverlening) van het voorgaande jaar, met andere woorden | dienstverlening) van het voorgaande jaar, met andere woorden |
interventies van de ombudsdienst die geen aanleiding hebben gegeven | interventies van de ombudsdienst die geen aanleiding hebben gegeven |
tot het openen van een klachtendossier; | tot het openen van een klachtendossier; |
- B = het aantal op basis van artikel 43ter, § 4 onontvankelijke of | - B = het aantal op basis van artikel 43ter, § 4 onontvankelijke of |
geweigerde klachten van het voorgaande jaar; | geweigerde klachten van het voorgaande jaar; |
- C = het aantal behandelde klachten van het voorgaande jaar; | - C = het aantal behandelde klachten van het voorgaande jaar; |
- X = het bedrag van de financiële middelen die nodig zijn voor de | - X = het bedrag van de financiële middelen die nodig zijn voor de |
werking van de ombudsdienst dat ingeschreven is op de begroting van | werking van de ombudsdienst dat ingeschreven is op de begroting van |
het Instituut voor het lopende jaar; | het Instituut voor het lopende jaar; |
- Y = het bedrag ter financiering van de algemene werkingskosten; | - Y = het bedrag ter financiering van de algemene werkingskosten; |
- Z = het bedrag ter financiering van de werkingskosten verbonden aan | - Z = het bedrag ter financiering van de werkingskosten verbonden aan |
de totaliteit van de behandelde klachten. | de totaliteit van de behandelde klachten. |
De individuele ombudsbijdrage, In genaamd, wordt berekend als volgt : | De individuele ombudsbijdrage, In genaamd, wordt berekend als volgt : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Voor de toepassing van bovenstaande formule worden bovenstaande | Voor de toepassing van bovenstaande formule worden bovenstaande |
elementen als volgt gedefinieerd : | elementen als volgt gedefinieerd : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Ondernemingen met een omzet voor de activiteiten die onder de | Ondernemingen met een omzet voor de activiteiten die onder de |
bevoegdheid van de ombudsdienst vallen die lager dan of gelijk is aan | bevoegdheid van de ombudsdienst vallen die lager dan of gelijk is aan |
500.000 EUR is, dragen niet bij tot de fianciering van de | 500.000 EUR is, dragen niet bij tot de fianciering van de |
ombudsdienst. | ombudsdienst. |
§ 6. De ombudsbijdragen moeten uiterlijk op 30 september van het jaar | § 6. De ombudsbijdragen moeten uiterlijk op 30 september van het jaar |
waarop zij verschuldigd zijn, worden betaald op het rekeningnummer dat | waarop zij verschuldigd zijn, worden betaald op het rekeningnummer dat |
door het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie is | door het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie is |
opgegeven. | opgegeven. |
Bijdragen die niet zijn betaald op de vastgestelde vervaldatum geven | Bijdragen die niet zijn betaald op de vastgestelde vervaldatum geven |
van rechtswege en zonder ingebrekestelling aanleiding tot een intrest | van rechtswege en zonder ingebrekestelling aanleiding tot een intrest |
tegen het wettelijk tarief verhoogd met 2 procent. Die intrest wordt | tegen het wettelijk tarief verhoogd met 2 procent. Die intrest wordt |
berekend naar rato van het aantal kalenderdagen achterstand. | berekend naar rato van het aantal kalenderdagen achterstand. |
Ten laatste één maand voor de vervaldatum deelt het Instituut aan de | Ten laatste één maand voor de vervaldatum deelt het Instituut aan de |
in artikel 43ter van de wet bedoelde ondernemingen het bedrag mee van | in artikel 43ter van de wet bedoelde ondernemingen het bedrag mee van |
de verschuldigde bijdragen. | de verschuldigde bijdragen. |
§ 7. Indien de ombudsdienst minder of meer heeft uitgegeven dan | § 7. Indien de ombudsdienst minder of meer heeft uitgegeven dan |
geraamd en / of indien een indiviudele ombudsbijdrager geheel of ten | geraamd en / of indien een indiviudele ombudsbijdrager geheel of ten |
dele in gebreke is gebleven de verschuldigde ombudsbijdrage te | dele in gebreke is gebleven de verschuldigde ombudsbijdrage te |
betalen, zal het jaar volgend op het werkingsjaar van de ombudsdienst | betalen, zal het jaar volgend op het werkingsjaar van de ombudsdienst |
een verrekening gebeuren van de individuele ombudsbijdragen. Geeft | een verrekening gebeuren van de individuele ombudsbijdragen. Geeft |
deze berekening aanleiding tot een bijkomende bijdrage of een | deze berekening aanleiding tot een bijkomende bijdrage of een |
gedeeltelijke terugbetaling dan wordt dit verschil verrekend met de | gedeeltelijke terugbetaling dan wordt dit verschil verrekend met de |
nieuw te betalen individuele ombudsbijdragen. | nieuw te betalen individuele ombudsbijdragen. |
§ 8. De ombudsmannen leggen elk jaar het ontwerp van begroting van de | § 8. De ombudsmannen leggen elk jaar het ontwerp van begroting van de |
ombudsdienst voor de postsector ter advies voor aan het raadgevend | ombudsdienst voor de postsector ter advies voor aan het raadgevend |
comité voor de postdiensten. De begroting van de ombudsdienst voor de | comité voor de postdiensten. De begroting van de ombudsdienst voor de |
postsector maakt afzonderlijk deel uit van de begroting van het | postsector maakt afzonderlijk deel uit van de begroting van het |
Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. » | Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. » |
Art. 9.Artikel 46 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 |
Art. 9.Artikel 46 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 |
december 1997 wordt vervangen als volgt : | december 1997 wordt vervangen als volgt : |
« Art. 46 - § 1. De ombudsdienst stelt jaarlijks een verslag op | « Art. 46 - § 1. De ombudsdienst stelt jaarlijks een verslag op |
betreffende zijn activiteiten. Het verslag bespreekt inzonderheid de | betreffende zijn activiteiten. Het verslag bespreekt inzonderheid de |
verschillende klachten of soorten van klachten en het aan deze | verschillende klachten of soorten van klachten en het aan deze |
klachten gegeven gevolg, zonder evenwel de identiteit van de klager | klachten gegeven gevolg, zonder evenwel de identiteit van de klager |
rechtstreeks of onrechtstreeks prijs te geven. | rechtstreeks of onrechtstreeks prijs te geven. |
§ 2 Het verslag van de ombudsdienst voor telecommunicatie wordt | § 2 Het verslag van de ombudsdienst voor telecommunicatie wordt |
toegestuurd aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en | toegestuurd aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
telecommunicatie, aan de ondernemingen bedoeld in artikel 43bis, § 1, | telecommunicatie, aan de ondernemingen bedoeld in artikel 43bis, § 1, |
van deze wet, aan de minister die belast is met telecommunicatie en | van deze wet, aan de minister die belast is met telecommunicatie en |
aan de minister bevoegd voor consumentenzaken. | aan de minister bevoegd voor consumentenzaken. |
Het verslag van de Ombudsdienst voor de postsector wordt toegestuurd | Het verslag van de Ombudsdienst voor de postsector wordt toegestuurd |
aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, aan | aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, aan |
de ondernemingen bedoeld in artikel 43ter, § 1, van deze wet, aan de | de ondernemingen bedoeld in artikel 43ter, § 1, van deze wet, aan de |
minister die belast is met de postsector en aan de minister bevoegd | minister die belast is met de postsector en aan de minister bevoegd |
voor consumentenzaken. | voor consumentenzaken. |
Het verslag van ombudsdiensten die niet in deze paragraaf vermeld | Het verslag van ombudsdiensten die niet in deze paragraaf vermeld |
zijn, wordt overgezonden aan het overheidsbedrijf, aan de minister | zijn, wordt overgezonden aan het overheidsbedrijf, aan de minister |
onder wie het overheidsbedrijf ressorteert en aan de minister bevoegd | onder wie het overheidsbedrijf ressorteert en aan de minister bevoegd |
voor consumentenzaken. | voor consumentenzaken. |
§ 3. De hierboven vermeldde ombudsdiensten zenden het verslag over aan | § 3. De hierboven vermeldde ombudsdiensten zenden het verslag over aan |
de wetgevende Kamers en stellen het ter beschikking van het publiek. » | de wetgevende Kamers en stellen het ter beschikking van het publiek. » |
Art. 10.Artikel 46bis van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 |
Art. 10.Artikel 46bis van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 |
december 1997 wordt aangevuld met een § 5 en § 6 als volgt : | december 1997 wordt aangevuld met een § 5 en § 6 als volgt : |
« § 5. Zolang de personeelsleden ter beschikking staan van de | « § 5. Zolang de personeelsleden ter beschikking staan van de |
ombudsdienst voor telecommunicatie, staan zij onder het hiërarchisch | ombudsdienst voor telecommunicatie, staan zij onder het hiërarchisch |
gezag van de ombudsman. | gezag van de ombudsman. |
§ 6. Zolang de personeelsleden te beschikking staan van de | § 6. Zolang de personeelsleden te beschikking staan van de |
ombudsdienst voor telecommunicatie behouden zij hun statutaire | ombudsdienst voor telecommunicatie behouden zij hun statutaire |
situatie inzake beloning inclusief hun beheerstoelage, anciënniteit, | situatie inzake beloning inclusief hun beheerstoelage, anciënniteit, |
bevordering en pensioen die zij bij het Belgisch Instituut voor | bevordering en pensioen die zij bij het Belgisch Instituut voor |
postdiensten en telecommunicatie bezitten. » | postdiensten en telecommunicatie bezitten. » |
Art. 11.In dezelfde wet wordt een artikel 46ter ingevoegd, luidende : |
Art. 11.In dezelfde wet wordt een artikel 46ter ingevoegd, luidende : |
« Art. 46ter.§ 1. De personen die ter beschikking zijn gesteld van de |
« Art. 46ter.§ 1. De personen die ter beschikking zijn gesteld van de |
dienst ombudsman bij DE POST en waarvan de lijst door de minister die | dienst ombudsman bij DE POST en waarvan de lijst door de minister die |
bevoegd is voor de postdiensten wordt vastgesteld, worden behoudens | bevoegd is voor de postdiensten wordt vastgesteld, worden behoudens |
verzet van hunnentwege, overgedragen aan het Belgisch Instituut voor | verzet van hunnentwege, overgedragen aan het Belgisch Instituut voor |
postdiensten en telecommunicatie volgens de door de Koning bepaalde | postdiensten en telecommunicatie volgens de door de Koning bepaalde |
nadere regels, na overleg met de representatieve vakorganisaties van | nadere regels, na overleg met de representatieve vakorganisaties van |
het personeel. | het personeel. |
De in het vorige lid bedoelde overdracht geschiedt uiterlijk op 1 | De in het vorige lid bedoelde overdracht geschiedt uiterlijk op 1 |
januari 2007. | januari 2007. |
§ 2. De bij DE POST vastbenoemde statutaire ambtenaren worden tot | § 2. De bij DE POST vastbenoemde statutaire ambtenaren worden tot |
ambtenaar benoemd bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en | ambtenaar benoemd bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
telecommunicatie, hetzij met behoud van graad, hetzij in een | telecommunicatie, hetzij met behoud van graad, hetzij in een |
gelijkwaardige graad volgens een door de koning vastgestelde tabel. | gelijkwaardige graad volgens een door de koning vastgestelde tabel. |
Zij behouden ten minste de bezoldiging en de anciënniteit die zij | Zij behouden ten minste de bezoldiging en de anciënniteit die zij |
hadden bij DE POST op het ogenblik van de overdracht. | hadden bij DE POST op het ogenblik van de overdracht. |
De contractuele personeelsleden die over een arbeidscontract van | De contractuele personeelsleden die over een arbeidscontract van |
onbepaalde duur beschikten en die aan het Belgisch Instituut voor | onbepaalde duur beschikten en die aan het Belgisch Instituut voor |
postdiensten en telecommunicatie worden overgedragen, worden in | postdiensten en telecommunicatie worden overgedragen, worden in |
afwijking van artikel 73, § 2, van deze wet, aangeworven met een | afwijking van artikel 73, § 2, van deze wet, aangeworven met een |
arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. | arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. |
§ 3. Voor de berekening van het pensioen van de personeelsleden | § 3. Voor de berekening van het pensioen van de personeelsleden |
overgedragen overeenkomstig dit artikel, blijven de bij DE POST | overgedragen overeenkomstig dit artikel, blijven de bij DE POST |
verrichte diensten ten laste van DE POST. | verrichte diensten ten laste van DE POST. |
§ 4. De dienstbetrekkingen die worden bezet door de overgedragen | § 4. De dienstbetrekkingen die worden bezet door de overgedragen |
personeelsleden worden toegevoegd aan de personeelsformatie van het | personeelsleden worden toegevoegd aan de personeelsformatie van het |
Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, vastgesteld | Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, vastgesteld |
bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot | bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot |
vaststelling van de personeelsformatie van dat Instituut. | vaststelling van de personeelsformatie van dat Instituut. |
§ 5. Zolang de personeelsleden ter beschikking staan van de | § 5. Zolang de personeelsleden ter beschikking staan van de |
ombudsdienst voor de postsector, staan zij onder het hiërarchisch | ombudsdienst voor de postsector, staan zij onder het hiërarchisch |
gezag van de Ombudsman. | gezag van de Ombudsman. |
§ 6. Zolang de personeelsleden te beschikking staan van de | § 6. Zolang de personeelsleden te beschikking staan van de |
ombudsdienst voor de postsector behouden zij hun statutaire situatie | ombudsdienst voor de postsector behouden zij hun statutaire situatie |
inzake beloning inclusief hun beheerstoelage, anciënniteit, | inzake beloning inclusief hun beheerstoelage, anciënniteit, |
bevordering en pensioen die zij bij het Belgisch Instituut voor | bevordering en pensioen die zij bij het Belgisch Instituut voor |
postdiensten en telecommunicatie bezitten. » | postdiensten en telecommunicatie bezitten. » |
Art. 12.Artikel 148bis, § 1, van deze wet wordt aangevuld als volgt : |
Art. 12.Artikel 148bis, § 1, van deze wet wordt aangevuld als volgt : |
« 3° het op de hoogte brengen van de gebruikers van de beroepsmiddelen | « 3° het op de hoogte brengen van de gebruikers van de beroepsmiddelen |
bij de ombudsdienst voor postsector en het afsluiten met de | bij de ombudsdienst voor postsector en het afsluiten met de |
ombudsdienst van een protocol dat de nadere regels vastlegt voor de | ombudsdienst van een protocol dat de nadere regels vastlegt voor de |
behandeling van de klachten. De informatie wordt in overeenstemming | behandeling van de klachten. De informatie wordt in overeenstemming |
met de ombudsdienst voor de postsector verstrekt. | met de ombudsdienst voor de postsector verstrekt. |
Tevens wordt een persoon aangewezen die naar behoren bevoegd wordt | Tevens wordt een persoon aangewezen die naar behoren bevoegd wordt |
verklaard om de operator te vertegenwoordigen in zijn betrekkingen met | verklaard om de operator te vertegenwoordigen in zijn betrekkingen met |
de ombudsdienst voor de postsector ». | de ombudsdienst voor de postsector ». |
Art. 13.Artikel 148sexies, § 1, van deze wet wordt aangevuld als |
Art. 13.Artikel 148sexies, § 1, van deze wet wordt aangevuld als |
volgt : « 3° het op de hoogte brengen van de gebruikers van de | volgt : « 3° het op de hoogte brengen van de gebruikers van de |
beroepsmiddelen bij de ombudsdienst voor postsector en het afsluiten | beroepsmiddelen bij de ombudsdienst voor postsector en het afsluiten |
met de ombudsdienst van een protocol dat de nadere regels vastlegt | met de ombudsdienst van een protocol dat de nadere regels vastlegt |
voor de behandeling van de klachten. De informatie wordt in | voor de behandeling van de klachten. De informatie wordt in |
overeenstemming met de ombudsdienst voor de postsector verstrekt. | overeenstemming met de ombudsdienst voor de postsector verstrekt. |
Tevens wordt een persoon aangewezen die naar behoren bevoegd wordt | Tevens wordt een persoon aangewezen die naar behoren bevoegd wordt |
verklaard om de operator te vertegenwoordigen in zijn betrekkingen met | verklaard om de operator te vertegenwoordigen in zijn betrekkingen met |
de ombudsdienst voor de postsector ». | de ombudsdienst voor de postsector ». |
HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 17 januari 2003 met | HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 17 januari 2003 met |
betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post - en | betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post - en |
telecommunicatiesector | telecommunicatiesector |
Art. 14.In artikel 8, § 3, tweede lid, van de wet van 17 januari 2003 |
Art. 14.In artikel 8, § 3, tweede lid, van de wet van 17 januari 2003 |
met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post | met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post |
- en telecommunicatiesector worden de woorden « Ombudsdienst bij DE | - en telecommunicatiesector worden de woorden « Ombudsdienst bij DE |
POST » vervangen door de woorden « ombudsdienst voor de postsector ». | POST » vervangen door de woorden « ombudsdienst voor de postsector ». |
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de | HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de |
elektronische communicatie | elektronische communicatie |
Art. 15.In art. 136, § 3, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de |
Art. 15.In art. 136, § 3, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de |
elektronische communicatie worden de woorden « en bevat met name de | elektronische communicatie worden de woorden « en bevat met name de |
arbitrageovereenkomst waarvan sprake in artikel 43bis, § 3, 4°, van | arbitrageovereenkomst waarvan sprake in artikel 43bis, § 3, 4°, van |
dezelfde wet » weggelaten. | dezelfde wet » weggelaten. |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Gegeven te Brussel, 21 december 2006. | Gegeven te Brussel, 21 december 2006. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Begroting en Consumentenzaken, | De Minister van Begroting en Consumentenzaken, |
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE | Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en | De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en |
Wetenschapsbeleid, | Wetenschapsbeleid, |
M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |
De Staatssecretaris voor de Overheidsbedrijven, | De Staatssecretaris voor de Overheidsbedrijven, |
B. TUYBENS | B. TUYBENS |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 2006-2007. | (1) Zitting 2006-2007. |
Kamer van Volksvertegenwoordigers : | Kamer van Volksvertegenwoordigers : |
Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 51-2679/1. - Erratum, nr. | Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 51-2679/1. - Erratum, nr. |
51-2679/2. - Amendement, nr. 51-2679/3. - Verslag, nr. 51-2679/4. | 51-2679/2. - Amendement, nr. 51-2679/3. - Verslag, nr. 51-2679/4. |
Tekst aangenomen door de commissie, nr. 51-2679/5. - Tekst aangenomen | Tekst aangenomen door de commissie, nr. 51-2679/5. - Tekst aangenomen |
in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 51-2679/6. | in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 51-2679/6. |
Integraal verslag : 23 november 2006, nr. 244, pag. 76-77. | Integraal verslag : 23 november 2006, nr. 244, pag. 76-77. |
Senaat : | Senaat : |
Parlementaire stukken. - Ontwerp niet-geëvoceerd door de Senaat, nr. | Parlementaire stukken. - Ontwerp niet-geëvoceerd door de Senaat, nr. |
3-1941/1. | 3-1941/1. |